direct naar inhoud van Regels
Plan: Leemwierde
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.WP1N01-vg01

Regels

 

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

link naar toelichting Inleidende regels

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het wijzigingsplan Leemwierde van de gemeente Almere.

1.2 dove gevel
  • a. een bouwkundige constructie, waaronder begrepen een dak, waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidswering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB(A) onderscheidenlijk 35 dB(A);
  • b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
1.3 geluidwerend vlies

een bouwkundige constructie aangebracht aan de buitenzijde van een gevel met het doel een geluidreductie op deze gevel te bewerkstelligen als gevolg waarvan voldaan wordt aan de standaardgrenswaarden uit het Activiteitenbesluit vanwege stemgeluid op het buitenterrein van de school op Leemwierde 132.

1.4 gevel

bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak.

1.5 wijzigingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0034.WP1N01-vg01 met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.6 vigerend bestemmingsplan

het bestemmingsplan 'De Wierden', vastgesteld door de raad van de gemeente Almere op 9 januari 2014, in werking per 28 mei 2015.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Maatschappelijk

Link naar toelichting op de bestemming 'Maatschappelijk'

2.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanudiding 'zorginstelling' alleen een woonzorgcentrum is toegestaan;

met de daarbij behorende

  • b. parkeervoorzieningen, toegangspaden, in- en uitritten;
  • c. buitenruimten;
  • d. speel- en sportvoorzieningen;
  • e. straatmeubilair en fietsenstallingen;
  • f. groen-, waterhuishoudings- en aan de hoofdfunctie ondergeschikte nutsvoorzieningen;
  • g. overige functioneel met de bestemming 'Maatschappelijk' verbonden voorzieningen.
2.2 Bouwregels
2.2.1 Algemeen

Op de in lid 2.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen (hoofdgebouwen en erfbebouwing) geldt dat:

  • a. de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer van gebouwen met bijbehorende aan- en/of uitbouwen met geluidgevoelige functies niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of de verleende hogere (grens)waarde.

ten aanzien van hoofdgebouwen geldt dat:

  • b. indien er een bouwvlak is aangegeven, het hoofdgebouw binnen het bouwvlak dient te worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "maximaal bebouwingspercentage" het maximaal voorgeschreven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt:

  • e. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1 m;
  • f. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • g. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • h. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • i. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, (oppervlakte maximaal 10 m2;)
  • j. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • k. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.

2.2.2 Parkeren
  • a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, waardoor de parkeerbehoefte voor auto's en/of fietsen toeneemt, wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor auto's en voor fietsen. Er is sprake van voldoende parkeergelegenheid als wordt voldaan de Nota Parkeernormen 2020. Wanneer deze nota wordt gewijzigd of vervangen door nieuwe nota, dient aan de gewijzigde of nieuwe nota te worden voldaan.
  • b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in onderdeel a indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit.
  • c. De op grond van onderdeel a of b te realiseren parkeergelegenheid dient in stand te worden gehouden.
2.2.3 Laden en lossen
  • a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, waardoor de behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen toeneemt, wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende ruimte voor het laden of lossen van goederen.
  • b. In afwijking van het bepaalde van onderdeel a, kan een omgevingsvergunning worden verleend:
    • 1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit;
    • 2. voor zover op andere wijze in de nodige ruimte voor het laden of lossen wordt voorzien.
2.3 Specifieke gebruiksregels
2.3.1 Parkeren
  • a. Een verandering van gebruik, waardoor de parkeerbehoefte voor auto's en/of fietsen toeneemt, is uitsluitend toegestaan als wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor auto's en fietsen overeenkomstig de normen in Bijlage 2 Gebiedsindeling & auto- en fietsparkeernormen.
  • b. Parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's moeten afmetingen hebben, die afgestemd zijn op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013 of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.
  • c. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het bepaalde in onderdeel a mits bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig de Nota Parkeernormen 2020. Wanneer deze nota wordt gewijzigd of vervangen door een nieuwe nota, dient aan de gewijzigde of nieuwe nota te worden voldaan.
  • d. De in onderdeel a of c genoemde parkeergelegenheid dient in stand te worden gehouden, tenzij wordt aangetoond dat met minder parkeergelegenheid kan worden volstaan.
2.3.2 Laden en lossen
  • a. Een verandering van gebruik, waardoor de behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen toeneemt, is uitsluitend toegestaan als wordt voorzien in voldoende ruimte voor het laden of lossen van goederen.
  • b. In afwijking van het bepaalde in onderdeel a, kan een omgevingsvergunning worden verleend:
    • 1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit;
    • 2. voor zover op andere wijze in de nodige ruimte voor het laden of lossen wordt voorzien.
2.3.3 Voorwaardelijke verplichting
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel 1' geldt dat een omgevingsvergunning voor bouwen zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht uitsluitend kan worden verleend, indien de betreffende gevel als dove gevel wordt uitgevoerd, of als de hoogte van de geluidbelasting door stemgeluid op het buitenterrein van het adres Leemwierde 132 op te openen delen van de aangegeven gevels de grenswaarden niet overschrijden, zoals in de tabel aangegeven. De hoogte van de geluidbelasting door stemgeluid is bepaald in Bijlage 5 Akoestisch onderzoek 2021

