direct naar inhoud van 5.1 Planologische uitgangspunten
Plan: Markerkant 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2T05-vg02

5.1 Planologische uitgangspunten

De ruimtelijke opzet van Markerkant wordt gekenmerkt door een indeling in deelgebieden (Markerkant 10 t/m 16). In een aantal deelgebieden hebben zich ontwikkelingen voorgedaan die afwijkend zijn ten opzichte van de regels zoals gesteld in het bestemmingsplan. Markerkant, een gemengd bedrijventerrein, transformeert langzaam naar een consument verzorgend terrein. Naast 'gemengde bedrijven' die op grond van het huidige bestemmingsplan zijn toegestaan (zoals ambachtelijke en industriële- en groothandelsbedrijven) zijn er nu ook dienstverlenende bedrijven, detailhandel en horeca gevestigd, veelal illegaal. De gemeente wil sturing geven aan deze ontwikkeling om met name de toekomstige detailhandelspositie van het stadscentrum niet te ondermijnen. Het is daarom noodzakelijk duidelijkheid te verschaffen over de toekomst van Markerkant.

In dit bestemmingsplan zijn actuele ontwikkelingen, vastgesteld beleid en gewijzigde inzichten samen gebracht en vertaald in planologische uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn vervolgens omgezet in een juridisch planologische regeling. Daarbij zijn bestaande rechten zoals vastgelegd in het geldende bestemmingsplan zoveel mogelijk gerespecteerd. Het nieuwe bestemmingsplan biedt hierdoor een actueel kader om gewenste ruimtelijke ontwikkelingen te kunnen sturen.

5.1.1 Toetsing aan beleid

De Toekomstvisie Markerkant 2015 (vastgesteld in 2005) heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de invulling van het voorontwerpbestemmingsplan. De ontwikkelingen van de afgelopen jaren en de gewijzigde inzichten over de invulling van Markerkant hebben er echter toe geleid dat niet alle in de visie gestelde maatregelen zijn overgenomen. Na de tervisielegging van het voorontwerpbestemmingsplan is nieuw beleid vastgesteld, namelijk de Gemeentelijke Visie op het Vestigingsbeleid Almere, kortweg GVV genoemd. Het bestemmingsplan is in ontwerp, voor zover nodig, aan dit nieuwe beleid aangepast. Na de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan is weer nieuw, voor het plangebied relevant, beleid vastgesteld: de Detailhandelsvisie Almere 2012. Hieronder wordt eerst ingegaan op de GVV, waarbij tevens voorzover relevant een relatie wordt gelegd met de Detailhandelsvisie Almere 2012, de Nota Detailhandel in Almere (2004) en de Toekomstvisie Markerkant 2015. Vervolgens komen in paragraaf 5.1.1.2 de Nota Detailhandel van 2004, de Toekomstvisie Markerkant 2015 en de Detailhandelsvisie Almere 2012 nog eens aan de orde, maar dan over het geldende beleid ten aanzien van reguliere detailhandel. In paragraaf 5.1.2 wordt vervolgens kort aangegeven hoe de hier behandelde onderwerpen in het bestemmingsplan zijn geregeld.

5.1.1.1 Gemeentelijke Visie op het Vestigingsbeleid Almere (GVV)

Algemeen

Hieronder volgt eerst een algemene toetsing aan de GVV. Daarna wordt op een aantal specifieke onderwerpen ingegaan die een nadere afweging/toelichting vergen.

Op grond van de GVV wordt Markerkant getypeerd als een regulier bedrijventerrein en tevens daarbinnen volgens de economische programmering als een “modern gemengd bedrijventerrein”: “een bedrijventerrein met een hindercategorie een tot en met drie, bestemd voor reguliere bedrijvigheid en niet behorend tot de terreinen die zijn getypeerd als hoogwaardige bedrijvigheid of distributiepark, terreinen die veelal een diversiteit aan bedrijven huisvesten”. Het bestemmingsplan maakt bedrijvigheid mogelijk tot en met de categorie 3.2. Daarmee voldoet het bestemmingsplan aan de GVV. Op twee locaties is echter categorie 5 toegestaan in verband met de aanwezige Warmtekrachtcentrale en Hulpwarmtekrachtcentrale.

