direct naar inhoud van Artikel 8 Centrum
Plan: Ter Apel Dorp
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0048.BP0902-on01

Artikel 8 Centrum

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet met ruimte voor:
    • 1. een aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in bijlage 1;
    • 2. mantelzorg;
  • b. detailhandel;
  • c. zakelijke dienstverlening;
  • d. maatschappelijke voorzieningen;
  • e. reparatie-, verhuur-, installatiebedrijven en dienstverlenende bedrijven, die wat betreft geur, stof, geluid en gevaar toelaatbaar zijn naast woningen;
  • f. bestaande bedrijven voorzover deze niet behoren tot de categorieën van bedrijven, genoemd onder e;
  • g. horeca categorie I en II;
  • h. bedrijfswoningen;

met de daarbij behorende:

  • i. tuinen, erven en terreinen;
  • j. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  • k. groenvoorzieningen.
  • l. nutsvoorzieningen;
  • m. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.


De onder e genoemde bedrijven behoren tot de categorieën 1 en 2 (grootste afstand 30 m) van de in bijlage 2 opgenomen Staat van bedrijven. De afstand wordt gerekend ten opzichte van de aangrenzende woonbebouwing. Bedrijven die wat betreft geur, stof, gevaar en geluid vergelijkbaar zijn met de bedrijven genoemd in de categorieën 1 en 2, zijn zonder meer toelaatbaar.

In de bestemming zijn tevens standplaatsen ten behoeve van markten, braderieën en dergelijke begrepen.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de goothoogte bedraagt niet meer dan 5,5 m, dan wel niet meer dan de goothoogte van het bestaande gebouw indien deze meer bedraagt;
  • c. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 9 m, dan wel niet meer dan de bouwhoogte van het bestaande gebouw indien deze meer bedraagt dan wel niet meer dan de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)';
  • d. de dakhelling bedraagt niet minder dan 30°, dan wel ten minste de dakhelling van het bestaande gebouw indien deze minder bedraagt;
  • e. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt niet minder dan 3 m, dan wel niet minder dan de afstand van het bestaande gebouw tot die perceelgrens indien deze minder bedraagt;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied nieuwbouwlocatie' mogen nieuwe woningen worden gebouwd; het aantal te bouwen woningen moet passen binnen de door Gedeputeerde Staten vastgestelde nieuwbouwruimte;
  • g. het aantal bedrijfswoningen bedraagt niet meer dan één per bedrijf;
  • h. de oppervlakte van een (bedrijfs)woning bedraagt niet meer dan 250 m2, dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer bedraagt.
8.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een (bedrijfs)woning gelden de volgende regels:

  • a. de bijbehorende bouwwerken worden ten minste 3 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte bedraagt niet meer dan 150 m2, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen;
  • c. de goothoogte bedraagt niet meer dan 3,5 m;
  • d. de dakhelling bedraagt niet meer dan 60º.
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van reclamemasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 8 m.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een goede woonsituatie;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
8.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken dat in strijd is met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en gebouwen voor de vestiging van bedrijven, genoemd in een naast hogere categorie van bedrijven;
  • b. het gebruik van gronden en gebouwen voor horecabedrijven categorie II, ter plaatse van de aanduiding 'horeca uitgesloten';
  • c. het gebruik van de tweede en hogere bouwlaag van gebouwen voor bedrijven, met uitzondering van bestaande situaties en met uitzondering van het gebruik door bedrijven die op de eerste bouwlaag (begane grond) zijn gevestigd;
  • d. het splitsen van een (bedrijfs)woning in meer dan één woning;
  • e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij een (bedrijfs)woning anders dan voor functioneel ondergeschikt gebruik, met uitzondering van het gebruik ten behoeve van mantelzorg;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan logiesverstrekking in de (bedrijfs)woning en de niet vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij de (bedrijfs)woning, waarbij niet meer dan drie logieseenheden per bedrijf of woning mogen worden gevestigd;
  • g. het gebruik van gedeelten van een woning en bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in bijlage 1, indien:
    • 1. het beroep of bedrijf niet wordt uitgeoefend door een van de bewoners van de woning, waarbij één andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    • 2. de beroeps- en bedrijfsoppervlakte meer dan 90 m2 bedraagt of meer dan de bestaande oppervlakte indien deze meer dan 90 m2 bedraag;
    • 3. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
    • 4. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit worden vervaardigd.
8.5 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.1 en lid 8.4, sub a voor de vestiging van bedrijven in de naast hogere categorie (categorie 3.1, grootste afstand 50 m), mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, geluid en gevaar kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven genoemd in de categorieën 1 en 2 van de in bijlage 2 opgenomen Staat van bedrijven.