Tabel: grenswaarden stemgeluiden vanwege afweging goede ruimtelijke ordening

  Dag
[07.00-19.00 uur]  
LAr,LT (dB(A)) op te openen delen in de gevel   50 dB(A)  
LAmax (dB(A)) op te openen delen in de gevel   70 dB(A)  
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel 2' geldt dat een omgevingsvergunning voor bouwen zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht uitsluitend kan worden verleend, indien de betreffende gevel als dove gevel wordt uitgevoerd of als de geluidbelasting wordt gereduceerd door het gebruik van (balkon)schermen met een hoogte van 2,5 m op de begane grond en 1,2 m op de verdieping, of door het inperken van het schoolplein zoals aangeven in Bijlage 5 Akoestisch onderzoek 2021

Tabel: grenswaarden stemgeluiden vanwege afweging goede ruimtelijke ordening

  Dag
[07.00-19.00 uur]  
LAr,LT (dB(A)) op te openen delen in de gevel   50 dB(A)  
LAmax (dB(A)) op te openen delen in de gevel   70 dB(A)  
  • c. ter plaatse van de aanduiding ' specifieke bouwaanduiding - gesloten balkonscherm' dient een gesloten balkonscherm te worden gerealiseerd over de gehele hoogte en breedte van het balkon ter afscherming van het geluid van het speelplein.

Artikel 3 Verkeer-Verblijfsgebied

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer-Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing, bepaald door en gericht op de aangrenzende bestemmingen;
  • b. fiets- en voetpaden;
  • c. parkeervoorzieningen, fietsenstallingen;

alsmede voor:

  • d. (ondergrondse) afvalinzamelingssystemen;
  • e. geluidwerende voorzieningen en reclameobjecten;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. overige functioneel met de bestemming "Verkeer-Verblijfsgebied" verbonden voorzieningen, zoals voorzieningen voor groenonderhoud;
  • h. water;
  • i. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;

3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen en entreepartijen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en groenonderhoud geldt:

  • a. maximum bouwhoogte: 3 meter;
  • b. maximum oppervlakte: 15 m2;

ten aanzien van gebouwen voor entreepartijen ter plaatse van de "specifieke bouwaanduiding- entree" geldt:

  • c. een maximale bouwhoogte van de aaangrenzende woongebouwen ;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt:

  • d. lichtmasten, bewegwijzeringsportalen en verkeerslichten, bouwhoogte 9 m;
  • e. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, bouwhoogte 15 m;
  • f. straatmeubilair, bouwhoogte 6 m;
  • g. kunstobjecten, bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • h. geluidwerende voorzieningen, bouwhoogte 6 m;
  • i. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m; oppervlakte maximaal 10 m2;
  • j. erf- en terreinafscheidingen, bouwhoogte 2 m;
  • k. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, bouwhoogte 3 m;
3.3 Afwijken van de bouwregels

Nutsgebouwen

  • a. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2 onder a. en b. voor een nutsgebouw tot ten hoogste 5 meter hoog en met een oppervlakte tot ten hoogste 50 m2, mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt als ook uit oogpunt van het woongenot in de directe woonomgeving aanvaardbaar is.

