direct naar inhoud van Regels
Plan: Sieradenbuurt en Stripheldenbuurt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP3RT01-vg01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Link naar de toelichting op de 'Inleidende regels'

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Sieradenbuurt en Stripheldenbuurt met identificatienummer NL.IMRO.0034.BP3RT01-vg01 van de gemeente Almere;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aan-huis-verbonden beroep

het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbijbehorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 afhaalpunt

een locatie waar de consument uitsluitend via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren en waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten;

1.7 ambachtelijk bedrijf

bedrijf waarbij het accent ligt op het in handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsmede het verkopen of leveren van goederen, die verband houden met het ambacht als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming;

1.8 archeologisch waardevol terrein

terrein met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang;

1.9 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de voorkomende overblijfselen uit oude tijden;

1.10 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.11 bebouwingspercentage

een in dit plan genoemd percentage dat aangeeft hoeveel van het (bouwvlak van het) desbetreffende bestemmingsvlak ten hoogste mag worden bebouwd;

1.12 bed & breakfast

een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt;

1.13 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren repareren en verhandelen van goederen. Onder bedrijf wordt ook verstaan: bezorgservice, webwinkel, afhaalpunt en andere vergelijkbare bedrijven;

1.14 bedrijfsmatige activiteiten aan huis

het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten met een kleinschalig karakter, die in een gedeelte van een woning of bijbehorende bouwwerken worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.15 bedrijfsvloeroppervlak

de totale vloeroppervlakte van bedrijven, kantoren, winkels en gebouwen die wordt gebruikt voor bedrijfsactiviteiten;

1.16 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw dat kennelijk bestemd is voor een ingevolge de bestemming toegelaten hoofdfunctie, niet zijnde wonen, die bewoond wordt door tenminste één persoon die werkzaam is voor de hoofdfunctie;

1.17 beperkt kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;

1.18 bestaande situatie
  • a. bij bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig zijn, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen;
  • b. bij gebruik: het gebruik van gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
1.19 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.20 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.21 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.22 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.23 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.24 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.25 bouwmarkt

een al dan niet geheel overdekt detailhandelsbedrijf, waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouw- en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden en de ondergeschikte verkoop van tuin gerelateerde artikelen;

1.26 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.27 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.28 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.29 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.30 cafetaria/snackbar/afhaalrestaurant

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het snel verstrekken van etenswaren, al dan niet voor de consumptie ter plaatse en al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije en alcoholhoudende dranken;

1.31 café

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren;

1.32 CROW-kencijfer

de parkeerkencijfers zoals gepubliceerd in de CROW-publicatie 'Kencijfers en verkeersgeneratie' 317, oktober 2012, dan wel een hernieuwde uitgave van deze publicatie;

1.33 cultuur en ontspanning

diverse gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding waaronder ontspanningsvoorzieningen zoals een evenemententerrein of bowlingcentrum en culturele voorzieningen zoals een dansschool, muziekschool, filmhuis en bioscoop, één en ander met uitzondering van seksinrichtingen en detailhandelsbedrijven;

1.34 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt bij dat bouwwerk of gebied;

1.35 dagrecreatief medegebruik

vormen van recreatief medegebruik gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, paardrijden en vissen met de daar bijbehorende voorzieningen zoals een picknickplaats, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen voorziening.

1.36 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, perifere detailhandel, internetwinkel en supermarkt;

1.37 detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit

detailhandel vanuit een bedrijf dat als hoofdfunctie productie of vervaardiging van goederen heeft, waarvan de detailhandelsfunctie gelieerd is aan de hoofdfunctie, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging met een maximum van 100 m² verkoopvloeroppervlak;

1.38 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks al dan niet via een baliefunctie te woord wordt gestaan en geholpen;

1.39 discotheek/bar-dancing/danscafé

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren;

1.40 dove gevel
  • a. een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede;
  • b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidgevoelige ruimte;
1.41 ecologische waarde

waarde betreffende de natuurlijke samenhang tussen organismen en hun milieu;

1.42 eetcafé

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken voor de consumptie ter plaatse en het verstrekken van maaltijden voor de consumptie ter plaatse;

1.43 eigen terrein

een aaneengesloten stuk grond waarover door de gebruiker kan worden beschikt en waarbij het kan gaan om meerdere kadastrale percelen;

1.44 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover een bestemmingsplan van toepassing is de bestemming deze inrichting niet verbiedt;

1.45 erker

een ondergeschikt op de begane grond gelegen uitbouw van één bouwlaag aan de voorgevel van het hoofdgebouw;

1.46 expeditiehof

een gebied dat is bestemd voor laad- en losvoorzieningen ten behoeve van het op de aangrenzende gronden toegelaten gebruik;

1.47 fundering

dat deel van een bouwwerk dat ervoor zorgt dat het eigen gewicht ervan en de daarop uitgeoefende krachten worden overgedragen aan de draagkrachtige ondergrond;

1.48 gebied met mogelijk archeologische waarde

gebied waar naar verwachting terreinen met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang voorkomen, maar waar deze nog niet zijn vastgesteld;

1.49 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.50 geluidsgevoelige objecten

geluidsgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder, te weten:

  • a. woningen;
  • b. andere geluidsgevoelige gebouwen:
    • 1. onderwijsgebouwen;
    • 2. ziekenhuizen;
    • 3. verpleeghuizen;
    • 4. verzorgingstehuizen;
    • 5. psychiatrische inrichtingen;
    • 6. kinderdagverblijven;

de aanwijzing als 'ander geluidsgevoelig gebouw' geldt niet voor de delen van een gebouw die een andere bestemming hebben dan verblijfsruimte;

  • c. geluidsgevoelige terreinen:
    • 1. een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
    • 2. een ligplaats in het water, bestemd om door een woonschip te worden ingenomen;
1.51 gevel

bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak;

1.52 gevellijn

zie begrip voorgevelrooilijn.

1.53 grootschalige detailhandel

een vestiging van detailhandel, met een minimum verkoopvloeroppervlak van 1.000 m2 per vestiging, waarvan uitgezonderd de branches food en warenhuizen en perifere detailhandel;

1.54 hogere waarde

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;

1.55 hoofdgebouw

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.56 horeca

een inrichting, gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten:

  • a. het verstrekken van nachtverblijf;
  • b. het verstrekken of bereiden van drank of etenswaren voor consumptie;
  • c. het exploiteren van zaalaccommodatie;
1.57 hotel

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor consumptie ter plaatse;

1.58 ijssalon

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van consumptie-ijs voor de consumptie ter plaatse;

1.59 internetwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij de consument niet alleen via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren, maar waar ook sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten;

1.60 kampeermiddel
  • a. een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan;
  • b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan;

die worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf en waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;

1.61 kantoor

het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;

1.62 kantoor- en praktijkruimte

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, juridisch, kunstzinnig, medisch, paramedisch, therapeutisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied;

1.63 kelder

een bijzondere bouwlaag waarvan de bovenkant onder het peil is gelegen;

1.64 kringloopwinkel

een vestiging welke bedrijfsmatige activiteiten en detailhandelsactiviteiten verricht, bestaande uit de inzameling "om niet" van een breed assortiment van tweedehands goederen van overwegend particulieren, de eventuele reparatie daarvan en verkoop van deze goederen (waaronder volumineuze) aan hoofdzakelijk particulieren;

1.65 kunstobject

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt als uitingen van één der beeldende kunsten;

1.66 kunstwerk

bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve ten behoeve van civieltechnische of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;

1.67 kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;

1.68 landschappelijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde, wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur;

1.69 lunchroom

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide of bewerkte etenswaren al dan niet voor de consumptie ter plaatse;

1.70 maatschappelijke voorzieningen

(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs en daarmee gelijk te stellen sectoren;

1.71 natuur(lijke) waarde

de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen zowel afzonderlijk als in onderling verband;

1.72 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, apparatuur voor telecommunicatie, voorzieningen voor stadsverwarming, electrische oplaadpunten, zonnecollectoren, zonnepanelen;

1.73 onderbouw

een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1.20 m boven peil is gelegen;

1.74 ondergeschikte detailhandel

detailhandel vanuit een vestiging of voorziening dat een andere hoofdfunctie heeft en waarvan de detailhandelsfunctie gelieerd is aan de hoofdfunctie, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging met een maximum van 100 m² verkoopvloeroppervlak;

1.75 ondergeschikte horeca

een inrichting die gericht is op het verstrekken van dranken of etenswaren en die fungeert als aan een hoofdfunctie ondergeschikte nevenactiviteit, waarbij het vloeroppervlak niet meer dan 20% bedraagt van de hoofdfunctie;

