direct naar inhoud van 3.2 Gemeentelijk beleid
Plan: Ceresdorp Dideldom - Schoolkade 63 e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0037.BP1001-vs01

3.2 Gemeentelijk beleid

Structuurplan, De gemeente van straks: Stadskanaal in 2010

Het structuurplan De gemeente van straks: Stadskanaal in 2010 (30 maart 1998) geeft een beeld van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Stadskanaal tot het jaar 2010, met een doorkijk naar latere jaren. Het plan bouwt voort op het Structuurplan 1977.

Met het structuurplan wordt een verbetering van de ruimtelijke kwaliteiten van het woon- en leefmilieu voorgestaan. Daarnaast zet het structuurplan zich onder meer in op de versterking van het centrum van Stadskanaal.

Het structuurplan gaat ervan uit dat het aantal inwoners van de gemeente tot 2010 nauwelijks zal groeien. Wel dient er rekening mee te worden gehouden dat de samenstelling van de bevolking in deze periode sterk zal veranderen. Voor het op peil houden van het inwoneraantal en om tegemoet te komen aan de woonwensen zet het structuurplan in op de realisatie van kwalitatief hoogwaardige nieuwbouw en op herstructurering van oudere wijken.

Bij deze ruimtelijke vernieuwing van de dagelijkse woon- en leefomgeving wordt gedacht aan:

  • herinrichting van de woonomgeving;
  • verkeersmaatregelen in een woonwijk;
  • wijziging eigendomssituatie van het woningbestand;
  • vervangende nieuwbouw.

Onderwerpen als duurzaam bouwen en sociale veiligheid staan daarbij hoog in het vaandel.

Toekomstvisie Stadskanaal 2015

De Toekomstvisie Stadskanaal 2015 (2000) bouwt voort op reeds vastgesteld beleid. Daarbij is vooral behoefte aan een visie op het gebied van welzijn en zorg.

De visie legt het accent op een aantal kernpunten voor het gemeentelijk beleid, met name op gebieden die door bestaande plannen niet worden bestreken. Hierbij worden enkele onderdelen van het structuurplan opnieuw benoemd, juist omdat onderdelen als bereikbaarheid, wonen en recreatie grote raakvlaken hebben met welzijn en zorg. Een prettig woon- en leefklimaat is immers niet alleen afhankelijk van het type woningen, het wegenverkeersnet of de aanwezigheid van fietspaden. Ook andere voorzieningen zoals scholen, sportvoorzieningen en zorgvoorzieningen, maken deel uit van een goed woon- en leefklimaat. De sociale, fysiek-ruimtelijke en economische infrastructuur in de gemeente moeten elkaar versterken. De Toekomstvisie Stadskanaal 2015 besteedt hier aldus aandacht aan.

Woonplan 2002-2010

Het Woonplan Stadskanaal 2002-2010 (september 2002) schetst de gemeentelijke visie op de toekomstige ontwikkeling van het wonen in de gemeente.

De hoofdlijnen van het woonplan zijn geformuleerd in drie beleidskaders: het Structuurplan 1998, de Toekomstvisie 2015 en het Ontwikkelingsprogramma ISV. Het woonplan is te beschouwen als een nadere onderbouwing en uitwerking van de toekomstvisie voor het onderdeel wonen. Centraal hierin staat het ontwikkelen van Stadskanaal tot woon- en zorggemeente: "excellent wonen met zorg op maat". De beleidsuitgangspunten zijn:

  • op peil houden van het inwoneraantal op basis van migratiesaldo +50;
  • inspelen op de omslag huur naar koop en gezins- naar seniorenwoningen via herstructurering van corporatiewoningen en strategische nieuwbouw op andere locaties;
  • prioriteit voor de woningbehoefte van ouderen met afstemming op zorg;
  • kwalitatief hoogwaardige nieuwbouw en herstructurering van bestaande woonwijken;
  • integrale woonkwaliteit (leefomgeving): sociale samenhang, belevingswaarde woonomgeving, robuuste groenstructuur voor landelijke sfeer gekoppeld aan een hoog voorzieningenniveau voor stedelijke sfeer;
  • duurzaam bouwen, onder andere zonne-energie, levensloopbestendige woningen, modern rioleringssysteem. Ook tegengaan van onvrijwillige sociale segregatie door het creëren van voorwaarden voor een mix van doelgroepen op wijkniveau.

Detailhandelsstructuurvisie

De Detailhandelsstructuurvisie (2004) geeft een ruimtelijk-economische visie op de detailhandelsstructuur in de gemeente. Daarnaast geeft de visie een nadere uitwerking voor het centrum van de kern Stadskanaal.

Het detailhandelsaanbod (80.000 m² vvo) in de gemeente is vooral geconcentreerd in de kernen Stadskanaal en Musselkanaal.