Op grond van de GVV zijn woningen niet gewenst op reguliere bedrijventerreinen. In het bestemmingsplan is voor de bestaande bedrijfswoningen een maataanduiding opgenomen met een uitsterfregeling. Nieuwe bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.

Op grond van de GVV is reguliere detailhandel slechts toegestaan als dit ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit tot een maximum van 100 m2 verkoopvloeroppervlak per bedrijf en maximaal 20% van hat bruto vloer oppervlak. In beginsel geldt deze regeling ook in het bestemmingsplan Markerkant. Voor een deel van het gebied is hier echter van afgeweken. Hierop wordt in paragraaf 5.1.1.2 nader ingegaan.

Perifere detailhandel is op grond van de GVV op reguliere bedrijventerreinen toegestaan, waarbij voor de uitgangspunten wordt verwezen naar de vigerende Nota Detailhandel (2004). Verderop in deze paragraaf, zal hier nader op in worden gegaan.

Grootschalige detailhandel is niet toegestaan op grond van de GVV. In het bestemmingsplan is dit ook zo geregeld.

In de GVV geldt voor de kantoorhoudendheid van bedrijven een percentage van 50% van het maximum bruto vloeroppervlak per bedrijf. Er kunnen echter zones worden aangewezen waar 100% kantoorhoudendheid is toegestaan. Er is geen kantorenzone aangewezen op Markerkant. De algemene regel is in beginsel in het bestemmingsplan overgenomen. Echter in een deel van het gebied is een uitzondering gemaakt (zie kopje kantoren in deze paragraaf )

Maatschappelijke voorzieningen en semi-maatschappelijke voorzieningen zoals op het gebied van cultuur, sport en recreatie zijn op reguliere bedrijventerreinen niet toegestaan, tenzij dit gebeurt in een business facility point of binnen gebieden die zijn genoemd op de kaart over zoekruimte op reguliere werkterreinen en onderzoek uitwijst dat dit gebruik mogelijk is (zie meer hierover onder het kopje Maatschappelijke en semi-maatschappelijke voorzieningen in deze paragraaf).

Perifere detailhandel

Zoals hiervoor is aangegeven, geeft de GVV aan dat op reguliere bedrijventerreinen PDV is toegestaan. De uitgangspunten zijn conform de vigerende Nota Detailhandel (2004), waaronder het bevorderen van concentratie en clustering. In de Nota Detailhandel is aangegeven dat door de versnippering van pdv-vestigingen de trekkracht van de meeste vestigingen niet optimaal is. Er komen te weinig consumenten bij solitair gelegen vestigingen. Verder sluit de spreiding van perifere detailhandel niet aan op het beleid van kwaliteitsdifferentiatie van bedrijventerreinen. En het verkeersaantrekkend karakter kan leiden tot verkeer- en parkeerproblemen op bedrijventerreinen. Deze aspecten pleiten voor het aanwijzen van specifieke clusterlocaties en conceptmatige ontwikkeling, waarbij de vestigingseisen van perifere detailhandel in de plannen kunnen worden opgenomen. Ten aanzien van Markerkant wordt (in de Nota Detailhandel) o.a. opgemerkt dat gestreefd wordt naar clustering in de zones Markerkant 10, 11, 13 en 16, teneinde trekkracht en kwaliteit te vergroten en vanwege aspecten van verkeerskundige aard. Randvoorwaarden bij vestiging en uitbreiding van PDV zijn volgens deze nota: een goede verkeersafwikkeling, het creëren van voldoende parkeercapaciteit op eigen terrein en aspecten van toegevoegde waarde en beschikbare marktruimte (vestigingen groter dan 500 m2 v.v.o. via vrijstelling).

