Plan:
Boswachterij Almeerderhout
Status:
onherroepelijk
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 1 Begrippen
Inhoudsopgave
  1. 1.1 plan
  2. 1.2 plankaart
  3. 1.3 aan- en uitbouw
  4. 1.4 aan-huis-verbonden beroep
  5. 1.5 agrarisch bedrijf
  6. 1.6 antenne-installatie
  7. 1.7 bebouwing
  8. 1.8 bebouwingspercentage
  9. 1.9 bedrijf
  10. 1.10 bedrijfsmatige activiteiten aan huis
  11. 1.11 bedrijfsvloeroppervlak (bvo)
  12. 1.12 bedrijfswoning/dienstwoning
  13. 1.13 berging/tuinschuur
  14. 1.14 beperkt kwetsbaar object
  15. 1.15 bestaand
  16. 1.16 bestemmingsgrens
  17. 1.17 bestemmingsvlak
  18. 1.18 bijgebouw
  19. 1.19 bouwen
  20. 1.20 bouwgrens
  21. 1.21 bouwlaag
  22. 1.22 bouwperceel
  23. 1.23 bouwperceelgrens
  24. 1.24 bouwvlak
  25. 1.25 bouwwerk
  26. 1.26 bruto vloeroppervlak (bvo)
  27. 1.27 detailhandel
  28. 1.28 gebied met mogelijk archeologische waarde
  29. 1.29 gebouw
  30. 1.30 gebouw met geluidgevoelige functie
  31. 1.31 geprojecteerd (beperkt) kwetsbaar object
  32. 1.32 grondgebonden agrarische bedrijfsvoering
  33. 1.33 hoofdgebouw
  34. 1.34 horeca
  35. 1.35 hotel
  36. 1.36 kampeerterrein
  37. 1.37 kantoor
  38. 1.38 kassen
  39. 1.39 kunstobject
  40. 1.40 kunstwerk
  41. 1.41 kwetsbaar object
  42. 1.42 maaiveld
  43. 1.43 maatschappelijke voorzieningen
  44. 1.44 manege
  45. 1.45 nutsvoorzieningen
  46. 1.46 oppervlak
  47. 1.47 paardenfokkerij
  48. 1.48 peil
  49. 1.49 platte afdekking
  50. 1.50 prostitutie
  51. 1.51 reclameobjecten
  52. 1.52 recreatieve voorzieningen
  53. 1.53 recreatietuin
  54. 1.54 recreatietuin-huisje
  55. 1.55 risicovolle inrichting
  56. 1.56 seksinrichting
  57. 1.57 Staat van Bedrijfsactiviteiten
  58. 1.58 Staat van Horeca-activiteiten
  59. 1.59 stadsweide
  60. 1.60 stal
  61. 1.61 stortplaats
  62. 1.62 verblijfsrecreatie
  63. 1.63 verenigingsgebouw
  64. 1.64 verkoopvloeroppervlak (vvo)
  65. 1.65 vloeroppervlak
  66. 1.66 volkstuin
  67. 1.67 voorgevel
  68. 1.68 windmolen
  69. 1.69 woning
  70. 1.70 woning, drijvend
  71. 1.71 woonschip
  72. 1.72 woonwerkeenheid
1.1 plan

het bestemmingsplan Boswachterij Almeerderhout van de gemeente Almere.

1.2 plankaart

de plankaart van het bestemmingsplan Boswachterij Almeerderhout, bestaande uit de kaart 00340000BP1H5BP01.dgn.

1.3 aan- en uitbouw

een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

1.4 aan-huis-verbonden beroep

het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbijbehorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft.

1.5 agrarisch bedrijf

een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden en het fokken van dieren.

1.6 antenne-installatie

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gericht op gebruik voor (mobiele) telecommunicatie met bijbehorende apparatuurkast.

1.7 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.8 bebouwingspercentage

een op de kaart ingeschreven percentage dat aangeeft hoeveel van het bouwvlak van het desbetreffende bestemmingsvlak ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen.

