direct naar inhoud van 4.8 Ecologie
Plan: Weguitbreiding rijksweg A6 traject Hollandsebrug-Havendreef
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BPalg03-vg01

4.8 Ecologie

Toetsingskader en beleid

Bij elk ruimtelijk plan moet, met het oog op beschermenswaardige natuurwaarden, rekening worden gehouden met de regelgeving op het gebied van gebiedsbescherming en soortenbescherming.

Gebiedsbescherming

De bescherming van Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten is geregeld in de Natuurbeschermingswet. Indien ontwikkelingen (mogelijk) leiden tot aantasting van de natuurwaarden binnen deze gebieden, moet een vergunning worden aangevraagd. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het beleid ten aanzien van de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS).

Indien er sprake is van aantasting van Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten moeten maatregelen worden getroffen om de effecten van het plan zo veel mogelijk te voorkomen (mitigeren). Wanneer nadelige effecten na deze stap nog niet (volledig) teniet zijn gedaan, moet het resterende nadelige effect worden gecompenseerd.

In de EHS geldt het 'nee, tenzij' principe. Dit houdt in dat ingrepen waarbij de oppervlakte of de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS significant worden aangetast niet zijn toegestaan, tenzij er geen alternatieven zijn en er sprake is van een groot openbaar belang.

Boswet

Bij het kappen van grote bospercelen buiten de bebouwde kom (in de zin van de Boswet) is een herplantplicht aan de orde. Begroeiing op rijksgronden valt daarbij onder de samenwerkingsovereenkomst tussen het voormalige Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (thans Economie, Landbouw en Innovatie) en Ministerie van Verkeer en Waterstaat (thans Infrastructuur en Milieu).

Soortenbescherming

Op grond van de Flora- en faunawet geldt een algemeen verbod voor het verstoren en vernietigen van beschermde plantensoorten, beschermde diersoorten en hun vaste rust- of verblijfplaatsen. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn zijn deze voorwaarden zeer streng. Ook hier geldt dat eerst moet worden gekeken naar mitigerende maatregelen.

Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan

Gebiedsbescherming

In de omgeving van het plangebied liggen verschillende beschermde natuurgebieden. Voor het deelgebied Almere zijn met name het Natura 2000-gebied Markermeer-IJmeer en de EHS-gebieden Kromslootpark, Beginbos en Vroege Vogelbos van belang. Daarnaast zijn er nog een aantal ondergeschikte delen van de EHS die gevolgen kunnen ondervinden van het voornemen.

In het kader van de Toets Natuurbeschermingswet zijn de effecten van geluidhinder, lichthinder en stikstofdepositie bepaald. Ten aanzien van de Natura 2000-gebied is een passende beoordeling uitgevoerd. Er is vastgesteld dat er geen sprake is van significante verstoring door licht. Ook is het uitgesloten dat er negatieve gevolgen optreden voor Natura 2000-gebieden en natuurmonumenten als gevolg van vermesting en/of verzuring. Voor het Markermeer-IJmeer worden de effecten van de toename van de geluidsbelasting gemitigeerd door het toepassen van een geluidsbarrière van 80 cm hoogte langs de Hollandse Brug.

In Flevoland vindt aantasting plaats van in totaal 89 hectare EHS-gebied. Overeenkomstig de 'Spelregels EHS' wordt hierbij een ontwikkeltijdopslag opgeteld van 44 hectare, omdat het enige tijd duurt voordat het nieuwe EHS-gebied volledig is verworven en ingericht. Het verlies aan areaal EHS wordt gecompenseerd nabij het Oostvaarderswold.

Boscompensatie

Houtopstanden in Almere die vallen onder de Boswet worden 1-op-1 gecompenseerd in de wegberm en nabij Oostvaarderswold. Het gaat in totaal om 54 hectare.

Soortenbescherming

In het wegontwerp zijn mitigerende maatregelen opgenomen om vernietiging en verstoring van beschermde plant- en diersoorten en hun rust- en verblijfplaatsen te vermijden. Het gaat hierbij om herinrichten van de berm, herstel van lijnbeplanting, geschikt maken van dwarsverbindingen, realisatie van faunapassages en herstel van groeiplaatsen (zie tabel 4.3). Werkzaamheden worden uitgevoerd met inachtneming van de natuurkalender. Ook wordt voldaan aan de 'Gedragscoda Flora- en faunawet Rijkswaterstaat', het 'Uitvoeringskader verlichting' en de 'Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten'.

Natuurwaarden   Maatregelen   Wettelijk kader  
Mitigerende maatregelen      
Leefgebied van de ringslang, waterspitsmuis, rugstreeppad, vleermuizen, amfibieën, heikikker   Oevers en bermen rondom de Hollandse Brug geschikt maken voor deze soorten   Flora- en faunawet  
Groeiplaatsen van de brede wespenorchis, rietorchis en de grote kaardenbol   Herstel van groeiplaatsen   Flora- en faunawet  
Toename van barrièrewerking voor gewone dwergvleermuis, watervleermuis en meervleermuis   herstel van lijnbeplanting, geschikt houden van het Pedersenpad en Hoge Vaart als trekbaan en realisatie van hop overs   Flora- en faunawet  
Afname van leefgebied van rugstreeppad en bittervoorn   sloten van voldoende breedte en natuurvriendelijke oevers   Flora- en faunawet  
Toename barrièrewerking voor alle in dit deeltraject genoemde soorten   geschikt maken dwarsverbindingen en realisatie van een faunapassage ter hoogte van knooppunt Hoge Ring   Flora- en faunawet  
Toename geluidsbelasting op Markermeer-IJmeer   realisatie van geluidwerende voorziening   Natura 2000  
Compenserende maatregelen      
Aantasting 89 + 5,5 = 94,5 hectare EHS (o.a. Kromslootpark, Almeerderhout en Beginbos)   Verwerving en inrichting van 133 + 7,5 = 140,5 hecarte nabij robuuste ecologische verbindingszone Oostvaarderswold   EHS  

Tabel 4.3 Mitigerende en compenserende maatregelen ecologie

Uitgangspunten voor het bestemmingsplan

Ten aanzien van de faunapassage ter hoogte van de Hoge Ring is een aanduiding 'specifieke vorm van natuur - ecopassage' opgenomen op de kaart. De andere maatregelen zoals het inrichten van de berm en oevers passen binnen de bestemmingen 'Verkeer', 'Natuur', 'Groen' en 'Water'.