Artikel 4 Woongebied

Link naar toelichting op de bestemming Woongebied

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan huis verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • b. verkeer en verblijfsgebied;
  • c. nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling;

met de daarbij behorende

  • d. tuinen en erven;
  • e. groenvoorzieningen en water;
  • f. kunstwerken;
  • g. kunstobjecten;
  • h. parkeervoorzieningen, gebouwd en ongebouwd;
  • i. speelvoorzieningen;
  • j. straatmeubilair;

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouw.

ten aanzien van gebouwen (hoofdgebouwen en erfbebouwing) geldt dat:

  • a. de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer van gebouwen met bijbehorende aan- en/of uitbouwen met geluidgevoelige functies niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of de verleende hogere (grens)waarde.

ten aanzien van hoofdgebouwen geldt dat:

  • b. zowel gestapelde als niet-gestapelde woningen zijn toegestaan;
  • c. indien er een bouwvlak is aangegeven, het hoofdgebouw binnen het bouwvlak dient te worden gebouwd;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding "maximaal bebouwingspercentage" het maximaal voorgeschreven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak in acht dient te worden genomen, met dien verstande dat indien er een bouwvlak is aangegeven dit bebouwingspercentage voor het bouwvlak geldt;
  • f. ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal woningen" het maximaal voorgeschreven aantal woningen in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van erfbebouwing geldt dat:

  • g. per bouwperceel ten hoogste 50% van de buiten het hoofdgebouw gelegen gronden mag worden bebouwd met erfbebouwing, tot een maximum van 60 m2, met dien verstande dat in ieder geval 20 m2  is toegestaan;
  • h. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde erfbebouwing, niet meer mag bedragen dan 4 meter;
  • i. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde erfbebouwing niet meer mag bedragen dan 0,30 meter boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot een maximum van 4 meter;
  • j. in afwijking van de onder i. bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde erfbebouwing, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden -voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf de zijdelingse perceelsgrens bevindt (bevinden)- worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1.50 en maximaal 1.80 meter (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige of géén afscherming te plaatsen);
  • k. de goothoogte van vrijstaande erfbebouwing niet meer mag bedragen dan 3 meter;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat

  • l. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 meter;
  • m. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 meter.

4.2.2 Parkeren
  • a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, waardoor de parkeerbehoefte voor auto's en/of fietsen toeneemt, wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor auto's en voor fietsen. Er is sprake van voldoende parkeergelegenheid als wordt voldaan aan de Nota Parkeernormen 2020. Wanneer deze nota wordt gewijzigd of vervangen door nieuwe nota, dient aan de gewijzigde of nieuwe nota te worden voldaan.
  • b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in onderdeel a indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit.
  • c. De op grond van onderdeel a of b te realiseren parkeergelegenheid dient in stand te worden gehouden.
4.2.3 Laden en lossen
  • a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, waardoor de behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen toeneemt, wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende ruimte voor het laden of lossen van goederen.
  • b. In afwijking van het bepaalde van onderdeel a, kan een omgevingsvergunning worden verleend:
    • 1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit;
    • 2. voor zover op andere wijze in de nodige ruimte voor het laden of lossen wordt voorzien.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Aan-huis verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis

Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel als bedoeld in 4.1 onder a. wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. tot 33% van het gezamenlijke brutovloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
  • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m2 verkoopvloeroppervlak, met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1. bedoelde 33%-regeling;
  • 3. er wordt voorzien voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 4.1 onder k.;
  • 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
  • 5. het beroep of de activiteit door de bewoner wordt uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
  • 6. catering, seksinrichtingen, munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