1.76 ondergeschikte workshops

een bijeenkomst of cursus die gegeven wordt in een vestiging/voorziening die een andere hoofdbestemming of functie dan 'bedrijf', 'cultuur en ontspanning', 'sport' of 'maatschappelijk' heeft en waaraan de bijeenkomst of cursus aantoonbaar gelieerd is aan de hoofdfunctie, en de verkeersaantrekkende werking niet die van de hoofdbestemming of functie overstijgt;

1.77 onderheide bebouwing

een bouwwerk waarbij de fundering op heipalen rust;

1.78 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met maximaal één wand (waaronder ook de gevel van een woning) primair bedoeld als overkapping ten behoeve van een woning;

1.79 partycentrum

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het gelegenheid geven voor feesten en party’s, al dan niet met het ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken, etenswaren of maaltijden voor de consumptie ter plaatse;

1.80 peil
  • a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het gemiddelde aangrenzende terrein ter hoogte van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  • c. voor bouwwerken binnen de bestemming 'Verkeer-Railverkeer': de hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf;
  • d. voor een bouwwerk, een vaartuig in het water of soortgelijk object: de waterlijn.
  • e. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkte maaiveld.
1.81 pension

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken aan de logerende gasten;

1.82 perifere detailhandel

een detailhandelsbedrijf te onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair/badkamers en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderdelen en onderhoudsmiddelen;
  • b. meubelbedrijven, woninginrichting en -stoffering;
  • c. tuincentra;
  • d. bouwmarkten;
1.83 permanente bewoning

bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;

1.84 platte afdekking

een (min of meer) horizontaal vlak ter afdekking van een gebouw dat meer dan tweederde van het grondvlak van het gebouw beslaat;

1.85 pleziervaartuig

elk vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor enige vorm van pleziervaart, waterrecreatie of watersport met uitzondering van een zeilplank;

1.86 prostitutie

het zich, tegen vergoeding, beschikbaar stellen voor seksuele handelingen;

1.87 reclameobjecten

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, of onderdelen van bouwwerken ten behoeve van reclamedoeleinden, zoals aankondigingborden, mupi's (reclameborden), billboards, reclame aan lichtmasten, gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen, tweevlaksborden;

1.88 recreatief medegebruik

een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;

1.89 recreatieve voorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding, met uitzondering van seksinrichtingen, detailhandelsbedrijven en horecabedrijven;

1.90 restaurant

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije en alcoholhoudende dranken;

1.91 risicovolle inrichting

een inrichting als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan;

1.92 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke al dan niet besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, dan wel in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, seksclub, privé-huis, erotische massagesalon, raambordeel, of een combinatie daarvan;

1.93 seksshop

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen of leveren van goederen van erotische dan wel pornografische aard;

1.94 sportvoorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen, gericht op sport, zoals een fitnesscentrum of sportveld, niet zijnde recreatieve voorzieningen;

1.95 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;

1.96 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;

1.97 straatmeubilair

kleinschalige bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals verkeergeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, prullenbakken, speeltoestellen en reclameobjecten, alsmede telefooncellen en abri's;

1.98 supermarkt

detailhandel met tenminste 500 m² verkoopvloeroppervlak en een grote verscheidenheid aan artikelen, merendeels levens- en genotmiddelen, waarbij sprake is van zelfbediening door klanten;

1.99 tuinmeubilair

bouwwerken, geplaatst in de tuin of erf behorend bij een woning, zoals pergola's, zonnewijzers, zandbakken, vlaggenmasten, barbecues e.d. en speeltoestellen zoals wipkippen, glijbanen en schommels;

1.100 verblijfsruimte

een verblijfsruimte als bedoeld in het Besluit geluidhinder, te weten:

  • leslokalen en theorielokalen van onderwijsgebouwen;
  • onderzoeks- en behandelingsruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen;
  • onderzoeks-, behandelings-, recreatie-, en conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten van verzorgingshuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven;
  • theorievaklokalen van onderwijsgebouwen;
  • ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede recreatie- en conversatieruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen;
1.101 vergader- en congresfaciliteiten

een gebouw of ruimte in een gebouw voor het als bedrijfsmatige hoofdactiviteit organiseren van vergaderingen en congressen, hoofdzakelijk bij te wonen door externe bezoekers;

1.102 verkoopvloeroppervlak

de voor winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief de etalages en de ruimte achter de toonbank en kassa's;

1.103 voedselbos

een perceel grond dat in de agrarische recreatieve sfeer wordt gebruikt voor het telen van groente of fruit en het kweken van siergewassen, ten behoeve van eigen gebruik;

1.104 voetgangersgebied

een openbaar toegankelijk gebied dat permanent of gedurende bepaalde periode(n) exclusief toegankelijk is voor voetgangers en waar de aanwezigheid van (brom)fiets- en autoverkeer gedurende deze periode(n) ontbreekt of waar dit verkeer het gebied via een afgebakende rijloper met aangepaste snelheid mag passeren;

1.105 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt;

1.106 voorgevelrooilijn

de denkbeeldig doorgetrokken lijn van de voorgevel van een gebouw;

1.107 voorkeursgrenswaarde

de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;

1.108 webwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij er geen sprake is van fysiek klantcontact en verzending van goederen uitsluitend digitaal en per post geschiedt;

1.109 werkruimte van een prostitutiebedrijf

het gedeelte van een prostitutiebedrijf waarin seksuele handelingen feitelijk worden verricht;

1.110 windmolen

een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding;

1.111 winkel

een gebouw, dat een ruimte omvat welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor detailhandel;

1.112 winkelondersteunende horeca

een bedrijf, dat ondersteunend is aan en qua openingstijden in het algemeen vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen en in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken c.q. snel serveren van kleine maaltijden, broodjes, hapjes, ijs, gebak, koffie, thee, frisdranken en zwak alcoholische dranken;

1.113 woning

een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden, dan wel voor een met een huishouden gelijk te stellen minder traditionele woonvorm;

1.114 woonschip

elk vaartuig of drijvend voorwerp, niet zijnde een pleziervaartuig, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning of recreatieverblijf;

1.115 zeer kwetsbaar object

objecten waar groepen personen verblijven met een beperkte zelfredzaamheid, zoals minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, bijvoorbeeld ziekenhuizen en andere zorginstellingen, gebouwen voor onderwijs voor minderjarigen of buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, justitiële inrichtingen en asielzoekerscentra.

1.116 zendmast

bouwwerk, geen gebouw zijnde, die zelfstandig dan wel in onderlinge samenhang met bijbehorende bouwwerken, bedoeld is voor het dragen en laten functioneren van zend- of ontvangstantennes;

1.117 zolder

de bovenste verdieping van een gebouw die is afgedekt met hellende daken;

Artikel 2 Wijze van meten

Link naar de toelichting op de 'Inleidende regels'

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 de hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot en met de (wieken)as van de windturbine.

2.7 de rotordiameter van een kleinschalige windmolen

Voor kleine horizontale as windturbines (HAT) en verticale as windturbines (VAT) is in onderstaande figuur weergegeven hoe de rotordiameter moet worden gemeten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP3RT01-vg01_0001.png"

HAT VAT

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bos

Link naar de toelichting op de bestemming 'Bos'

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos;
  • b. natuurontwikkeling;
  • c. stadslandbouw, educatie en dagrecreatief medegebruik;
  • d. houtteelt en houtproductie;
  • e. water en waterberging;
  • f. opslag voor onderhoud en beheer van het bos;

met de daarbij behorende:

  • g. verhardingen, ruiter-, voet- en fietspaden;
  • h. ontsluitingswegen;
  • i. straatmeubilair;
  • j. kunstwerken en kunstobjecten;
  • k. parkeer-, groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • l. overige functioneel met de bestemming 'Bos' verbonden voorzieningen;

3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken worden gebouwd met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van bouwwerken:

  • a. bouwwerken ten behoeve van opslag voor onderhoud en beheer, stadslandbouw, educatie en dagrecreatief medegebruik: bouwhoogte 4 m, totale oppervlakte alle bouwwerken 100 m²;
  • b. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m²;
  • c. observatiehutten: bouwhoogte 7 m, oppervlakte 20 m²;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • d. erf- en terreinafscheidingen grenzend aan de openbare weg: bouwhoogte 1,5 m;
  • e. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • f. speelvoorzieningen en overig straatmeubilair: bouwhoogte 4,5 m;
  • g. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
  • h. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • i. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • j. kunstwerken: bouwhoogte 15 m;
  • k. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor de opslag van goederen;
  • b. Het bepaalde in lid 3.3 onder a is niet van toepassing op:
    • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming en aanduidingen.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
    • 1. het aanleggen of aanbrengen van oppervlakteverhardingen ten behoeve van parkeren;
    • 2. het aanleggen en verharden van wegen en paden en aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
    • 3. het verlagen van de bodem en afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
    • 4. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
    • 5. het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging van bomen ten gevolge hebben of kunnen hebben;
    • 6. het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 35 cm én met een groter oppervlak dan 50 m2 (archeologie).
  • b. Het in lid a vervatte verbod geldt niet voor:
    • 1. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
    • 2. werken en werkzaamheden waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van de goedkeuring van het plan;
  • c. Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid a zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, die het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.


