direct naar inhoud van Artikel 20 Algemene bouwregels
Plan: Noorderplassen Oost en West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2X08-vg01

Artikel 20 Algemene bouwregels

20.1 Bouwplannen die de voorgevelrooilijn overschrijden

Ten aanzien van bouwplannen die de voorgevelrooilijn overschrijden geldt dat:

  • a. de voorgevelrooilijn mag uitsluitend worden overschreden door tot gebouwen behorende trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, entreeportalen, overstekken en andere bouwonderdelen van een woning of ander gebouw;
  • b. de diepte (buitenwerks gemeten) is maximaal 1 m;
  • c. de bouwhoogte is maximaal 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen niet daaronder begrepen, een en ander tot een maximale bouwhoogte van 4 m;
  • d. de breedte van het te bouwen bouwonderdeel mag niet meer bedragen dan 50% van de breedte van de bestaande voorgevel. Dit geldt niet voor galerijen, hellingbanen, funderingen en overstekken;
  • e. maximaal één erker per woning.
20.2 Bouwplannen voor ondergeschikte bouwonderdelen op daken van gebouwen

Ten aanzien van bouwplannen voor ondergeschikte bouwonderdelen op daken van gebouwen geldt dat:

  • a. bouwwerken op het dak van een gebouw, zoals installatiecontainers, centrale verwarmings- en luchtbehandelinginstallaties, liftschachten, hekwerken en soortgelijke bouwwerken om installaties uit het zicht te houden worden niet meegerekend bij de bepaling van de bouwhoogte van een gebouw, als zijnde ondergeschikt, mits:
    • 1. de bouwhoogte vanaf het dak gemeten maximaal 3,5 m bedraagt, en:
    • 2. de oppervlakte van deze bouwwerken maximaal 1/3 bedraagt van het grondoppervlak van het gebouw.
20.3 Een antenne-installatie als bedoeld in het Besluit omgevingsrecht in de bebouwde kom

De bouwhoogte van de antenne of indien de antenne is geplaatst op een antennedrager als bedoeld in het Besluit omgevingsrecht, de bouwhoogte van de antennedrager en de antenne tezamen, gemeten vanaf de voet van de antenne, respectievelijk de antennedrager, mag maximaal 15 m bedragen.