direct naar inhoud van regels
Plan: Randstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2Z06-vg01

regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan "Randstad" met identificatienummer NL.IMRO.0034.BP2Z06-vg01.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 ambachtelijk bedrijf

bedrijf waarbij het accent ligt op het in handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsmede het verkopen en/of leveren van goederen, die verband houden met het ambacht als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming.

1.6 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.7 bebouwingspercentage

een in dit plan genoemd percentage dat aangeeft hoeveel van het (bouwvlak van het) desbetreffende bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd.

1.8 bedrijf

onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikte detailhandel. Onder bedrijf wordt ook verstaan: bezorgservices, webwinkel en andere vergelijkbare bedrijven

1.9 bedrijfsvloeroppervlak (bvo)

de totale gebouwde vloeroppervlakte van een bedrijf, kantoor, winkel of een gebouw dat wordt gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.

1.10 bedrijfswoning

een (gedeelte van een) gebouw, dat kennelijk slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) één persoon, wiens huisvesting daar wenselijk danwel noodzakelijk is, gelet op de bestemming en het feitelijk gebruik van het gebouw of het terrein.

1.11 beperkt kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.

1.12 bestaande situatie
  • 1. bij bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig zijn, danwel gebouwd kunnen worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen;
  • 2. bij gebruik: het gebruik van gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.13 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.14 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.15 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.

1.16 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.17 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.18 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van kelders, onderbouwen en zolders, mits de hoogte ergens minimaal 1.50 bedraagt.

1.19 bouwmarkt

een al dan niet geheel overdekt detailhandelsbedrijf, waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouw- en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden en de ondergeschikte verkoop van tuingerelateerde artikelen.

1.20 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.21 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.22 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.23 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.24 bruto vloeroppervlak

bebouwd oppervlak van een ruimte of groep ruimten, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de betreffende ruimte of groep van ruimten omhullen.

1.25 cultuur en ontspanning

diverse gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding waaronder ontspanningsvoorzieningen zoals een evenemententerrein of bowlingcentrum en culturele voorzieningen zoals een dansschool, muziekschool, filmhuis en bioscoop, één en ander met uitzondering van seksinrichtingen en detailhandelsbedrijven.

1.26 dansschool

een inrichting waar één of meer voorzieningen aanwezig zijn voor het in besloten ruimte dansen en het geven van dansonderricht, zonder verhuur van zalen en/of regulier gebruik ten behoeve van het geven van feesten en niet bij het dansonderricht behorende muziek- en dansevenementen.

1.27 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit waaronder grootschalige detailhandel, perifere detailhandel, internetwinkel en supermarkt.

1.28 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks al dan niet via een baliefunctie te woord wordt gestaan en geholpen. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan zelfstandige horeca, detailhandel, maatschappelijke voorzieningen (zoals therapeutische centra, kinderdagverblijven), overige voorzieningen (zoals sportscholen), en voorzieningen inzake cultuur en ontspanning.

1.29 ecologische waarde

waarde betreffende de natuurlijke samenhang tussen organismen en hun milieu.

1.30 eigen terrein

een aaneengesloten stuk grond waarover door de gebruiker kan worden beschikt (bijvoorbeeld door eigendom, huur, pacht of ander zakelijk recht) en waarbij het kan gaan om meerdere kadastrale percelen of om een gedeelte van een kadastraal perceel (zoals bijvoorbeeld een bedrijfsverzamelgebouw).

1.31 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover een bestemmingsplan van toepassing is de bestemming deze inrichting niet verbiedt.

1.32 erfbebouwing

functioneel met een hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd, op de grond staande gebouwen of andere overdekte bouwwerken.

1.33 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.34 geluidsgevoelige objecten

geluidsgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder, te weten:

a. woningen;

b. andere geluidsgevoelige objecten:

  • 1. onderwijsgebouwen;
  • 2. ziekenhuizen;
  • 3. verpleeghuizen;
  • 4. verzorgingstehuizen;
  • 5. psychiatrische inrichtingen;
  • 6. kinderdagverblijven;

de aanwijzing als 'ander geluidsgevoelig gebouw' geldt niet voor de dezlen van een gebouw die een andere bestemming hebben dan verblijfsruimte;

c. geluidsgevoelige terreinen:

  • een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
  • een ligplaats in het water, bestemd om door een woonschip te worden ingenomen.

1.35 geluidzoneringsplichtige inrichting

geluidszoneringsplichtige inrichting zoals bedoeld in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht.

1.36 groothandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan bedrijven, wederverkopers en aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.

1.37 grootschalige detailhandel (GDV)

een vestiging van detailhandel, met een minimum winkelvloeroppervlak (WVO) van 1.000 m2 per vestiging, waarvan uitgezonderd de branches food en warenhuizen en perifere detailhandel.

1.38 hogere waarde

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige functies, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgtsteld op grond van de Wet Geluidhinder.

1.39 hoofdgebouw

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is en, voor zover aangegeven, nader te onderscheidinge in een primair, secundair en tertiair gebouwdeel.

1.40 horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.

1.41 internetwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij de consument niet alleen via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren, maar waar ook sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten.

1.42 kantoor

het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.43 kantoor- en praktijkruimte

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, juridisch, kunstzinnig, medisch, paramedisch, therapeutisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.

1.44 kunstobject

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt als uitingen van één der beeldende kunsten.

1.45 kunstwerk

bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.

1.46 kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht moet worden genomen

1.47 maatschappelijke voorzieningen

(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs en daarmee gelijk te stellen sectoren.

1.48 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, apparatuur voor telecommunicatie en voorzieningen voor stadsverwarming.

1.49 onderbouw

een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1.20 m boven peil is gelegen.

1.50 ondergeschikte detailhandel

detailhandel vanuit vestigingen die als hoofdfunctie productie of vervaardiging van goederen hebben, waarvan de detailhandelsfunctie aantoonbaar ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en gelieerd is aan productiebedrijven en geen verkeers- en parkeerproblemen mag veroorzaken, een en ander tot maximaal 20% van het totale brutovloeroppervlak van de vestiging met een maximum van 100 m² winkelvloeroppervlak.