Artikel 4 Gemengd-1

Link naar de toelichting op de bestemming 'Gemengd-1' (Bedrijventerrein Striptekenaar)

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven behorende tot en met categorie C van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' tevens een benzineservicestation met LPG-installatie inclusief ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca tot een maximaal gezamenlijk verkoopvloeroppervlak van 100 m² en een wasstraat;
  • c. kantoor met dien verstande dat:
    • 1. per bedrijf ten hoogste 50% van het bedrijfsvloeroppervlak mag worden gebruikt ten behoeve van bij het bedrijf behorende, niet-zelfstandige, kantooractiviteiten;
    • 2. per kavel de maximale oppervlakte van zelfstandige kantoren niet meer dan 1.500 m² bedrijfsvloeroppervlak bedraagt;
    • 3. maximaal 25% van het totale bebouwd gebied van de bestemming ten behoeve van zelfstandige kantoren mag worden gebruikt.
  • d. cultuur en ontspanning, behorende tot en met categorie C van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • e. recreatie, behorende tot en met categorie C van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • f. sport, behorende tot en met categorie C van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • g. maatschappelijk, behorende tot en met categorie C van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging en voor zover deze niet geluidsgevoelig zijn als bedoeld in de Wet geluidhinder;
  • h. ondergeschikte horeca, behorende tot categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • i. ondergeschikte workshops;
  • j. detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit en ondergeschikte detailhandel;
  • k. detailhandel in ABC goederen en kringloopwinkels;
  • l. opslag, herverpakking of verkoop van consumentenvuurwerk tot maximaal 10.000 kg per vestiging is toegestaan, indien de veiligheidsafstanden zoals bedoeld in artikel 1.2 en 1.3 van bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit worden aangehouden ten opzichte van een beperkt kwetsbaar object of kwetsbaar object en een geprojecteerd beperkt kwetsbaar of kwetsbaar object als bedoeld in het Vuurwerkbesluit en deze veiligheidsafstanden op het eigen terrein worden gerealiseerd;

met de daarbij behorende:

  • m. erven;
  • n. verkeers- en verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
  • o. straatmeubilair en reclameobjecten;
  • p. groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen,
  • q. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • r. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, niet zijn toegestaan;
  • s. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;

onder de voorwaarde dat:

  • t. op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst met parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • u. de in lid t bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximaal bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage per bouwperceel in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • c. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
  • d. licht- en vlaggenmasten, masten voor beveiliging: bouwhoogte 9 m;
  • e. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • f. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • g. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • h. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • i. zonnecollectoren en zonnepanelen: bouwhoogte 4m bij een dakopstelling en 15m bij een grondopstelling;
  • j. luifels: de bouwhoogte van het bijbehorende gebouw;
  • k. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2 onder e (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 m, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de nabijgelegen gronden.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1 om bedrijven en/of voorzieningen toe te laten uit één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten ) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 4.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging. Deze regel is niet van toepassing op horeca.
  • b. lid 4.1 onder t:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 3 Lijst met parkeernormen indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • c. lid 4.1 onder u ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.

Artikel 5 Gemengd-2

Link naar de toelichting op de bestemming 'Gemengd-2' (Bedrijfsunits en voorzieningenclusters)

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende:

  • k. erven;
  • l. verkeers- en verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
  • m. terrassen, uitstallingen en standplaatsen;
  • n. straatmeubilair en reclameobjecten;
  • o. sport- en speelvoorzieningen;
  • p. groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • q. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • r. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • s. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • t. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk is niet toegestaan;
  • u. de (gevel)belasting van nieuwe geluidsgevoelige objecten, genoemd in lid 5.1, mag niet meer bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeurswaarde volgens de Wet geluidhinder dan wel een vastgestelde hogere waarde en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 4.

onder de voorwaarde dat:

  • v. een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van bouwwerken en gronden slechts wordt verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst met parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • w. de in lid v bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak, voor zover op de verbeelding ter plaatse een bouwvlak is aangegeven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • d. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1 m;
  • e. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • f. licht- en vlaggenmasten, masten voor beveiliging: bouwhoogte 9 m;
  • g. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • h. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • i. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • j. vrijstaande reclameobjecten: maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • k. straatmeubilair en sport- en speelvoorzieningen: bouwhoogte 6 m;
  • l. zonnecollectoren en zonnepanelen: bouwhoogte 4 m bij een dakopstelling en 15 m bij een grondopstelling;
  • m. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

5.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van:
    • 1. seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;
    • 2. perifere detailhandel.
  • b. Voor het uitoefenen van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis gelden de volgende regels:
    • 1. tot maximaal 33% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt.
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² vloeroppervlak met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig de parkeerregeling in lid 5.1 onder v en w;
    • 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van bed & breakfast;
    • 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend met dien verstande dat er maximaal één extra fte in dienstverband is toegestaan;
    • 6. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 5.1 om bedrijven en/of voorzieningen toe te laten uit één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten ) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 5.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. van het bepaalde in lid 5.1 om horecafuncties toe te laten van categorie 3 uit de Staat van Horeca-activiteiten of die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, mits dit naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) niet leidt tot onevenredige hinder of belemmeringen voor omliggende functies die volgens de bestemmingsomschrijving zijn toegelaten;
  • c. lid 5.1 onder v mits:
    • 1. uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 3 Lijst met parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • d. lid 5.1 onder w ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
  • e. van het bepaalde in lid 5.3 onder b, onverminderd het overige bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 6 Gemengd-3

Link naar de toelichting op de bestemming 'Gemengd-3' (ontwikkellocaties Stripmaker en Sieradenbuurt)

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen met de daar bijbehorende ondergeschikte horeca, ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte workshops;
  • b. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;

met de daarbij behorende:

  • c. erven;
  • d. verkeers- en verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
  • e. straatmeubilair en reclameobjecten;
  • f. groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen,
  • g. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • h. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in dit lid 6.1 mag niet meer bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel de vastgestelde hogere waarde en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 4 Eisen Wet geluidhinder.

onder de voorwaarde dat:

  • i. een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van bouwwerken en gronden slechts wordt verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Lijst met parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • j. de in lid i bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

6.2 Bouwregels

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • b. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'afwijkende bouwhoogte' mag in afwijking van het bepaalde in lid 6.2 onder a op maximaal 10% van het bestemmingsvlak de bouwhoogte 16 m bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken:

  • d. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot van 60 m², met dien verstande dat in ieder geval 20 m² is toegestaan;
  • e. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 4 m;
  • f. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot 5 m;
  • g. in afwijking van de onder f bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1,5 en maximaal 1,8 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
  • h. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • i. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
  • j. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    • 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
  • k. licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • l. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • m. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • n. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • o. vrijstaande reclameobjecten: maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • p. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.

6.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel.
  • b. Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 33% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² vloeroppervlak met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 6.1 onder i en j;
    • 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van bed & breakfast;
    • 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
    • 6. catering, seksinrichting en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

6.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 6.1 lid i mits:
    • 1. uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 3 Lijst met parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte;
  • b. het bepaalde in lid 6.1 onder j ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
  • c. van het bepaalde in lid 6.3 lid b, onverminderd het overige bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 7 Groen

Link naar de toelichting op de bestemming 'Groen'

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. water en waterberging;
  • c. recreatief medegebruik;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'zend- en ontvangstinstallatie' ook voor een zendmast;

met de daarbij behorende:

  • e. verhardingen, ruiter-, voet- en fietspaden;
  • f. bermen en bermsloten;
  • g. sport- en speelvoorzieningen;
  • h. jongerenontmoetingsplaatsen;
  • i. kunstwerken en kunstobjecten;
  • j. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • k. geluidwerende voorzieningen;
  • l. overige functioneel met de bestemming 'Groen' verbonden voorzieningen.

