direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Musselkanaal, Sluisstraat 72
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0037.BP1504-vs01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Inleiding

In Oost-Groningen hebben verschillende maatschappelijke partners, waaronder de gemeente Stadskanaal, de stichting Waardebehoud Onroerend Goed opgericht (WOG). De stichting WOG heeft als doel panden met een negatieve invloed op de omgeving te verbeteren of uit de markt te nemen waardoor de waarde van de omgeving op peil blijft. De stichting is ook actief in de gemeente Stadskanaal, het voorliggende plan is een onderdeel van deze aanpak.

Op het perceel Sluisstraat 72 in Musselkanaal stond een woning die door de stichting WOG in behandeling is genomen. Na overleg met betrokkenen werd in dit geval gekozen om de woning uit de markt te nemen door sloop. De eigenaar van Sluisstraat 71A is bereid gevonden om het vrijgekomen perceel gedeeltelijk te kopen en deze als tuin aan de eigen woning toe te voegen.

Doel van dit bestemmingsplan is om de mogelijkheid voor het bouwen van een nieuwe woning op dit perceel in de toekomst te voorkomen. Dit wordt gedaan door vast te leggen dat binnen het plangebied slechts 1 woning is toegestaan, zijnde de bestaande woning gelegen op perceel Sluisstraat 71A. De sloop van de woning op nummer 72 is reeds uitgevoerd.

1.2 Geldend bestemmingsplan

Het projectgebied ligt in Musselkanaal, gemeente Stadskanaal. Het gaat om twee percelen in het bebouwingslint aan het kanaal, namelijk:

  • Sluisstraat 72, kadastraal bekend te Onstwedde sectie C 8947.
  • Sluisstraat 71A, kadastraal bekend te Onstwedde sectie C 10380

Op het perceel Sluisstraat 72 en 71A in Musselkanaal zijn de voorschriften van het bestemmingsplan 'Musselkanaal' van toepassing. Beide percelen hebben de bestemmingen 'Woondoeleinden 1' en 'Tuin.

afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP1504-vs01_0002.jpg"

1.3 Gewenste ontwikkeling

Doel van dit bestemmingsplan is om de mogelijkheid voor het bouwen van een nieuwe woning op dit perceel in de toekomst te voorkomen. In onderstaande afbeelding is de gewenste situatie te zien. In het plangebied worden twee bestemmingen toegestaan, 'Wonen 1' en 'Tuin'. De grond met de bestemming Tuin wordt gelijk getrokken met de bestaande bestemmingsgrens van Sluisstraat 71A. Op de verbeelding van het bestemmingsplan staat een maatvoering voor het maximum aantal woningen van 1. Hiermee is het niet mogelijk om een woning toe te voegen op deze locatie. afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP1504-vs01_0003.png"

Hoofdstuk 2 De huidige situatie

Het plangebied is gelegen in de kern Musselkanaal. Het maakt deel uit van het bebouwingslint langs het kanaal. Aan weerszijden zijn woningen gelegen, achter het plangebied is een opvang voor asielzoekers gevestigd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP1504-vs01_0004.jpg"

De voormalige woning op Sluisstraat 72 was slecht onderhouden. De woning had geen voortuin en was gebouwd op de perceelgrens, de afstand tot de omliggende woningen was erg klein. Hieronder is de situatie voor en na de sloop te zien.

afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP1504-vs01_0005.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP1504-vs01_0006.jpg"

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Provinciaal beleid

3.1.1 Provinciaal Omgevingsplan Groningen

In het Provinciaal Omgevingsplan (POP) worden de hoofdlijnen van het provinciaal omgevingsbeleid op de lange termijn aangegeven. Daarnaast wordt per thema het beleid voor de periode 2009-2013 meer concreet aangegeven.

Hoofddoelstelling in het POP voor stedelijk gebruik is het behoud, herstel en ontwikkeling van de gewenste kwaliteit van woongebieden en andere functies. Kernwoorden in het POP zijn voorts leefbaarheid en kwaliteit. Bij dat laatste gaat het met name om de kwaliteit van de bebouwing en de inrichting van het bebouwd gebied. Daartoe dient in de plannen rekening te worden gehouden met water, infrastructuur, natuurwaarden, bodem en cultuurhistorie.

Het POP streeft naar zuinig ruimtegebruik. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient optimaal gebruik gemaakt te worden van de beschikbare ruimte. In het voorliggende plan wordt een bestaand leegstand pand uit de markt genomen. De ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid in Musselkanaal neemt door dit plan toe.

3.1.2 Provinciale Omgevingsverordening

Tegelijkertijd met het POP heeft de provincie Groningen de Provinciale Omgevingsverordening vastgesteld. In deze verordening zijn regels vastgelegd om het beleid van de provincie te waarborgen. De Omgevingsverordening is laatstelijk gewijzigd op 14 oktober 2014.

