direct naar inhoud van 2.2 Stedenbouwkundige structuur
Plan: Ter Apel Dorp
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0048.BP0902-on01

2.2 Stedenbouwkundige structuur

2.2.1 Historische ontwikkeling

Ter Apel is het grootste dorp in de gemeente Vlagtwedde. Van oorsprong is het een kloosterdorp; in de negentiende eeuw heeft het zich ontwikkeld tot een veenkoloniale nederzetting. In de tweede helft van de twintigste eeuw heeft de verdere kernvorming plaatsgehad.

Het dorp is ontstaan op de zuidelijke punt van de dekzandrug die tussen de Mussel-Aa en de Ruiten-Aa ligt. Het gebied werd begrensd door moerassen en woeste gronden. Dit gebied werd het 'Apell' genoemd en bleek vooral geschikt voor bosbouw. In 1485 kwamen de gronden in handen van Jacobus Wiltinck, vicaris te Loppersum die de gronden vervolgens aan de kruisheren schonk. Na de Reformatie werd de heerlijkheid Westerwolde, inclusief het kruisherenklooster, uiteindelijk in 1619 bezit van de stad Groningen.

In 1851-1856 werd het veenontginningskanaal langs de in 1817 vastgestelde provinciegrens tot Ter Apel doorgetrokken om met een oostwaarts gerichte knik (De Wieke) zijn weg te vervolgen naar Munnekemoer. Langs het Ter Apelkanaal ontwikkelde zich een veenkoloniale lintbebouwing. Het centrum van het dorp verschoof van het klooster naar de Hoofdstraat aan de Wieke.

Aan de oostzijde van Ter Apel verrees rond 1915 een tuindorp met de naam AGO-dorp. Voor het gebied ten noorden van de Hoofdstraat maakte de ingenieur der Staatsbezittingen, C.L. de Vos tot Nederveen Cappel, rond 1919 een uitbreidingsplan, waarvan het deel rond de Rijks-HBS volgens plan is uitgevoerd.

Tot 1940 bestond het dorp nog hoofdzakelijk uit lintbebouwing langs het Stads-Ter Apelkanaal. Na de tweede wereldoorlog is het gebied omsloten door de Hoofdstraat, de Viaductstraat, de voormalige (S.T.A.R.-)spoorlijn en de Sellingerstraat bebouwd. In tegenstelling tot de relatief open lintbebouwing langs het kanaal, ligt hier de nadruk rijenwoningen. In dit gebied bevinden zich de belangrijkste voorzieningen, zoals het winkelgebied en de scholen.

Vanaf de zestiger jaren heeft de verdere dorpsuitbreiding plaatsgevonden in het gebied tussen de voormalige spoorlijn en de Nulweg. Dit dorpsdeel bestaat uit de woonwijk 't Heem-Noord (inclusief sportcomplex) aan de oostzijde en een industrieterrein aan de westzijde; beide gebieden worden gescheiden door het recreatiegebied Moekesgat, met noordelijk daarvan een agrarisch perceel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0048.BP0902-on01_0004.png"
Figuur 1. Situatie omstreeks 1900


afbeelding "i_NL.IMRO.0048.BP0902-on01_0005.png"
Figuur 2. Situatie omstreeks 2000

Ten zuiden van de Hoofdkade is vanaf 1990 eerst het woongebied Hooiland en daarna het villapark Rundedal gerealiseerd. De 2e fase van het Rundedal wordt vanaf 2010 gebouwd.

De kern is ingebed in de oorspronkelijke verkaveling van het onderliggende landschapspatroon. Aan de oost- en zuidzijde vormt het kanaal de natuurlijke begrenzing en is de verkaveling mathematisch. Aan de oostzijde reageert het dorp qua sfeer op die van het aanliggende zandlandschap. Aan de zuidoostzijde wordt aansluiting gezocht bij de gegevenheden van het plaatselijk aanwezig ontginningslandschap en het voorkomen van water.