7.2 Bouwregels

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van bouwwerken:

  • a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m²;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • b. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
  • c. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    • 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
  • d. kunstwerken, speel- en sportvoorzieningen, straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • e. kunstobjecten: bouwhoogte 10 m, oppervlakte 10 m2;
  • f. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'zend- en ontvangstinstallatie': bouwhoogte 37,5 m;
  • h. licht- en vlaggenmasten en masten voor beveiliging: bouwhoogte 9 m;
  • i. geluidswal en -scherm: bouwhoogte 8 m;
  • j. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

7.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2:

  • a. onder a voor een gebouw ten behoeve van nutsvoorzieningen tot maximaal 5 m hoog en met een oppervlakte tot maximaal 50 m², mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt als ook uit oogpunt van het woon- en leefklimaat in de directe woonomgeving aanvaardbaar is.
  • b. voor bouwwerken ten behoeve van een jongerenontmoetingsplaats met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van een gebouw of overkapping mag maximaal 3,5 m bedragen;
    • 2. de oppervlakte van een gebouw of overkapping mag maximaal 15 m² bedragen;
    • 3. de afstand tussen een gebouw of overkapping en woonbebouwing moet minimaal 50 m bedragen;
    • 4. binnen een jongerenontmoetingsplaats zijn maximaal één gebouw en maximaal 3 overkappingen toegestaan;
    • 5. de plaats moet uit oogpunt van sociale veiligheid een open karakter hebben.
  • c. onder f (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de nabijgelegen gronden.

7.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de gronden te gebruiken voor de opslag van goederen:
  • b. Het bepaalde in lid 7.4 onder a is niet van toepassing op:
    • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming en aanduidingen.

Artikel 8 Maatschappelijk

Link naar de toelichting op de bestemming 'Maatschappelijk'

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende:

  • f. parkeervoorzieningen, toegangspaden, in- en uitritten en reclameobjecten;
  • g. sport- en speelvoorzieningen;
  • h. groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • i. overige functioneel met de bestemming 'Maatschappelijk' verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • j. de (gevel)belasting van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in dit lid 8.1 en zoals gedefinieerd volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder), mag niet meer bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel de toe te kennen hogere waarde;

onder de voorwaarde dat:

  • k. een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van bouwwerken en gronden slechts wordt verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst met parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • l. de in lid k bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

8.2 Bouwregels

Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak, voor zover ter plaatse op de verbeelding een bouwvlak is aangegeven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • d. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1 m;
  • e. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    • 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
  • f. licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • g. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • h. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • i. straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • j. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • k. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • l. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

8.3 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' wordt het gebruik van ruimten in de woning (het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. tot 33% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
  • b. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² vloeroppervlak met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
  • c. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 8.1 onder k en l;
  • d. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van bed & breakfast;
  • e. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
  • f. catering, seksinrichting en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

8.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 8.1 lid k mits:
    • 1. uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 3 Lijst met parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte;
  • b. het bepaalde in lid 8.1 onder l ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
  • c. van het bepaalde in lid 8.3, onverminderd het overige bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 9 Tuin

Link naar de toelichting op de bestemming 'Tuin'

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuin, behorend bij de hoofdgebouwen die op basis van de aangrenzende bestemming mogelijk zijn;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' ook voor bijbehorende bouwwerken;

met de daarbij behorende:

  • c. parkeervoorzieningen, toegangspaden, in- en uitritten;
  • d. groenvoorzieningen en water;
  • e. overige functioneel met de bestemming 'Tuin' verbonden voorzieningen.

9.2 Bouwregels

Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van deze bestemming, bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven maximale bouwhoogte;
  • b. erf-en terreinafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 2 m;
  • d. op de in lid 9.1 bedoelde gronden zijn ook trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, entreeportalen, overstekken en andere bouwonderdelen behorende tot een woning of ander gebouw ten behoeve van een aangrenzende bestemming toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de diepte (buitenwerks gemeten) 1 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte 0,25 m bedraagt boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen niet daaronder begrepen, een en ander tot een maximale hoogte van 5 m;
    • 3. de breedte van het te bouwen bouwonderdeel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de bestaande voorgevel. Dit geldt niet voor galerijen, hellingbanen, funderingen en overstekken;
    • 4. maximaal één erker per woning is toegestaan.

9.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.2 ten behoeve van een overkapping met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m².

Artikel 10 Verkeer

Link naar de toelichting op de bestemming 'Verkeer'

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. (spoor)wegen, busbanen, fiets- en voetpaden;
  • b. parkeervoorzieningen en haltevoorzieningen;
  • c. groen-, nuts- en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende

  • d. bermen en bermsloten;
  • e. water en waterberging;
  • f. straatmeubilair, geluidwerende voorzieningen en reclameobjecten;
  • g. kunstobjecten, kunstwerken;
  • h. overige functioneel met de bestemming 'Verkeer' verbonden voorzieningen.

10.2 Bouwregels

Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van bouwwerken:

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • b. erf- en terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1,5 m;
  • c. overige erf- en terrasafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • d. lichtmasten, bewegwijzeringsportalen en verkeerslichten: bouwhoogte 9 m;
  • e. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuur: bouwhoogte 15 m;
  • f. straatmeubilair, speel- en sportvoorzieningen: bouwhoogte 6 m;
  • g. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
  • h. geluidwerende voorzieningen: bouwhoogte 6 m;
  • i. kunstwerken: bouwhoogte 5 m met dien verstande dat de bouwhoogte van een brug 10 m mag bedragen;
  • j. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van een hoofdgebouw;
  • k. vrijstaande reclameobjecten: maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • l. geluidwerende voorzieningen: bouwhoogte 6 m;
  • m. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

10.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.2 onder e (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 m, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de nabijgelegen gronden.

Artikel 11 Verkeer - Railverkeer

Link naar de toelichting op de bestemming 'Verkeer-railverkeer'

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegen, wegen, busbanen, fiets- en voetpaden;
  • b. kunstwerken, kunstobjecten, parkeerplaatsen, geluidwerende voorzieningen, reclameobjecten, lichtmasten, water, bermen en beplantingen;
  • c. overige functioneel met de bestemming 'Verkeer - Railverkeer' verbonden voorzieningen.

11.2 Bouwregels

Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van bouwwerken:

  • a. nutsvoorzieningen: bouwhoogte 5m, oppervlakte 150 m²;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • b. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
  • c. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuur: bouwhoogte 15 m;
  • d. kunstwerken: bouwhoogte 10 m;
  • e. geluidwerende voorzieningen: bouwhoogte 6 m;
  • f. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van het railverkeer: 10 m, gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaaf ;
  • g. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • h. vrijstaande reclameobjecten : bouwhoogte 15 m;
  • i. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Artikel 12 Verkeer - Verblijfsgebied

Link naar de toelichting op de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing, bepaald door en gericht op de aangrenzende bestemmingen;
  • b. fiets- en voetpaden;
  • c. parkeervoorzieningen, haltevoorzieningen, fietsenstallingen;
  • d. groen-, nuts- en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • e. bermen en bermsloten;
  • f. water en waterberging;
  • g. kunstobjecten en kunstwerken;
  • h. voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, straatmeubilair, geluidwerende voorzieningen en reclameobjecten;
  • i. jongerenontmoetingsplaatsen;
  • j. sport- en speelvoorzieningen;
  • k. terrassen en standplaatsen;
  • l. overige functioneel met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' verbonden voorzieningen.

12.2 Bouwregels

Op de in lid bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van bouwwerken:

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • b. erf-, terrein- en terrasafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
  • c. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    • 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
  • d. lichtmasten, bewegwijzeringsportalen en verkeerslichten: bouwhoogte 9 m;
  • e. kunstwerken: bouwhoogte 5 m met dien verstande dat de bouwhoogte van een brug 10 m mag bedragen;
  • f. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuur: bouwhoogte 15 m;
  • g. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
  • h. speel- en sportvoorzieningen: bouwhoogte 5 m;
  • i. straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • j. geluidwerende voorzieningen: bouwhoogte 6 m;
  • k. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van een hoofdgebouw;
  • l. vrijstaande reclameobjecten: maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • m. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

12.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.2:

  • a. onder a voor bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen tot maximaal 5 m hoog en met een oppervlakte tot maximaal 50 m2, mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt als ook uit oogpunt van het woongenot in de directe woonomgeving aanvaardbaar is;
  • b. voor bouwwerken ten behoeve van een jongerenontmoetingsplaats met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van een gebouw of overkapping mag maximaal 3,5 m bedragen;
    • 2. de oppervlakte van een gebouw of overkapping mag maximaal 15 m² bedragen;
    • 3. de afstand tussen een gebouw of overkapping n woonbebouwing moet minimaal 50 m bedragen;
    • 4. binnen een jongerenontmoetingsplaats zijn maximaal één gebouw en maximaal 3 overkappingen toegestaan;
    • 5. de plaats moet uit oogpunt van sociale veiligheid een open karakter hebben;
  • c. onder f (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 m, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de nabijgelegen gronden.