1.9 bedrijf

onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.

1.10 bedrijfsmatige activiteiten aan huis

het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten met een kleinschalig karakter, die in een gedeelte van de woning en de daarbij behorende erf bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.11 bedrijfsvloeroppervlak (bvo)

de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.

1.12 bedrijfswoning/dienstwoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, welke kennelijk slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming en het feitelijk gebruik van het gebouw of het terrein.

1.13 berging/tuinschuur

een ruimte, die niet bedoeld is om te wonen maar bedoeld is voor opslag, die gericht is op het op het perceel aanwezige hoofdgebruik.

1.14 beperkt kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Staatsblad 2004, nr. 250) een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.

1.15 bestaand
  1. bij bouwwerken: bestaand ten tijde van de terinzagelegging van het bestemmingsplan als ontwerp;
  2. bij gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod.
1.16 bestemmingsgrens

een op de plankaart aangegeven lijn, die grens vormt van een bestemmingsvlak.

1.17 bestemmingsvlak

een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde bestemming.

1.18 bijgebouw

een vrijstaand afzonderlijk van het hoofdgebouw in functioneel en bouwkundig opzicht te onderscheiden, op hetzelfde bouwperceel gelegen, gebouw.

1.19 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats.

1.20 bouwgrens

een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak.

1.21 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van kelders, onderbouwen en zolders mits de hoogte ergens minimaal 1,50 meter bedraagt.

1.22 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.23 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.24 bouwvlak

een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waarop gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.25 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van de bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

1.26 bruto vloeroppervlak (bvo)

de totale vloeroppervlakte van een gebouw met inbegrip van magazijnen en overige dienstruimten.

1.27 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.28 gebied met mogelijk archeologische waarde

gebied waar naar verwachting terreinen met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang voor komen, maar waar deze nog niet zijn vastgesteld.

1.29 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.30 gebouw met geluidgevoelige functie

gebouw dat door de Wet geluidhinder als geluidgevoelig object wordt aangemerkt:

  1. (bedrijfs)woningen;
  2. scholen voor basis-, voortgezet - en hoger onderwijs;
  3. ziekenhuizen en verpleeghuizen;

andere gezondheidszorggebouwen.

1.31 geprojecteerd (beperkt) kwetsbaar object

nog niet aanwezig (beperkt) kwetsbaar object dat op grond van het plan toelaatbaar is.

1.32 grondgebonden agrarische bedrijfsvoering

een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf.

1.33 hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmeting of functie als belangrijkste gebouw valt aan te merken.

1.34 horeca

een bedrijf, gericht op één of meer van de navolgende activiteiten:

  1. het verstrekken van al dan niet ter plaatse te nuttigen voedsel en/of dranken;
  2. het exploiteren van zaalaccommodatie;
  3. het verstrekken van nachtverblijf.
1.35 hotel

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse.

1.36 kampeerterrein

een terrein waar slechts de volgende kampeermiddelen zijn toegestaan:

  1. a. een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan;
  2. b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde waarvoor ingevolge artikel 40 van de Woningwet een bouwvergunning vereist is;
  3. een en ander voorzover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht, dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf en waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
1.37 kantoor

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch of naar aard gelijk te stellen gebied.

1.38 kassen

bouwwerken geheel of grotendeels van glas of ander lichtdoorlatend materiaal.

1.39 kunstobject

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt als uitingen van één der beeldende kunsten.

1.40 kunstwerk

een infrastructureel bouwwerk, geen gebouw zijnde.

1.41 kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Staatsblad 2004, nr. 250) een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden.

1.42 maaiveld

de gemiddelde hoogte van het terrein dat het bouwwerk omgeeft.

1.43 maatschappelijke voorzieningen

(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, sport, onderwijs en daarmee gelijk te stellen sectoren.

