direct naar inhoud van Artikel 3 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Hippisch Recreatiepark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0037.BP0902-vs01

Artikel 3 Recreatie - Dagrecreatie

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatie;
  • b. dagrecreatieve voorzieningen waaronder sanitaire voorzieningen;
  • c. de ontwikkeling van landschapswaarden ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van groen - lijnvormig landschapselement' en 'specifieke vorm van groen - laanbeplanting';
  • d. groen- en parkeervoorzieningen, wegen en paden;
  • e. vijvers;
  • f. de tijdelijke opslag en afvoer van zand, grind, klei en teelaarde en het uitvoeren van herinrichtings- en reconstructiewerken ten behoeve de bestemming 'Water';
  • g. het uitoefenen van activiteiten en werkzaamheden, die ondersteunend zijn aan het bepaalde onder artikel 3.1. f,

met daarbij horende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels

3.2 Bouwregels

3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen als bedoeld in artikel 3.1., gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen ten behoeve van de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' dienen te worden gebouwd binnen het bestemmingsvlak;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen bedraagt maximaal 600 m² (exclusief gebouwen ten behoeve van de zandwinactiviteiten). Per gebouw bedraagt de oppervlakte niet meer dan maximaal 150 m²;
  • c. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen, als bedoeld onder artikel 3.2.1.b, bedragen respectievelijk maximaal 4,5 m en 8 m;
  • d. de gebouwen ten behoeve van de zandwinactiviteiten, als bedoeld onder artikel 3.1. f en 3.1. g, dienen te worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf -zandwinning'.
  • e. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen ten behoeve van de zandwinactiviteiten bedraagt maximaal 600 m²;
  • f. de bouwhoogte van de gebouwen, als bedoeld onder artikel 3.2.1.e, bedraagt maximaal 8 m.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, (exclusief bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de zandwinactiviteiten) bedraagt maximaal:
    • 1. 15 m voor een uitkijktoren;
    • 2. 8 m voor antennes, vlaggenmasten, lantaarnpalen en vergelijkbare andere bouwwerken;
    • 3. 2,5 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de zandwinactiviteiten bedraagt maximaal:
    • 1. 22 m voor zandwin- en verwerkingsinstallaties;
    • 2. 8 m voor overige bedrijfsinstallaties;
    • 3. 4 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • a. het landschapsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

nadere eisen stellen aan:

  • d. de afstand tussen de gebouwen;
  • e. de afstand tot de weg;
  • f. de plaats van andere bouwwerken;
  • g. de goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en nokrichting van de gebouwen.
3.4 Ontheffing van de bouwregels
3.4.1 Ontheffing met betrekking tot de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-zandwinning'

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 3.2.1.d en de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-zandwinning' binnen de bestemming verplaatsen. Vooraf dient advies te worden ingewonnen bij de leidingbeheerders.

3.4.2 Ontheffing met betrekking tot de aanduidingen 'specifieke vorm van groen - lijnvormig landschapselement' en 'specifieke vorm van groen - laanbeplanting'

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 3.1.c en de aanduidingen 'specifieke vorm van groen - lijnvormig landschapselement' en 'specifieke vorm van groen - laanbeplanting' binnen de bestemming verplaatsen. Vooraf dient advies te worden ingewonnen bij de provinciale diensten van de provincie Groningen.

3.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:

  • a. het gebruik van de gronden voor reclamedoeleinden anders dan voor het op de gronden gevestigde bedrijf;
  • b. het gebruik van kampeermiddelen voor permanente bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen voor de periode 1 november tot 15 maart;
  • d. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan voor de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  • e. het gebruik van gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen;
  • f. het gebruik van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen.
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Wijzigingsregels met betrekking tot de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' in de bestemming 'Water' te wijzigen voor de gronden aangeduid met 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' met inachtneming van de volgende regels:

  • a. van de wijzigingsbevoegdheid mag gebruik worden gemaakt mits daarbij geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, gebouwen en bouwwerken;
  • b. de bestaande gasleiding wordt verplaatst en de bestemming 'Leiding - Gas' van deze gronden wordt verwijderd;
  • c. de bescherming van archeologische waarden is gewaarborgd;
  • d. vooraf dient advies te worden ingewonnen van de beheerders van leidingen binnen de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie', de provinciale diensten en het Waterschap Hunze en Aa's;
  • e. het kostenverhaal voor de gemeente dient voldoende verzekerd te zijn.
3.6.2 Wijzigingsregels met betrekking tot de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening binnen de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' de bestemming 'Leiding - Gas' op te nemen voor de gronden aangeduid met 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' met inachtneming van de volgende regels:

  • a. Van de wijzigingsbevoegdheid mag gebruik worden gemaakt mits daarbij geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, gebouwen en bouwwerken;
  • b. De bestaande gasleiding wordt verplaatst en de bestemming 'Leiding - Gas' van deze gronden wordt verwijderd;
  • c. De bescherming van archeologische waarden is gewaarborgd;
  • d. Vooraf dient advies te worden ingewonnen van de beheerders van leidingen binnen de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie';
  • e. Het kostenverhaal voor de gemeente dient voldoende verzekerd te zijn