direct naar inhoud van 2.5 Beschermd dorpsgezicht Slochteren
Plan: Bestemmingsplan Slochteren-Schildwolde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00018-61oh

2.5 Beschermd dorpsgezicht Slochteren

2.5.1 Algemeen

Het gebied in het centrum van Slochteren rondom landgoed Fraeylema is aangewezen als beschermd dorpsgezicht (rijksbesluit 5 december 1990). Het aanwijzingsbesluit is inclusief toelichting en kaart opgenomen als Bijlage 2 Aanwijzingsbesluit beschermd dorpsgezicht Slochteren en Bijlage 3 Kaart beschermd dorpsgezicht Slochteren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0040.bp00018-61oh_0001.png"

Het gebied bestaat naast het landgoed van de Fraeylemaborg globaal uit de dorpsbebouwing langs de Hoofdweg (tussen de Stationsweg en het Slochterdiep), de Slochterhaven en omgeving, het Overbos en het boerderijenlint langs 't Padje. Daarnaast maakt ook de Noordbroeksterweg en een deel van de agrarische cultuurgronden ten zuidwesten van de Fraeylemaborg deel uit van het gebied. Het gehele beschermd dorpsgezicht valt binnen de grenzen van het bestemmingsplan Slochteren-Schildwolde.

Het gebied is als beschermd dorpsgebied aangewezen ondermeer vanwege de afwijkende ruimtelijke en functionele structuur van het gebied ten opzichte van het bebouwingslint van Slochteren. Kenmerkend is vooral de borg met behorende bossen en boomsingels die zich over een grote lengte aan beiden zijden van het lint voegen in het open agrarisch cultuurlandschap. In functioneel opzicht onderscheid het gebied zich door de bestuurlijke en economische betekenis die deze plek al eeuwen heeft dankzij de strategische ligging.

Na een korte beschrijving van de historische ontwikkeling wordt vervolgens per deelgebied ingegaan op de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht.

2.5.2 Historische ontwikkeling

Het centrale deel van het beschermd dorpsgezicht, op de plaats waar de Hoofdweg op de zandrug een knik maakt en weg- en waterverbindingen aantakken (de bajonet), vormt de basis voor de afwijkende functionele ontwikkeling van dit deel van Slochteren. De zandrug vormde een geschikte vestigingsplaats en werd ook gebruikt als verbindingsroute tussen de stad Groningen en het noordoostelijk gelegen achterland. De bajonetstructuur kan een strategische reden zijn geweest voor de stichting van de borg. Het kruispunt bij de borg werd een belangrijk bestuurlijk en economisch centrum door nieuwe functies als een herberg, gemeentehuis en notariskantoor.

Vanaf de nederzettingen op de zandrug werd vanaf de middeleeuwen het omliggende veengebied ontgonnen. Pas in de 18de eeuw wordt door de ontginning eenvoudiger als door het bouwen van windmolens een zekere mate van drooglegging wordt verkregen. Het Slochterdiep wordt daarbij vanaf de 16de eeuw gebruikt om turf af te voeren, later ook om wierde grond aan te voeren en graan te verschepen. De in cultuurgebrachte gronden aan weerszijden van het lint worden in een opstrekkende richting verkaveld. Daarnaast verdicht de bebouwingsstructuur langs de Hoofdweg zich en wordt er beplanting aangelegd. Een sterke accentuering van het bebouwingslint is hiervan het gevolg, tegenwoordig wordt deze kenmerkende groenstructuur ook wel aangeduid als 'tunnelbos'. De beide loodrecht op het lint gerichte bossen van het landgoed Fraeylema zorgen daarbij voor een indrukwekkende dwarsmarkering.