1.51 ondergeschikte horeca

een horecavoorziening binnen een andere hoofdbestemming of functie dan horeca, ten behoeve van en ondergeschikt aan die andere bestemming/ functie voor de consumptie van dranken en etenswaren, in oppervlakte maximaal 20% van het bedrijfsvloeroppervlak en/of maximaal 20% van de totale omzet.

1.52 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.53 pand

de kleinste bij de totsyndkoming functioneel en bouwkundig -constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluibaar is.

1.54 peil
  • 1. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter hoogte van de hoofdingang;
  • 2. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkte maaiveld.
1.55 perifere detailhandel (PDV)

een detailhandelsbedrijf te onderscheiden in de volgende categorieën:

  • 1. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, keukens, sanitair, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen of materialen;
  • 2. meubelbedrijven, woninginrichting en -stoffering;
  • 3. tuincentra;
  • 4. bouwmarkten.
1.56 productiegebonden detailhandel

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.57 prostitutie

het zich, tegen vergoeding, beschikbaar stellen voor seksuele handelingen.

1.58 reclameobjecten

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, of onderdelen van bouwwerken ten behoeve van reclamedoeleinden, zoals aankondigingborden, reclamemasten, mupi's (reclameborden), billboards, reclame aan lichtmasten, gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen, tweevlaksborden.

1.59 recreatieve voorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen, niet zijnde sportvoorzieningen, zoals een kampeerterrein, kampeerboerderij,, recreatiewoning en en volkstuin, met uitzondering van seksinrichtingen, detailhandelsbedrijven en horecabedrijven.

1.60 restaurant

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van (alcoholische) dranken.

1.61 risicovolle inrichting

een inrichting als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen.

1.62 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke al dan niet besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, dan wel in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, seksclub, privé-huis, erotische massagesalon, raambordeel, of een combinatie daarvan.

1.63 showroom

uitstallingsruimte voor goederen ten behoeve van de detail- of groothandel, waarbij de goederen niet direct kunnen worden geleverd.

1.64 sportvoorzieningen

gebouwde voorzieningen gericht op sport, zoals een fitnesscentrum, sportschool of sportcentrum.

1.65 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.

1.66 straatmeubilair

kleinschalige bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals verkeergeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, prullenbakken, speeltoestellen en reclameobjecten, alsmede telefooncellen, abri's.

1.67 tuincentrum

een bedrijf, gericht op de teelt en/of de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond en de beperkte verkoop van dierenbenodigdheden en huis- en tuin gerelateerde artikelen.

1.68 vergader- en congresfaciliteiten

een gebouw of ruimte in een gebouw voor het als bedrijfsmatige hoofdactiviteit organiseren van vergaderingen en congressen, hoofdzakleijk bij te wonen door externe bezoekers.

1.69 verkoopvloeroppervlak (vvo) / winkelvloeroppervlak (wvo)

de voor winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief de etalages en de ruimte achter de toonbank en kassa's.

1.70 Vuurwerkbesluit

Het Vuurwerkbesluit zoals dit geldt op het moment van vaststellen van voorliggend bestemmingsplan.

1.71 webwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij er geen sprake is van fysiek klantcontact en verzending van goederen uitsluitend digitaal en per post geschiedt.

1.72 windmolen

een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.

1.73 woonwerkeenheid

een gebouw met woon- en werkfunctie op een (binnenstedelijk) bedrijventerrein, waarbij er een functionele relatie is tussen woon- en werkgedeelte.

1.74 woning

een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden, dan wel voor een met een huishouden gelijk te stellen minder traditionele woonvorm.

1.75 winkelvloeroppervlak (WVO)/ verkoopvloeroppervlak (VVO)

de voor winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief de etalages en de ruimte achter de toonbank en kassa's.

1.76 zendmast

gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde, die zelfstandig dan wel in onderlinge samenhang bedoeld zijn voor het dragen en laten functioneren van zend- en/of ontvangstantennes.

1.77 zonnecollector

een bouwwerk ter opwekking van warm water door benutting van zonkracht.

1.78 zonnepaneel

een bouwwerk ter opwekking van electriciteit door benutting van zonkracht.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.4 afstanden

afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot erfafscheidingen, gemeten vanaf enig deel van het bouwwerk, waarbij duidelijk ondergeschikte bouwdelen, zoals waterafvoerpijpen en goten c.q. dakoverstekken tot maximaal 50 cm uit de gevel niet worden meegerekend.

2.5 afstanden tussen bouwwerken en de zijdelingse perceelsgrens

de afstand van een bouwwerk tot de zijdelingse bouwperceelgrens wordt gemeten vanaf het dichtst bij de bouwperceelgrens gelegen punt van dat bouwwerk, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard van het bouwwerk tot maximaal 0,5 m. buiten beschouwing blijven, en haaks op de bouwperceelgrens.

2.6 afstanden tussen bouwwerken onderling

afstanden tussen bouwwerken onderling worden loodrecht gemeten vanaf enig deel van het bouwwerk, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 0,5 m buiten beschouwing blijven.

2.7 de hoogte van een windmolen

vanaf het peil tot aan de (wieken)as of rotor van de windmolen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven behorende tot ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, inclusief bijbehorende ondergeschikte detailhandel, ondergeschikte horeca en bijbehorende kantoorruimten, met dien verstande dat per bouwperceel maximaal 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte voor kantoordoeleinden mag worden gebruikt;
  • b. in afwijking van sub a, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' voor bedrijven tot ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, inclusief bijbehorende ondergeschikte detailhandel, ondergeschikte horeca en bijbehorende kantoorruimten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' tevens voor kantoren;
  • d. dienstverlening;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'perifere detailhandel' tevens voor perifere detailhandel;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens voor één bedrijfswoning dan wel woonwerkeenheid;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' tevens voor nutsvoorzieningen;
  • h. opslag, herverpakking en/of verkoop van consumentenvuurwerk en theatervuurwerk behorende tot ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat de veiligheidsafstanden zoals bedoeld in artikel 1.2 en 1.3 van Bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit worden aangehouden ten opzichte van een kwetsbaar object of geprojecteerd kwetsbaar object als bedoeld in het Vuurwerkbesluit en deze veiligheidsafstanden op het eigen terrein worden gerealiseerd;

met de daarbij behorende

  • i. erven, terreinen verhardingen, paden en verblijfsgebieden;
  • j. toegangspaden, in- en uitritten;
  • k. (ondergrondse)parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen;
  • l. straatmeubilair, reclameobjecten, nutsvoorzieningen en fietsenstallingen;
  • m. groen- en waterhuishoudingsvoorzieningen;
  • n. overige functioneel met de bestemming 'Bedrijf' verbonden voorzieningen;