2.2.2 Huidige stedenbouwkundige structuur

Landschap en Natuur

Het landschap rondom Ter Apel is zeer gevarieerd, wat te verklaren is uit het gegeven dat Ter Apel is gevestigd op de overgang van gebieden met een geheel eigen ontstaans- en ontwikkelingsgeschiedenis.
De belangrijkste te onderscheiden gebieden zijn:

  • de hogere en drogere zandrug van Sellingen met een grillig patroon van wegen en waterlopen en verspreide bosgebieden;
  • het open, strak verkavelde veenkoloniale gebied met een centrale verdichting van bebouwing en beplanting langs de ontginningsbasis: het Stads-Ter Apelkanaal;

De gebieden worden in de praktijk slechts op enkele plaatsen als afzonderlijk ruimtelijke eenheden ervaren doordat de begrenzingen in de loop van de tijd zijn vervaagd. De topografische kaart van 1911 geeft nog een goed beeld van de landschappelijke variatie.

De waterrijke, groene linten vervullen voor flora en fauna belangrijke verbindingsfuncties binnen het landschap. Zowel de kanaalzone met groene oevers en zware boombeplanting als de aaneengesloten achtererfbeplantingen spelen hierbij voor specifieke plant- en diersoorten een eigen rol.

De huidige structuur van Ter Apel is nauw verbonden met de waterlopen die door de kern lopen. Het gaat om het voormalige veenriviertje de Runde, die verderop bij het klooster Ter Apel zijn weg richting de Dollard vervolgt als Ruiten Aa. Dit komt hierna nader aan de orde.

Verkeer

De N366 en de N379/N391 hebben voor een belangrijk deel de stroomfunctie (snelverkeer) van de wegen langs de kanalen overgenomen. Niettemin hebben de 'kanaalwegen' nog een belangrijke lokale functie in de richtingen Musselkanaal, Nieuw-Weerdinge en Emmer Compascuum. In de directe omgeving van Ter Apel hebben deze wegen de functie van gebiedsontsluiting. Ook de Nulweg (aan de noordzijde van Ter Apel) en de Sellingerstraat (oostzijde) spelen een rol. Op- en afritten van de N366 zijn er ter plaatse van de Nulweg en bij de Westerstraat.
De belangrijkste interne wegen in het dorpsgebied zijn de Havenstraat en de Heembadweg in de oost-westrichting en de Stationsstraat/Heemstraat/Vogelheem in de noord-zuidrichting. Ter hoogte van het centrumgebied is de route Hoofdstraat omgebogen langs de noordzijde van het centrum, via de Marktstraat/Heemker Akkerstraat/Stationsstraat.

De kanalen worden gebruikt voor de recreatievaart, hiertoe zijn alle bruggen beweegbaar. Aan de zuidzijde van Ter Apel bevindt zich de Rundehaven, een bescheiden jachthaven. Verspreid langs de kanalen zijn aanlegmogelijkheden gecreëerd.
Het openbaar vervoer in de omgeving van Ter Apel in de richtingen Musselkanaal, Emmen en Sellingen is goed. Langs de Westerstraat en Ter Apelkanaal komen meerdere halten voor, in het centrum bevindt zich het busstation. Het dijkje aan de westzijde van Ter Apelkanaal en de pilaren van de voormalige spoorbrug over het kanaal herinneren aan de vroegere S.T.A.R.-spoorlijn.

Voorzieningen

De belangrijkste detailhandelsvoorzieningen en dergelijke bevinden zich vanzelfsprekend in het centrumgebied, omsloten door de Hoofdstraat, Marktstraat, Heemker Akkerstraat en Stationsstraat. Dit is een gevolg van het door de gemeente gevoerde concentratiebeleid in de afgelopen decennia. Ondanks dit beleid zijn er in de directe omgeving van het centrum, vooral in de linten langs het Stads-Ter Apelkanaal, nog winkels aanwezig. Voor een deel zijn dit vormen van detailhandel die niet (strikt) in het centrum thuishoren. Overige voorzieningen als scholen, kerken, sportaccommodaties staan verspreid in het dorpsgebied.

