direct naar inhoud van 4.3 Externe veiligheid
Plan: Bestemmingsplan Slochteren, Verlengde Veenlaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00011-61oh

4.3 Externe veiligheid

4.3.1 Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen

Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen is het wettelijk kader waarin (afstands)normen worden gesteld met betrekking tot risicovolle inrichtingen. Met name de relatie met risicogevoelige objecten in de omgeving is daarbij van belang die verbonden zijn aan bepaalde inrichtingen. Doel is te voorkomen dat personen die permanent op een plaats verblijven een onevenredig groot risico lopen als gevolg van een ramp met een risicobron. Naast inrichtingen is deze normstelling ook van toepassing op het transport van gevaarlijke stoffen.

Het besluit onderscheidt twee categorieën risicogevoelige objecten, namelijk kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Dit onderscheid is gebaseerd op maatschappelijke opvattingen over de groepen mensen die in het bijzonder moeten worden beschermd en op gegevens zoals het aantal personen en de verblijfstijd van groepen mensen.

Kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten

Bij kwetsbare objecten kan bijvoorbeeld worden gedacht aan woningen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, scholen, kinderopvang, grote kantoren, hotels en winkelcomplexen en grote kampeer- en recreatieterreinen. Beperkt kwetsbare objecten zijn volgens het besluit verspreid liggende woningen, dienstwoningen van derden, kleinere kantoren, hotels, winkels, bedrijfsgebouwen, sporthallen, zwembaden, overige sport- en kampeerterreinen en objecten van hoge infrastructurele waarde zoals elektriciteitscentrales.

Er worden daarnaast twee vormen van risico onderscheiden: plaatsgebonden risico en groepsgebonden risico.

Plaatsgebonden risico

Het plaatsgebonden risico (PR) is een maat voor het overlijdensrisico op een bepaalde plaats waarbij het niet van belang is of op die plaats daadwerkelijk een persoon aanwezig is. In het besluit is het plaatsgebonden risico gedefinieerd als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval met een gevaarlijke stof. Dit risico laat zich goed ruimtelijk vertalen aangezien het gaat om punten waar zich een bepaald risico voordoet. Deze punten kunnen worden verbonden tot een contour.

De grenswaarde voor kwetsbare objecten is 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten wordt dit als richtwaarde gehanteerd.

Groepsrisico

Het groepsrisico (GR) is een maat voor het overlijdensrisico voor een groep personen in een bepaald gebied als rechtstreeks gevolg van hun afwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en van een ongeval in die inrichting, waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken.

Vanuit het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) geldt een plicht tot verantwoording van het groepsrisico bij het opstellen van ruimtelijke plannen en/of het voeren van planprocedures. Bij deze motivering wordt aandacht geschonken aan:

  • het aantal personen in het invloedsgebied;
  • het groepsrisico;
  • de mogelijkheden tot risicovermindering;
  • de alternatieven;
  • de mogelijkheden om de omvang van de ramp te beperken;
  • de mogelijkheden tot zelfredzaamheid.
4.3.2 Provinciaal basisnet

Het Provinciaal Basisnet Groningen is het antwoord op de Nota Vervoer gevaarlijke stoffen waarin een borging van risico-afstanden als gevolg van transporten van gevaarlijke stoffen wordt aangekondigd. Het doel is om deze transportroutes vast te leggen en een systeem te creëren waarbij rekening kan worden gehouden met de dynamiek van transport en toekomstige groei. Om dit bereiken wordt langs een aantal aangewezen transportroutes (de grotere weg-, spoor- en waterinfrastructuur) in beginsel een zone van 200 meter aangehouden waarin de beleidsvrijheid voor bepaalde functies mogelijk wordt beperkt. Dit heeft betrekking op gebouwen voor beperkt zelfredzame personen (ziekenhuizen, zorgcentra of scholen). Daarnaast zal binnen dit gebied het groepsrisico moeten worden verantwoord. Voor Slochteren is de volgende infrastructuur opgenomen in het provinciaal basisnet: A7, N33, N387, N860, N865, N987 en Eemskanaal. De A7, N33 en het Eemskanaal zijn tevens opgenomen in het nationaal basisnet.

Voor deze infrastructuur geldt dat binnen een zone van 30 meter geen nieuwe kwetsbare objecten worden opgericht en tevens het vestigen van nieuwe functies (scholen, zorgwoningen, zorgcentra, etcetera) voor beperkt zelfredzame personen wordt uitgesloten. Daarnaast geldt voor een zone van 200 meter een verantwoording van het groepsrisico.

