Plan:
Stadskanaal Noord
Status:
onherroepelijk
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 36. Archeologisch waardevol gebied
36.1. Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor Archeologisch waardevol gebied aangewezen gronden zijn, naast de andere op de kaart voor deze gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen), tevens bestemd voor:

  • het behoud van de archeologische waarden.
36.2. Aanlegvoorschriften
36.2.1. Aanlegvergunningplichtige werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de voorschriften bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:

  1. het ophogen van de bodem;
  2. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  3. het aanleggen, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  4. het verlagen of het verhogen van het waterpeil;
  5. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies;
  6. het bebossen van gronden die op het tijdstip van het van kracht geworden van dit plan niet als bosgrond kunnen worden aangemerkt;
  7. het rooien van bos of boomgaard, waarbij de stobben worden verwijderd;
  8. het aanleggen van bos of boomgaard;
  9. het scheuren van grasland;
  10. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 40 centimeter, waartoe ook wordt gerekend woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen.
36.2.2. Toegestane werkzaamheden

Het in lid 36.2.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  1. het normale onderhoud, het gebruik en het beheer betreffen;
  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
36.2.3. Voorwaarden

De in lid 36.2.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien:

  1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden in het gebied;
  2. door de aanvrager een archeologisch rapport wordt overlegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders in voldoende mate is vastgesteld. Indien archeologische waarden worden aangetroffen, dient een advies te worden ingewonnen ten aanzien van de voorgenomen werken bij de provinciaal archeoloog.
36.3. Gebruiksvoorschriften
36.3.1. Verbodsbepaling

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

36.4. Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften
36.4.1. Meest doelmatige gebruik

Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 36.3.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

36.5. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in de leden 36.2.1 en lid 36.3.1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.