In de Toekomstvisie Markerkant 2015 wordt geconstateerd dat de concentratie van PDV op Markerkant inmiddels gaande is op Markerkant 10, 11 en 16. Zowel de locatie als de bereikbaarheid zijn hier – door de markt – geschikt bevonden. Tevens wordt aangegeven dat er op het gebied van de detailhandel een discrepantie tussen de uitkomsten uit de analyse en het detailhandelsbeleid is gebleken. Vanuit de analyse wordt een sterkere concentratie (tot de gebieden 10, 11 en 16) van PDV voorgestaan dan op grond van het beleid (bedoeld wordt de Nota Detailhandel 2004 waarin PDV op heel Markerkant is toegestaan, met een streven naar clustering op Markerkant 10, 11, 13 en 16). Er is echter niet duidelijk aangegeven wat het argument hiervoor is, anders dan de constatering dat zich inmiddels clustering heeft voorgedaan op Markerkant 10, 11 en 16. Momenteel is er in ieder geval sprake van de aanwezigheid van verschillende vestigingen van perifere detailhandel in een deel van Markerkant 13 (in de Mondriaanunits en de huidige Kwantum).

Op grond van de GVV is PDV op reguliere bedrijventerreinen toegestaan, maar wordt er wel concentratie voorgestaan. Gezien het feit dat de Nota Detailhandel (2004) ook deelgebied 13 tot het gewenste concentratiegebied rekende en er momenteel perifere detailhandel in dit deelgebied aanwezig is en de betreffende panden de toetsing aan de criteria uit de Nota Detailhandel kan doorstaan (voldoende parkeercapaciteit en het verkeer kan op een goede wijze kan worden afgewikkeld), past het binnen het nieuwe beleid om ook in deelgebied 13 beperkt (alleen in de Mondriaanunits en de huidige Kwantum) perifere detailhandel toe te staan om de trekkracht van de aanwezige bedrijven te behouden/te versterken.

Daarnaast is in de GVV geen beperking opgenomen ten aanzien van het aantal PDV-vestigingen. In het voorontwerp bestemmingsplan was nog uitgegaan van de stelling dat het gebied in voldoende mate voorzien was met perifere detailhandel en dat verdere uitbreiding niet wenselijk was. Gezien het nieuwe beleid is dat uitgangspunt los gelaten en is in de concentratiegebieden getoetst aan de criteria uit de Nota Detailhandel 2004. Gebleken is dat de bestaande of eventueel te realiseren parkeermogelijkheden bij een aantal panden zodanig beperkt is, dat het niet wenselijk is dat in het pand één grote (PDV)trekker komt omdat een dergelijke vestiging om een grotere parkeercapaciteit vraagt dan meerdere kleine vestiging met in totaal hetzelfde oppervlak. In het ontwerpbestemmingsplan is bij deze panden daarom weliswaar PDV toegestaan, maar is de oppervlakte per vestiging/eindgebruiker beperkt. Enkele panden (of delen daarvan) lenen zich niet voor PDV. Daar is de bestemming dan ook niet aangepast.

In de, na de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan vastgestelde Detailhandelsvisie Almere 2012, wordt het hiervoor aangegeven beleid ten aanzien van PDV voortgezet. Dit betekent voor PDV een concentratie in daartoe in de bestemmingsplannen aangewezen zones, mits voldaan wordt aan ruimtelijk relevante randvoorwaarden met betrekking tot bereikbaarheid, parkeren, laden-lossen en milieu eisen. De vaststelling van dit nieuwe beleid heeft dan ook niet tot aanpassing op dit punt ten opzichte van het eerdere ontwerpbestemmingsplan geleid.

Gebleken is echter wel dat ten opzichte van andere bedrijventerreinen in Almere er op Markerkant een meer divers aanbod van perifere detailhandel voorkomt. Bij nadere beschouwing is gebleken dat de definitie van perifere detailhandel zoals opgenomen in de Detailhandelsvisie niet het gehele assortiment van detailhandelsbedrijven beschrijft waarvan het gewenst is om als perifere detailhandel op Markerkant toe te staan en bovendien te veel ruimte voor discussie laat of een bedrijf onder de definitie valt. Het gaat dan met name om kleinschalige meubelbedrijven en winkels in woninginrichting. Volgens de (standaard) definitie van perifere detailhandel zoals deze ook in het ontwerpbestemmingsplan was opgenomen en de definitie in de Detailhandelsvisie Almere 2012, wordt in het geval van meubelbedrijven gesproken over grootschalige meubelbedrijven en is woninginrichting en –stoffering alleen nog als ondergeschikt toegestaan in zones van perifere detailhandel. Onduidelijk is echter wanneer er sprake is van een grootschalig meubelbedrijf. Bovendien wordt het vanuit de ruimtelijke ordening, met het oog op een duidelijke structuur voor de consument, wenselijk geacht alle detailhandel in de meubelbranche (meubels, woninginrichting, en –stoffering) bij elkaar toe te staan en niet alleen de grootschalige of volumineuze varianten daarvan.

