direct naar inhoud van 6.3 Toelichting op de bestemmingen
Plan: Ter Apelervenen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0048.BP0901-vs01

6.3 Toelichting op de bestemmingen

In deze paragraaf worden de bestemmingen toegelicht.

Bedrijventerrein

De noordkant van het plangebied heeft de bestemming “Bedrijventerrein”. Om ervoor te zorgen dat de verblijfsfuncties op het zuidelijk deel geen hinder ondervinden van de bedrijven op het noordelijk deel, is het bedrijventerrein gezoneerd. Op een afstand tot maximaal 50 meter vanaf de verblijfsfuncties (de gevangenis en het vertrekcentrum) mogen bedrijven met de milieucategorieën 1 en 2. Boven de 50 meter mogen ook bedrijven met de milieucategorie 3.1. Bedrijven met de milieucategorie 3.2 mogen op een afstand die meer bedraagt dan 100 meter van de verblijfsfuncties. In het noordelijkste deel van het bedrijventerrein mogen ook bedrijven met de milieucategorie 4.1. Via een omgevingsvergunning kunnen er zich ook bedrijven vestigen die gezien hun aard vergelijkbaar zijn met de toegestane bedrijven op de verschillende gedeelten van het bedrijventerrein.

Aangezien de gebouwen aan de randen van het bedrijventerrein het meest zichtbaar zijn vanuit het landschap, mogen de gebouwen hier maximaal 12 meter hoog zijn. In het middengedeelte van het bedrijventerrein mogen ze hoger zijn, namelijk maximaal 15 meter. Het exacte gebied waar dit mogelijk is, is op de verbeelding aangeduid.

Op het bedrijventerrein kunnen bedrijfswoningen via de aanvraag van een omgevingsvergunning worden toegestaan.

Detailhandel als zelfstandige vorm is uitgesloten.

Groen / Groen - Opgaande beplanting

Om ervoor te zorgen dat de aanwezige bebouwing afgeschermd blijft van het landschap, heeft de rand van het plangebied de bestemming “Groen - Opgaande beplanting”. De overige groenstroken in het plangebied zijn bestemd als “Groen”.

Maatschappelijk

Het zuidelijk deel van het plangebied heeft de bestemming “Maatschappelijk”. Binnen deze bestemming zijn de Penitentiaire Inrichting en de AZC-functies mogelijk. Tevens wordt binnen deze bestemming rekening gehouden met een zuidelijke uitbreiding van het COA en de PI, conform de planuitgangspunten in hoofdstuk 4. Voor deze uitbreiding is ingezet op eenzelfde relatief globale wijze van bestemmen als voor de bestaande terreindelen. Op die wijze wordt een goed evenwicht bereikt tussen een gewenste flexibiliteit en de ruimtelijke afbakening.

Aan de westkant volgt het bouwvlak niet de lijn van de bestemmingsgrens, maar is strak naar beneden getrokken. Daardoor is het niet mogelijk dat gebouwen dichter dan 140 meter vanaf de kippenschuur, die in het buitengebied ligt, gebouwd kunnen worden.

Aangezien ook hier de gebouwen aan de randen het meest zichtbaar zijn vanuit het landschap, mogen de gebouwen hier maximaal 12 meter hoog zijn. Als herontwikkelingen in het middengedeelte aan de orde zouden zijn, dan mogen de gebouwen hoger zijn, namelijk maximaal 15 meter. Het exacte gebied waar dit mogelijk is, is aangeduid.

De portiersloges die gelegen zijn buiten het bouwvlak, zijn mogelijk gemaakt in de regels.

Verkeer - Verblijf

De entree van het bedrijventerrein aan de noordoostkant is bestemd als “Verkeer - Verblijf”. Ook de weg vanaf de parallelweg van de N366 die de gevangenis en het Vertrekcentrum ontsluit, is als zodanig bestemd. Hier valt ook het water en het groen onder die deel uitmaken van de bufferzone tussen het noordelijk en zuidelijk deel.

Water

De sloten die rondom het bedrijventerrein liggen, zijn bestemd als “Water”.