één en ander met dien verstande dat:

  • o. inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, derde lid van het Besluit omgevingsrecht, zoals dit luidde ten tijde van de inwerkintreding van dit bestemmingplan niet zijn toegestaan;
  • p. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, niet zijn toegestaan;
  • q. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan in bedrijfswoningen of tot de bedrijfswoning behorende bijgebouwen;

onder voorwaarde dat:

  • r. op eigen terrein wordt voorzien in ruimte voor het laden en lossen;
  • s. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte van zowel eigen medewerkers als bezoekers, waarbij de parkeernormen zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Lijst van parkeernormen dienen te worden aangehouden.
3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. indien er een bouwvlak is aangegeven, uitsluitend binnen dat bouwvlak mag worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' de maximale bouwhoogte en het maximale bebouwingspercentage niet mogen worden overschreden;
  • c. nutsvoorzieningen niet hoger mogen zijn dan één bouwlaag van maximaal 5 meter met een maximum brutovloeroppervlak van 50m2 per gebouw.

ten aanzien van bedrijfswoningen geldt aanvullend dat:

  • d. de maximale bouwhoogte 10 meter bedraagt indien de woning niet is opgenomen in het bedrijfsgebouw;
  • e. de geluidbelasting als gevolg van weg- of railverkeer op een gevel van de woning of woonruimte zoals gedefinieerd in de Wet geluidhinder (inclusief besluiten), niet meer mag bedragen dan de betreffende geldende voorkeursgrenswaarde uit de genoemde wet, danwel de verleende hogere waarde.

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • f. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 3 m;
  • g. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 12 m;
  • h. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • i. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m;
  • j. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • k. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 12 m, oppervlakte maximaal 10m2;
  • l. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2, onder h. teneinde een hogere bouwhoogte toe te staan voor masten ten behoeve van telecommunicatie tot een maximum van 40 m.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen;
  • b. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in 3.1 onder a en b voor het toestaan van bedrijven die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, indien en voor zover de betrokken bedrijven naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan de onder a. bedoelde bedrijven;
  • b. van het bepaalde in lid 3.1 onder a en b teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in een categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar, indien en voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieu-aspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(en) van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. van het vereiste als bedoeld in lid 3.1 onder s. (op eigen terrein voorzien in parkeergelegenheid) mits uit een gemeentelijke parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid in het openbaar gebied aanwezig is voor de gevraagde functie;
  • d. van het vereiste als bedoeld in 3.1 onder s. (op eigen terrein voorzien in parkeergelegenheid) teneinde een parkeernorm vast te stellen voor functies die niet voorkomen in de bij de regels behorende Lijst van parkeernormen.

Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, inclusief bijbehorende ondergeschikte detailhandel, ondergeschikte horeca en bijbehorende kantoorruimten;
  • b. dienstverlening;
  • c. kantoren;
  • d. kantoor- en praktijkruimten;
  • e. ter plaatse van de functie-aanduiding 'maatschappelijk', tevens voor maatschappelijke voorzieningen met uitzondering van onderwijs;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'sport' tevens voor sportvoorzieningen met bijbehorende ondergeschikte horeca;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens voor één bedrijfswoning danwel woonwerkeenheid;
  • h. ter plaatse van de functie-aanduiding 'nutsvoorzieningen' tevens voor nutsvoorzieningen;
  • i. opslag, herverpakking en/of verkoop van consumentenvuurwerk en theatervuurwerk behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat de veiligheidsafstanden zoals bedoeld in artikel 1.2 en 1.3 van Bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit worden aangehouden ten opzichte van een kwetsbaar object of geprojecteerd kwetsbaar object als bedoeld in het Vuurwerkbesluit en deze veiligheidsafstanden op het eigen terrein worden gerealiseerd;

met de daarbij behorende

  • j. erven, terreinen verhardingen, paden en verblijfsgebieden;
  • k. toegangspaden, in- en uitritten;
  • l. (ondergrondse)parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen;
  • m. straatmeubilair, reclameobjecten, nutsvoorzieningen en fietsenstallingen;
  • n. groen- en waterhuishoudingsvoorzieningen;
  • o. overige functioneel met de bestemming 'Gemengd' verbonden voorzieningen;

één en ander met dien verstande dat:

  • p. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, niet zijn toegestaan;
  • q. inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4. van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • r. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan in bedrijfswoningen of tot de bedrijfswoning behorende bijgebouwen;

onder voorwaarde dat:

  • s. op eigen terrein dient te worden voorzien in ruimte voor het laden en lossen;
  • t. Op eigen terrein dient te worden voorzien in de parkeerbehoefte van zowel medewerkers als bezoekers, waarbij de parkeernormen zoals opgenomen in de bij deze regels behorende "Lijst van parkeernormen" dienen te worden aangehouden.
4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van deze bestemming uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. indien er een bouwvlak is aangegeven, uitsluitend binnen dat bouwvlak mag worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' (m) en 'maximum bebouwingspercentage (%)' de maximale bouwhoogte en het maximale bebouwingspercentage niet mogen worden overschreden;
  • c. nutsvoorzieningen niet hoger mogen zijn dan één bouwlaag van maximaal 5 meter met en maximum brutovloeroppervlak van 50m2 per gebouw.

ten aanzien van bedrijfswoningen en woonwerkeenheden geldt aanvullend dat:

  • d. de maximale bouwhoogte 10 meter bedraagt indien de woning niet is opgenomen in het bedrijfsgebouw;
  • e. de geluidbelasting als gevolg van weg- of railverkeer op een gevel van de woning of woonruimte zoals gedefinieerd in de Wet geluidhinder (inclusief besluiten), niet meer mag bedragen dan de betreffende geldende voorkeursgrenswaarde uit de genoemde wet, danwel de verleende hogere waarde. realisatie hiervan geen onevenredige hinder voor omliggende bedrijven met zich mee mag brengen of