De definitie wordt daarom voor dit bestemmingsplan aangepast en luidt als volgt:

1.56 perifere detailhandel

een detailhandelsbedrijf is te onderscheiden in de volgende categorieën:

  • 1. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen, keukens, sanitair/badkamers en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderdelen en onderhoudsmiddelen;
  • 2. meubelbedrijven, woninginrichting en -stoffering;
  • 3. tuincentra;
  • 4. bouwmarkten.

Maatschappelijke en semi-maatschappelijke voorzieningen

In de stad is in de woongebieden vaak geen ruimte beschikbaar voor (kleinschalige) maatschappelijke of semi- maatschappelijke voorzieningen. Maatschappelijke voorzieningen en semi-maatschappelijke voorzieningen zoals op het gebied van cultuur, sport en recreatie zijn op reguliere bedrijventerreinen niet toegestaan, tenzij dit gebeurt in een business facility point of binnen gebieden die zijn genoemd op de kaart over zoekruimte op reguliere werkterreinen, zoals Markerkant, en onderzoek uitwijst dat dit gebruik mogelijk is

In lijn met het uitgangspunt van de GVV kan op Markerkant voor individuele gevallen via een buitenplanse afwijkingsbevoegdheid op basis van een goede onderbouwing worden afgeweken van de bestemming teneinde functiemenging te faciliteren en te stimuleren. Uitgangspunt daarbij is dat niet de mogelijkheden van de bestaande/overige bedrijven op het bedrijventerrein negatief worden beïnvloed. Het gaat dan om het mogelijk maken van nieuwe maatschappelijke voorzieningen en overige voorzieningen zoals omschreven in de GVV via buitenplanse afwijkingsbevoegdheden. De thans aanwezige maatschappelijke - en overige voorzieningen die legaal in het plangebied aanwezig zijn, worden in het bestemmingsplan met een aanduiding op de plankaart aangegeven. De illegaal in het plangebied aanwezige maatschappelijke - en overige voorzieningen worden alleen met een aanduiding op de plankaart opgenomen als uit onderzoek (advies Midoffice) is gebleken dat het gebruik ter plaatse mogelijk is (zie noot 6 bij tabel 3 op p. 15 van de GVV).

Kantoren

Zoals hiervoor is aangegeven is in de GVV opgenomen dat voor de kantoorhoudendheid van bedrijven een percentage van 50% van het maximum bruto vloeroppervlak per bedrijf geldt en dat er zones kunnen worden aangewezen waar 100% kantoorhoudendheid is toegestaan. Markerkant is niet een bedrijventerrein waar in beginsel kantorenzones gewenst worden. Wel kan in dit gebied ingespeeld worden op de reeds meer of minder spontaan gevestigde kleinschalige kantoorachtige ontwikkelingen. Meer formelere kantoorlocaties worden elders in Almere gevonden en aangeboden. De aanwezige kleinschalige zakelijke dienstverlening dat zich stedenbouwkundig-fysiek-architectonisch uit in de vorm van kantoren, fungeert hier hoofdzakelijk in de vorm van starters en doorstarters en heeft daarmee grotendeels een broedplaatsachtig karakter. In deelgebied 12 en in Markerkant 13, bedrijfs/kantoorverzamelgebouw New Element, is dergelijk kleinschalig kantoorgebruik reeds aanwezig.

