direct naar inhoud van Artikel 9 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met LPG
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00024-41vg

Artikel 9 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met LPG

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met LPG' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met daaraan ondergeschikt:

  • groenvoorzieningen;
  • nutsvoorzieningen;
  • water;
  • verhardingen;
  • parkeervoorzieningen;

met de daarbij additionele voorzieningen;

en tevens voor:

9.1.1 vulpunt lpg

ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg' een vulpunt en/of opslagtank voor L.P.G brandstof;

9.1.2 afleverzuil lpg

ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil lpg' een afleverzuil voor L.P.G. motorbrandstof;

9.2 Bouwregels

Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:

9.2.1 Bouwwerken beperking

Zie Artikel 32.

9.2.2 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend gebouwd worden binnen een bouwvlak;
  • b. de goot- en bouwhoogte en dakhelling van gebouwen mogen niet meer c.q. minder bedragen dan ter plaatse is aangeduid;
9.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, tenzij ter plaatse de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' of 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' geldt;
  • b. voor de bouwhoogte en situering geldt hetgeen in het volgende bouwschema is bepaald, tenzij ter plaatse anders is aangeduid:
Type bouwwerk   Maximale bouwhoogte (in meter)  
Overkappingen   5  
Erf- en terrein afscheidingen   2  
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten   10  
Overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde een reclamemast   5  
9.3 Specifieke gebruiksregels
9.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor bewoning, dan wel de mogelijkheid hiertoe door het aanwezig hebben van de benodigde essentiële woonvoorzieningen;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsactiviteiten, anders dan welke zijn genoemd in 9.1;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel anders dan genoemd onder 9.1;
  • d. het gebruik van gronden als vulpunt lpg, opslag van lpg of afleverzuil voor lpg buiten de daartoe aangewezen gronden.