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • f. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 3 m;
  • g. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 12 m;
  • h. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • i. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m;
  • j. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • k. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 12 m;
  • l. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.
4.3 Nadere eisen

Bij omgevingsvergunning kunnen nadere eisen stellen worden gesteld ten aanzien van:

De Wet geluidhinder

  • a. De situering van geluidgevoelige ruimten in de bedrijfswoningen in verband met de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer.
4.4 Specifieke gebruikregels

Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen;
  • b. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen.
4.5 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2, onder h. teneinde een hogere bouwhoogte toe te staan voor masten ten behoeve van telecommunicatie tot een maximum van 40 m.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 4.1 onder a. voor het toestaan van bedrijven die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, indien en voor zover de betrokken bedrijven naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan de onder a. bedoelde bedrijven;
  • b. van het bepaalde in lid 4.1 onder a teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in een categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar, indien en voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieu-aspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(en) van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. van het vereiste in 4.1 onder t. (op eigen terrein voorzien in parkeergelegenheid) mits uit een gemeentelijke parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid in het openbaar gebied aanwezig is voor de gevraagde functie;
  • d. van het vereiste als bedoeld in 4.1 onder t. (op eigen terrein voorzien in parkeergelegenheid) teneinde een parkeernorm vast te stellen voor functies die niet voorkomen in de bij de regels behorende Lijst van parkeernormen.

Artikel 5 Gemengd-1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoor;
  • b. kantoor- en praktijkruimte;
  • c. congres- en vergaderaccommodatie;
  • d. bedrijven behorende tot ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, inclusief bijbehorende ondergeschikte detailhandel, ondergeschikte horeca en bijbehorende kantoorruimten;
  • e. dienstverlening;

met de daarbij behorende

  • f. erven, terreinen verhardingen, paden en verblijfsgebieden;
  • g. toegangspaden, in- en uitritten;
  • h. (ondergrondse)parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen;
  • i. straatmeubilair, reclameobjecten, nutsvoorzieningen en fietsenstallingen;
  • j. groen- en waterhuishoudingsvoorzieningen;
  • k. overige functioneel met de bestemming 'Gemengd-1' verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat

  • l. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, niet zijn toegestaan;
  • m. inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4. van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan.

5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' de voorgeschreven maximale bouwhoogte en het maximale bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen.

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is toegestaan:

  • c. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 3 m;
  • d. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • e. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • f. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m,
  • g. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • h. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m;
  • i. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen;
  • b. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van

  • a. van het bepaalde in lid 5.1 onder d. voor het toestaan van bedrijven die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, indien en voor zover de betrokken bedrijven naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan de onder d. bedoelde bedrijven;
  • b. van het bepaalde in lid 5.1 onder d. teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in een categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar is, indien en voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieu-aspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(en) van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.
5.5 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 onder e. teneinde een hogere bouwhoogte toe te staan voor masten ten behoeve van telecommunicatie tot een maximum van 40 meter;

Artikel 6 Groen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. speelvoorzieningen;
  • c. waterberging;
  • d. verhardingen, voet- en fietspaden;
  • e. in- en uitritvoorzieningen;
  • f. kunstwerken en kunstobjecten;
  • g. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • h. geluidwerende voorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. overige functioneel met de bestemming Groen verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat

  • k. het aanleggen van parkeervoorzieningen binnen de bestemming 'Groen' uitgesloten is.
6.2 Bouwregels

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van de gebouwen als bedoeld in 6.2, onder a, worden gebouwd, waarbij zijn toegestaan:

  • a. nutsvoorzieningen met een maximale hoogte van één bouwlaag van maximaal 5 meter met een maximum brutovloeroppervlakte van 50m2 per gebouw;
  • b. speelvoorzieningen, en overig straatmeubilair: bouwhoogte maximaal 4,5 m;
  • c. lichtmasten: bouwhoogte van 9 m;
  • d. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • e. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, oppervlakte maximaal 10 m2;
  • f. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9m;
  • g. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m;
  • h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.
6.3 Afwijken van de bestemmingsregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 6.1 onder k. met dien verstande dat de structuur van de groenvoorzieningen niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. het bepaalde in lid 6.2 onder d., (antennes ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 meter.

Artikel 7 Maatschappelijk

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor onderwijs en kinderopvang met de daarbij behorende

  • a. buitenruimten;
  • b. speel- en sportvoorzieningen;
  • c. straatmeubilair en fietsenstallingen;
  • d. (ondergrondse) parkeervoorzieningen, toegangspaden, in- en uitritten;
  • e. groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • f. overige functioneel met de bestemming 'Maatschappelijk', onderwijs en kinderopvang, verbonden voorzieningen;
7.2 Bouwregels

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • g. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage(%)' de voorgeschreven maximale bouwhoogte en het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dienen te worden genomen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde is toegestaan:

  • h. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 3 m;
  • i. speelvoorzieningen en overig staartmeubilair: bouwhoogte maximaal 4,5 m;
  • j. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • k. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • l. nutsvoorzieningen: bouwhoogte van 3 m;
  • m. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, oppervlakte maximaal 10m2;
  • n. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • o. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m;
  • p. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.

Artikel 8 Verkeer

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, fiets- en voetpaden;
  • b. ongebouwde parkeervoorzieningen, bermen en beplantingen;
  • c. water;
  • d. kunstwerken;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. kunstobjecten;
  • g. overige functioneel met de bestemming 'Verkeer' verbonden voorzieningen.

8.2 Bouwregels

Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met uitzondering van de gebouwen als bedoeld onder 8.2 onder a., waarbij zijn toegestaan:

  • a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen met een maximale hoogte van één bouwlaag van maximaal 5 meter met een maximum brutovloeroppervlakte van 50m2 per gebouw;
  • b. lichtmasten, bewegwijzeringsportalen en verkeerslichten, waarvan de hoogte maximaal 12 meter mag bedragen;
  • c. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, waarvan de hoogte maximaal 15 meter mag bedragen;
  • d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming Verkeer.
8.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.2 onder c. (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van 40 meter.

Artikel 9 Verkeer - Verblijfsgebied

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met een functie voor verblijf en verplaaatsing;
  • b. fiets- en voetpaden;
  • c. straatmeubilair en fietsenstallingen;
  • d. (ondergrondse) parkeervoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van ondergrondse afvalverzameling en geluidwerende voorzieningen;
  • e. toegangspaden, in- en uitritten;
  • f. groen-, speel-, waterhuishouding-,nutsvoorzieningen;
  • g. kunstobjecten;
  • h. overige, functioneel met de bestemming 'Verkeer-Verblijfgebied' verbonden voorzieningen.
9.2 Bouwregels

Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met uitzondering van de gebouwen als bedoeld onder 9.2 onder a., waarbij zijn toegestaan:

  • a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen met een maximale hoogte van één bouwlaag van maximaal 5 meter met een maximum brutovloeroppervlakte van 50m2 per gebouw;
  • b. lichtmasten, bewegwijzeringsportalen en verkeerslichten, waarvan de hoogte maximaal 12 meter mag bedragen;
  • c. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, waarvan de hoogte maximaal 15 meter mag bedragen;
  • d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming Verkeer.
9.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in onder 9.2 onder c. (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van 40 meter.

Artikel 10 Water

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water, oevervoorzieningen, waterberging;
  • b. (extensief) recreatief medegebruik;
  • c. overige, functioneel met de bestemming verbonden voorzieningen;
  • d. kunstwerken;
  • e. straatmeubilair en kunstobjecten;
  • f. voet- en fietspaden;
  • g. groenvoorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • h. ligplaatsen voor (woon)schepen zijn niet toegestaan.
10.2 Bouwregels

Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • b. kunstwerken:bouwhoogte 6 m;
  • c. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
  • d. vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • e. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 11 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 12 Algemene bouwregels

  • a. De bestemmingsgrenzen en bouwvlakgrenzen mogen in afwijking van de plankaart en hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, serres, entreeportalen, veranda's, overstekken en afdaken en andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 meter bedraagt, met dien verstande dat:
    • 1. voor stoepen, stoeptreden, galerijen, hellingbanen, funderingen en overstekken overschrijding over de volledige gevelbreedte is toegestaan;
    • 2. voor overige overschrijdingen geldt een maximum van 50% van de gevelbreedte.
  • b. Bouwwerken op het dak van een gebouw, zoals kunstobjecten, reclamevoorzieningen, installatiecontainers, centrale verwarmings- en luchtbehandelinginstallaties, liftschachten/liftmachineruimten, hekwerken en soortgelijke bouwwerken om installaties uit het zicht te houden worden niet meegerekend bij de bepaling van de hoogte van het gebouw, als zijnde ondergeschikt, mits:
    • 1. de hoogte van de bouwwerken vanaf het dak gemeten maximaal 3,5 meter bedraagt, en;
    • 2. de oppervlakte van deze bouwwerken maximaal 1/3 bedraagt van het grondoppervlak van het gebouw.

Artikel 13 Algemene aanduidingsregels

13.1 veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen 2
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen 2' zijn de gronden mede bestemd als aandachtsgebied voor een plasbrand vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over spoorwegen.
  • b. Tot een gebruik in strijd met de bestemming als genoemd in lid 13.1 onder a wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen 2' als kwetsbaar object of beperkt kwetsbaar object, met uitzondering van het gebruik als kwetsbaar object of beperkt kwetsbaar object in de bestaande situatie.
  • c. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.1 onder b in die zin dat de vestiging van een kwetsbaar object of een beperkt kwetsbaar object wordt toegestaan, mits:
  • 1. er sprake is van een aantoonbare behoefte vanuit de in de bestemming toegelaten functies om de bouw of vestiging van een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object mogelijk te maken binnen een plasbrandaandachtsgebied;
  • 2. er rekening is gehouden met de mogelijkheden om het object buiten het plasbrandaandachtsgebied te vestigen;
    • a. de bestrijdbaarheid van een plasbrand voldoende is gemotiveerd (hulpverlening en zelfredzaamheid mede in relatie tot effectreducerende maatregelen of brandvertragende maatregelen aan het gebouw).

Artikel 14 Algemene afwijkingsregels

14.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 terzake reeds kan worden afgeweken bij omgevingsvergunning - worden afgeweken van de bepalingen van het plan voor:

  • a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%
  • b. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voorzover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3.00 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
  • c. het oprichten van ondergrondse pompgemalen ten behoeve van riooltransportleidingen.
14.2 Voorwaarden bij het afwijken van de regels

De afwijking wordt niet verleend, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 15 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet op de ruimtelijke ordening, bevoegd om:

  • a. de Staat van Bedrijfsactiviteiten te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven daartoe aanleiding geeft;
  • b. de Lijst van parkeernormen te wijzigen in die zin dat de in de Lijst van parkeernormen opgenomen functies met de daarbij behorende parkeernormen kunnen worden gewijzigd, indien ontwikkelingen daartoe aanleiding geven;
  • a. de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen, voorzover zulks van belang is voor een bouwkundige danwel stedenbouwkundige betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein waarbij het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden vergroot.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 16 Overgangsrecht

Overgangsrecht bouwwerken

  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Lid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Overgangsrecht gebruik

  • d. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • e. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid d, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • f. Indien het gebruik, bedoeld in lid d, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • g. Lid d is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 17 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Randstad.

vastgesteld dor de raad van de gemeente Almere d.d. 18 september 2014

de griffier, de voorzitter,

 

Bijlagen

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten

1.1 Lijst op grond van bedrijfsactiviteiten
SBI-1993   SBI-2008       OMSCHRIJVING           
    nummer     grootste afstand   catego-rie  
01   01   -   LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW           
014   016   3   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m²   50    3.1  
014   016   4   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²   30    2  
           