Voor het pand New Element is in het verleden Europese subsidie beschikbaar gesteld voor kleinschalige kantoren (annex bedrijfsruimten). Weliswaar is deze regeling ten einde gelopen/loopt deze regeling binnenkort ten einde, de gemeente Almere acht het van belang dat er blijvend voor startende en kleine ondernemers mogelijkheden bestaan om kleinschalige kantoorruimten te huren. Aangezien er in Almere slechts beperkte mogelijkheden aanwezig zijn, wordt het een zaak van goede ruimtelijke ordening geacht om in dit bestemmingsplan de bestaande kleinschaligheid van kantoorruimten te waarborgen. In het voorontwerp was gekozen voor een maximale oppervlakte van 150 m2 b.v.o. per eindgebruiker. Om startende ondernemers meer doorgroeimogelijkheden te bieden en meer flexibiliteit in het plan te brengen is deze oppervlakte verhoogd tot 250 m2 per eindgebruiker. Elders in de gemeente is, na de ter inzage legging van het voorontwerp van dit bestemmingsplan, eveneens gekozen voor een maximale oppervlakte van 250 m2 per eindgebruiker om te waarborgen dat het pand beschikbaar blijft voor starters.

Deze maat is naar onze mening voldoende groot dat een startende ondernemer lang genoeg kan doorgroeien. Met deze maat kan (deels) in de behoefte aan de onderkant (qua grootte) van de kantorenmarkt worden voorzien.

5.1.1.2 Nota Detailhandel (2004) , Toekomstvisie Markerkant 2015 en Detailhandelsvisie Almere 2012

In hoofdstuk 3.2 is geconstateerd dat het als gemengd bedrijventerrein ontwikkelde gebied, steeds meer is veranderd in een consumentverzorgend terrein. Met de Nota Detailhandel van 2004 (en ingetrokken in 2012) was het destijds vigerende beleid vastgelegd om de zich voordoende ontwikkeling in bepaalde mate te faciliteren en te sturen. In 2005 heeft het college de Toekomstvisie Markerkant 2015 vastgesteld. Op basis van een inventarisatie en een analyse is hierin het toekomstperspectief beschreven, met aandacht voor kansen en bedreigingen voor de toekomst van het gebied.

De Toekomstvisie wijkt op een aantal punten af van de Nota Detailhandel. De Nota Detailhandel gaat uit van het toestaan van maximaal 10 vestigingen van reguliere detailhandel. Dit betekent dat er handhavend opgetreden zou moeten worden tegen reeds gevestigde detailhandelsvestigingen. Dergelijk handhavend optreden wordt echter juridisch niet meer realistisch geacht. Eén van de aanbevelingen in de Toekomstvisie is dat een uitbreiding van detailhandel op Markerkant geen ondermijning van het stadscentrum tot gevolg mag hebben. Aan de andere kant wordt onderkend dat in een groeiende en ontwikkelende stad als Almere, ruimte moet zijn voor een kleinschalige en marginale detailhandel. In de steden op het oude land zijn dergelijke winkeltjes in de aanloopstraten in de ring om het centrum gevestigd. Dit soort gebieden hebben ook de oude en betaalbare voorraad beschikbaar. Almere kent een dergelijke stedenbouwkundige structuur niet, maar een dergelijk milieu is geleidelijk in een deelgebied als Markerkant 12 ontstaan. De strategische ligging van Markerkant nabij het centrum en de goede bereikbaarheid maakt dat dit gebied de functie van de aanloopstraten vooralsnog heeft overgenomen. De Toekomstvisie gaat dan ook uit van het toestaan van alle aanwezige reguliere detailhandelsvestigingen. Nieuwe vestigingen worden in de Toekomstvisie niet wenselijk geacht.

Het nieuwe gedeelte van het stadscentrum is inmiddels grotendeels gerealiseerd. Hierbij is gebleken dat het stadscentrum ook nu nog niet voorziet in vestigingslocaties waar de aanwezige reguliere detailhandelsvestigingen op Markerkant behoefte aan hebben. Duidelijk is nu dat Markerkant in de huidige vorm van broedplaatsmilieu (units met zeer beperkte omvang VVO en een lage huurprijs) niet concurrerend is voor het stadscentrum. Functies die zich op Markerkant vestigen zijn (nog) niet in staat zich in het stadscentrum te vestigen, temeer daar hiervoor nog geen betaalbare winkelvoorraad aanwezig is. Wel is het nadrukkelijk de wens voor de toekomst om dit milieu in het stadscentrum mogelijk te maken. Om deze redenen is in dit bestemmingsplan gekozen voor het op beperkte schaal toelaten van nieuwe vestigingen van reguliere detailhandel op een beperkt deel van Markerkant. Hier zijn echter wel regels aan verbonden om te voorkomen dat alsnog een situatie ontstaat waarin detailhandel, welke thuis hoort in het stadscentrum, zich op Markerkant zal vestigen.