Voor bestemmingsplannen in het algemeen geldt artikel 4.5 Ruimtelijke kwaliteit. Dit artikel houdt in dat afhankelijk van en evenredig aan de aard,omvang en ruimtelijke gevolgen van de ingreep, inzicht dient te worden geboden in de gevolgen voor de ruimtelijke kwaliteit en eventuele maatregelen die worden genomen om deze kwaliteit te borgen. In hoofdstuk 4 wordt hier nader op ingegaan.

3.2 Gemeentelijk beleid

3.2.1 Woningbouwbeleid

Het gemeentelijk beleid voor de woningmarkt is vastgelegd in de (concept) Woonvisie Stadskanaal 2015-2025. Hierin zijn eerder gemaakte regionale afspraken verder uitgewerkt. Belangrijk uitgangspunt in de woonvisie is de verdunning van zowel de particuliere als de huurwoningvoorraad.

In Oost-Groningen zijn regionale afspraken gemaakt over de woningvoorraad, bijvoorbeeld in het regionaal woon- en leefbaarheidsbasisplan Oost-Groningen. Eén van de regionale opgaven is het ontwikkelen van een instrumentarium om ontwaarding van particulier woningbezit in goede banen te leiden en om particulieren te stimuleren om noodzakelijke woningaanpassingen uit te voeren, ondanks dalende marktprijzen. Het komen tot een aanpak van 'rotte kiezen' in de woningvoorraad is een hoofdlijn binnen dit plan. De gemeenten Stadskanaal en Vlagtwedde hebben mede de stichting WOG opgericht om uitvoer te geven aan deze regionale afspraken.

In het 'Regionaal Prestatiekader 2013-2018' zijn afspraken gemaakt om te anticiperen op de gevolgen van bevolkingskrimp op de woningmarkt van Oost-Groningen. Onder andere het verdunnen van de huidige woningvoorraad is een uitgangspunt.

Het voorliggende plan voorziet in het wegnemen van een 'rotte kies' in de gemeente Stadskanaal, en voorziet in een afname van de woningvoorraad. Het past daarmee binnen regionale afspraken en gemeentelijk beleid.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

4.1 Ecologie

Middels de Natuurbeschermingswet en de Flora- en Faunawet zijn natuurwaarden in Nederland beschermd.

4.1.1 Gebiedsbescherming

De Natuurbeschermingswet en de Ecologische Hoofdstructuur regelen de bescherming van natuurgebieden in Nederland.

Het plangebied is gelegen in een kern en maakt geen deel uit van een beschermd natuurgebied. Het wegbestemmen van een woning zal geen effecten hebben op eventuele natuurwaarden gelegen rondom de kern. Hiermee hoeft er geen nadere toetsing plaats te vinden op basis van de Natuurbeschermingswet.

4.1.2 Soortenbescherming

Op grond van de Flora- en faunawet geldt een algemeen verbod voor het verstoren en vernietigen van beschermde plantensoorten, beschermde diersoorten en hun vaste rust- of verblijfplaatsen. De woning wordt nog bewoond, hiermee is de kans zeer klein dat beschermde dieren aanwezig zijn. Verder onderzoek is daarom niet nodig.

4.2 Archeologie en cultuurhistorie

4.2.1 Archeologie

Op grond van het Verdrag van Malta en de daaruit voortvloeiende Wet op de archeologische monumentenzorg, dient te worden gekeken naar de archeologische waarden in het plangebied. De gemeente Stadskanaal heeft in de Nota Archeologiebeleid (concept) het gemeentelijk archeologiebeleid beschreven.

Uit de (concept) archeologische beleidskaart blijkt dat in het plangebied sprake is van een lage verwachtingswaarde. In deze gebieden is voor ruimtelijke ontwikkelingen geen archeologisch onderzoek vereist.

Zoals aangegeven zijn de percelen bebouwd. Dit maakt het onwaarschijnlijk dat er archeologische resten ter plaatse aanwezig zullen zijn. Nader onderzoek naar archeologische waarden is niet noodzakelijk.

4.2.2 Cultuurhistorie

Met ingang van 1 januari 2012 is het gewijzigde Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in werking getreden. Op grond van artikel 3.1.6 van het Bro dienen cultuurhistorische waarden uitdrukkelijk te worden meegewogen bij het opstellen van bestemmingsplannen. Het wegbestemmen van een woning in dit plan wordt ook getoetst aan de woonvisie (concept), daarin staat:

De lintbebouwing langs het kanaal is een belangrijke (stedenbouwkundige) drager binnen de gemeente. Vervangende nieuwbouw wordt gezien als een mogelijkheid om de kwaliteit van de linten te versterken. Het accent van het versterken ligt bij de centra van de kernen. Buiten de kernen is het minder bezwaarlijk wanneer in het bebouwingslint gaten vallen, mits de ruimtelijke inpassing/inrichting van voldoende kwaliteit is.