15   10, 11   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN           
151   101, 102   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:           
151   101, 102   1   - slachterijen en pluimveeslachterijen   100D   3.2  
151   101   4   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m²   100    3.2  
151   101   5   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m²   50    3.1  
151   101   6   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²   50    3.1  
151   101, 102   7   - loonslachterijen   50    3.1  
151   108   8   - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²   50    3.1  
152   102   0   Visverwerkingsbedrijven:           
152   102   5   - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²   100    3.2  
152   102   6   - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²   50    3.1  
1531   1031   0   Aardappelprodukten fabrieken:           
1531   1031   2   - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²   50    3.1  
1532, 1533   1032, 1039   0   Groente- en fruitconservenfabrieken:           
1532, 1533   1032, 1039   1   - jam   100    3.2  
1532, 1533   1032, 1039   2   - groente algemeen   100    3.2  
1532, 1533   1032, 1039   3   - met koolsoorten   100    3.2  
1551   1051   0   Zuivelprodukten fabrieken:           
1551   1051   3   - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j   100    3.2  
1552   1052   1   Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²   100     
1552   1052   2   - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²   30    2  
1581   1071   0   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:           
1581   1071   1   - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens   30    2  
1581   1071   2   - v.c. >= 7500 kg meel/week   100    3.2  
1582   1072       Banket, biscuit- en koekfabrieken   100    3.2  
1584   10821   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:           
1584   10821   2   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²   100    3.2  
1584   10821   3   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m²   30    2  
1584   10821   5   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²   100    3.2  
1584   10821   6   - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m²   30    2  
1585   1073       Deegwarenfabrieken   50    3.1  
1586   1083   0   Koffiebranderijen en theepakkerijen:           
1586   1083   2   - theepakkerijen   100    3.2  
1589.2   1089   0   Soep- en soeparomafabrieken:           
1589.2   1089   1   - zonder poederdrogen   100    3.2  
1592   110102   0   Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:           
1593 t/m 1595   1102 t/m 1104       Vervaardiging van wijn, cider e.d.   30    2  
1598   1107       Mineraalwater- en frisdrankfabrieken   100    3.2  
           
17   13   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL           
171   131       Bewerken en spinnen van textielvezels   100    3.2  
172   132   0   Weven van textiel:           
172   132   1   - aantal weefgetouwen < 50   100    3.2  
173   133       Textielveredelingsbedrijven   50    3.1  
174, 175   139       Vervaardiging van textielwaren   50    3.1  
176, 177   139, 143       Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   50    3.1  
           
18   14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT           
181   141       Vervaardiging kleding van leer   50    3.1  
182   141       Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)   30    2  
183   142, 151       Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont   50    3.1  
                
19   15   -   VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)           
192   151       Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)   50D   3.1  
193   152       Schoenenfabrieken   50    3.1  
                  
20   16   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.           
2010.1   16101       Houtzagerijen   100    3.2  
2010.2   16102   0   Houtconserveringsbedrijven:           
2010.2   16102   2   - met zoutoplossingen   50    3.1  
202   1621       Fineer- en plaatmaterialenfabrieken   100    3.2  
203, 204, 205   162   0   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout   100    3.2  
203, 204, 205   162   1   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   50    3.1  
205   162902       Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken   30    2  
                
21   17   -   VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN           
2112   1712   0   Papier- en kartonfabrieken:           
2112   1712   1   - p.c. < 3 t/u   50    3.1  
212   172       Papier- en kartonwarenfabrieken   100    3.2  
2121.2   17212   0   Golfkartonfabrieken:           
2121.2   17212   1   - p.c. < 3 t/u   100    3.2  
           
22   58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA           
2221   1811       Drukkerijen van dagbladen   100    3.2  
2222   1812       Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)   100    3.2  
2222.6   18129       Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   30    2  
2223   1814   A   Grafische afwerking   10    1  
2223   1814   B   Binderijen   30    2  
2224   1813       Grafische reproduktie en zetten   30    2  
2225   1814       Overige grafische aktiviteiten   30D   2  
223   182       Reproduktiebedrijven opgenomen media   10    1  
           
23   19   -   AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN           
2320.2   19202   A   Smeeroliën- en vettenfabrieken   100    3.2  
           
24   20   -   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN           
2442   2120   0   Farmaceutische produktenfabrieken:           
2442   2120   1   - formulering en afvullen geneesmiddelen   50    3.1  
2442   2120   2   - verbandmiddelenfabrieken   30    2  
2462   2052   0   Lijm- en plakmiddelenfabrieken:           
2462   2052   1   - zonder dierlijke grondstoffen   100    3.2  
2464   205902       Fotochemische produktenfabrieken   100    3.2  
2466   205903   A   Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken   50    3.1  
                  
25   22   -   VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF           
2512   221102   0   Loopvlakvernieuwingsbedrijven:           
2512   221102   1   - vloeropp. < 100 m2   50    3.1  
2513   2219       Rubber-artikelenfabrieken   100D   3.2  
252   222   0   Kunststofverwerkende bedrijven:           
252   222   3   - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen   50    3.1  
           
26   23   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN           
261   231   0   Glasfabrieken:           
261   231   1   - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j   100    3.2  
2615   231       Glasbewerkingsbedrijven   50    3.1  
262, 263   232, 234   0   Aardewerkfabrieken:           
262, 263   232, 234   1   - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW   30    2  
262, 263   232, 234   2   - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW   100    3.2  
2661.2   23612   0   Kalkzandsteenfabrieken:           
2661.2   23612   1   - p.c. < 100.000 t/j   100    3.2  
2662   2362       Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken   100    3.2  
2663, 2664   2363, 2364   0   Betonmortelcentrales:           
2663, 2664   2363, 2364   1   - p.c. < 100 t/u   100    3.2  
2665, 2666   2365, 2369   0   Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:           
2665, 2666   2365, 2369   1   - p.c. < 100 t/d   100    3.2  
267   237   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:           
267   237   1   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²   100D   3.2  
267   237   2   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²   50    3.1  
2681   2391       Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   50D   3.1  
2682   2399   B0   Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):           
2682   2399   C   Minerale produktenfabrieken n.e.g.   100D   3.2  
           
28   25, 31   -   VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)           
281   251, 331   0   Constructiewerkplaatsen           
281   251, 331   1   - gesloten gebouw   100    3.2  
281   251, 331   1a   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2   50    3.1  
2821   2529, 3311   0   Tank- en reservoirbouwbedrijven:           
284   255, 331   B   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.   100D   3.2  
284   255, 331   B1   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2   50D   3.1  
2851   2561, 3311   0   Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:           
2851   2561, 3311   1   - algemeen   100    3.2  
2851   2561, 3311   11   - metaalharden   100D   3.2  
2851   2561, 3311   12   - lakspuiten en moffelen   100D   3.2  
2851   2561, 3311   2   - scoperen (opspuiten van zink)   100D   3.2  
2851   2561, 3311   3   - thermisch verzinken   100    3.2  
2851   2561, 3311   4   - thermisch vertinnen   100    3.2  
2851   2561, 3311   5   - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)   100    3.2  
2851   2561, 3311   6   - anodiseren, eloxeren   100    3.2  
2851   2561, 3311   7   - chemische oppervlaktebehandeling   100    3.2  
2851   2561, 3311   8   - emailleren   100    3.2  
2851   2561, 3311   9   - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)   100    3.2  
2852   2562, 3311   1   Overige metaalbewerkende industrie   100D   3.2  
2852   2562, 3311   2   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2   50D   3.1  
287   259, 331   A0   Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:           
287   259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.   100    3.2  
287   259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2   50    3.1  
           
