direct naar inhoud van 3.4 Cultuurhistorische waarden
Plan: Almere Hout Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP5ACPZ01-vg01

3.4 Cultuurhistorische waarden

Algemeen

Elfduizendvijfhonderd jaar geleden, aan het einde van het Paleolithicum (Oude Steentijd), was Almere al bewoond. Het gebied van Almere bestaat dan uit een glooiend zandlandschap waardoorheen de rivier de Eem stroomt.

Aanvankelijk, rond 9000 voor Chr., is het gebied van Almere nog schaars begroeid met wat lage struiken. Maar als snel groeien er berken (circa 7000 voor Chr.), vervolgens komen daar dennen bij en ontwikkelt zich een loofbos.

Door afsluiting van de kust (reeks duinen / strandwallen) ten westen van Almere, ongeveer ter plaatse van de huidige kust, stagneert de afvoer van water vanuit het binnenland. Hierdoor is er ten oosten van de kust een brede natte zone ontstaan, waarin veen groeit. Door het alsmaar natter worden, gepaard gaand met het oprukkende veen en de oostwaartse verplaatsing van de kust, is het gebied van Almere rond circa 4000 voor Chr. veranderd in een uitgestrekt moerasgebied waar de zee twee keer per dag binnendringt: er zijn openingen in de kust ontstaan. Wonen hier wordt steeds moeilijker, en is tenslotte niet langer mogelijk. Maar voor die tijd is het goed toeven hier. Een landschap vol allerhande voedselbronnen – groot en klein wild, vis, planten en vruchten. Daar hebben mensen destijds gebruik van gemaakt. Zij woonden overal in het landschap en leefden als jagers en verzamelaars. Tijdens het Mesolithicum is men langzaam aan overgegaan op een combinatie van jacht en akkerbouw. Resten van deze bewoning liggen overal in Almere in de ondergrond en kunnen ook in het onderhavige plangebied worden verwacht.

Rond het jaar nul zijn in het moeras een reeks meren gevormd. In de Romeinse tijd is door aaneensluiting van deze wateren één groot meer ontstaan, dat het Mare Flevum of Lacus Flevum genoemd werd. Hieruit ontstaat het Aelmere, dat rond 850 na Chr. een feit is en in de schriftelijke bronnen van die periode genoemd wordt. Een opening in de kust bij het huidige Den Helder verbindt het Aelmere met de Noordzee. Dit Aelmere wordt later de Zuiderzee genoemd. De term “Sudersee” wordt in 1340 voor het eerst in historische bronnen vermeld, ter onderscheiding van de Noordzee. Hiermee wordt het verzilte binnenwater bedoeld dat ontstaan was in de periode 838-1287 ten gevolge van talrijke stormrampen waarbij vanuit de Noordzee steeds meer zout water het gebied binnen kwam.

De Zuiderzee was lange tijd het economisch hart van Nederland. Op de Zuiderzee is zeker al in de Middeleeuwen gevaren, getuige de scheepswrakken, die ook in Almere zijn gevonden.

In heel Flevoland zijn sinds de inpoldering ca. 450 scheepswrakken aangetroffen. Op 26 plekken zijn scheepsresten bekend binnen de gemeente Almere. Er zijn 22 wrakken bekend. Van deze 22 zijn er in Almere 17 bewaard gebleven in de bodem. Deze scheepswrakken liggen buiten het plangebied Hout Noord (Almere Hout).

Archeologische waarden

In de reeds onderzochte delen van het plangebied Hout Noord zijn drie behoudenswaardige vindplaatsen uit de Steentijd aangetroffen. Uit het onderzoek is gebleken dat op deze locaties op 8,34 tot 8,98 meter min NAP bewerkt vuursteen, natuursteen, houtskool en verkoolde hazelnootdoppen aanwezig zijn.

De vondsten zijn gedateerd als ouder dan 5500 voor Chr., dat wil zeggen Midden-Steentijd (8800-5300 v. Chr). Waarschijnlijk betreft het kampementen van jagers en verzamelaars. Bij de waardering van de vindplaatsen kwam vast te staan dat deze (zeer) waardevol zijn: in lokaal, regionaal, nationaal en Europees opzicht zijn ze uiterst zeldzaam qua datering en paleolandschappelijke context. De vindplaatsen kunnen bijzondere nieuwe informatie over de levenswijze van onze voorouders leveren in een periode waarvan zeer weinig bekend is. Het kan nieuw licht werpen op de overgang van het jagers- verzamelaars bestaan naar een meer sedentaire boerensamenleving.

In het plangebied Hout Noord (Almere Hout) is op de Archeologische Beleidskaart Almere 2009 één klein selectiegebied aangegeven, dat grenst aan de Steentijdvindplaats 5Z_2. Van de vindplaats 5Z_2 is de westelijke grens nog niet vastgesteld. In dit selectiegebied heeft bureau onderzoek plaatsgevonden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP5ACPZ01-vg01_0006.png"

De drie behoudenswaardige archeologische vindplaatsen (in rood) en het selectiegebied (in beige).

Er zijn nog geen scheepswrakken bekend, maar die kunnen er wel liggen.

In de Archeologieverordening worden regels gegeven die het bestuur hanteert in de omgang met bekende en verwachte archeologische waarden die zijn aangegeven op de Archeologische Beleidskaart Almere (zie Hoofdstuk 4).