direct naar inhoud van Artikel 23 Woongebied - 4
Plan: Ter Apel Dorp
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0048.BP0902-on01

Artikel 23 Woongebied - 4

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet met ruimte voor:
    • 1. een aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsactiviteit, zoals genoemd in bijlage 1;
    • 2. mantelzorg;

met de daarbij behorende:

  • b. tuinen, erven en terreinen;
  • c. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  • d. groen- en speelvoorzieningen en water;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. waterhuishoudkundige voorzieningen.
23.2 Bouwregels
23.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen ten behoeve van wonen, gelden de volgende regels:

  • a. de hoofdgebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak en dienen met de voorgevel in de naar de weg gekeerde bouwgrens of ten hoogste 3 m achter deze bouwgrens te worden gebouwd;
  • b. de woningen worden vrijstaand gebouwd;
  • c. het aantal woningen bedraagt niet meer dan het aantal dat in het plan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  • d. de goot- en bouwhoogte van de woningen bedragen niet meer dan in het plan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';
  • e. de afstand van de woning tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 m;
  • f. van een bouwperceel mag niet meer dan 50% worden bebouwd (inclusief bijbehorende bouwwerken), dan wel het bestaande percentage indien dat meer is;
  • g. bijbehorende bouwwerken dienen te voldoen aan het voorgaande, dan wel aan het bepaalde onder 23.2.2 (regeling bijbehorende bouwwerken);
23.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bijbehorende bouwwerken worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goothoogte bedraagt ten hoogste 3,5 m;
  • c. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt niet meer dan 3 m.
23.2.3 Overige gebouwen

Voor het bouwen van overige gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen bedraagt per gebouwtje ten hoogste 50 m3;
  • b. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3 m;
23.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan, ten hoogste 2 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van reclamemasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
23.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een goede woonsituatie;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
23.4 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;

worden afgeweken van het bepaalde in lid 23.2.3 ten behoeve van gebouwen voor verkeers- en verblijfsdoeleinden met een maximale inhoud van 50 m3.

23.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken dat in strijd is met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het splitsen van een woning in meer dan één woning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken anders dan voor functioneel ondergeschikt gebruik, met uitzondering van het gebruik ten behoeve van mantelzorg;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • e. het gebruik van gedeelten van een woning en bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in bijlage 1, indien:
    • 1. het beroep of bedrijf niet wordt uitgeoefend door een van de bewoners van de woning, waarbij één andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    • 2. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m2 bedraagt of meer dan de bestaande oppervlakte indien deze meer dan 90 m2 bedraagt;
    • 3. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
    • 4. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit worden vervaardigd.
  • f. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van kamerverhuur, anders dan de verhuur die in het begrip woning is begrepen;
  • g. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, zoals een pension.
23.6 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 23.5, sub f voor kamerverhuur, waarbij de volgende regels in acht worden genomen:

  • 1. het gebruik mag geen ernstige hinder voor het woonmilieu opleveren, dan wel mag geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omringende woonomgeving;
  • 2. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de verkeersafwikkeling en de parkeersituatie ter plaatse.