4.3.3 Wetgeving aardgastransportleidingen

Voor ruimtelijke plannen binnen toetsingszones van risicovolle buisleidingen is de circulaire 'Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen' uit 1984 van belang en de circulaire 'Bekendmaking van de voorschriften ten behoeve van de zondering langs brandbare vloeistoffen van de K1, K2 en K3 categorie' uit 1991. Deze circulaires worden vervangen door het Besluit Externe veiligheid Buisleidingen (Bevb), welke op 1 januari 2011 van kracht wordt. Het RIVM verzoekt om voor die tijd reeds te anticiperen op dit besluit door rekening te houden met zowel het plaatsgebonden als groepsrisico.

4.3.4 Wetgeving risicovolle transportassen

Voor ruimtelijke plannen binnen het invloedsgebied (1% letaliteisgebied) van de risicovolle transportassen (spoor, weg of water) is de circulaire "RisicoNormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen" (RNVGS) van toepassing. Deze circulaire zal naar verwachting medio 2010 vervangen worden door het Besluit transportroutes externe veiligheid en het daaraan gekoppelde basisnet.

Voor provincie Groningen is inmiddels het provinciaal basisnet vastgesteld.

4.3.5 Plangebied

Grontmij B.V. (februari 2009) heeft geïnventariseerd welke risicovolle inrichtingen in de omgeving of binnen de planontwikkeling aanwezig zijn. Daarbij is gekeken naar de aanwezigheid van de volgende risicovolle activiteiten:

  • 1. inrichtingen die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen vallen;
  • 2. transport van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor en het water;
  • 3. hogedrukaardgasleidingen en K1, K2 en K3-vloeistofleidingen.

In de volgende paragrafen wordt ingegaan op de risicobronnen rond de planontwikkeling.

Risicovolle inrichtingen

In de nabijheid van de planontwikkeling bevinden zich enkele risicovolle inrichtingen. Dit betreffen de volgende risicovolle inrichtingen:

  • NAM, Gasproductie/behandelingsinstallatie Kooipolder, Groenedijk Froombosch

Deze risicovolle inrichting bevindt zich op basis van de risicokaart aan de zuidwestzijde van de planontwikkeling op circa 1.800 meter. De risicoafstand (PR 10-6) van de procesinstallatie bedraagt 230 meter. De planontwikkeling ligt buiten de risicoafstand (PR 10-6). De aanwezigheid van dit risicovol object is geen belemmering.

  • Heinneman (LPG-tankstation), Hoofdweg 5 Schildwolde

Op circa 1.650 meter van de planontwikkeling bevindt zich op basis van de risicokaart dit LPG-tankstation met een vergunde jaardoorzet van 500 m3. Het groepsrisico invloedsgebied hiervan bedraagt volgens de Revi 150 meter. Externe veiligheid is hierbij niet van invloed op de planontwikkeling. De planontwikkeling is buiten het invloedsgebied van dit risicovol object gelegen. De aanwezigheid van dit risicovol object is geen belemmering.

  • Dijkman (LPG-tankstation), Korenmolendreef 2 Slochteren

Op circa 400 meter van de planontwikkeling bevindt zich op basis van de risicokaart dit LPG-tankstation met een vergunde jaardoorzet van 500 m3. Het groepsrisico invloedsgebied hiervan bedraagt volgens de Revi 150 meter. De planontwikkeling is buiten het invloedsgebied van dit risicovol object gelegen. De aanwezigheid van dit risicovol object is geen belemmering.

Vervoer gevaarlijke stoffen

In deze paragraaf gaan we in op de relevantie van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor en het water.

  • Provinciale weg N387 Hoogezand-Sappemeer - Siddeburen

Aan de zuidoostzijde van de planontwikkeling bevindt zich de N387 op circa 225 meter van het te ontwikkelen gebied. In 2007 zijn er door DVS (Dienst Verkeer & Scheepvaart) tellingen uitgevoerd van de risicovolle wegen in Nederland. De N387 is daarbij niet meegenomen. Conform het programma van eisen van DVS geldt voor LPG (GF3) een invloedsgebied van 325 meter. De planontwikkeling valt hier binnen. In de nabijheid van de weg liggen een tweetal LPG tankstations liggen en de verwachting is dat deze over de weg worden bevoorraad.

  • Spoortracé Groningen - Zuidbroek

Het dichtstbijzijnde spoortracé bevindt zich op circa 5.000 meter. Er vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats op het tracé. Volgens Prorail geldt voor het vervoer van D4 vloeistoffen een invloedsgebied van 3.000 meter. De planontwikkeling is buiten het invloedsgebied van dit risicovol object gelegen. De aanwezigheid van dit risicovol object is geen belemmering.