4.3.2 Parkeren
  • a. Een verandering van gebruik, waardoor de parkeerbehoefte voor auto's en/of fietsen toeneemt, is uitsluitend toegestaan als wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor auto's en fietsen overeenkomstig de normen in Bijlage 2 Gebiedsindeling & auto- en fietsparkeernormen.
  • b. Parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's moeten afmetingen hebben, die afgestemd zijn op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013 of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.
  • c. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het bepaalde in onderdeel a mits bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig de Nota Parkeernormen 2020. Wanneer deze nota wordt gewijzigd of vervangen door een nieuwe nota, dient aan de gewijzigde of nieuwe nota te worden voldaan.
  • d. De in onderdeel a of c genoemde parkeergelegenheid dient in stand te worden gehouden, tenzij wordt aangetoond dat met minder parkeergelegenheid kan worden volstaan.
4.3.3 Laden en lossen
  • a. Een verandering van gebruik, waardoor de behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen toeneemt, is uitsluitend toegestaan als wordt voorzien in voldoende ruimte voor het laden of lossen van goederen.
  • b. In afwijking van het bepaalde in onderdeel a, kan een omgevingsvergunning worden verleend:
    • 1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit;
    • 2. voor zover op andere wijze in de nodige ruimte voor het laden of lossen wordt voorzien.
4.3.4 Voorwaardelijke verplichting
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel 1' geldt dat een omgevingsvergunning voor bouwen zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht uitsluitend kan worden verleend, indien de betreffende gevel als dove gevel wordt uitgevoerd, of als de hoogte van de geluidbelasting door stemgeluid op het buitenterrein van het adres Leemwierde 132 op te openen delen van de aangegeven gevels de grenswaarden niet overschrijden, zoals in de tabel aangegeven. De hoogte van de geluidbelasting door stemgeluid is bepaald in Bijlage 5 Akoestisch onderzoek 2021

Tabel: grenswaarden stemgeluiden vanwege afweging goede ruimtelijke ordening

  Dag
[07.00-19.00 uur]  
LAr,LT (dB(A)) op te openen delen in de gevel   50 dB(A)  
LAmax (dB(A)) op te openen delen in de gevel   70 dB(A)  
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel 2' geldt dat een omgevingsvergunning voor bouwen zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht uitsluitend kan worden verleend, indien de betreffende gevel als dove gevel wordt uitgevoerd of als de geluidbelasting wordt gereduceerd door het gebruik van (balkon)schermen met een hoogte van 2,5 m op de begane grond en 1,2 m op de verdieping, of door het inperken van het schoolplein zoals aangeven in Bijlage 5 Akoestisch onderzoek 2021

Tabel: grenswaarden stemgeluiden vanwege afweging goede ruimtelijke ordening

  Dag
[07.00-19.00 uur]  
LAr,LT (dB(A)) op te openen delen in de gevel   50 dB(A)  
LAmax (dB(A)) op te openen delen in de gevel   70 dB(A)  
  • c. ter plaatse van de aanduiding ' specifieke bouwaanduiding - gesloten balkonscherm' dient een gesloten balkonscherm te worden gerealiseerd over de gehele hoogte en breedte van het balkon ter afscherming van het geluid van het speelplein.

Artikel 5 Verwijzing

Voor het overige zijn de planregels van het vigerende bestemmingsplan 'De Wierden' van toepassing op dit wijzigingsplan.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit wijzigingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

6.2 Afwijking overgangsrecht bouwwerken

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 6.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

6.3 Uitzondering overgangsrecht bouwwerken

Lid 6.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

6.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit wijzigingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

6.5 Ander strijdig gebruik

Het is verboden het met dit wijzigingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 6.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

6.6 Onderbreken gebruik onder overgangsrecht

Indien het gebruik, bedoeld in lid 6.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

6.7 Uitzondering overgangsrecht gebruik

Lid 6.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Wijzigingsplan Leemwierde.

vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere op

de secretaris, de voorzitter.