Bedrijven

Was in vroegere dagen de (vooral agrarisch gelieerde) bedrijvigheid een van de belangrijkste functies in de linten, momenteel is deze nog sporadisch aanwezig. Wel zijn vormen van ambachtelijke, dienstverlenende en lichtindustriële bedrijvigheid in de linten tot stand gekomen. In bepaalde lintdelen is sprake van een menging van wonen en bedrijfsfuncties. Aan de zuidoostzijde van het dorp staan de (van oorsprong aan de landbouw gelieerde) AGO-fabriek en WTM (Avebe).
Naderhand zijn specifieke bedrijventerreinen tot stand gekomen in het noordwestelijke dorpsdeel (met nog een beperkte uitbreidingsruimte) en in het gebied aan de overzijde van het Stads-Ter Apelkanaal (Ter Apelervenen).
Voor zwaardere vormen van bedrijvigheid is het regionale Bedrijvenpark Zuid Groningen nabij de Avebe te Ter Apelkanaal beschikbaar.

Recreatie

Wat betreft de recreatievoorzieningen is het klooster en omgeving van nationaal en regionaal belang. Ook voor de dorpsbevolking is de omgeving van het klooster, respectievelijk de kloosterbossen, van grote betekenis als uitloopgebied. Van enige bovenlokale betekenis is verder de vaarrecreatie, met aan de zuidzijde van het dorp de jachthaven Rundehaven. De komende jaren worden de vaarrecreatieve mogelijkheden verder versterkt door het riviertje De Runde weer aan te sluiten op de Ruiten Aa. Hiervoor worden op verschillende locaties extra vaarverbindingen aangelegd. Deze ontwikkeling is in het plan opgenomen.

Verder zijn er de sportieve en dagrecreatieve mogelijkheden, waaronder de recreatieplas annex zwembad Moekesgat.

Wonen

Zoals vermeld, is er in Ter Apel een diversiteit aan woonsituaties, die in belangrijke mate te maken hebben met de ontwikkelingsgeschiedenis. In het navolgende wordt per deelgebied een beschrijving gegeven van de specifieke kenmerken. Ook andere functies komen hierin aan de orde.

Beschrijving deelgebieden

De linten
Binnen de begrenzing van het bestemmingsplan gaat het om de bebouwingslinten langs de Viaductstraat, Hoofdstraat, Hoofdkade en Oosterstraat. Grote delen van deze linten hebben een gemende functie.
De bebouwing aan de Viaductstraat bestaat ter hoogte van het bedrijventerrein uit een menging van woningen en kleinschalige bedrijfjes; aan het zuidelijke deel van de Viaductstraat komen naast woningen en bedrijven ook andere functies voor, zoals winkels. De bebouwing bestaat hoofdzakelijk uit panden met een lage gootlijn, afgewisseld met enkele forse panden; richting Hoofdstraat neemt de dichtheid en de hoogte enigszins toe.

De lintbebouwing aan de Hoofdstraat, ten westen van het centrum, is door het aantal winkels, kantoren en dergelijke nog herkenbaar als uitloper van het centrumgebied. In het recente verleden is evenwel een belangrijk deel van de winkels geconcentreerd in het centrum. Leeggekomen plekken zijn ingevuld met al dan niet gestapelde woningen. Op een aantal locaties in en nabij het centrum vindt nog invulling met nieuwbouw van woningen en/of winkels, kantoren en dergelijke plaats. Ten opzichte van de situatie aan de Viaductstraat is hier sprake van een compactere en veelal hogere bebouwingssituatie.
Het centrumgebied is achter het eerste bebouwingslint aan het kanaal flink opgeknapt. Het centrum is ingericht als voetgangersgebied, met aan meerdere zijden ruimte voor parkeren. Er is volop parkeergelegenheid in de omgeving gecreëerd.
Het centrumgebied bestaat uit een aantal kleinere winkelpanden met basisvoorzieningen, zo ook is een aantal panden met forse omvang (meubelzaak, supermarkten) aanwezig.
Met name aan het lint langs het kanaal is de bebouwing compact en wat hoger. Hier en daar is een woning tussen de winkels gesitueerd.
Een geheel ander karakter heeft de Hoofdstraat ten oosten van het centrum. Tot en met de Oude Weg is nog sprake van een gemengd gebied met (voormalige) winkels en gestapelde woningen, verder richting Boslaan ligt de nadruk op vrijstaande woonhuizen (herenhuizen) op ruime percelen. Een aantal van deze villa's is zeer karakteristiek voor de periode eind negentiende, begin twintigste eeuw.

Het bebouwingslint aan de overzijde van het Stads-Ter Apelkanaal, de Hoofdkade, bestaat voornamelijk uit woningen, met uitzondering van enkele verspreide winkels/bedrijven ter hoogte van het centrum. De bebouwing heeft hier hoofdzakelijk een lage gootlijn.

De Oosterstraat, richting Munnekemoer heeft wederom een gemengd karakter. In dit lintdeel zijn enkele bedrijven gevestigd die qua aard en omvang opvallen tussen de kleinschalige woningen, onder andere een kringloopwinkel, een garagebedrijf, een hout- en bouwmaterialenhandel en een autobedrijfje. Qua verschijningsvorm ligt voor de straatzijde de nadruk op kleinschaligheid (lage gootlijn); grotere bedrijfspanden staan meestal achterop de percelen.

Gebied tussen Hoofdstraat en vormalige spoorlijn
Het gebied tussen de Hoofdstraat en de voormalige spoorlijn is het eerste gedeelte van de kernvorming, buiten de linten. Het gebied kent een menging van functies en woningsoorten. De bebouwing aan de Koningstraat, met de Oude Weg één van de oudste straten in het gebied, is enkele jaren geleden vervangen door nieuwbouw. Ook tussen de Koningstraat en de Hoofdstraat hebben invullingen met nieuwbouw plaatsgehad. De omgeving van de Bentlagestraat is gedeeltelijk gerevitaliseerd. De woningbouw in het gedeelte ten westen en noorden van het centrumgebied bestaat voornamelijk uit rijenwoningen; het oostelijke gedeelte (Ruitenkamp) bestaat daarentegen voor het merendeel uit vrijstaande woningen met een platte afdekking. Voor dit gebied geldt een afzonderlijke (stedenbouwkundige) regeling die als bijlage bij de toelichting is opgenomen.
In dit aan het centrumgebied grenzende dorpsdeel bevinden zich belangrijke voorzieningen als scholen, waaronder de scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs, kerken, begraafplaatsen, een verzorgingshuis (Tuntlerstichting), sporthal, et cetera.
Het gebouw van de scholengemeenschap is een fraai voorbeeld van de Amsterdamse School uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Het gebouw is uniek gesitueerd aan de halfcirkelvormige beëindiging van de Oude Weg. Ten noorden van de scholengemeenschap ligt het vroegere sportpark (Mansholtpark), waarvan nu een deel als evenemententerrein fungeert. Aan de oostzijde ligt de openlucht- en overdekte tennisaccommodatie.
De bebouwing van het verzorgingshuis en omgeving bestaat uit gestapelde bouw, in hoogte variërend van twee tot zes bouwlagen. De overige woningbouw in het gebied bestaat hoofdzakelijk uit één of twee lagen.