Waterwegen

Er zijn waterwegen waar gevaarlijke stoffen over vervoerd worden. Het betreft respectievelijk het Eemskanaal op een afstand van 7.000 meter en het Winschoterdiep op 5.000 meter van de planontwikkeling. Conform het programma van eisen van DVS geldt voor GT3 gassen een invloedsgebied van 1070 meter. De planontwikkeling is buiten het invloedsgebied van dit risicovol object gelegen. De aanwezigheid van dit risicovol object is geen belemmering.

Buisleidingen

Nabij de planontwikkeling liggen er binnen het geïnventariseerde gebied geen HTL buisleidingen. Echter op de risicokaart zijn een tweetal hogedruk aardgastransportleidingen van de Gasunie aangegeven op een afstand van circa 1250 meter, zijnde:

  • A-639-KR-061

De aardgastransportleiding heeft een maximale werkdruk van 80 bar. De inventarisatieafstand bedraagt in dit geval 520 meter. De afstand van de leiding tot de beoogde woningen bedraagt 1250 meter. Hierdoor heeft dit geen invloed op de planontwikkeling.

  • A-640-KR-061

De aardgastransportleiding heeft een maximale werkdruk van 80 bar. De inventarisatieafstand bedraagt in dit geval 580 meter. De afstand van de leiding tot de beoogde woningen bedraagt 1250 meter. Hierdoor heeft dit geen invloed op de planontwikkeling.

Op basis van de klicmelding bevinden zich geen K1, K2 en K3-vloeistofleidingen van het Ministerie van Defensie in of in de nabijheid van de planontwikkeling.

4.3.6 QRA groepsrisico

Het steunpunt externe veiligheid Groningen heeft een Quantitative Risk Analysis (QRA) uitgevoerd vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over de N387. Onderstaande figuren geven de FN-curves weer in de bestaande en in de nieuwe situatie. De FN-curve geeft de hoogte van het totale groepsrisico aan. De getekende lijn laat in beide gevallen (bestaande situatie en nieuwbouw) zien dat het groepsrisico ver onder de oriënterende waarde ligt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0040.bp00011-61oh_0006.png"  
FN-curve (bestaande situatie)  

afbeelding "i_NL.IMRO.0040.bp00011-61oh_0007.png"  
FN-curve (nieuwbouw)  

Vergelijking van de FN-curves laat zien bij het totale groepsrisico geen sprake is van een significantie toename van het groepsrisico als gevolg van de geplande nieuwbouw.

Verantwoording groepsrisico

Op grond van de nieuwe regelgeving (Art. 7 Besluit transportroutes externe veiligheid, ofwel het BTEV) en het onlangs vastgestelde Provinciale Basisnet Groningen (blz. 24-28) is voor deze ontwikkeling geen uitgebreide groepsrisicoverantwoording nodig.

De veiligheidsregio (voorheen Regionale brandweer) heeft op grond van de door het Steunpunt Externe veiligheid uitgevoerde QRA voor de provinciale weg N387 een advies opgesteld. In dit advies is conform het PBG (provinciaal Basisnet Groningen) ingegaan op de aspecten bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid. Hieruit is gebleken dat het plangebied, behalve de bestrijdbaarheid geen belemmeringen ondervindt ten aanzien van het voornoemd aspect.

Aangezien de dichtstbij gelegen primaire bluswatervoorziening is gelegen op meer dan 400 meter kan de bestrijdbaarheid niet worden gegarandeerd. De gemeente dient in overleg met de lokale brandweer te treden waar binnen het plangebied een primaire bluswatervoorziening kan worden aangelegd.

Voor het volledige advies verwijzen wij naar de in de bijlage bijgevoegde adviesbrief.

Conclusies

Er bevinden zich in de nabijheid van de planontwikkeling drie risicovolle inrichtingen. Deze hebben vanwege de ruime afstand tot de planontwikkeling geen invloed en kunnen buiten beschouwing worden gelaten.

Uit de inventarisatie is tevens gebleken dat het spoortracé, waterwegen en de buisleidingen op ruime afstand van de planontwikkeling zijn gelegen. Deze hebben geen invloed op de planontwikkeling.

Het invloedsgebied van de provinciale weg N387 valt binnen de planontwikkeling Verlengde Veenlaan Slochteren. Uit de uitgevoerde QRA blijkt dat er geen significante toename is van het groepsrisico als gevolg van de nieuwbouw langs de Verlengde Veenlaan. Er is geen uitgebreide groepsrisicoverantwoording noodzakelijk.