Op 13 oktober 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met de uitgangspunten van het 'Startdocument Bestemmingsplan Stadscentrum'. Hierin is o.a. gesignaleerd dat in het stadscentrum behoefte is aan "de kleinere winkel met het zogenaamde 'aanloopstraatkarakter'." Als uitgangspunt is daarom vastgesteld dat bij het opstellen van het bestemmingsplan voor het stadscentrum wordt bepaald dat waar het fysiek mogelijk en ruimtelijk gewenst is, commerciële plinten in bestaande panden mogelijk te maken. Dit betekent dat op termijn een 'aanloopstraatkarakter' kan ontstaan.

Vervolgens heeft de gemeenteraad op 15 maart 2012 ingestemd met de Detailhandelsvisie Almere 2012 onder gelijktijdige intrekking van de Nota Detailhandel in Almere uit 2004. In deze nieuwe nota wordt het beleid ten aanzien van detailhandel op Markerkant zoals dat was opgenomen in de Nota Detailhandel in Almere, met een verwijzing naar het ontwerpbestemmingsplan Markerkant 2009, voortgezet. De Detailhandelsvisie Almere 2012 heeft dan ook niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan op dit punt.

In de volgende paragraaf wordt toegelicht hoe het voorgaande is vertaald in het bestemmingsplan.

5.1.2 Ruimtelijke vertaling

Concreet betekent het bovenstaande het volgende:

  • Kleinschalige detailhandel

In de Toekomstvisie is voor deelgebieden waar kleinschalige detailhandel is gevestigd, een uitsterfregeling het uitgangspunt van beleid. Dit zou betekenen dat op termijn geen detailhandel meer mogelijk is op Markerkant.

In dit bestemmingsplan is gekozen voor een afwijkende regeling voor deelgebied 12. De keuze voor deze afwijkende regeling is met de vaststelling van de Detailhandelsvisie Almere 2012 bekrachtigd. Dit deelgebied functioneert als broedplaatsmilieu voor startende ondernemers en kleinschalige detailhandel. Daarom wordt de aanwezige detailhandel met de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan gelegaliseerd. In tegenstelling tot in de rest van Markerkant, geldt in deelgebied 12 voor reguliere detailhandel geen uitsterfregeling. Vestiging van nieuwe reguliere detailhandel wordt echter wel zeer beperkt toegestaan.
In het voorontwerp van dit bestemmingsplan was gekozen voor een ontheffingsmogelijkheid voor maximaal 10 detailhandelsbedrijven binnen deelgebied 12, naast de reeds bestaande detailhandelsvestigingen. Van deze ontheffingsmogelijkheid is echter afgestapt vanwege de onduidelijkheid van de regeling voor de ondernemer/eigenaar en de complexiteit van handhaafbaarheid voor de gemeente. In dit bestemmingsplan is daarom de toevoeging van nieuwe reguliere detailhandel beperkt tot de bedrijfsverzamelpanden Markerkant 12 05 (1t/m 14) en Markerkant 12 06 (1 t/m 10). Naast duidelijkheid voor de gebruiker is hiermee ook de mogelijkheid tot handhaving verbeterd. De locatie is centraal gelegen in deelgebied 12 en heeft al een hoge concentratie detailhandel. Het betreft twee panden tegenover elkaar, gelegen aan de centrale (auto)ontsluitingsweg van deelgebied 12. Door in deze twee panden de mogelijkheid van kleinschalige reguliere detailhandel te concentreren ontstaat er een duidelijke structuur en zichtbaarheid in het gebied. Dit komt de consument en de detaillist ten goede.