29   27, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN           
29   27, 28, 33   0   Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:           
29   27, 28, 33   1   - p.o. < 2.000 m2   100D   3.2  
           
30   26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS           
30   26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   30    2  
           
31   26, 27, 33   -   VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.           
314   272       Accumulatoren- en batterijenfabrieken   100    3.2  
316   293       Elektrotechnische industrie n.e.g.   30    2  
           
32   26, 33   -   VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.           
321 t/m 323   261, 263, 264, 331       Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie   50D   3.1  
3210   2612       Fabrieken voor gedrukte bedrading   50    3.1  
           
33   26, 32, 33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN           
33   26, 32, 33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie   30    2  
           
34   29       VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS           
341   291   0   Autofabrieken en assemblagebedrijven           
343   293       Auto-onderdelenfabrieken   100    3.2  
           
35   30   -   VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)           
351   301, 3315   0   Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:           
351   301, 3315   1   - houten schepen   50    3.1  
351   301, 3315   2   - kunststof schepen   100    3.2  
352   302, 317   0   Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:           
352   302, 317   1   - algemeen   100    3.2  
354   309       Rijwiel- en motorrijwielfabrieken   100    3.2  
355   3099       Transportmiddelenindustrie n.e.g.   100D   3.2  
           
36   31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.           
361   310   1   Meubelfabrieken   100D   3.2  
361   9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   10    1  
362   321       Fabricage van munten, sieraden e.d.   30    2  
363   322       Muziekinstrumentenfabrieken   30    2  
364   323       Sportartikelenfabrieken   50    3.1  
365   324       Speelgoedartikelenfabrieken   50    3.1  
3663.1   32991       Sociale werkvoorziening   30    2  
3663.2   32999       Vervaardiging van overige goederen n.e.g.   50D   3.1  
           
40   35   -   PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER           
40   35   B0   bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:           
40   35   B1   - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie   100    3.2  
40   35   B2   - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa   100    3.2  
40   35   C0   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:           
40   35   C1   - < 10 MVA   30    2  
40   35   C2   - 10 - 100 MVA   50    3.1  
40   35   C3   - 100 - 200 MVA   100    3.2  
40   35   D0   Gasdistributiebedrijven:           
40   35   D3   - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A   10    1  
40   35   D4   - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C   30    2  
40   35   D5   - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D   50    3.1  
40   35   E0   Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:           
40   35   E1   - stadsverwarming   100    3.2  
40   35   E2   - blokverwarming   30    2  
40   35   F0   windmolens:           
40   35   F1   - wiekdiameter 20 m   100    3.2  
           
45   41, 42, 43   -   BOUWNIJVERHEID           
45   41, 42, 43   0   Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²   100    3.2  
45   41, 42, 43   1   - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²   50    3.1  
45   41, 42, 43   2   Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²   50    3.1  
45   41, 42, 43   3   - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²   30    2  
           
50   45, 47   -   REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS           
501, 502, 504   451, 452, 454       reparatie- en servicebedrijven van auto's en motorfietsen, inclusief ondergeschikte detailhandel   30    2  
501   451       reparatie van vrachtauto's   100    3.2  
5020.4   45204   A   Autoplaatwerkerijen   100    3.2  
5020.4   45204   B   Autobeklederijen   10    1  
5020.4   45204   C   Autospuitinrichtingen   50    3.1  
5020.5   45205       Autowasserijen   30    2  
           
51   46   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING           
511   461       Handelsbemiddeling (kantoren)   10    1  
5121   4621   0   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders   50    3.1  
5122   4622       Grth in bloemen en planten   30    2  
5123   4623       Grth in levende dieren   100    3.2  
5124   4624       Grth in huiden, vellen en leder   50    3.1  
5125, 5131   46217, 4631       Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen   50    3.1  
5132, 5133   4632, 4633       Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën   50    3.1  
5134   4634       Grth in dranken   30    2  
5135   4635       Grth in tabaksprodukten   30    2  
5136   4636       Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   30    2  
5137   4637       Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   30    2  
5138, 5139   4638, 4639       Grth in overige voedings- en genotmiddelen   30    2  
514   464, 46733       Grth in overige consumentenartikelen   30    2  
5148.7   46499   0   Grth in vuurwerk en munitie:           
5148.7   46499   1   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton   30    2  
5148.7   46499   2   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton   50    3.1  
5148.7   46499   5   - munitie   30    2  
5151.1   46711   0   Grth in vaste brandstoffen:           
5151.1   46711   1   - klein, lokaal verzorgingsgebied   50    3.1  
5151.2   46712   0   Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:           
5151.3   46713       Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)   100    3.2  
5152.1   46721   0   Grth in metaalertsen:           
5152.2 /.3   46722, 46723       Grth in metalen en -halffabrikaten   100    3.2  
5153   4673   0   Grth in hout en bouwmaterialen:           
5153   4673   1   - algemeen: b.o. > 2000 m²   50    3.1  
5153   4673   2   - algemeen: b.o. <= 2000 m²   30    2  
5153.4   46735   4   zand en grind:           
5153.4   46735   5   - algemeen: b.o. > 200 m²   100    3.2  
5153.4   46735   6   - algemeen: b.o. <= 200 m²   30    2  
5154   4674   0   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:           
5154   4674   1   - algemeen: b.o. > 2.000 m²   50    3.1  
5154   4674   2   - algemeen: b.o. < = 2.000 m²   30    2  
5155.1   46751       Grth in chemische produkten   100D   3.2  
5155.2   46752       Grth in kunstmeststoffen   30    2  
5156   4676       Grth in overige intermediaire goederen   30    2  
5157   4677   0   Autosloperijen: b.o. > 1000 m²   100    3.2  
5157   4677   1   - autosloperijen: b.o. <= 1000 m²   50    3.1  
5157.2/3   4677   0   Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²   100D   3.2  
5157.2/3   4677   1   - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m²   50    3.1  
518   466   0   Grth in machines en apparaten:           
518   466   1   - machines voor de bouwnijverheid   100    3.2  
518   466   2   - overige   50    3.1  
519   466, 469       Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   30    2  
           