Woongebied 't Heem
Het woongebied 't Heem is gebouwd vanaf de zestiger jaren van de vorige eeuw.
Het gebied wordt ontsloten door een kruis van wegen. De Vogelheem/Heemstraat vormt de verbinding richting centrum, de Heembadweg sluit oostelijk aan op de Sellingerstraat en vormt via het bedrijventerrein de verbinding met de Viaductstraat langs het Stads-Ter Apelkanaal. Via het bedrijventerrein wordt ook een verbinding met de Nulweg gerealiseerd; deze weg geeft vervolgens verbinding met de N366. Het ontsluitingssysteem verdeelt het gebied in kwadranten. De indeling wordt nog versterkt door de aanwezige royale groenstructuur. Kenmerkend is dat een belangrijk deel van de woningen met de achterzijde naar de ontsluitingswegen, respectievelijk groenstructuur is gekeerd.
De beide zuidelijke kwadranten zijn de oudste gedeelten. Het zuidwestelijke kwadrant wordt gerevitaliseerd; gedeeltelijke vervanging van rijenwoningen door (half)vrijstaande woningen en versterking van de relatie met het aangrenzende Moekesgat zijn enkele van de maatregelen voor verbetering. Het zuidoostelijke kwadrant heeft een opener karakter, vooral in de zone langs de Sellingerstraat. Ten zuiden van 't Heem is de voormalige spoorbaan bebouwd; hier staat onder andere een woongebouw voor ouderen (Heemborgh). Van recente datum zijn de vrijstaande en dubbele woningen ten oosten van de Heemstraat, met op de hoek Havenstraat/Heemstraat appartementen.
Het noordwestelijke kwadrant is de (voorlopig) laatste woonuitbreiding in dit noordelijke dorpsdeel. Het noordoostelijke kwadrant betreft het Ter Apeler sportveldencomplex. Even zuidelijk van het sportcomplex is aan de Sellingerstraat een manege gevestigd.

Recreatiegebied Moekesgat e.o.
De voormalige zandwinning is een belangrijk recreatiegebied voor Ter Apel en omgeving. Aan de noordzijde is het openlucht zwembad gesitueerd. Samen met het noordelijk aansluitende agrarisch gebied vormt het gebied een buffer tussen het woongebied 't Heem en het bedrijventerrein. Via 't Heem is er een groene verbinding met het Kloosterbos.

Bedrijventerrein
Het bestaande bedrijventerrein omvat voornamelijk kleinschalige en milieuvriendelijke bedrijven. Het terrein is nagenoeg volgebouwd. Aan de oostzijde vindt nog een afronding plaats; daarbij wordt voorzien in een extra aansluiting op de Nulweg. De lintbebouwing langs het Stads-Ter Apelkanaal heeft een gemengde functie wonen/werken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0048.BP0902-on01_0006.png"
Kaart 1. Situatie in 1767

Omgeving 't Klooster
Zoals vermeld, is het monumentale kloostercomplex in Ter Apel ontstaan in het midden van de vijftiende eeuw. Het gebied in de omgeving van het klooster is te onderscheiden in twee specifieke onderdelen, te weten:

  • a. het klooster met directe omgeving, met als belangrijkste onderdelen het klooster met de daarbij behorende kloosterkerk, hotel Boschhuis en een cluster voormalige stadsboerderijen en woningen;
  • b. het kloosterbos ten noorden en ten oosten van het klooster, dat deels een parkachtig en deels een meer natuurlijk karakter heeft.

Ad a. Omgeving klooster
Het klooster in Ter Apel is in het midden van de vijftiende eeuw gesticht door geestelijken van de orde Kruisheren. Het lag ingeklemd tussen uitgestrekte veengebieden. Rond het klooster woonden circa 13 gezinnen. Op voorstaande kaart uit 1767, detail van de 'Caarte van 't clooster Ter Apel' door E.J. Eltjens is een duidelijk beeld weergegeven van de ligging van het klooster, de gracht en de bijgebouwen, zoals het poortgebouw en de molen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0048.BP0902-on01_0007.png"
Kaart 2. Situatie in 1824

Kaart 2 betreft de kadastrale situatie van 1824. Op deze kaart zijn onder andere de volgende historische elementen herkenbaar:

  • het zogenaamde kloostervierkant (nog met bovenverdiepingen), bestaande uit klooster en de kloosterkerk;
  • de plaats van de voormalige dubbele gracht, die het klooster met bijgebouwen gedeeltelijk omringde en op die wijze beschermde tegen overvallen;
  • het commandeurshuis van de stad Groningen;
  • de molen met molenhuis, nabij de uitmonding van de gracht in de Molen A;
  • het westelijke en oostelijke hoofdwacht-poortgebouw: de oorspronkelijke toegang tot het kloosterterrein;
  • de plaats van het voormalige 'bouwhuys' met turfschuur;
  • een aantal boerderijen en woningen.