Om een verdere verbetering van de stedenbouwkundige structuur in de toekomst mogelijk te maken is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt de resterende, in deelgebied 12 verspreid aanwezige detailhandel, te concentreren in het pand Markerkant 12 01. Dit houdt in dat het mogelijk wordt om via een wijzigingsplan detailhandel in het pand Markerkant 12 01 mogelijk te maken als tegelijkertijd elders in deelgebied 12 een aanduiding 'detailhandel' komt te vervallen. In het licht van deze regeling is voor een tweetal units waar op de ijkdatum detailhandel aanwezig was, maar die vervolgens vertrokken is, de aanduiding verplaatst naar het pand Markerkant 12 01.

Met de mogelijkheid van detailhandel in de panden Markerkant 12 05 en 06 worden ten opzichte van de ijkdatum (23 november 2009) 8 nieuwe detailhandelsvestigingen mogelijk gemaakt binnen deze twee panden. Om tot het totaal van 10 nieuwe vestigingen te komen, zoals met de ontheffingsmogelijkheid in het voorontwerp was opgenomen, is er voor gekozen om, naast de hiervoor vermelde wijzigingsbevoegdheid, bij 2 units binnen het pand Markerkant 12 01 het gebruik ten behoeve van detailhandel direct met een aanduiding op de plankaart mogelijk te maken.

In de overige deelgebieden is kleinschalige detailhandel, anders dan ondergeschikte detailhandel, niet toegestaan en wordt aan de aanwezige detailhandelsbedrijven een uitsterfregeling verbonden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP2T05-vg02_0017.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP2T05-vg02_0018.png"

  • Perifere detailhandel

Conform de GVV en de Detailhandelsvisie Almere 2012 ( en voorheen conform de Nota Detailhandel (2004)) vormen Markerkant 10, 11, 13 en 16 de concentratiezone voor perifere detailhandel. Binnen deze deelgebieden is getoetst of gebruik van het hele pand ten behoeve van perifere detailhandel mogelijk/bezwaarlijk is. Indien geen ruimtelijke bezwaren bleken, is het hele pand bestemd voor (o.a.) perifere detailhandel. In het vervolg zal nauwlettend moeten worden toegezien op de naleving van de regels zoals gesteld in dit bestemmingsplan.

  • Kleinschalige maatschappelijke voorzieningen

De aanduidingen 'maatschappelijk', 'cultuur en ontspanning' en 'sport' op het reguliere bedrijventerrein Markerkant (deelgebied 14 en 15), zoals opgenomen in het voorontwerpbestemmingsplan zijn geschrapt. Hiermee vervalt de rechtstreekse mogelijkheid voor de vestiging van (semi-) maatschappelijke voorzieningen op Markerkant als regulier bedrijventerrein. In lijn met het uitgangspunt van de GVV kan voor individuele gevallen op basis van een goede ruimtelijke onderbouwing (buitenplans) worden afgeweken van de bestemming teneinde functiemenging mogelijk te maken. Uitgangspunt daarbij is dat de mogelijkheden van de bestaande/overige bedrijven op het bedrijventerrein niet negatief worden beïnvloed en de functiemening goed ruimtelijke onderbouwd kan worden. De thans aanwezige (semi-) maatschappelijke voorzieningen zijn beoordeeld door het Midoffice. Indien het Midoffice positief heeft geadviseerd over het betreffende gebruik ter plaatse is een aanduiding opgenomen zonder uitsterfregeling. Bij een negatief advies geldt dat het betreffende gebruik nog maximaal 5 jaar mag worden voortgezet indien het gebruik reeds plaatsvond op 23 november 2009. Is het betreffende (negatief beoordeelde) gebruik na die datum aangevangen dan is er geen aanduiding op de plankaart opgenomen en dient het gebruik te worden beëindigd.

  • Dienstverlening en zelfstandige kantoren

Op Markerkant is nu een mix aan persoonlijke en zakelijke dienstverlening aanwezig. De Toekomstvisie spreekt zich niet uit over de verschillende vormen van dienstverlening. Daarin wordt een verruiming van de mogelijkheden voor dienstverlening in algemene zin op Markerkant voorgestaan. Gelet op de reeds aanwezige kleinschalige bedrijfspanden en het reeds bestaande profiel van deelgebied 12 wordt in dit deelgebied beide vormen van dienstverlening toegestaan waarbij per eindgebruiker maximaal 250 m² b.v.o. mogelijk is alsmede op het perceel van het pand New Element in deelgebied 13.