52   47   -   DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN           
5249   4778       Detailhandel in vuurwerk tot 10 ton verpakt   10    1  
5261   4791       Postorderbedrijven   50    3.1  
527   952       Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)   10    1  
           
55   55   -   LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING           
5552   562       Cateringbedrijven   30    2  
           
60   49   -   VERVOER OVER LAND           
6022   493       Taxibedrijven   30    2  
6023   493       Touringcarbedrijven   100    3.2  
6024   494   0   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m²   100    3.2  
6024   494   1   - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²   50    3.1  
603   495       Pomp- en compressorstations van pijpleidingen   30D   2  
           
63   52   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER           
6311.2   52242   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart      
6311.2   52242   2   - stukgoederen   100D   3.2  
6312   52102, 52109   A   Distributiecentra, pak- en koelhuizen   50D   3.1  
6312   52109   B   Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)   30    2  
6321   5221   1   Autoparkeerterreinen, parkeergarages   30    2  
6321   5221   2   Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)   100    3.2  
6322, 6323   5222       Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren)   10    1  
634   5229       Expediteurs, cargadoors (kantoren)   10D   1  
           
64   53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE           
641   531, 532       Post- en koeriersdiensten   30    2  
642   61   A   Telecommunicatiebedrijven   10    1  
642   61   B0   zendinstallaties:           
642   61   B1   - LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen: onderzoek!)   100    3.2  
642   61   B2   - FM en TV   10    1  
642   61   B3   - GSM en UMTS-steunzenders (indien bouwvergunningplichtig)   10    1  
           
72   62   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE           
72   62   A   Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.   10    1  
72   58, 63   B   Datacentra   30    2  
           
73   72   -   SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK           
731   721       Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk   30    2  
732   722       Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek   10    1  
           
75   84   -   OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN           
7525   8425       Brandweerkazernes   50    3.1  
           
90   37, 38, 39   -   MILIEUDIENSTVERLENING           
9001   3700   A0   RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:           
9001   3700   B   rioolgemalen   30    2  
9002.1   381   A   Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.   50    3.1  
9002.1   381   B   Gemeentewerven (afval-inzameldepots)   50    3.1  
9002.2   382   A0   Afvalverwerkingsbedrijven:           
9002.2   382   A2   - kabelbranderijen   100    3.2  
9002.2   382   A4   - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)   50    3.1  
9002.2   382   A5   - oplosmiddelterugwinning   100D   3.2  
9002.2   382   A7   - verwerking fotochemisch en galvano-afval   30    2  
9002.2   382   C0   Composteerbedrijven:           
9002.2   382   C3   - belucht v.c. < 20.000 ton/jr   100    3.2  
           
92   59   -   CULTUUR, SPORT EN RECREATIE           
921,922   591, 592, 601, 602     Productie studio's (film, TV, radio, geluid)   30   2  
           
93   96   -   OVERIGE DIENSTVERLENING           
9301.1   96011   A   Wasserijen en strijkinrichtingen   50    3.1  
9301.1   96011   B   Tapijtreinigingsbedrijven   50    3.1  
9301.2   96012       Chemische wasserijen en ververijen   30    2  
9301.3   96013   A   Wasverzendinrichtingen   30    2  
9301.3   96013   B   Wasserettes, wassalons   10    1  

Verklaring van gebruikte afkortingen:

< kleiner dan d dag

> groter dan w week

= gelijk aan j jaar

cat. categorie B bodemverontreiniging

e.d. en dergelijke C continue

kl. klasse D divers

n.e.g. niet elders genoemd L luchtverontreiniging

o.c. opslagcapaciteit R risico (Besluit externe veiligheid inrichtingen mogeljk van toepassing )

p.c. productiecapaciteit V vuurwerkbesluit van toepassing

p.o. productieoppervlak G goederenvervoer

v.c. verwerkingscapaciteit P personenvervoer

u uur

1.2 Lijst op grond van het opgestelde electromotorisch vermogen

Opgesteld electromotorisch vermogen   categorie  
A. Inrichtingen met een totaal geïnstalleerd motorisch vermogen van elektromotoren en verbrandingsmotoren van 15 MW of meer en inrichtingen voor het verstoken van brandstoffen met een thermisch vermogen van 50 MW of meer:    
- indien het bedrijf volgens de indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten (hoofdstuk I) is ingedeeld in de categorieën 1 t/m 5   5A  
- indien het bedrijf is ingedeeld in categorie 6   6A  
   
B. Inrichtingen die in de bedrijvenlijst van hoofdstuk I zijn ingedeeld in de categorie 4.1 en waarvan de categorie-indeling is gekenmerkt met 4.1*:    
- indien het opgestelde elektromotorisch vermogen kleiner is dan 300 kW maar minimaal 100 kW bedraagt   3.2  
- indien het opgestelde elektromotorisch vermogen kleiner is dan 100 kW maar minimaal 20 kW bedraagt   3.1  
- indien het opgestelde elektromotorisch vermogen kleiner is dan 20 kW   2  
   
C. Inrichtingen die in de bedrijvenlijst van hoofdstuk I zijn ingedeeld in de categorie 3.2 en waarvan de categorie-indeling is gekenmerkt met 3.2*:    
- indien het opgestelde elektromotorisch vermogen kleiner is dan 100 kW maar minimaal 20 kW bedraagt   3.1  
- indien het opgestelde elektromotorisch vermogen kleiner is dan 20 kW   2  
   
D. Inrichtingen die in de bedrijvenlijst van hoofdstuk I zijn ingedeeld in de categorie 3.1 en waarvan de categorie-indeling is gekenmerkt met 3.1*:    
- indien het opgestelde elektromotorisch vermogen kleiner is dan 20 kW   2