direct naar inhoud van Artikel 10 Detailhandel
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00024-41vg

Artikel 10 Detailhandel

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;

met daaraan ondergeschikt:

  • groenvoorzieningen;
  • nutsvoorzieningen;
  • water;
  • parkeervoorzieningen;
  • standplaatsen;

met de daarbij behorende verhardingen, tuinen en erven en additionele voorzieningen 

en tevens voor:

10.1.1 bedrijfswoning

een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

10.2 Bouwregels

Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:

10.2.1 Bouwwerken beperking

Zie Artikel 32.

10.2.2 Gebouwen en overkappingen algemeen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is ten hoogste 1 bedrijfswoning toegestaan;
  • c. de afstand tussen gebouwen op een bouwperceel bedraagt tenminste 2 meter, tenzij de gebouwen aaneen worden gebouwd;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)', mag het bebouwingspercentage niet worden overschreden;
  • e. de bouw- en goothoogte van de gebouwen binnen het bouwvlak mogen ten hoogste de ter plaatse aangeduide 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' bedragen en voorzover ter plaatse een 'minimale-maximale dakhelling (graden)' is aangeduid mag de dakhelling van gebouwen en overkappingen niet meer c.q. minder bedragen dan ter plaatse is aangeduid;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals ten dienste van een fietsenberging en dergelijke, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 50 m2 per bouwperceel met een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 meter mits gesitueerd achter het verlengde van de voorgevel van de gebouwen binnen het bouwvlak.
10.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. voor de bouwhoogte en situering geldt hetgeen in het volgende bouwschema is bepaald, tenzij ter plaatse anders is aangeduid:
Type bouwwerk   Maximale bouwhoogte (in meter)  
  voorerf   overig  
Erf- en terreinafscheidingen   1   2  
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten   8   8  
Overkappingen   3   3  
Overige bouwwerken, geen gebouw zijnde   3   5  
10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 10.3.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

  • a. het bepaalde in 10.2.2 sub a en toestaan dat een gebouw of overkapping gedeeltelijk buiten een bouwvlak wordt gebouwd, mits:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak niet meer dan 100 m² bedraagt;
    • 2. de maatvoering van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan is toegestaan voor de bijbehorende bebouwing binnen het bouwvlak, tot een bouwhoogte van ten hoogste 8 meter.
10.3.2 Afwijkingsvoorwaarden

Bij de toepassing van de onder 10.3.1 genoemde afwijkingsregels zijn de voorwaarden zoals genoemd in 33.2 sub c van toepassing.

10.4 Specifieke gebruiksregels
10.4.1 Toegestaan gebruik

Horeca is niet toegestaan met uitzondering van ondersteunende horeca-activiteiten waarbij voldaan wordt aan hetgeen is gesteld in de Bijlage 8 Beleidsregels (ho)reca en ondersteunende (ho)reca.

10.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen en gebouwen niet zijnde bedrijfswoningen voor bewoning, dan wel de mogelijkheid hiertoe door het aanwezig hebben van de benodigde essentiële woonvoorzieningen;
  • b. met het oog op het voorkomen van ontsiering van het straatbeeld, de opslag van aan hun gebruik onttrokken voer- of vaartuigen, werktuigen of machines of onderdelen daarvan, verpakkingsmaterialen, bouwmaterialen, bagger en grondspecie, afval, puin, grind of brandstoffen, voorzover die opslag vanaf de openbare weg zichtbaar is;