De bestaande woning Sluisstraat 72 is geen cultuurhistorisch waardevol pand binnen de gemeente Stadskanaal. Het plan valt buiten de kern van Musselkanaal, waardoor in principe gaten mogen worden toegestaan in het bebouwingslint. Vanwege het smalle perceel blijft bij sloop van de woning echter het karakter van het bebouwingslint intact, er is geen sprake van een gat. Door dit plan wordt de ruimtelijke kwaliteit versterkt.

4.3 Water

Nederland is groot geworden door het leven met en de strijd tegen het water. De afgelopen decennia is echter veel ruimte aan het water onttrokken voor woningbouw en bedrijven. Om bij de ruimtelijke planvorming het belang van water goed te borgen en te anticiperen op klimaatverandering is door de overheid de watertoets ontwikkeld. Het doel van de Watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen meer expliciet en op een evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten.

Het plangebied ligt in het beheersgebied van het waterschap Hunze en Aa's. Voor dit plan is de digitale watertoets van het waterschap ingevuld. Uit de watertoets blijkt dat er een korte procedure moet worden doorlopen.

In het plangebied zal wat betreft waterhuishouding weinig veranderen, toegestane verharde oppervlak, in de vorm van bebouwing neemt in ieder geval niet toe, nu er één woning minder mogelijk wordt gemaakt. Met de opmerkingen uit de standaard waterparagraaf zal bij verdere planontwikkeling rekening worden gehouden. De standaard Waterparagraaf is opgenomen als bijlage bij deze toelichting.

4.4 Bedrijven en milieuzonering

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming kan gebruik worden gemaakt van de richtafstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering'. Een richtafstand kan worden beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de factoren geur, stof, geluid en gevaar. In geval van een gemengd gebied kan worden gewerkt met een verkleinde richtafstand.

Met het wegbestemmen van een woning wordt geen nieuwe activiteit ontwikkeld die een invloed heeft op andere gebruikers, of kan worden aangemerkt als gevoelig object. Daarom is voor dit plan geen verdere toetsing van richtafstanden zoals genoemd in de VNG-brochure nodig.

4.5 Geluidhinder

Geconcludeerd kan worden dat het aspect geluid geen belemmering vormt voor dit plan. Gezien de huidige situatie niet noemenswaardig verandert. Zie ook hoofdstuk 4.4.

4.6 Bodem

Een bodemonderzoek is verplicht bij het oprichten van nieuwe gebouwen. Voor dit plan is om advies gevraagd bij de Omgevingsdienst Groningen. Zij hebben een archiefonderzoek uitgevoerd, de bevindingen zijn te vinden in Bijlage 2. Hier is de conclusie integraal overgenomen.

Er is geen bodemonderzoek van Sluisstraat 72 te Musselkanaal bekend. Er is geen historische informatie m.b.t. tot verdachte bedrijfsactiviteiten van de locatie bekend. In de nabije omgeving zijn een aantal verdachte bedrijfsactiviteiten uitgevoerd. De locatie ligt in het gebied van de bodemkwaliteitskaart waar bodemverontreiniging verwacht mag worden. Afhankelijk van de aard van de bestemmingswijziging is een bodemonderzoek noodzakelijk. Ten aanzien van eventuele bouwwerkzaamheden geldt ook dat afhankelijk van de aard van het bouwwerk een bodemonderzoek noodzakelijk is.

In dit plan bestaat de bestemmingswijziging uit het wegbestemmen van een woning, de bestemming wordt niet gewijzigd. Ook zijn er geen bouwplannen bekend, de toekomstige eigenaar wil de grond als tuin gebruiken. Om deze redenen is het niet nodig om een bodemonderzoek te verrichten.

4.7 Luchtkwaliteit

Een onderdeel van de Wet milieubeheer betreft de luchtkwaliteit. De wet is enerzijds bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkelingen, ondanks overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit.

De Wet milieubeheer voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de Wet milieubeheer geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen als:

• er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde of;

• een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt of;

• een project “niet in betekenende mate” bijdraagt aan de luchtverontreiniging..

Het wegbestemmen van een woning zal geen negatieve invloed hebben op de luchtkwaliteit. Er wordt geen nieuwe bron van vervuiling mogelijk gemaakt. Per saldo zal het verkeer afnemen omdat een woning is gesloopt en niet meer kan worden teruggebouwd.

4.8 Externe veiligheid

4.8.1 Brandveiligheid

Ten opzichte van de woningen die in het vigerende bestemmingsplan mogelijk waren gemaakt, wijzigt de situatie ten aanzien van brandveiligheid niet.

