direct naar inhoud van 4.2 Milieuaspecten
Plan: Bestemmingsplan Slochteren, Hoofdweg 39
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00014-61oh

4.2 Milieuaspecten

4.2.1 Wegverkeerslawaai

In het kader van de Wet geluidhinder bevinden zich langs alle wegen zones, met uitzondering van die wegen waar een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt en die wegen die zijn gelegen binnen een als woonerf aangeduid gebied. In het geval van de realisering van geluidsgevoelige bebouwing (onder andere woningen) binnen de zone dient akoestisch onderzoek plaats te vinden.

Van belang zijn in dit verband twee wegen, namelijk de N387 (maximumsnelheid bedraagt 70 km/uur) en de Hoofdweg (maximumsnelheid bedraagt 50 km/uur).

ZONEBREEDTE

In buitenstedelijk gebied bedraagt de zonebreedte voor tweestrookswegen die, gerekend vanuit de as van de weg, aan weerszijden van de weg in acht moet worden genomen, 250 m1. Het plangebied met de nieuw op te richten geluidsgevoelige bebouwing, ligt daarmee binnen de geluidszones van beide wegen.

NORMEN

Behoudens situaties waarbij door Gedeputeerde Staten of burgemeester en wethouders een hogere waarde is vastgesteld, geldt voor woningen binnen een zone als hoogst toelaatbare geluidsbelasting van de gevel 48 dB (Wet geluidhinder 2006). Bij het voorbereiden van een plan dat geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op grond behorende bij een zone, dienen burgemeester en wethouders een akoestisch onderzoek in te stellen.

Indien de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde van 48 dB te boven gaat, kunnen, mits gemotiveerd, burgemeester en wethouders een hogere waarde vaststellen (artikel 83 van de Wet geluidhinder). Tot 53 dB kan een hogere waarde worden vastgesteld.

BEREKENINGEN

Bij de berekening van de N387 is gebruikgemaakt van provinciale telrapporten. De verkeersintensiteit op deze weg bedraagt 5.365 mvt/etmaal (2007). Gelet op de ontwikkeling van het verkeer op deze weg in de afgelopen periode is bij de berekeningen rekening gehouden met een groei tot 6.760 mvt/etmaal in 2020. Ook wat betreft de samenstelling van het verkeer en de verdeling over het etmaal, is gebruikgemaakt van de provinciale telrapporten.

Bij de berekening van de Hoofdweg is eveneens gebruikgemaakt van provinciale telrapporten. De verkeersintensiteit op deze weg bedraagt 2.832 mvt/etmaal (2007). Gelet op de ontwikkeling van het verkeer op deze weg in de afgelopen periode, is bij de berekeningen rekening gehouden met stabilisatie van de verkeersintensiteit. Ook wat betreft de samenstelling van het verkeer en de verdeling over het etmaal is gebruikgemaakt van de provinciale telrapporten.

Met behulp van de Standaard Rekenmethode I is de geluidhinder berekend op respectievelijk de eerste bouwlaag (1,5 m) en de tweede bouwlaag (4,5 m) van de bouwblokken.

Bij de berekeningen is rekening gehouden met een aftrek van 2 dB (berekening N387) en 5 dB (berekening Hoofdweg) op grond van artikel 110g van de Wet geluidhinder 2006. De berekeningen zijn ten slotte uitgevoerd onder zogenaamde vrijeveldcondities. Dat wil zeggen dat geen rekening is gehouden met de afscherming van eventueel aanwezige bebouwing.

Allereerst zijn voor beide wegen de 48 dB-contour en de 53 dB-contour uitgerekend. De navolgende tabel geeft de uitkomsten van deze berekeningen voor beide wegen weer. De rekenbladen zijn toegevoegd aan de bijlagen van dit bestemmingsplan.

Afstand tussen wegas en 48 dB-/53 dB-contour in meters  
Wegvak   48 dB-contour   53 dB-contour  
N387   119 m   57 m  
Hoofdweg   27 m   12 m2  

Beide bouwblokken liggen binnen de 48 dB-geluidscontour van een of beide wegen. Daarom is per weg, voor de dichtstbijzijnde gevels van de bouwblokken liggend binnen de dB-contouren, een berekening gemaakt.

De navolgende kaart geeft de dB-contouren, rekenpunten en geluidsbelasting op de rekenpunten weer (eerste bouwlaag en tweede bouwlaag).

afbeelding "i_NL.IMRO.0040.bp00014-61oh_0008.jpg"

Uitkomsten geluidsberekening

Conclusie

Rekenpunten 1 en 2 hebben betrekking op de geluidsbelasting die de N387 genereert. Rekenpunt 3 heeft betrekking op de geluidsbelasting vanwege de Hoofdweg. In onderstaande tabel zijn de resultaten van de berekeningen opgenomen.