2.5.3 Gebiedsdelen

Fraeylemaborg

De Fraeylemaborg wordt voor het eerst genoemd in 1465. De borg is vermoedelijk ontstaan als versterkt steenhuis. Na een aantal verbouwingen, uitbreidingen en verervingen wordt het gebouw in 1781 in vervallen staat verkocht. Na een ingrijpende verbouwing krijgt de borg een regelmatiger aanzien. Tegelijkertijd wordt in deze periode het park opnieuw ingericht, van een formele stijl naar een Engelse landschapsstijl. De laatste bewoners verkochten de borg in 1972 aan de Gerrit van Houtenstichting die slag ging met een grote renovatie en momenteel nog steeds eigenaar is van het landgoed. Op het voorterrein van de borg staan ook twee (voormalige) schathuizen die beiden als monument zijn aangewezen. Het linker schathuis heeft een horeca-functie en het rechter is in gebruik als winkel en expositieruimte. Daarnaast zijn er nog een aantal andere bijgebouw aanwezig, waaronder een oranjerie.

Slochterbos

Achter de omgrachting van de borg strekt zich een indrukkend gemengd loofbos uit (het Slochterbos), grotendeels daterend uit de 18de eeuw. Als overblijfsel uit de formele tijd is de vrije zichtas gehandhaafd, die vanuit de borg een tunnel vormt door het bos richting Noordbroek. Daarnaast heeft het bos nog veel kenmerken van de Engelse landschapsstijl, zoals slingerende paden, vijvers, bruggetjes en een heuvel. Ook staan er verspreid over het landgoed (monumentale) beelden en vazen. Door de afmetingen van het bos (lengte 1100 meter en breedte variërend van 150 tot 300 meter) vormt het bos een waardevol contrast met het omliggende open cultuurlandschap. Tussen het Slochterbos en de Noordbroeksterweg liggen nog een aantal weiden die tot het landgoed behoren.

Overbos

Ten noordwesten van de Hoofdweg, gescheiden door de provinciale weg en de Slochterhaven, ligt het Overbos. Dit bosgebied (dat ook bekend staat als 'Lutje Bos') vormt in ruimtelijk opzicht de tegenhanger van het Slochterbos. Het bosgebied bestaat uit brede en hoge bossingels omsloten door weilanden. De weiden vormen als het ware kamers omsloten door bos, waarvan een zekere intimiteit uitgaat. De oorspronkelijke relatie tussen het Overbos en het borgterrein is in het verleden gedeeltelijk verloren gegaan door aanleg van het Woldjerspoor (inmiddels het tracé van de provinciale weg N387). Ondanks de verstoring is de zichtas op borg, in de vorm van de Boslaan, nog intact.

Hoofdweg

Het lint Hoofdweg tussen de Stationsweg en de kruising met de Noordbroeksterweg bestaat voornamelijk uit lage woonbebouwing De woonbebouwing langs de noordwestzijde van de Hoofdweg (9 t/m 13 en 17 t/m 35) vormt een vrijwel aaneengesloten straatwand. Dit deel van de Hoofdweg wijkt daarmee sterk af van het algemene bebouwingsbeeld van het lint, dat bepaald wordt door een afwisseling van woningen, boerderijen en bedrijven.

De woningen hebben één bouwlaag onder een schilddak, bedekt met pannen. Alle woningen , met uitzondering van een gepleisterd pand, zijn opgetrokken uit rode bakstenen. Op het kruispunt bij de Noordbroeksterweg staat aan de zuidoostelijke zijde van de Hoofdweg een opvallend bakstenen woonhuis onder een afgeknot schilddak op een halfverdiept onderhuis en met een karakteristieke ingangspartij.

Het wegprofiel van de Hoofdweg is in de jaren negentig opnieuw ingericht, waarbij de weg is versmald en voorzien van streetprint. In samenhang met de forse bomen en de groene bermen heeft het tracé nu een inrichting die recht doet aan het beschermd dorpsgezicht.

De omgeving van de Hoofdweg na de 'knik' in de richting van Schildwolde heeft een statig karakter door een aantal monumentale panden. Het oudste pand is het Hoge huis (nr. 20), dat vroeger een functie in de rechtspraak heeft gehad en als laatst in gebruik geweest als woning van de laatste freule van de borg. De oudste delen van dit pand dateren uit de 17de eeuw. Daarnaast (aan de overzijde van de tunnelbak) op nr. 16 het voormalige gemeentehuis en op nr. 14 de notariswoning met een waardevolle tuin. Beide panden zijn rond 1900 gebouwd. Aan de overzijde van het Hoge huis is een bouwmarkt gevestigd in een monumentaal pand, waarbij het voorerf als opslagterrein is ingericht. In het Masterplan Slochterhaven/ Erfgoedkwartier is voor dit perceel een andere invulling bedacht, met als uitgangspunt een aantrekkelijk plein in combinatie met een horecafunctie.