4.8.2 Zelfredzaamheid

Het aspect zelfredzaamheid geeft geen aanleiding tot het treffen van maatregelen.

4.8.3 Externe veiligheid

Vanuit een goede ruimtelijke ordening is het van belang te kijken naar functie die gevaar kunnen opleveren in of in de nabijheid van het plangebied. Op grond van de AMvB Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) wordt daarom gekeken naar zogenaamde risicovolle inrichtingen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP1504-vs01_0007.jpg"

In bovenstaande afbeelding is het plangebied met de zwarte cirkel aangegeven. Op circa 120 meter nabij het plangebied is een buisleiding van de Gasunie aanwezig. Vanwege deze grote afstand van de buisleiding tot het plangebied en de kleinschaligheid en aard van het plan (wegbestemmen woning), zijn er geen belemmeringen voor de voorgenomen bestemmingswijziging.

4.9 Verkeer

Er wordt geen extra verkeer verwacht naar aanleiding van de bestemmingswijziging. Het perceel is voldoende ontsloten en goed bereikbaar.

Hoofdstuk 5 Juridisch bestuurlijke aspecten

In dit bestemmingsplan is zo veel mogelijk aangesloten op het geldende bestemmingsplan Musselkanaal. De gehanteerde maatvoering is beperkt aangepast om de benodigde vrijheid te verkrijgen voor de stedenbouwkundige inpassing van de woning.

De basis voor de verbeelding, de tekening, is een recente kadastrale ondergrond met topografische gegevens. Op de verbeelding is de grens van het bestemmingsplangebied aangegeven. Binnen die grens zijn de verschillende bestemmingen met verschillende kleuren en letteraanduidingen weergegeven. Voorts zijn aanduidingen opgenomen, waarnaar in de regels wordt verwezen.

Uitgangspunt voor de regels is de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012).Daarnaast is voor de regels ook aansluiting gezocht bij de op 1 juli 2008 in werking getreden Wet ruimtelijke ordening.

De regels zijn opgedeeld in vier hoofdstukken:

Hoofdstuk 1 bevat de begrippen (artikel 1) en een bepaling over de wijze van meten (artikel 2); deze worden opsommingsgewijs in alfabetische volgorde aangegeven en dienen als referentiekader voor de overige regels.

Hoofdstuk 2 bevat de bestemmingen. Deze artikelen hebben een vaste opbouw.

Hoofdstuk 3 bevat enkele algemene regels, zoals de antidubbeltelbepaling, de procedureregels en algemene ontheffingsregels.

Hoofdstuk 4 bevat tenslotte het overgangsrecht en de slotregel, met daarin de titel van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Het gaat om een particulier initiatief. Er zijn, anders dan het toepassen van de procedure, voor de gemeente geen kosten aan het plan verbonden.

Planschade

Het perceel aan de Sluisstraat is in bezit van de Stichting Waardebehoud Onroerend Goed. Vanuit de stichting is geen planschadeclaim te verwachten, de stichting wil dat de bouwmogelijkheid voor een woning van het perceel af gaat. Daarnaast participeert onder andere de gemeente Stadskanaal in de stichting. Het perceel zal ook niet verkocht worden aan derden zo lang het bestemmingsplan niet is gewijzigd.

Hoofdstuk 7 Inspraak en vooroverleg

In deze paragraaf worden, wanneer deze beschikbaar zijn indien noodzakelijk, de resultaten van het overleg op grond van artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening uiteengezet. Ook de resultaten van de inspraak dan wel ter visie legging worden hier uiteengezet wanneer deze beschikbaar is.

Vooroverleg

Het Rijk

Het plan raakt geen belangen van het Rijk, daarom is afgezien van vooroverleg met het Rijk.

Provincie Groningen

De provincie geeft in haar besluit van 10 mei 2011 aan dat er geen vooroverleg met de provincie vereist is indien het plan betrekking heeft op bestaand stedelijk gebied en niet behoort tot één van de genoemde uitzonderingen. Aangezien het bestemmingsplan gelegen is binnen het bestaand stedelijk gebied, en het plan past binnen de gemaakte woningbouwafspraken was vooroverleg met de provincie niet noodzakelijk.

Waterschap Hunze en Aa's

Het waterschap is middels de digitaal uitgevoerde watertoets op de hoogte gebracht van het bestemmingsplan. Vanwege de omvang van het plan en de beperkte ruimtelijke invloed was verder vooroverleg niet noodzakelijk.

Ontwerp-bestemmingsplan

Het ontwerp-bestemmingsplan en de bijbehorende stukken hebben vanaf 16 juli tot en met 26 augustus 2015 voor een ieder ter inzage gelegen. Omwonenden, provincie Groningen en waterschap Hunze en Aa's zijn in het bijzonder op de hoogte gesteld. Er zijn gedurende deze periode geen zienswijzen ingediend.