direct naar inhoud van Regels
Plan: Chw bestemmingsplan Algemene regels woningsplitsing en kamerbewoning
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BPPAR04-vg01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 bestaand
  • bij bouwwerken: bestaande legale bebouwing ten tijde van het in werking treden van het voorbereidingsbesluit Woningsplitsing en kamerbewoning, als bekendgemaakt in het Gemeenteblad van 12 oktober 2018 onder nummer 215568 en de Staatscourant van 12 oktober 2018 onder nummer 57624;
  • bij gebruik: bestaand legaal gebruik ten tijde van het in werking treden van het voorbereidingsbesluit Woningsplitsing en kamerbewoning als bekendgemaakt in het Gemeenteblad van 12 oktober 2018 onder nummer 215568 en de Staatscourant van 12 oktober 2018 onder nummer 57624;

1.2 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.3 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.4 eigen toegang

een deur die direct toegang geeft tot de woning, die bereikbaar is via de straatzijde of vanuit een gemeenschappelijke hal en die voorzien is van een door de gemeente verleend huisnummer;

1.5 hoofdbewoner

de eigenaar of de huurder van de woning die daar zijn hoofdverblijf heeft;

1.6 hoofdverblijf
  • a. het adres waar betrokkene woont of, indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten;
  • b. het adres waar, bij ontbreken van een adres als bedoeld onder a, betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden tenminste twee derde van de tijd zal overnachten.
1.7 kamerbewoning

een zelfstandige woning, of een deel daarvan, in gebruik geven of laten geven als onzelfstandige woonruimte;

1.8 onzelfstandige woonruimte

woonruimte die niet voldoet aan de begripsbepaling zelfstandige woonruimte;

1.9 plan

het Chw bestemmingsplan Algemene regels woningsplitsing en kamerbewoning met identificatienummer NL.IMRO.0034.BPPAR04-vg01 van de gemeente Almere;

1.10 woning

Het complex van ruimten dat een zelfstandige woonruimte vormt, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.11 woningsplitsing

een woning verbouwen tot twee of meer woningen of het zodanig inrichten, gebruiken of laten gebruiken van een deel van de woning dat er feitelijk twee of meer woningen ontstaan;

1.12 woongroep

een groep huurders van een zelfstandige woonruimte die elkaar vooraf kennen en gezamenlijk het initiatief nemen voor zelfstandige woonruimte. Waarbij de verhuurder geen zeggenschap heeft over nieuwe leden van de woongroep;

1.13 woonruimte

besloten ruimte die, al dan niet tezamen met één of meer andere ruimten, bestemd of geschikt is voor bewoning van één huishouden;

1.14 zelfstandige woonruimte

woonruimte die een eigen toegang heeft en die door één huishouden kan worden bewoond zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen, zoals badruimte, toilet en keuken, buiten de woonruimte.

Artikel 2 Werking van dit bestemmingsplan

 

2.1 Reikwijdte

De regels in dit bestemmingsplan zijn van toepassing op het bestemmingsplan als bedoeld in het artikel 7g, eerste lid, van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet.

2.2 Verhouding tot andere bestemmingsregelingen
  • a. Als op een locatie ook regels van een eerder vastgesteld bestemmingsplan gelden die kennelijk dezelfde strekking hebben als een regel van dit plan, dan blijven die regels van dat eerder vastgestelde bestemmingsplan buiten toepassing;
  • b. Uitleg van de begrippen in artikel 1 is alleen van toepassing op de regels van dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 zone algemene regels Woningsplitsing en kamerbewoning

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone – algemene regels Woningsplitsing en kamerbewoning' gelden de regels van dit bestemmingsplan in plaats van de regels van een bestemmingsplan dat op een zelfde locatie geldt in de gevallen die in artikel 2, lid 2.2, zijn aangewezen.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Algemene gebruiksregels

Algemene gebruiksregels

4.1 Kamerbewoning en woningsplitsing
  • a. Een verandering van het bestaande gebruik van een bestaande woning mag niet leiden tot kamerbewoning of tot woningsplitsing;
  • b. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing indien maximaal twee onzelfstandige woonruimten worden gebruikt voor de huisvesting van elk één persoon die geen onderdeel uitmaakt van het huishouden van de hoofdbewoner en de hoofdbewoner tenminste 50% van de gebruikoppervlak (GBO) bewoont (hospitaregeling);
  • c. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing voor kamerbewoning voor maximaal twee onzelfstandige woonruimten die elk wordt bewoond door maximaal één persoon;

4.2 Afwijken kamerbewoning

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder 4.1, onder a, voor kamerbewoning voor 3 of maximaal 4 onzelfstandige woonruimten, indien:

  • a. na toepassing van de algemene leefbaarheidstoets en de fysieke leefbaarheidseisen uit de beleidsregels van de nota Beleidsregels Woningsplitsing en Kamerbewoning blijkt dat kwalitatief goede onzelfstandige woonruimten of woningen ontstaan. Wanneer de algemene leefbaarheidstoets of de fysieke leefbaarheidseisen uit de beleidsregels van deze nota wordt gewijzigd of vervangen door een nieuwe nota, dient aan de gewijzigde of nieuwe nota te worden voldaan.;
  • b. elke onzelfstandige woonruimte wordt bewoond door maximaal één persoon;
  • c. de kamerbewoning plaatsvindt in het hoofdgebouw.

4.3 Afwijken woningsplitsing

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder 4.1, onder a, voor woningsplitsing, indien: na toepassing van de algemene leefbaarheidstoets en de fysieke leefbaarheidseisen uit de beleidsregels van de nota Beleidsregels Woningsplitsing en Kamerbewoning blijkt dat kwalitatief goede onzelfstandige woonruimten of woningen ontstaan. Wanneer de algemene leefbaarheidstoets of de fysieke leefbaarheidseisen uit de beleidsregels van deze nota wordt gewijzigd of vervangen door een nieuwe nota, dient aan de gewijzigde of nieuwe nota te worden voldaan. En.;

  • a. elke woning een minimale gebruiksoppervlakte heeft van 50m², of
  • b. twee woningen worden gevormd waarvan één woning een minimale gebruiksoppervlakte heeft van 30m² en één woning een minimale gebruiksoppervlakte heeft van 70m².

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Overgangsrecht en slotregel

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

5.2 Afwijking overgangsrecht bouwwerken

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 5.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

5.3 Uitzondering overgangsrecht bouwwerken

Lid 5.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

5.5 Ander strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 5.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

5.6 Onderbreken gebruik onder overgangsrecht

Indien het gebruik, bedoeld in lid 5.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

5.7 Uitzondering overgangsrecht gebruik

Lid 5.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Chw bestemmingsplan Algemene regels woningsplitsing en kamerbewoning.

vastgesteld door de raad van de gemeente Almere op

de griffier, de voorzitter.