1.44 manege

een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, zulks in combinatie met een of meer van de volgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en pony's, het houden van wedstrijden of andere evenementen en horeca (kantine, foyer, e.d.) inclusief logies- en/of verenigingsaccommodatie.

1.45 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, apparatuur voor telecommunicatie en voorzieningen voor stadsverwarming.

1.46 oppervlak

het totale oppervlak van de begane grond van een gebouw

1.47 paardenfokkerij

een agrarisch bedrijf dat uitsluitend is gericht op het fokken van paarden, de verkoop van gefokte paarden en het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij.

1.48 peil

voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter hoogte van de hoofdingang;

voor woonschepen: het waterpeil;

ter plaatse van Braambergen:

  1. bestaand peil: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld bovenop de stortheuvel;
  2. nieuw peil: de gemiddelde hoogte van het aansluitende nieuwe afgewerkte maaiveld dat ontstaat na opvulling van de ruimten tussen de stortheuvels

in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkte maaiveld.

1.49 platte afdekking

een (min of meer) horizontaal vlak ter afdekking van een gebouw dat meer dan tweederde van het grondvlak van het gebouw beslaat.

1.50 prostitutie

het zich, tegen vergoeding, beschikbaar stellen voor seksuele handelingen met een ander.

1.51 reclameobjecten

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, of onderdelen van bouwwerken ten behoeve van reclamedoeleinden, nader te onderscheiden in:

  1. aankondigingborden;
  2. mupi's (reclameborden);
  3. billboards;
  4. reclame aan lichtmasten;
  5. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen;
  6. tweevlaksborden.
1.52 recreatieve voorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding met uitzondering van seksinrichtingen en horeca-voorzieningen.

1.53 recreatietuin

een perceel grond dat in de recreatieve sfeer wordt gebruikt en waar verblijfsrecreatie is toegestaan.

1.54 recreatietuin-huisje

Een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te gebruiken, niet zijnde een woonkeet, caravan of andere constructie op wielen.

1.55 risicovolle inrichting

een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Staatsblad 2004, nr. 250) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het plan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.

1.56 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke, al dan niet besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, dan wel in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, seksclub, privé-huis, erotische massagesalon, raambordeel, of een combinatie daarvan.

1.57 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.

1.58 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.

1.59 stadsweide

een perceel grond dat in de agrarische sfeer wordt gebruikt voor het houden van dieren en/of insecten.

1.60 stal

een gebouw op de stadsweide dat geschikt is voor het houden van dieren en/of insecten.

1.61 stortplaats

inrichting voor het storten van afvalstoffen en het uitvoeren van aanverwante activiteiten, zoals stortgasonttrekking, waterzuivering, be- en verwerking van afvalstoffen en grondbank.

1.62 verblijfsrecreatie

verblijfrecreatie door middel van kampeermiddelen of niet voor permanente bewoning geschikte recreatiehuisjes danwel met gebruikmaking van pension of kampeerboerderij.

1.63 verenigingsgebouw

een gebouw dat kennelijk slechts bestemd is voor gebruik dat gericht is op de op het terrein aanwezige vereniging.

1.64 verkoopvloeroppervlak (vvo)

de voor het publiek toegankelijke winkelruimte.

1.65 vloeroppervlak

het totale oppervlak van de vloeren van alle bouwlagen van een gebouw.

1.66 volkstuin

een perceel grond dat in de agrarische recreatieve sfeer wordt gebruikt voor het telen van groente en/of fruit en het kweken van siergewassen, ten behoeve van eigen gebruik.

1.67 voorgevel

De (evenwijdig) aan de weg gelegen en naar de weg toegekeerde gevel van een hoofdgebouw.

1.68 windmolen

een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.

1.69 woning

een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.

1.70 woning, drijvend

een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden dat op het water drijft danwel op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond onder het water.

1.71 woonschip

elk vaartuig of drijvend voorwerp, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning of recreatieverblijf.

1.72 woonwerkeenheid

een woning en een ruimte ten behoeve van de uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten ineen.