 

Artikel 13 Water

Link naar de toelichting op de bestemming 'Water'

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water, watergangen, vijvers, sloten, oevers en oeverbeschoeiing;
  • b. waterafvoer en waterberging;
  • c. verkeer en vervoer over water;
  • d. recreatief medegebruik;
  • e. waterbouwkundige en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • g. kunstwerken, zoals bruggen, sluizen, keermuren, duikers, (aanleg)steigers, taluds, welke mede ten dienste mogen zijn van de aangrenzende bestemming;
  • h. terrassen en aanlegsteigers;
  • i. (natuurlijke) oevers;
  • j. straatmeubilair en kunstobjecten;
  • k. voet- en fietspaden;
  • l. groenvoorzieningen;
  • m. overige functioneel met de bestemming 'Water' verbonden voorzieningen;

13.2 Bouwregels

Op de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 1,2 m;
  • b. kunstobjecten: bouwhoogte 3 m.
  • c. licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • d. kunstwerken: bouwhoogte 5 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van een brug 10 m mag bedragen;
  • e. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

13.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van ligplaatsen voor (woon)schepen.

 

Artikel 14 Wonen - 1

Link naar de toelichting op de bestemming 'Wonen - 1'

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' ook als onderdoorgang voor verkeer;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' uitsluitend bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan;

met de daarbij behorende:

  • d. erven;
  • e. aanlegsteigers en ligplaatsen;
  • f. groenvoorzieningen en water;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. toegangspaden, in- en uitritten;
  • i. overige functioneel met het wonen verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • j. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in dit lid 14.1 en zoals gedefinieerd volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder), niet meer mag bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel een vastgestelde hogere waarde;

onder de voorwaarde dat:

  • k. een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van bouwwerken en gronden slechts wordt verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst met parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • l. de in lid k bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

14.2 Bouwregels

Op de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen (hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken):

  • a. uitsluitend in of op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd mag worden, dan wel op een afstand van minimaal 1 m van die zijdelingse perceelsgrens;

ten aanzien van hoofdgebouwen:

  • b. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' de voorgeschreven goothoogte in acht dient te worden genomen;
  • e. ten aanzien van de aanduiding 'onderdoorgang' een open ruimte met een hoogte van minimaal 3 m wordt aangehouden;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken:

  • f. per bouwperceel ten hoogste 50% van de buiten het bouwvlak gelegen gronden mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m2, met dien verstande dat in ieder geval 20 m2 is toegestaan;
  • g. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, gemeten vanuit de bouwgrens, niet meer mag bedragen dan 4 m;
  • h. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 0,30 meter boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot een maximum van 5 m;
  • i. in afwijking van de onder h bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1,50 en maximaal 1,80 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
  • j. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen in afwijking van het bepaalde in lid 14.2 onder f tot en met j bijbehorende bouwwerken worden gebouwd met een bouwhoogte van 3 m;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • l. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'zonder gebouwen' geen gebouwen zijn toegestaan, maar uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • m. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
  • n. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    • 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
  • o. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 meter.

14.3 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten aan huis wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. tot 33% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
  • b. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² verkoopvloeroppervlak met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
  • c. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig de parkeerregeling in lid 14.1 lid k en l;
  • d. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van bed & breakfast;
  • e. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
  • f. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

14.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 14.1 onder k:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 3 Lijst met parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • b. lid 14.1 onder l ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
  • c. lid 14.3, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 15 Wonen - 2

Link naar de toelichting op de bestemming 'Wonen - 2'

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten aan huis;

met de daarbij behorende:

  • b. erven;
  • c. aanlegsteigers en ligplaatsen;
  • d. groenvoorzieningen en water;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. toegangspaden, in- en uitritten en
  • g. overige functioneel met het wonen verbonden voorzieningen.

een en ander met dien verstande dat:

  • h. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in dit lid 15.1 en zoals gedefinieerd volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder), niet meer mag bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel een vastgestelde hogere waarde;

onder de voorwaarde dat:

waarbij:

  • j. de in lid i bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

15.2 Bouwregels

Op de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen (hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken):

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • b. per bouwperceel is ten hoogste één hoofdgebouw toegestaan;
  • c. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak, voor zover ter plaatse op de verbeelding een bouwvlak is aangegeven;
  • d. per bouwperceel ten hoogste 50% van de gronden mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven;
  • e. hoofdgebouwen, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, vrijstaand dienen te worden gebouwd;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder e:
    • 1. ter plaatse van de bouwaanduiding 'twee-aaneen' mag het hoofdgebouw inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken aan één zijde tot aan of op de zijerfscheiding worden gebouwd, eventueel ook aan een ander hoofdgebouw of daaraan gebouwde bijbehorende bouwwerken;
    • 2. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'sba-1' mag het hoofdgebouw inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken vrijstaand, twee-aaneen of aaneen worden gebouwd;
  • g. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken is 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen niet daaronder begrepen, een en ander tot een bouwhoogte van 5 m;
  • h. in afwijking van de onder g bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1.50 en maximaal 1.80 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
  • i. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • j. de afstand van bijbehorende bouwwerken tot de voorgevel(lijn) van het hoofdgebouw minimaal 1 m bedraagt;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • k. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
  • l. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    • 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
  • m. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

15.3 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. tot 33% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
  • b. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² verkoopvloeroppervlak met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
  • c. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig de parkeerregeling in lid 15.1 lid i en j;
  • d. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van bed & breakfast;
  • e. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
  • f. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

15.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 15.1 onder i:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 3 Lijst met parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • b. lid 15.1 onder j ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
  • c. lid 15.3, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 16 Waarde - Archeologie 1

Link naar de toelichting op de bestemming 'Waarde - Archeologie 1'

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de ter plaatse te verwachten archeologische waarden op een diepte vanaf 150 cm onder maaiveld.

16.2 Bouwregels
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' bouwwerken te bouwen.
  • b. Het in lid a bedoelde verbod is niet van toepassing op:
    • 1. die delen van de gronden die reeds bebouwd zijn of anderszins verstoord zijn of zijn geweest;
    • 2. bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte kleiner dan 500 m².
  • c. Een uitzondering op het verbod, zoals bedoeld in lid 16.2, sub b onder 2, is niet van toepassing als gedurende de periode van 36 maanden voor verstrekking van de omgevingsvergunning een uitzondering op het verbod in lid 16.2, sub b onder 2, van toepassing is geweest op bouw- en aanlegactiviteiten zoals genoemd in lid 16.4 sub a in terreinen op een afstand van minder dan 50 m van het onderhavige terrein, voor zover de voorgenomen activiteiten in het onderhavige terrein een oppervlakte hebben van meer dan 100 m2.

16.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 16.2 bedoelde verbod voor bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte groter dan 500 m².
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a zal alleen worden verleend, indien op basis van archeologisch onderzoek, als bedoeld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de afwijking te stellen kwalificaties en eisen.

16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het verlagen van de bodem, het uitvoeren van grondwerkzaamheden of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning nodig is;
    • 2. het ophogen van de bodem met meer dan 50 cm;
    • 3. het aanleggen van bos of boomgaard bestaande uit meer dan 10 bomen;
    • 4. het verlagen van het waterpeil;
    • 5. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverharding;
    • 6. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 7. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
    • 8. alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden kunnen aantasten en die niet aan te merken zijn als het normale gebruik van het terrein.
  • b. Het verbod als bedoeld in lid 16.4 onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud van de gronden betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen of voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden;
    • 4. betrekking hebben op een oppervlakte kleiner dan 100 m²;
    • 5. worden uitgevoerd in het kader van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zal alleen worden verleend, indien op basis van archeologisch onderzoek, als bedoeld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • d. Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden gekoppeld:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
    • 4. De voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

16.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat:

  • a. de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' wordt verwijderd, indien er op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, geen archeologische waarden zijn vastgesteld;
  • b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' wordt veranderd in de bestemming 'Waarde archeologie 5 (zie Bijlage 5 van de regels) voor gronden, waar door middel van archeologisch onderzoek dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie een of meer archeologisch waardevolle terreinen zijn vastgesteld.

Artikel 17 Waarde - Archeologie 4

Link naar de toelichting op de bestemming 'Waarde - Archeologie 4'

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de ter plaatse te verwachten archeologische waarden op een diepte vanaf 50 cm onder maaiveld.

17.2 Bouwregels
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' bouwwerken te bouwen.
  • b. Het in lid a bedoelde verbod is niet van toepassing op:
    • 1. die delen van de gronden die reeds bebouwd of anderszins verstoord zijn of zijn geweest;
    • 2. bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte kleiner dan 100 m².
  • c. Een uitzondering op het verbod, zoals bedoeld in lid 17.2, sub b onder 2, is niet van toepassing als gedurende de periode van 36 maanden voor verstrekking van de omgevingsvergunning een uitzondering op het verbod in lid 17.2, sub b onder 2, van toepassing is geweest op bouw- en aanlegactiviteiten zoals genoemd in lid 17.4 sub a in terreinen op een afstand van minder dan 50 m van het onderhavige terrein, voor zover de voorgenomen activiteiten in het onderhavige terrein een oppervlakte hebben van meer dan 100 m2.

