direct naar inhoud van Artikel 23 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Bestemmingsplan Hellum-Siddeburen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00020-41vg

Artikel 23 Recreatie - Dagrecreatie

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. extensieve dagrecreatie;
  • b. volkstuinen, ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
  • c. een ijsbaan en cultuurgrond, ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan';

met daaraan ondergeschikt:

  • groenvoorzieningen;
  • nutsvoorzieningen;
  • water;
  • verhardingen;
  • parkeervoorzieningen;
  • speelvoorzieningen;

met de daarbij behorende additionele voorzieningen;

23.2 Bouwregels

Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:

23.2.1 Bouwwerken beperking

Zie Artikel 43.

23.2.2 Gebouwen en overkappingen

Binnen deze bestemming zijn uitsluitend gebouwen toegestaan met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' is per volkstuin 1 gebouw toegestaan met een oppervlakte van ten hoogste 5 m², waarbij de bouwhoogte ten hoogste 3 meter bedraagt;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' zijn gebouwen uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak waarbij de bouwhoogte ten hoogste 3,50 meter bedraagt.
  • c. de bouwhoogte van een gebouw of overkapping bedraagt ten hoogste 3 meter.
23.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. voor de bouwhoogte en situering geldt hetgeen in het volgende bouwschema is bepaald, tenzij ter plaatse anders is aangeduid:
Type bouwwerk   Maximale bouwhoogte (in meter)  
Erf- en terreinafscheidingen   2  
Lichtmasten, niet zijnde reclamemasten   8  
Overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde een reclamemast   3  
  • a. reclamemasten zijn niet toegestaan.
23.3 Specifieke gebruiksregels
23.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van recreatief verblijfanders dan dagrecreatie;
  • b. de opslag van aan hun gebruik onttrokken voer- of vaartuigen, werktuigen of machines of onderdelen daarvan, verpakkingsmaterialen, bouwmaterialen, bagger en grondspecie, afval, puin, grind of brandstoffen, anders dan in verband met normaal onderhoud of ter verwezenlijking van de bestemming;
  • c. het hebben van reclame-uitingen die geen betrekking hebben op de op het perceel plaatsvindende niet wederrechtelijke activiteiten tenzij sprake is van naar binnen gerichte reclame gericht op de bezoekers van de in 23.1 genoemde doeleinden.