Aan het einde van de Stationsweg (bij de Zuideweg) staat nog het voormalige stationsgebouw. Dit pand, dat is uitgevoerd in de typerende architectuur voor stations in deze omgeving, is ook een monument.

Slochterhaven

Tussen de provinciale weg en het Overbos eindigt het Slochterdiep in een tweetal havenbekkens. Het achterste havenbekken grenst aan het voormalige emplacement van het Woldjerspoor, dat na het opbreken van het spoor tot voor kort in gebruik is geweest als gemeentewerf. Inmiddels is de werf verplaatst en is alle bebouwing afgebroken. In het kader van het Masterplan wordt een nieuwe invulling als bijzonder woongebied uitgewerkt. Ook het voorstel havenbekken, nu ingericht als passantenhaven, wordt bij de herinrichting betrokken.

Noordbroeksterweg

Vanaf de kruising bij het Hoge huis loopt langs de noordoostelijke zijde van het landgoed Fraeylema de weg naar Noordbroek. Van oudsher is dit een belangrijke ontsluitingsroute naar Oost-Groningen (zie Historische ontwikkeling). De weg wordt geflankeerd door bomen en bossingels, waardoor de weg een besloten karakter heeft. Behoud van dit groene karakter wordt nagestreefd, vooral vanwege het contrast met het open cultuurlandschap ten noordoosten van het tracé. Op de hoek van de kruising staat een horecapand, dat geen monument is. De weg vervolgt met enkele vrijstaande woningen uit de jaren dertig en een karakteristieke boerderij.

Padje

Vanaf de kruising bij het Regthuis vormt het Padje de verlenging van de Hoofdweg (waar de eigenlijke Hoofdweg een knik maakt). Langs deze weg (die overgaat in een zandweg) staan zes boerderijen (Oldambstertype of verwant daaraan). Ondermeer vanwege het ensemble dat de boerderijen vormen zijn ze als karakteristiek aangewezen. Onderdeel van dit boerderijenlint is de Geertsemaheerd, die als rijksmonument is aangemerkt. De boerderij ligt op een omgracht terrein met een aangelegde landschapstuin en heeft een statig voorkomen door het gepleisterde voorhuis, de detaillering en het forse volume. De hoge erfbeplanting volgt de opstrekkende verkaveling en versterkt daarmee het contrast tussen het boerderijenlint langs het Padje en het open cultuurlandschap daarbuiten.

2.5.4 Doorvertaling waarden bestemmingsplan

In onderstaande tabel is beknopt weergegeven op welke wijze in het bestemmingsplan rekening is gehouden met de cultuurhistorische en landschappelijke waarden die zijn verbonden met het beschermd dorpsgezicht Slochteren:

  Waarde   Vertaling  
1   het assenkruis, gevormd door de Hoofdweg en de loodrecht daarop staande oost-westverbinding en evenwijdig lopende zichtassen en bosstructuur, als drager van de ruimtelijke structuur van Slochteren;
 
De bestaande ruimtelijke structuur is zoveel mogelijk vastgelegd in de verschillende bestemmingsregels. De wegenstructuur is daarbij bestemd als Verkeer- Verblijfsgebied'. Bestaande bossen, zoals het Slochterbos en Overbos, en andere hoogopgaande bossingels (langs de Noordbroekerweg en het Slochterdiep) zijn bestemd als 'Bos'. Het Slochterbos is daarbij vanwege de parkinrichting aangeduid als 'parkbos'. De zichtassen zijn bestemd als 'Groen- Landschappelijke waarden' of binnen de (park)bossen specifiek aangeduid.
Daarnaast is het dwarsprofiel van de Hoofdweg (t.h.v. toegangshek borg) en de Boslaan (nabij de Hoofdweg) opgenomen in het bestemmingsplan.
 