Het centrum van Stadskanaal vervult een regiofunctie, hetgeen terug is te zien in het ruime aanbod. De klantenherkomst (55% bezoekers van buiten Stadskanaal) onderschrijft deze functie.

In de dagelijkse sector heeft de kern Stadskanaal primair een functie voor de eigen inwoners. Daarnaast bevindt zich in Stadskanaal een gevarieerd aanbod aan winkels in duurzame en overige goederen.

Om een divers recreatief aanbod in stand te houden en te versterken, acht de gemeente het belangrijk de regioconsument voor Stadskanaal te blijven interesseren. Marktruimte voor het toevoegen van detailhandel is niet aanwezig. Wel kan een kwaliteitsslag worden gemaakt door te komen tot een meer compact en overzichtelijk centrum, met een aantrekkelijk verblijfsklimaat.

Welstandsnota

Per 28 juni 2004 beschikt de gemeente Stadskanaal over een welstandsnota. In deze nota staan de welstandseisen omschreven die aan een bouwwerk worden gesteld. Het gaat om welstandscriteria die betrekking kunnen hebben op onder andere de hoofdvorm, het materiaalgebruik, de kleurkeuze en de detaillering van een concreet bouwwerk.

Het doel van de welstandsnota is het streven naar behoud en zo nodig versterking van de beeldkwaliteit in het algemeen en die van beschermde dorpsgezichten in het bijzonder.

Bij de ruimtelijke toetsing van bouwaanvragen in het plangebied zijn twee toetsingsinstrumenten van belang, namelijk de welstandsnota en het bestemmingsplan. Als regel geldt dat de welstandscriteria in de welstandsnota zich bewegen binnen de bebouwingsmogelijkheden die door het bestemmingsplan worden gegeven.

De voorschriften in dit bestemmingsplan gaan met name over de maatvoering en de plaatsing van gebouwen en andere bouwwerken. De zaken die niet in dit bestemmingsplan zijn geregeld of niet kunnen worden geregeld, maar vanuit het oogpunt van welstand wel belangrijk zijn, worden via de welstandsnota geregeld.

Volgens de Woningwet mogen in de welstandsnota criteria worden opgenomen die betrekking hebben op het uiterlijk en de plaatsing van bouwwerken. Het is duidelijk dat er een bepaalde overlap tussen het bestemmingsplan en de welstandsnota kan voorkomen. Daarom geldt bij strijdigheid tussen de welstandscriteria en de voorschriften in het bestemmingen als regel dat de laatste leidend zijn.

Op basis van ruimtelijke structuur en de daarmee samenhangende overeenkomsten in functionele, stedenbouwkundige en/of architectonische kenmerken vanuit welstandsoptiek is de gemeente in vijf deelgebieden onderverdeeld. Per deelgebied is een samenhangend beoordelingskader opgesteld. Het gebiedsgerichte toetsingskader dat voor dit bestemmingsplan geldt, zijn de drie welstandsgebieden:

  • kanaalzone met lintbebouwing;
  • Stadskanaal/Musselkanaal/Ceresdorp;
  • bedrijventerreinen Stadskanaal/Musselkanaal.

Het welstandsgebied kanaalzone met lintbebouwing kent een bijzonder welstandsniveau vanwege de relatie van de beeldkwaliteit met de historie en identiteit van het gebied. Extra aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit is hier gewenst.

Het welstandsbeleid in deze deelgebieden sluit aan op het ruimtelijke beleid dat in dit bestemmingsplan is neergelegd.

Duurzaamheid

Het beleid van de gemeente Stadskanaal is erop gericht het duurzaam bouwen te bevorderen. Dat betekent onder andere, dat er milieuvriendelijke materialen worden gebruikt en er energie- en waterbesparende voorzieningen worden getroffen, isolatie verbeterd en de woningen een gezond en prettig binnenklimaat hebben. De gemeente heeft een convenant duurzaam bouwen met het plaatselijk en regionale bedrijfsleven en de woningbouwcorporaties afgesloten. De gemeente informeert burgers en bedrijven actief. Uitgangspunt zijn de Nationale Pakketten Duurzaam Bouwen.

De gemeente Stadskanaal heeft bij enkele projecten een stimuleringsregeling ingezet om het duurzaamheidsgehalte van gebouwen op een hoger niveau te krijgen. De regeling spitst zich toe op het realiseren van een hogere energiezuinigheid.

Met Duurzaam Bouwen kan verder nog positieve invloed worden uitgeoefend op de gewenste waterkwaliteit in de gebouwde omgeving. Als zo veel mogelijk gebruik wordt gemaakt van niet uitlogende bouw- en verhardingsmaterialen zal dit in positieve zin kunnen uitwerken op de kwaliteit van het oppervlaktewater, afhankelijk van de aanwezige structuur van de waterhuishouding.