Geluidsbelasting per waarneempunt  
Waarneempunt   Bouwlaag 1   Bouwlaag 2  
1   50 dB   52 dB  
2   47 dB   49 dB  
3   49 dB   50 dB  

Uit de berekeningen blijkt dat beide bouwblokken een te hoge geluidsbelasting kennen. De overschrijding van de voorkeursgrenswaarde bedraagt maximaal 4 dB.

Ontheffing

Om de woningen te kunnen realiseren, is een hogere waarde aangevraagd bij het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Slochteren. De ontheffing van de hogere waarde doorloopt gelijktijdig met het onderhavige bestemmingsplan de procedure.

4.2.2 Industrielawaai

In het plangebied liggen geen inrichtingen waar een geluidscontour van uitgaat (geluidszoneringsplichtige bedrijven).

4.2.3 Bedrijven en milieuzonering

Algemeen

Bedrijven worden ingedeeld in categorieën met behulp van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). Deze publicatie biedt een handreiking ten behoeve van de afstemming tussen ruimtelijke ordening en milieu op lokaal niveau en geeft informatie over de milieukenmerken van verschillende typen bedrijven. Op basis van de milieukenmerken van de verschillende typen bedrijven en inrichtingen wordt een indicatie van de afstanden gegeven, die als gevolg van deze kenmerken moeten worden aangehouden tussen de diverse typen bedrijven en gevoelige objecten, zoals woningen. Er wordt onderscheid gemaakt in omgevingstypen: rustige woonwijk, gebied met functiemenging en bedrijventerrein.

In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich enkele agrarische bedrijven (overzijde Hoofdweg) en een kantoor (zuidwestzijde plangebied).

Voor de agrarische bedrijven is de woning Hoofdweg 41 maatgevend. De toevoeging van de woningen in het plangebied heeft geen beperkend effect op de bedrijfsvoering van de desbetreffende agrarische bedrijven.

Ten slotte vormt de aanwezigheid van een kantoor geen belemmering voor de bouw van de woningen.

4.2.4 Bodem

Bodembeleidsplan

In het gemeentelijk bodembeleid is het algemeen beleidsuitgangspunt dat de goede gebiedseigen bodemkwaliteit behouden moet blijven en waar mogelijk worden verbeterd. De algemene bodemkwaliteit op niet verdachte percelen, alsmede regels omtrent hergebruik, staan beschreven in de drie Bodembeheerplannen Buitengebied, Bebouwd gebied en Gemeentelijke wegbermen met bijbehorende bodemkwaliteitskaarten. In het bodembeleid wordt gewerkt met een gebiedsindeling, gebaseerd op ruimtelijke kenmerken en historisch bodemgebruik. Uitwisseling van grond binnen gebieden met eenzelfde typering is mogelijk.

Bodemtoets

Initiatiefnemers van bepaalde bouwplannen zijn verplicht om bij nieuwbouw (al dan niet in combinatie met functieverandering) bij de aanvraag om een vergunning, een rapportage van de bodemgesteldheid in te dienen. Daaruit moet blijken of en onder welke omstandigheden nieuwe functies realiseerbaar zijn.

Voor activiteiten die te maken hebben met grondverzet en/of het aanleggen van dijken en/of waterwerken is in bepaalde gevallen een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden nodig of een melding grondverzet. Bij grotere projecten kan een vergunning voor ontgronding nodig zijn van de provincie.

In 2005 heeft in het plangebied een verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden (Verkennend bodemonderzoek aan de Hoofdweg 39 te Slochteren, MUG Ingenieursbureau). Daarbij speelde de aanwezigheid van een ondergrondse tank een belangrijke rol. Deze olietank werd in het verleden gebruikt voor de cv-installatie van de voormalige huishoudschool. Op basis van de analyseresultaten kan worden geconcludeerd dat de grond rondom de tank licht verontreinigd is met ethylbenzeen, xylenen en minerale olie. In het grondwater is geen van de onderzochte componenten aangetoond in een concentratie boven de streefwaarde en/of detectiegrens.

Op basis van de onderzoeksresultaten bestaan, volgens MUG Ingenieursbureau, geen bezwaren tegen het verlenen van de omgevingsvergunning voor de bouw van de woningen. De milieuhygiënische kwaliteit van de grond en het grondwater ter plaatse van de tank geven geen aanleiding tot het nemen van extra maatregelen bij het verwijderen van de ondergrondse HBO-tank. Wel wordt aanbevolen om de licht verontreinigde grond rondom de HBO tank te ontgraven en af te voeren. Ter controle op de multifunctionaliteit dienen tijdens het ontgraven controlemonsters genomen te worden van putwanden en de putbodem.

De tank is inmiddels verwijderd. Ook is de licht met minerale olie en vluchtige aromaten verontreinigde grond ontgraven. Na afloop van de sanering is de ontgraving aangevuld met schoon zand. Uit de controlemonsters blijkt dat de grond rondom de ontgraving niet meer verontreinigd is met minerale olie en vluchtige aromaten. Het evaluatierapport van de tanksanering is separaat beschikbaar (MUG Ingenieursbureau, februari 2006).