17.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 17.2 bedoelde verbod voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte groter dan 100 m².
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a zal alleen worden verleend, indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de afwijking te stellen kwalificaties en eisen.

17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het verlagen van de bodem, het uitvoeren van grondwerkzaamheden of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning nodig is;
    • 2. het ophogen van de bodem met meer dan 50 cm;
    • 3. het aanleggen van bos of boomgaard bestaande uit meer dan 10 bomen;
    • 4. het verlagen van het waterpeil;
    • 5. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverharding;
    • 6. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 7. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
    • 8. alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden kunnen aantasten en die niet aan te merken zijn als het normale gebruik van het terrein.
  • b. Het verbod als bedoeld in lid 17.4 onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud van de gronden betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen of voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden;
    • 4. betrekking hebben op een oppervlakte kleiner dan 500 m²;
    • 5. worden uitgevoerd in het kader van archeologisch onderzoek, als bedoeld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zal alleen worden verleend, indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • d. Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden gekoppeld:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

17.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat:

  • a. de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' wordt verwijderd, indien er op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie geen archeologische waarden zijn vastgesteld;
  • b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' wordt veranderd in de bestemming 'Waarde archeologie 5' voor gronden waar door middel van archeologisch onderzoek dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie een of meer archeologisch waardevolle terreinen zijn vastgesteld.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 18 Anti-dubbeltelregel

Link naar de toelichting op de Algemene regels

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 19 Algemene bouwregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

19.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen / bouwgrenzen

De bestemmingsgrenzen en bouwgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door tot gebouwen
behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, serres, entreeportalen, veranda's, overstekken, luifels en afdaken en andere ondergeschikte onderdelen van
gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 3 m bedraagt, met dien verstande dat:

  • a. voor stoepen, stoeptreden, galerijen, hellingbanen, funderingen, luifels, afdaken en overstekken
    overschrijding over de volledige gevelbreedte is toegestaan;
  • b. voor overige overschrijdingen geldt een maximum van 50% van de gevelbreedte.

Dit artikel is niet van toepassing, indien het de bestemming 'Tuin' betreft.

19.2 Ondergeschikte bouwonderdelen op daken van gebouwen

Bouwwerken op het dak van een gebouw, zoals installatiecontainers, centrale verwarmings- en luchtbehandelinginstallaties, liftschachten, hekwerken, zonnepanelen, zonnecollectoren, masten en bouwwerken om installaties uit het zicht te houden, worden, als zijnde ondergeschikt, niet meegerekend bij de bepaling van de hoogte van het gebouw, mits:

  • a. de hoogte van de bouwwerken vanaf het dak gemeten maximaal 3,5 m bedraagt, en
  • b. de oppervlakte van deze bouwwerken maximaal 1/3 bedraagt van het grondoppervlak van het gebouw.


Artikel 20 Algemene gebruiksregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

20.1 Laserstraalvrij gebied
  • a. Op de gronden gelegen binnen dit gebied is een bestemming voor of een gebruik door een laserstraal die de vliegveiligheid kan verstoren niet toegestaan.
  • b. Het eerste lid geldt niet voor zover de bestemming of het gebruik rechtmatig was op de dag vóór het tijdstip van inwerkingtreding van het Luchthavenbesluit Lelystad.

Artikel 21 Algemene aanduidingsregels

21.1 Veiligheidszones - vervoer gevaarlijke stoffen

Link naar de toelichting op de Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 1

21.1.1 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 1
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 1' zijn nieuwe en is uitbreiding van kwetsbare objecten en/ of beperkt kwetsbare objecten niet toegestaan;
  • b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 21.1.1 onder a om nieuwe en uitbreiding van beperkt kwetsbare objecten toe te staan, mits:
    • 1. er sprake is van gewichtige redenen op grond van de goede ruimtelijke ordening, het vervoer of de economie die dit rechtvaardigen;
    • 2. de invloed op het groepsrisico, de hulpverlening en het plasbrandaandachtsgebied voldoende is gemotiveerd conform de motiveringseisen van de artikelen 7, 8 en 9 van het Besluit externe veiligheid transportroutes.

Link naar de toelichting op de Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2

21.1.2 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2' zijn nieuwe en is uitbreiding van kwetsbare objecten en/ of beperkt kwetsbare objecten niet toegestaan;
  • b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 21.1.2 onder a om nieuwe en uitbreiding van kwetsbare objecten en/ of beperkt kwetsbare objecten toe te staan, mits:
    • 1. ingeval van een zeer kwetsbaar object: indien maatregelen worden getroffen aan de bronkant of aan de ontvangende kant, waardoor de kans op een ongewoon voorval of op het overlijden van een persoon als rechtstreeks gevolg van zo'n voorval verwaarloosbaar klein is;
    • 2. in de motivering in ieder geval wordt ingegaan op de mogelijke gevolgen van een ongeval met brandbare vloeistoffen;
    • 3. de invloed op het groepsrisico, de hulpverlening en het plasbrandaandachtsgebied voldoende is gemotiveerd conform de motiveringseisen van de artikelen 7, 8 en 9 van het Besluit externe veiligheid transportroutes.
21.1.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat de aanduiding(en) 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 1' en/ of 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2' worden gewijzigd of verwijderd, indien nieuwe technische inzichten, de verandering van wetgeving of nieuwe rekenmodellen daar aanleiding toe geven en/ of het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor ter plaatse is gewijzigd of beëindigd.

21.2 Veiligheidszones LPG

Link naar de toelichting op de veiligheidszone LPG

21.2.1 Veiligheidszone - LPG

Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - LPG' zijn nieuwe en is uitbreiding van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten niet toegestaan.

21.2.2 Veiligheidszone - effectafstand fakkelbrand
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - effectafstand fakkelbrand'' zijn nieuwe en is uitbreiding van kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten niet toegestaan;
  • b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 21.2.2 onder b om nieuwe kwetsbare of beperkte kwetsbare objecten toe te staan onder de volgende voorwaarden:
    • 1. dit wordt onderbouwd met veiligheidsgeoriënteerde argumenten, waarbij slachtoffers als gevolg van een fakkelbrand worden voorkomen. Deze argumenten zijn gericht op het behoud van de veiligheid en kunnen betrekking hebben op het gebruik dat van een object gemaakt wordt;
    • 2. het slim positioneren van vluchtwegen in gebouwen en in de omgeving van gebouwen om zo de vluchtmogelijkheden optimaal te faciliteren;
    • 3. een gedegen risicocommunicatie en snelle alarmering is verzekerd.
21.2.3 Veiligheidszone - effectafstand Bleve
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - effectafstand Bleve' zijn nieuwe en is uitbreiding van zeer kwetsbaar objecten niet toegestaan.
  • b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 21.2.3 onder a om nieuwe en uitbreiding van zeer kwetsbaar objecten toe te staan, mits:
    • 1. dit wordt onderbouwd met veiligheidsgeoriënteerde argumenten, waarbij slachtoffers als gevolg van een Bleve worden voorkomen. De argumenten zijn gericht op het behoud van de veiligheid en kunnen betrekking hebben op het gebruik dat van een object wordt gemaakt;
    • 2. het slim positioneren van vluchtwegen in gebouwen en in de omgeving van gebouwen om zo de vluchtmogelijkheden optimaal te faciliteren;
    • 3. een gedegen risicocommunicatie en snelle alarmering is verzekerd.
21.2.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat de aanduidingen 'Veiligheidszone - LPG, Veiligheidszone - effectafstand fakkelbrand en/ of Veiligheidszone - effectafstand Bleve' worden gewijzigd of verwijderd, indien nieuwe technische inzichten, de verandering van wetgeving of nieuwe rekenmodellen daar aanleiding toe geven en/ of het LPG-benzinestation ter plaatse is gewijzigd of beëindigd.

Artikel 22 Algemene afwijkingsregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

22.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 terzake reeds kan worden afgeweken - voor:

  • a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10% met dien verstande dat dit niet geldt voor de verkoopvloeroppervlakte van een supermarkt;
  • b. overschrijding van bouwgrenzen niet zijnde bestemmingsgrenzen, voorzover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3.00 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  • c. het oprichten van ondergrondse pompgemalen ten behoeve van riooltransportleidingen;
  • d. het bouwen van gebouwen voor nutsvoorzieningen met een lagere bouwhoogte of een lager bebouwingspercentage dan op grond van de bepalingen van het plan minimaal is voorgeschreven;
  • e. kleinschalige windmolens op of aan een hoofdgebouw, mits:
    • 1. de toegestane bouwhoogte voor hoofdgebouw met maximaal 3 meter wordt overschreden;
    • 2. de rotordiameter maximaal 2 m bedraagt.
22.2 Voorwaarden voor de afwijking

Er wordt niet afgeweken van de bepalingen van het plan, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 23 Algemene wijzigingsregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

23.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen, voorzover zulks van belang is voor een bouwkundige dan wel stedenbouwkundige betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein waarbij het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden vergroot.

