direct naar inhoud van 5.5 Natuur
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00024-41vg

5.5 Natuur

5.5.1 Hoofdpunten
  • Natuurgebieden bestemming 'Natuur';
  • Geen binnenplanse regeling voor de planologische inpassing nieuwe natuurgebieden en verbindingszones;
  • Inpassen natuurvriendelijke oevers en kleinschalige (ecologische) verbindingszones binnen bestemming Agrarisch - Cultuurgrond.
  • Zeer kleine natuurgebieden en/of landschapselementen buiten EHS maken ook onderdeel uit van de bestemming Agrarisch - Cultuurgrond.
  • Beheergebieden (waaronder ganzenfoeraargebied) zijn niet opgenomen in het bestemmingsplan;
  • Vergunningstelsel aanlegactiviteiten in gebieden met landschappelijke waardevolle structuren.
5.5.2 Natuurgebieden

Bestaande natuurgebieden worden als 'Natuur' bestemd. Het betreft hier hoofdzakelijk gebieden die deel uitmaken van de EHS Midden-Groningen. Met deze bestemmingsregeling worden de huidige natuurwaarden en potentiële natuurwaarden in dit gebied planologisch zo goed mogelijk geborgd. Nieuwe bebouwing is niet toegestaan en (grondroerende) activteiten zijn gekoppeld aan een omgevingsvergunning.

Gebieden die de aankomende jaren nog zullen worden ontwikkeld zijn het Dannemeergebied en mogelijk de Haansplassen. Deze nieuwe natuurgebieden worden niet als verzuringsgevoelig gebied aangemerkt en vormen zodoende geen beperking voor de bedrijfsvoering van agrarische (niet-intensieve) bedrijven. Hiermee wordt het natuurgebied Midden Groningen voltooid en ligt een aaneengesloten gebied vanaf Scharmer-Kolham tot en met De Groeve. Er is in het bestemmingsplan geen wijzigingsregeling opgenomen voor de planologische inpassing van nieuwe natuurgebieden. Voor de aanleg van nieuwe natuur(gebieden) zal waar nodig een afzonderlijke planologische procedure worden gevoerd.

5.5.3 Beheer

Het beheer in deze natuurgebieden wordt aangepast aan het gewenste natuurdoeltype. Deze natuurdoeltypen worden niet door de gemeente bepaald, maar door de provincie. De door de provincie gewenste natuurkwaliteit is vastgelegd op de ‘Provinciale ambitiekaart natuur’. Het beheer is (grotendeels) in handen van Staatsbosbeheer.

5.5.4 Verbindingszones

Binnen het plangebied is een zoekgebied voor een robuuste verbindingszone gelegen. Er is nog geen tracékeuze gemaakt voor de aanleg van een ecologische verbindingszone tussen Westerbroek en Midden-Groningen. Zolang hier geen besluit over is genomen zal hetbestemmingsplan hier nog niet op voorsorteren. Nadat deze besluitvorming heeft plaatsgevonden voor de ecologische verbindingszone het bestemmingsplan worden gewijzigd. Het voorliggende bestemmingsplan is gebaseerd op de huidige inrichting en functies in het gebied en maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk die realisering van de robuuste verbindingszone belemmerd.

Natuurvriendelijke oevers, met een breedte van ten hoogste 5 meter aan weerszijden van een watergang, zijn ook opgenomen in de bestemming Agrarisch - Cultuurgrond. Dit vergroot de flexibiliteit van het bestemmingsplan voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers en kleinschalige verbindingszones, ter realisering van doelstellingen op het gebied van natuurbeleid.

5.5.5 Natuur buiten EHS

Ook buiten de begrensde EHS komen natuurgebieden en/of natuurwaarden voor. Het gaat dan in hoofdzaak om weidevogelgebieden en ganzenfourageergebieden. Ook komen verspreid in het gebied kleinere natuur- en bosgebiedjes voor. In de ganzenfourageergebieden laten (een deel van de) agrariërs toe dat ganzen in de weilanden grazen. De schade wordt gecompenseerd. Bij deze regeling is de afspraak gemaakt dat er geen planologische schaduwwerking uit zal gaan van het laten fourageren van de ganzen. In het bestemmingsplan is er dan ook geen specifieke regeling opgenomen voor de ganzenfourageergebieden.

In gebieden met een cultuurhistorisch waardevol verkavelingspatroon en/of verkavelingsrichting worden natuurwaarden, die zijn relateerd aan deze landschappelijke structuren, geborgd door bepaalde grondroerende activiteiten te verbinden aan een vergunningsstelsel. Als voorwaarden geldt ondermeer dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden.