Plan:
Musselkanaal
Status:
onherroepelijk
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn:
NL.IMRO.00370000BP0602-
Artikel 29. Agrarische cultuurgrond
Inhoudsopgave
29.1. Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor Agrarische cultuurgrond aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. cultuurgrond;
  2. een terrein voor een ijsbaan met de daarbijbehorende gebouwen, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "sport- en recreatieterrein";
  3. volkstuinen, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "volkstuinen";
  4. sloten, bermen en beplanting;

met daaraan ondergeschikt:

  1. paden en kavelontsluitingswegen;
  2. waterlopen en waterpartijen;

met de daarbijbehorende:

  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
29.2. Bouwvoorschriften
29.2.1. Gebouwen

Voor het bouwen van de in lid 29.1 sub b genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste de op de kaart in het bouwvlak aangegeven bouwhoogte bedragen.
29.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2 m bedragen;
  2. erf- en terreinafscheidingen mogen uitsluitend transparant zijn;
  3. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5 m bedragen.
29.3. Aanlegvoorschriften
29.3.1. Aanlegvergunningplichtige werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen van meer dan 100 m2;
  2. het verwijderen en/of aanbrengen van bomen en opgaande beplanting;
  3. het ophogen, afgraven en egaliseren van gronden;
  4. het graven of dempen van watergangen en waterpartijen.
29.3.2. Toegestane werkzaamheden

Het in lid 29.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:

  1. het normale onderhoud betreffen;
  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
29.3.3. Voorwaarden

De in lid 29.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden van het gebied en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en percelen.

29.4. Gebruiksvoorschriften
29.4.1. Verbodsbepaling

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming.

29.4.2. Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 29.4.1, wordt in ieder geval gerekend:

  1. het gebruik van gronden en bouwwerken voor seksinrichtingen;
  2. het gebruik bouwwerken ten behoeve van een zelfstandig agrarisch bedrijf;
  3. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  4. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan voor de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  5. het gebruik van gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen;
  6. het gebruik van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen.
29.5. Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften
29.5.1. Meest doelmatige gebruik

Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 29.4.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

29.6. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in de leden 29.3.1 en 29.4.1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.

29.7. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  1. de bestemming Agrarische cultuurgrond wordt gewijzigd ten behoeve van het wonen, mits:
    1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast binnen het gebied dat op de kaart is voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid ex artikel 29.7 lid a van toepassing";
    2. het aantal te bouwen woningen maximaal 3 bedraagt;
    3. per woning ten minste 1 hectare bos wordt aangelegd;
    4. de breedte van een bouwperceel ten minste 20 m bedraagt;
    5. de afstand van een woning tot de weg ten hoogste 10 m bedraagt;
    6. de te bouwen woonhuizen voldoen aan de voor het gebied relevante milieuaspecten, waaronder de aspecten geluid en geur;
    7. de te realiseren woningen in overeenstemming zijn met het gemeentelijk en provinciaal woningbouwbeleid;
    8. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    9. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor het betreffende gebied de volgende bouwvoorschriften van toepassing zijn:
      • de goothoogte van een hoofdgebouw mag ten hoogste 10 m bedragen;
      • de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag ten hoogste 15 m bedragen;
  2. de bestemming Agrarische cultuurgrond wordt gewijzigd in de bestemmingen Woondoeleinden 1 en Tuin, mits:
    1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast binnen het gebied dat op de kaart is voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid ex artikel 29.7 lid b van toepassing";
    2. het aantal te bouwen woningen maximaal 2 bedraagt;
    3. de breedte van een bouwperceel ten minste 25 m bedraagt;
    4. de afstand van een woning tot de weg ten hoogste 10 m bedraagt;
    5. de te bouwen woningen voldoen aan de voor het gebied relevante milieuaspecten, waaronder de aspecten geluid en geur;
    6. de woonfunctie geen onevenredige afbreuk doet aan de ontwikkelingsmogelijkheden van functies in de omgeving;
    7. de te realiseren woningen in overeenstemming zijn met het gemeentelijke en provinciale woningbouwbeleid;
    8. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    9. de cultuurhistorische waarden van het gebied behouden blijven;
    10. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de bepalingen van artikel 3 en artikel 10 van toepassing zijn;
  3. de aanduiding "volkstuinen" wordt verwijderd, indien de betreffende functie ter plaatse is beeïndigd.
29.8. Wijzigingsprocedure

Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid 29.7 is de volgende procedure van toepassing:

  1. een ontwerpbesluit tot wijziging op grond van lid 29.7 waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ligt, met bijbehorende stukken, gedurende 6 weken op het gemeentehuis ter inzage;
  2. Burgemeester en Wethouders maken de ter inzage legging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze, bekend;
  3. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen;
  4. Gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij Burgemeester en Wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerpbesluit tot wijziging.