2   het afwijkend karakter van de bebouwing ten opzichte van de overige bebouwingsstructuur van het lint;
 
De bouwregels zijn zoveel mogelijk afgestemd op het huidige bebouwingspatroon. Dit komt terug in de volgende aspecten:
- De kapvorm is vastgelegd (zie kapsymbolenkaart);
- De bouwvlakken zijn afgestemd op de huidige bebouwing, waarbij ook rekening is gehouden met het vrijwaren van bebouwing op voor- en zijerven;
- Gevels mogen uitsluitend in steen uitgevoerd;
- Dakbedekking mag uitsluitend in gebakken pannen worden uitgevoerd;
- Uitbreidingsmogelijkheden, waaronder voor bijgebouwen, zijn beperkt. Bestaande afwijkingen zijn hiervan uitgezonderd.
 
3   de karakteristieke bebouwing, bestaand uit ondermeer een drietal monumentale villa's langs de Hoofdweg, de woonhuizen in het bebouwingslint aan de Hoofdweg ter hoogte van landgoed Fraeylema en het boerderijenlint langs het Padje.
 
Naast de bouwregels, zoals genoemd bij aspect 2, geldt voor een aantal grotere panden een specifieke bestemming 'Gemengd - 3'. De regeling voorziet in instandhouding van de huidige bebouwing (oppervlakte en maatvoering). Daarnaast zijn de gebruiksregels verruimd om uitwisseling tussen bepaalde functies mogelijk te maken in deze panden. Functies die passen binnen het karakter van het gebied (zoals wonen, logies, dienstverlening en musea). Hierdoor kan de instandhouding en exploitatie van deze panden beter worden gewaarborgd.
De boerderijen langs 't Padje zijn als 'karakteristiek' aangeduid, met uitzondering van de Geertsemaheerd (rijksmonument). Sloop van deze boerderijen is verbonden aan een (omgevings)vergunning met voorwaarden.  
4.   het contrast tussen de hoogopgaande bosgebieden (Overbos en Slochterbos) inclusief de door bomen begeleide wegen en de openheid van de cultuurgronden;
 
De bestaande bosstructuur en bossingels zijn bestemd als 'Bos'. De agrarische cultuurgronden zijn bestemd als 'Agrarisch met waarden', waarbij het aanbrengen van hoogopgaande beplanting niet is toegestaan.  
5   de zichtassen vanuit de borg in noordwestelijke richting naar de Groenedijk en in zuidoostelijke richting naar het open cultuurlandschap;
 
De te beschermen zichtassen zijn als zodanig aangeduid. Het aanbrengen van (hoogopgaande) beplanting en bebouwing is ter plaatste van de aanduiding uitgesloten. De cultuurgronden ten zuidoosten van het Slochterbos zijn bestemd als 'Agrarisch met waarden', waarbij het aanbrengen van hoogopgaande beplanting niet is toegestaan.
 
6   de inrichting van het landgoed Fraeylema, bestaande uit ondermeer een borg met bijgebouwen, parkbos in Engelse landschapsstijl, kunstobjecten, grachten en vijvers.
 
Het landgoed is bestemd als 'Bos' met de aanduiding 'parkbos' en 'Cultuur en Ontspanning' (Landgoed). Daarnaast zijn de bestaande waterelementen bestemd als 'Water'. De belangrijkste bruggen zijn als zodanig aangeduid. De specifieke kenmerken van het landgoed, zoals het padenstelsel en kunstobjecten zijn niet opgenomen. Er zijn wel regels in het plan opgenomen waardoor bepaalde activiteiten, zoals het aanleggen van verhardingen, ontgronden en het verwijderen van karakteristieke beplanting vergunningplichtig zijn.
 
2.5.5 Natuurwetenschappelijke waarden

De natuurwetenschappelijke waarden in het gebied zijn verbonden aan de combinatie van het aanwezige gemengde loofbos en de aanwezige waterpartijen. Gezien de hoge leeftijd van het bos is er sprake van een grote natuurwaarde. De bosstructuur met zijn rijke struik- en kruidlaag bieden veel broed- en schuilgelegenheden voor bosvogels en er komen veel soorten vleermuizen voor (zie ook 4.8.2). Ook het loofbos langs de Boslaan (het Overbos) heeft een rijke opbouw. Daarnaast is de aanwezige stinsenflora op het borgterrein van bijzondere betekenis.