Plan:
Boswachterij Almeerderhout
Status:
onherroepelijk
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 17 Woongebied
Inhoudsopgave
17.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden op de plankaart aangewezen voor Woongebied (WG) zijn bestemd voor:

  1. woningen, woonschepen, en/of drijvende woningen en in samenhang daarmee de uitoefening van aan huis verbonden beroepen en bedrijfmatige activiteiten;
  2. woonwerkeenheden;
  3. tuinen en erven;
  4. een gebouw voor collectieve voorzieningen behorend bij het wonen, alsmede voor culturele voorzieningen waaronder werkateliers en een theaterzaal en voor educatieve voorzieningen, met inbegrip van ondergeschikte horeca behorende tot categorie 1 van de bij deze regels behorende Staat van Horeca activiteiten en ondergeschikte detailhandel;
  5. een haven;
  6. bos, groenvoorzieningen en water;
  7. verblijfsgebied waaronder een festivalterrein, wegen al dan niet ter ontsluiting van het woongebied, pleinen, parkeerplaatsen, fiets- en voetpaden;
  8. bijbehorende voorzieningen waaronder nutsvoorzieningen, zuiveringsvoorzieningen voor huishoudelijk afvalwater, meerpalen, aanlegsteigers;
  9. alsmede ter bescherming van aanwezige archeologische waarden ter plaatse van de aanduiding archeologische waarde (aw)
17.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  1. hoofdgebouwen in de vorm van woningen, woonwerkeenheden, woonschepen en/of drijvende woningen, alsmede één gebouw voor collectieve voorzieningen zoals in lid 1 omschreven;
  2. de hoofdgebouwen kunnen op palen staan, danwel (gedeeltelijk) ondergronds worden gebouwd;
  3. aan- en uitbouwen;
  4. bouwwerken geen gebouwen zijnde, te weten erfafscheidingen, tuinmeubilair, speeltoestellen, vlaggenmasten, kunstobjecten, antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast, met uitzondering van één gezamenlijke schotelantenne tot een hoogte van 15 meter, lichtmasten, windmolens en overige bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  5. ter plaatse van de aanduiding archeologische waarde (aw) uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde die noodzakelijk zijn voor aanvullend definitief archeologisch onderzoek

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. de geluidbelasting van de geprojecteerde woningen, woonwerkeenheden, woonschepen dan wel drijvende woningen mag vanwege het verkeer op de Waterlandseweg niet meer bedragen dan de verkregen hogere waarde van 53 dB(A);
  2. de bouwhoogte van een woning, woonwerkeenheid, woonschip dan wel drijvende woning bedraagt maximaal 9.00 m;
  3. de maximale oppervlakte van het gebouw ten behoeve van collectieve voorzieningen bedraagt 1000 m2;
  4. de bouwhoogte van het gebouw ten behoeve van collectieve voorzieningen bedraagt maximaal 9.00 m, waarbij over maximaal 10% van de oppervlakte een bouwhoogte van 15.00 m is toegestaan;
  5. voor wat betreft de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het bepaalde in artikel 22Algemene bouwregels.

17.3 Ontheffing van bouwregels
  1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in 17.2 onder e. bedoelde verbod voor bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen.
  2. Een ontheffing zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
  1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
  2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  3. de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig worden geschaad.
  1. Aan de ontheffing kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
  1. de verplichting tot het doen van opgravingen; en/of
  2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; en/of
  3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
  4. de opgravingen en/of de te treffen maatregelen en/of de archeologische begeleiding dient c.q. dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en aan door burgemeester en wethouders bij de ontheffing te stellen kwalificaties en eisen.
17.4 Specifieke gebruiksregels

Gebruik van ruimten binnen de woning (niet zijnde een woonwerkeenheid), woonschip of drijvende woning ten behoeve van aan huis verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten aan huis wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, indien en voorzover:

  1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
  2. het vloeroppervlak in gebruik voor kantoor- en/of praktijkruimte of de bedrijfsmatige activiteit niet groter is dan 50% van het gezamenlijk vloeroppervlak van hoofdgebouwen en aan- en uitbouwen;
  3. ten behoeve van de kantoor- en/of praktijkruimte wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  4. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  5. geen detailhandel en geen horeca plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  6. het beroep of de activiteit door de bewoner wordt uitgeoefend.
17.5 Aanlegvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de aaduiding Archeologische waarde (aw), zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  1. het ophogen van de bodem;
  2. het verlagen van de bodem of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingvergunning is vereist;
  3. het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm ten opzichte van het maaiveld, waartoe ook gerekend wordt egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen, woelen, mengen, diepploegen;`
  4. het rooien van bos of boomgaard waarbij de stobben worden verwijderd;
  5. het beplanten en het aanleggen van bos of boomgaard;
  6. het wijzigen van het waterpeil;
  7. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  8. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
  9. het graven, verbreden en dempen van grachten, vijvers en andere wateren.

Een aanlegvergunning zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:

  1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
  2. de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig worden geschaad.

Aan de vergunning kunnen de volgende voorwaarden worden gekoppeld:

  1. de verplichting tot het doen van opgravingen; en/of
  2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; en/of
  3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
  4. de opgravingen en/of de te treffen maatregelen en/of de archeologische begeleiding dient c.q. dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

17.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de aanduiding Archeologische waarde (aw) wordt verwijderd, indien het archeologisch waardevol terrein conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie voldoende is onderzocht door middel van een archeologische opgraving of begeleiding en de eventuele bodemvondsten elders zijn onder gebracht.