In de periode vanaf 1824 tot heden blijken er veel van de oude gebouwen en andere elementen rondom het klooster te zijn verdwenen, onder andere het poortgebouw, de molen met molenhuis en het voormalige 'bouwhuys'. Van het poortgebouw en de molen zijn nog funderingsresten aanwezig. Veel van de oorspronkelijke boerderijen zijn, vaak op andere locaties, vervangen door nieuwbouw. Ook het 'Boschhuis' is veranderd: het voormalige commandeurshuis van de stad Groningen werd in 1881 en 1896 uitgebouwd tot het huidige hotel-restaurant. Een belangrijk deel van de gronden en gebouwen was inmiddels eigendom van de stad Groningen. Dit gold ook voor de boerderijen, de zogenaamde stadsboerderijen. Aan het eind van de vorige eeuw werd begonnen met de aanleg van het kloosterbos: het werd een parkachtig bos rondom een vijver, met veel wandelpaden en bankjes. In 1903 werd het bos in noordelijke richting vergroot, tot aan de Van Ketwich Verschuurlaan. Omstreeks 1850 werden het Stads-Ter Apelkanaal en de Boslaan aangelegd, hetgeen eveneens van invloed is geweest op de historische situatie. De functie van de oorspronkelijke toegangswegen, de Kruisherenweg en de Poortweg, werd grotendeels vervangen door de Boslaan. In de huidige situatie is de Boslaan de belangrijkste toegangsweg tot het klooster en omgeving. Ten zuiden van hotel 'Boschhuis' is een parkeerterrein aangelegd, dat zowel voor bezoekers aan het klooster als aan het horecabedrijf dienst doet. Het carrévormige kloostercomplex is een bouwkundig monument in de zin van de Monumentenwet. Doordat de westelijke verbindingsgalerij weer is aangebracht, is de binnentuin thans weer aan vier zijden omsloten. Het klooster heeft een functie als museum; de kerk fungeert als zodanig voor de Nederlands Hervormde gemeente in Ter Apel. Van het nabijgelegen hotel 'Boschhuis' is het oudste, oostelijke gedeelte, het meest waardevol; de naderhand aangebouwde grote zaal is bouwkundig gezien niet interessant. Beide gebouwen zijn omgeven door waardevolle oude bomen, die mede het beeld bepalen. In het bos ten noorden van het 'Boschhuis' staan enkele verspreide woningen, waaronder een voormalig winkeltje, alsmede een dienstgebouwtje van Staatsbosbeheer. De panden in het bos zijn uitsluitend via onverharde wegen bereikbaar. Langs de Poortweg en de Kruisherenweg staan enkele voormalige stadsboerderijen en een aantal woningen. De boerderijen, die kenmerken hebben van zowel het Saksische als het Oldambtster type, hebben voor een belangrijk deel hun agrarische functie verloren. Ze zijn door de stad Groningen afgestoten en zijn thans vrijwel geheel in gebruik als woonboerderij. Het bebouwingspatroon (de situering van bebouwing, wegen, beplanting) is in hogere mate bepalend voor het karakter van het gebied, dan de verschijningsvorm van zowel de boerderijen als de woningen. In de omgeving van het klooster is het oorspronkelijke beloop van de gracht nog waarneembaar; voorts zijn er nog restanten van de funderingen van de vroegere molen met molenhuis en van de poortgebouwen in de bodem aanwezig.