23.2 Lijst van Parkeernormen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om Bijlage 3 Lijst met parkeernormen te wijzigen in die zin dat:

  • a. functies met de daarbij behorende parkeernomen kunnen worden gewijzigd, indien nieuwe ontwikkelingen of wet- en regelgeving daartoe aanleiding geven;
  • b. nieuwe functies met de daarbij behorende parkeernormen kunnen worden toegevoegd.

23.3 Staat van bedrijfsactiviteiten-functiemenging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging' te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven daartoe aanleiding geeft.

23.4 Staat van horeca-activiteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de 'Staat van Horeca-activiteiten' te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van horeca kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de omgevingsbelasting van de desbetreffende typen van horecafuncties daartoe aanleiding geeft.

Artikel 24 Overige regels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

24.1 Overige regelingen en verordeningen

Indien in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen of verordeningen, dienen deze te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan, tenzij anders bepaald.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Link naar de toelichting op de Overgangs- en slotregels

Artikel 25 Overgangsrecht

25.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

25.2 Afwijking overgangsrecht bouwwerken

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 25.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

25.3 Uitzondering overgangsrecht bouwwerken

Lid 25.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

25.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

25.5 Ander strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 25.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

25.6 Onderbreken gebruik onder overgangsrecht

Indien het gebruik, bedoeld in lid 25.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

25.7 Uitzondering overgangsrecht gebruik

Lid 25.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 26 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Sieradenbuurt en Stripheldenbuurt.

vastgesteld door de raad van de gemeente Almere op

de griffier, de voorzitter.

 

Bijlagen

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging

(VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering 2009; lijst SvB - Functiemenging)

SBI-1993   SBI-2008    nr.   OMSCHRIJVING    categorie  
01   01   -   LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW      
014   016   0   Dienstverlening t.b.v. de landbouw:      
014   016   2   - algemeen (o.a. loonbedrijven), b.o < 500 m²   B  
014   016   4   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven, b.o. < 500 m²   B  
0142   0162     KI-stations   B  
15   10, 11   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN      
151   101, 102   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:      
151   101   6   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m²   B  
1552   1052   2   Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m²   B  
1581   1071   1   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, charge-ovens, v.c.< 7.500 kg meel/week   B  
1584   10821   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:      
1584   10821   3   - Cacao- en chocoladefabrieken- vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 200 m²   B  
1584   10821   6   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m²   B  
1593 t/m 1595   1102 t/m 1104     Vervaardiging van wijn, cider e.d.   B  
17   13   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL      
174, 175   139     Vervaardiging van textielwaren   B  
176, 177   139, 143     Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   B  
18   14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT      
181   141     Vervaardiging kleding van leer   B  
182   141     Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)   C  
20   16   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.      
203, 204, 205   162   1   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   B  
205   162902     Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken   B  
22   58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA      
221   581     Uitgeverijen (kantoren)   A  
2222.6   18129     Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   B  
2223   1814   A   Grafische afwerking   A  
2223   1814   B   Binderijen   B  
2224   1813     Grafische reproduktie en zetten   B  
2225   1814     Overige grafische aktiviteiten   B  
223   182     Reproduktiebedrijven opgenomen media   A  
24   20   -   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN      
2442   2120   0   Farmaceutische produktenfabrieken:      
2442   2120   2   - verbandmiddelenfabrieken   C  
26   23   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN      
2615   231     Glasbewerkingsbedrijven   B  
262, 263   232, 234   0   Aardewerkfabrieken:      
262, 263   232, 234   1   - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW   B  
267   237   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:      
267   237   2   - zonder breken, zeven en drogen p.o. < 2.000 m²   B  
2681   2391     Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   B  
28   25   -   VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)      
281   251, 331   1a   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2   B  
284   255, 331   B1   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2   B  
2852   2562, 3311   2   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2   B  
287   259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2   B  
30   26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS      
30   26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   B  
33   26, 32, 33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN      
33   26, 32, 33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie   B  
36   31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.      
361   9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   A  
362   321     Fabricage van munten, sieraden e.d.   B  
363   322     Muziekinstrumentenfabrieken   B  
3663.1   32991     Sociale werkvoorziening   B  
40   35   -   PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER      
40   35   C0   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:      
40   35   C1   - < 10 MVA   B  
40   35   D0   Gasdistributiebedrijven:      
40   35   D3   - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A   A  
40   35   D4   - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C   B  
40   35   E0   Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:      
40   35   E2   - blokverwarming   B  
41   36   -   WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER      
41   36   B0   Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:      
41   36   B1   - < 1 MW   B  
45   41, 42, 43   -   BOUWNIJVERHEID      
45   41, 42, 43   3   Aannemersbedrijven met werkplaats, b.o. < 1000 m2   B  
50   45, 47   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS      
501, 502, 504   451, 452, 454     Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven   B  
5020.4   45204   B   Autobeklederijen   A  
5020.5   45205     Autowasserijen   B  
503, 504   453     Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires   B  
51   46   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING      
511   461     Handelsbemiddeling (kantoren)   A  
5134   4634     Grth in dranken   C  
5135   4635     Grth in tabaksprodukten   C  
5136   4636     Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   C  
5137   4637     Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   C  
514   464, 46733     Grth in overige consumentenartikelen   C  
5148.7   46499   0   Grth in vuurwerk en munitie:      
5148.7   46499   1   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton   C  
5153   4673   0   Grth in hout en bouwmaterialen:      
5153   5153   1   - algemeen   C  
5153   4673   2   - indien b.o. =< 2000 m2   B  
5153.4   5153.4   4   zand en grind:      
5153.4   46735   6   - indien b.o. =< 200 m²   B  
5154   4674   0   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:      
5154   5154   1   - algemeen   C  
5154   4674   2   - indien b.o. =<2.000 m²   B  
5156   4676     Grth in overige intermediaire goederen   C  
518   466   2   Grth in machines en apparaten, exclusief machines voor de bouwnijverheid   C  
519   466, 469     Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   C  
52   47   -   DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN      
52   47   A   Detailhandel voor zover n.e.g.   A  
5211/2,5246/9   471     Supermarkten, warenhuizen   B  
5222, 5223   4722, 4723     Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken   A  
5224   4724     Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel   A  
5231, 5232   4773, 4774     Apotheken en drogisterijen   A  
5249   4778     Detailhandel in vuurwerk tot 10 ton verpakt   A  
527   952     Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)   A  
55   55   -   LOGIES-, MAALTIJDEN-, EN DRANKENVERSTREKKING      
5552   562     Cateringbedrijven   B  
60   49   -   VERVOER OVER LAND    
6022   493     Taxibedrijven   B  
6024   494   1   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks), b.o. =< 1.000 m²   C  
603   495     Pomp- en compressorstations van pijpleidingen   B  
61, 62   50, 51   -   VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT      
61, 62   50, 51   A   Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)   A  
63   52   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER      
6321   5221   1   Autoparkeerterreinen, parkeergarages   C  
6322, 6323   5222     Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren)   A  
633   791     Reisorganisaties   A  
634   5229     Expediteurs, cargadoors (kantoren)   A  
64   53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE      
641   531, 532     Post- en koeriersdiensten   C  
642   61   A   Telecommunicatiebedrijven   A  
642   61   B0   zendinstallaties:      
642   61   B2   - FM en TV   B  
65, 66, 67   64, 65, 66   -   FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN      
65, 66, 67   64, 65, 66   A   Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen   B  
70   41, 68   -   VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED      
70   41, 68   A   Verhuur van en handel in onroerend goed   A  
71   77   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN      
711   7711     Personenautoverhuurbedrijven   B  
712   7712, 7739     Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   C  
713   773     Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   C  
714   772     Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   C  
72   62   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE      
72   62   A   Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.   A  
72   58, 63   B   Datacentra   B  
73   72   -   SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK      
732   722     Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek   A  
74   63, 69t/m71, 73, 74, 77, 78, 80t/m82   -   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING      
74   63, 69t/m71, 73, 74, 77, 78, 80t/m82   A   Overige zakelijke dienstverlening: kantoren   A  
7481.3   74203     Foto- en filmontwikkelcentrales   C  
7484.4   82992     Veilingen voor huisraad, kunst e.d.   A  
75   84   -   OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN      
75   84   A   Openbaar bestuur (kantoren e.d.)   A  
7525   8425     Brandweerkazernes   C  
80   85   -   ONDERWIJS      
801, 802   852, 8531     Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs   B  
803, 804   8532, 854, 855     Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs   B  
85   86   -   GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG      
8512, 8513   8621, 8622, 8623     Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven   A  
8514, 8515   8691, 8692     Consultatiebureaus   A  
853   871   1   Verpleeghuizen   B  
853   8891   2   Kinderopvang   B  
90   37, 38, 39   -   MILIEUDIENSTVERLENING    
9001   3700   B   rioolgemalen   B  
91   94   -   DIVERSE ORGANISATIES      
9111   941, 942     Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren)   A  
9131   9491     Kerkgebouwen e.d.   B  
9133.1   94991   A   Buurt- en clubhuizen   B  
92   59   -   CULTUUR, SPORT EN RECREATIE      
9213   5914     Bioscopen   C  
9232   9004     Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen   C  
9234   8552     Muziek- en balletscholen   B  
9234.1   85521     Dansscholen   B  
9251, 9252   9101, 9102     Bibliotheken, musea, ateliers, e.d.   A  
926   931   0   Zwembaden: overdekt   C  
926   931   A   Sporthallen   B  
926   931   B   Bowlingcentra   B  
926   931   0   Schietinrichtingen:    
926   931   2   - binnenbanen: boogbanen   A  
926   931   F   Sportscholen, gymnastiekzalen   B  
9271   9200     Casino's   C  
9272.1   92009     Amusementshallen   B  
93   96   -   OVERIGE DIENSTVERLENING      
9301.3   96013   A   Wasverzendinrichtingen   B  
9301.3   96013   B   Wasserettes, wassalons   A  
9302   9602     Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten   A  
9303   9603   0   Begrafenisondernemingen: uitvaartcentra   A  
9304   9313, 9604     Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden   B  
9305   9609   B   Persoonlijke dienstverlening n.e.g.   A  

Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten

Categorie 1 (ondergeschikte horeca)

een inrichting die gericht is op het verstrekken van dranken of etenswaren en die fungeert als aan een hoofdfunctie ondergeschikte nevenactiviteit, waarbij het vloeroppervlak niet meer dan 20% bedraagt van de hoofdfunctie.

Categorie 2 (logies of zaalaccommodatie)

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van logies of zaalaccommodatie, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden of dranken voor gebruik ter plaatse, zoals een hotel, een pension, een bed & breakfast of vergader- en congresfaciliteiten.

Categorie 3 (lichte horeca)

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse worden genuttigd, zoals een restaurant, cafetaria/snackbar/afhaalrestaurant, lunchroom of koffie- of theehuis.

Categorie 4 (middelzware horeca)

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse worden genuttigd, zoals een café of eetcafé.

Categorie 5 (zware horeca)

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning door het bedrijfsmatig ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met de verstrekking van etenswaren, zoals, een discotheek/bar-dancing/danscafé of een partycentrum.

Bijlage 4 Eisen Wet geluidhinder

Eisen voor gronden, vallend binnen de zone van een weg of spoor, in de zin van de Wet Geluidhinder

  • 1. De geluidsbelasting op de beoogde kavel dient te worden opgevraagd bij de gemeente en als uitgangspunt te worden gebruikt bij het akoestische ontwerp van de geluidsbelaste gevels.
  • 2. Het creëren van een geluidluwe buitenruimte is randvoorwaardelijk ter voldoening aan het aspect 'goede ruimtelijke ordening' (jurisprudentie Wro, aspect goed woon- en leefklimaat/leefbaarheid).
  • 3. Woningen en andere geluidsgevoelige objecten komen in aanmerking voor een hogere waarde mits voldaan is aan het volgende:
    • a. een buitenruimte op de begane grond – zo die er is – dient aan de meest geluidsluwe zijde geprojecteerd te zijn dan wel dient geluidluw te zijn uitgevoerd.
      Opmerking: geluidluw (= Lden cumulatie- 10 dB excl. aftrek art. 110g Wgh met een maximum van 53 dB)
      48 dB = Gezondheidseffectscore: “goed”

53 dB = Gezondheidseffectscore : “redelijk”

    • a. een buitenruimte op een verdieping dient tevens aan het gestelde onder a. te voldoen, via gunstige situering van het object ten opzichte van de geluidsbron dan wel via bouwkundige maatregelen.
      Opmerking: een gebruiker van die ruimte moet de mogelijkheid krijgen rust te creëren. Voor balkons geldt bijvoorbeeld dat men de mogelijkheid moet hebben het geluid enigszins te kunnen weren door middel van inklapbare of schuiframen (stand der techniek). Dit is een manier om op drukke locaties tóch te voldoen aan het aspect 'goede ruimtelijke ordening' met betrekking tot geluid. Op rustige momenten heeft men een dan toch een 'open' vrij balkon.
    • b. Gestreefd moet worden om slaapvertrekken te situeren aan een geluidsluwe zijde.
    • c. Het bouwkundig akoestisch onderzoek dat bij de omgevingsvergunning in het kader van het Bouwbesluit opgesteld dient te worden door de aanvrager, dient tevens in te gaan op het gestelde onder a. tot en met c. en voor zover van toepassing op de situatie.
      Opmerking: hiermee wordt beoogd dat het aspect 'goed woon- en leefklimaat' wordt geborgd.
    • d. De bepaling van de geluidsbelasting op een gevel of geluidsgevoelig terrein, dient te geschieden conform het Reken - en meetvoorschrift geluidhinder 2012 (Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 12 juni 2012, nr. IENM/BSK-2012/37333, houdende vaststelling van regels voor het berekenen en meten van de geluidsbelasting en de geluidsproductie ingevolge de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer. Indien deze regeling gedurende de periode van dit bestemmingsplan wordt gewijzigd, moet rekening worden gehouden met deze wijziging.
  • 4. Na goedkeuring van het in lid 3 onder d genoemd akoestisch onderzoek zal de daarin uitgerekende hogere waarden als de definitieve hogere waarde kunnen worden vastgelegd als uitgangspunt voor het bepalen van de akoestische gevelwering.
    Opmerking: door een akoestisch doordachte stedenbouwkundige invulling van het gebied kan het akoestisch klimaat verbeterd worden waardoor het vaststellen van een lagere waarde mogelijk is in de desbetreffende situatie. Dit kan een vermindering in de kosten voor de akoestische gevelwering te weeg brengen. De tweede/derdelijns bebouwing heeft niet altijd het maximale nodig. Nu is echter niet bekend waar en hoe de eerstelijnsbebouwing zal worden gerealiseerd.

  • 5. Er kunnen nadere eisen worden gesteld aan de indeling van de geluidsgevoelige ruimten van een bestemming waarvan de geluidsbelasting op het object > 53 dBLden.

  • 6. Nagegaan moet worden of er maatregelen of stedenbouwkundige of (innovatieve) architectonische oplossingen getroffen kunnen worden om gevels die vallen in een hogere waardezone-gebied, te laten vallen in een zone met een lagere geluidsbelasting. Dit geldt ook voor gevels die vallen in een zone waar de geluidsbelasting hoger is dan de maximale te verlenen hogere waarde.

  • 7. Voor gevallen met een geluidsbelasting hoger dan de verleende maximale hogere waarde:
    Ingeval er geen maatregelen getroffen kunnen worden om overschrijding van de voor die situatie geldende maximale geluidsbelasting te voorkomen, dan geldt het volgende:
    • a. De aan de Wet geluidhinder te toetsen gevels (en eventueel dak) van het gebouw/object dienen dusdanig te zijn uitgevoerd/afgeschermd dat deze niet meer hoeven te worden getoetst aan de Wet geluidhinder en dus voldoen aan het volgende: (Afwijking van artikel 1 Wet geluidhinder) In deze regeling wordt onder een gevel en de daarop berustende bepalingen niet verstaan: een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte.
    • b. De eisen opgenomen in de artikelen 3-6 blijven onverkort van kracht.

Opmerking: bijvoorbeeld de desbetreffende gevels als 'dove gevel' zoals gedefinieerd in de Wet geluidhinder uitvoeren, of het toepassen van vliesgevels en daar gelijk gestelde (innovatieve) oplossingen, een en ander in overleg met de gemeente toe te passen. Voor complexe situaties is het aan te bevelen in overleg te treden met bevoegd gezag.

De initiatiefnemer dient een bouwkundig akoestisch onderzoek op te stellen waaruit blijkt dat de gevels van de geluidsgevoelige objecten met een geluidsbelasting > verleende maximale hogere waarde zijn uitgevoerd als 'dove gevel' zoals in de Wet geluidhinder omschreven, dan wel (bouwkundige) maatregelen zijn getroffen met minimaal hetzelfde geluidsreducerende effect zoals omschreven in de definitie voor 'dove gevel', art. 1b Wet geluidhinder.

  • 8. In een hogere waardezone/gebied dienen de akoestische kaders zoals opgenomen in het akoestisch onderzoek zoveel als mogelijk in acht te worden genomen.

  • 9. De in de omgevingsvergunning opgenomen getroffen geluidsreducerende en overdrachtsmaatregelen dienen in stand te worden gehouden ter waarborging van een goed woon- en leefklimaat.