Ad b. Kloosterbos
Zoals vermeld, werd aan het einde van de vorige eeuw een aanvang gemaakt met de aanleg van het kloosterbos. Het parkachtig aangelegde bos is, evenals de in de wijdere omgeving van het klooster aanwezige bossen, in eigendom en beheer bij het Staatsbosbeheer.
De parkachtige aanleg wordt onder meer bepaald door de vele (onverharde) lanen en wandelpaden, de in het gebied aanwezige vijver met bruggetjes en het beplantingsassortiment.
Zo heeft het kloosterbos het oudste Japanse larixcomplex van Nederland. Het bomenbestand kent verder vele bijzondere soorten, waaronder vier soorten eik, drie soorten esdoorn, drie soorten kastanje, twee soorten beuk, linde, iep, es, plataan, tulpenbomen en vleugelnoten en vele soorten coniferen. Als onderbegroeiing is er hulst, taxus, krent en rododendron.
Voorts wordt nog wilde hop aangetroffen.
Het bos wordt aan de noordoostzijde begrensd door een brede laan met hoog opgaande boombeplanting. Langs de noordwestzijde slingert, gedeeltelijk door het bos, het riviertje de Ruiten A. Het bosperceel ten oosten van (de bebouwing behorende bij) het klooster wordt aan de buitenzijde begrensd door de Molen A.
In het overgangsgebied tussen het kloosterbos en de bebouwde kom van Ter Apel staat langs de Sellingerstraat enige bebouwing. Direct aan de Ruiten A staat het gebouw van een voormalig internaat.

AGO-dorp
AGO-dorp is van oorsprong een arbeidersdorp, dat behoorde bij de AGO-fabriek. Het karakteristieke, tuindorpachtige woonbuurtje bestaat uit slechts enkele straten, waarvan de gebogen Agostraat het karakter bepaalt. De Molen A is de westelijke begrenzing van het buurtje, met daarlangs de eenzijdig bebouwde Molen A laan.
De bebouwing bestaat uit enkele en dubbele woningen van bescheiden afmetingen. Vanwege de complexmatige bouw, vormen de woningen voor een belangrijk deel een architectonische eenheid. Afwisselend is de nokrichting evenwijdig langs, respectievelijk loodrecht op de straat gericht. Ook is er afwisseling in goothoogte en dakhelling. Kenmerkend voor het AGO-dorp zijn de nauwe woonstraatjes.
Langs het Ruiten A kanaal staan enkele grotere woningen op riante percelen en op grote afstand van de weg.
Recentelijk is het AGO-dorp voorzien van een nieuwe, passende bestrating en beplanting. Bij bouwkundige en ruimtelijke ingrepen wordt (via de welstandsnota) de beeldkwaliteit in acht genomen.

Fabrieksterreinen-Oost
Het gebouwencomplex van de voormalige fabriek AGO wordt thans gebruikt voor verschillende vormen van bedrijvigheid. De oostelijk aangrenzende gronden hebben een semi-agrarische functie. De ontsluiting vindt plaats via de Schotslaan, richting Oosterstraat.
Verder in zuidelijke richting, aan het Ruiten A Kanaal Zuid, ligt het voormalige fabriekscomplex WTM.

Woongebied 't Schot
In de negentiger jaren van de vorige eeuw is het woongebiedje 't Schot gerealiseerd, in de zuidelijke hoek Oosterstraat/Ruiten A kanaal. In relatie met de aanleg van circa 60 ha bos aansluitend aan het Kloosterbos, zijn hier 16 vrijstaande woningen gerealiseerd in een groene, bosachtige setting.

Woongebied 't Hooiland
Aan het eind van de jaren zeventig van de vorige eeuw, is begonnen met de ontwikkeling van het woongebied 't Hooiland aan de zuidzijde van Ter Apel. De ontsluiting voor het autoverkeer vindt plaats via de weg Hooiland, met aansluiting op de Hoofdstraat. Het woongebied heeft voor voetgangers en fietsers een directe verbinding met het centrumgebied. De woningbouw in 't Hooiland bestaat uit vrijstaande en halfvrijstaande woningen. Een deel van de woningen is gesitueerd aan het water, de verbrede heemsloot.
De aangrenzende voormalige bedrijfslocatie Ubbens wordt heringevuld. De beoogde ontwikkeling is opgenomen in dit bestemmingsplan.
De kwekerij aan de westzijde wordt in dit bestemmingsplan gehandhaafd. Met de straat Hille heeft het gebied een voorlopige afronding gekregen.

Woongebied Rundedal
Van het woongebied Rundedal is de eerste fase geheel gerealiseerd. Het is een woongebied waar 'wonen aan (bevaarbaar) water' voorop staat. Het gebied is ontsloten vanaf de weg 't Hooiland en de Oosterkade. Voor boten is het gebied via de Rundehaven bereikbaar vanaf het Stads-Ter Apelkanaal.
Het woongebied bestaat uit uitsluitend vrijstaande villa's, gesitueerd op ruime kavels.
Een vervolgfase van dit unieke woongebied is voorbereid. Ook hier is ruimte voor (vrijstaande) woningen op ruime kavels, gesitueerd aan het water.

Burgemeester Beinsdorp
Burgemeester Beinsdorp ligt op enige afstand zuidelijk van het dorp, aan de westzijde van het Stads-Ter Apelkanaal. De buurt is vernoemd naar Frederik Adolf Beins, burgemeester in Vlagtwedde (in 1922). Hij was tot 1946 burgemeester van de gemeente Vlagtwedde.

De locatie is een eenvoudig opgezet woonbuurtje bestaande uit sociale woningbouw dat is gerealiseerd in de eerste helft van de vorige eeuw. De woningen zijn vrijstaand of van het type twee-onder-een-kap en hebben overwegend een lage gootlijn. De woningen zijn gesitueerd op ruime kavels, met diepe achtertuinen, (van oorsprong) nutstuinen. Opvallend zijn de hoekwoningen die onder een hoek van 45º aan de kruising staan.

2.2.3 Cultuurhistorie

Per 1 januari 2012 dient in ruimtelijke plannen aandacht worden te besteed aan cultuurhistorie. Dit is een gevolg van de wijziging van artikel 3.1.6, tweede lid, onderdeel a, van het Besluit ruimtelijke ordening. Hierin is aangegeven dat cultuurhistorische waarden dienen te worden meegewogen bij het vaststellen van bestemmingsplannen.

Verwezen wordt naar de voorgaande paragrafen, waarin uitgebreid aandacht is besteed aan het landschap en de cultuurhistorie van het gebied. Hierna volgt een overzicht van de monumenten in de kern Ter Apel.

Overzicht monumenten
In Ter Apel zijn enkele panden opgenomen in het rijksregister van 'beschermde monumenten'. Vanzelfsprekend valt hieronder het kloostercomplex aan de Boslaan. Ook het gebouw van de scholengemeenschap aan de Oude Weg (de voormalige Rijks HBS), dat gebouwd is in de stijl van de Amsterdamse School, is als zodanig aangewezen. Verder hebben meerdere villa's aan de Hoofdstraat en enkele verspreid voorkomende panden en werken de status van monument.
Het volledige overzicht is als volgt:

  • Boslaan, Kloostercomplex;
  • Boslaan 4, rentenierswoning met aangebouwd achterhuis;
  • Kapelweg 13, voormalig zusterhuis met bewaar- en naaischool;
  • Oude Weg 41, schoolgebouw met aangebouwde rijwielberging en aangebouwde conciërgewoning;
  • Hoofdstraat 6, herenhuis met aangebouwd koetshuis;
  • Hoofdstraat 10, herenhuis met aangebouwde schuur;
  • Hoofdstraat 18, herenhuis met aangebouwde berging;
  • Hoofdstraat 28, voormalig bankgebouw;
  • Hoofdstraat 37, winkelwoning;
  • Schotslaan 5, villa met praktijkruimte en wagenschuur;
  • Schotslaan 7, villa met aangebouwd achterhuis;
  • Sellingerstraat, nabij nr. 19, transformatorgebouw (buiten het plangebied);
  • Munnekemoer Oost 4, voormalige sluiswachterswoning (buiten het plangebied);
  • Redoute Barnflair (relict verdedigingswerk behorend tot de 1e linie van de Eems, buiten het plangebied).