direct naar inhoud van Regels
Plan: Veluwsekant, Sallandsekant en het Atelier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2LOWY01-vg01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Link naar de toelichting op de Inleidende regels

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Veluwsekant, Sallandsekant en het Atelier met identificatienummer NL.IMRO.0034.BP2LOWY01-vg01 van de gemeente Almere.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aan-huis-verbonden beroep

het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbij behorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 afhaalpunt

een locatie waar de consument uitsluitend via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren en waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten.

1.7 ambachtelijk bedrijf

bedrijf waarbij het accent ligt op het in handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsmede het verkopen of leveren van goederen, die verband houden met het ambacht als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming.

1.8 archeologisch waardevol terrein

terrein met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang.

1.9 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.10 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.11 bebouwingspercentage

een in dit plan genoemd percentage dat het gedeelte van het bouwperceel aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd.

1.12 bed & breakfast

een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt. Met dien verstande dat er maximaal 5 gasten tegelijk mogen verblijven.

1.13 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen, waaronder detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit. Onder bedrijf wordt ook verstaan: bezorgservice, webwinkel, afhaalpunt en andere vergelijkbare bedrijven.

1.14 bedrijfsmatige activiteiten aan huis

het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten met een kleinschalig karakter, die in een gedeelte van een woning en de daarbij behorende erfbebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.15 bedrijfsvloeroppervlak

de totale vloeroppervlakte van bedrijven, kantoren, winkels en gebouwen die wordt gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.

1.16 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw dat kennelijk bestemd is voor een ingevolge de bestemming toegelaten hoofdfunctie, niet zijnde wonen, die bewoond wordt door ten minste één persoon die werkzaam is voor de hoofdfunctie.

1.17 beperkt kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.

1.18 bestaande situatie
  • a. bij bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig zijn, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen;
  • b. bij gebruik: het gebruik van gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.19 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.20 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.21 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.22 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.23 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.24 bouwmarkt

een al dan niet geheel overdekt detailhandelsbedrijf, waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouw- en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden en de ondergeschikte verkoop van tuin gerelateerde artikelen.

1.25 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.26 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.27 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.28 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.29 cafetaria/afhaalrestaurant

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet alcoholische dranken.

1.30 café

een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.

1.31 CROW-kencijfer

De parkeerkencijfers zoals gepubliceerd in de CROW-publicatie 'Kencijfers en verkeersgeneratie' 317, oktober 2012, dan wel een hernieuwde uitgave van deze publicatie.

1.32 cultuur en ontspanning

diverse gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding waaronder ontspanningsvoorzieningen zoals een evenemententerrein of bowlingcentrum en culturele voorzieningen zoals een dansschool, muziekschool, filmhuis en bioscoop, één en ander met uitzondering van seksinrichtingen en detailhandelsbedrijven.

1.33 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, perifere detailhandel, internetwinkel en supermarkt.

1.34 detailhandel in abc-goederen

detailhandel in auto's, boten, motoren en caravans

1.35 detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit

detailhandel vanuit vestigingen die als hoofdfunctie productie of vervaardiging van goederen hebben, waarvan de detailhandelsfunctie aantoonbaar ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en gelieerd is aan productiebedrijven en geen verkeers- en parkeerproblemen mag veroorzaken, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging met een maximum van 100 m² verkoopvloeroppervlak.

1.36 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks al dan niet via een baliefunctie te woord wordt gestaan en geholpen.

1.37 dove gevel
  • a. een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede;
  • b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidgevoelige ruimte.
1.38 eigen terrein

een aaneengesloten stuk grond waarover door de gebruiker kan worden beschikt en waarbij het kan gaan om meerdere kadastrale percelen.

1.39 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover een bestemmingsplan van toepassing is de bestemming deze inrichting niet verbiedt.

1.40 erfbebouwing

functioneel met een hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en door zijn ligging, constructie en afmetingen daaraan ondergeschikt, op de grond staande gebouwen of andere overdekte bouwwerken. Hieronder vallen aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen.

1.41 extensief dagrecreatief medegebruik

vormen van recreatief medegebruik gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen, met de daar bijbehorende voorzieningen zoals een picknickplaats, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen voorziening.

1.42 gebied met mogelijk archeologische waarde

gebied waar naar verwachting terreinen met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang voorkomen, maar waar deze nog niet zijn vastgesteld.

1.43 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.44 geluidsgevoelige objecten

geluidsgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder, te weten:

  • a. woningen;
  • b. andere geluidsgevoelige gebouwen:
    • 1. onderwijsgebouwen;
    • 2. ziekenhuizen;
    • 3. verpleeghuizen;
    • 4. verzorgingstehuizen;
    • 5. psychiatrische inrichtingen;
    • 6. kinderdagverblijven;

de aanwijzing als 'ander geluidsgevoelig gebouw' geldt niet voor de delen van een gebouw die een andere bestemming hebben dan verblijfsruimte;

  • c. geluidsgevoelige terreinen:
    • 1. een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
    • 2. een ligplaats in het water, bestemd om door een woonschip te worden ingenomen.
1.45 gevel

bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak.

1.46 gevellijn
  • a. de op de verbeelding aangeduide lijn die geldt als begrenzing van de gebouwen van de aan de weg gekeerde zijde van een bouwperceel, of;
  • b. ingeval van een bestemmingsvlak, de denkbeeldige doorgetrokken lijn van de voorgevel van een gebouw.
1.47 groothandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren of leveren van goederen aan bedrijven, wederverkopers en aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.

1.48 grootschalige detailhandel

een vestiging van detailhandel, met een minimum verkoopvloeroppervlak van 1.000 m2 per vestiging, waarvan uitgezonderd de branches food en warenhuizen en perifere detailhandel.

1.49 hogere waarde

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.

1.50 hoofdgebouw

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.51 horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.

1.52 hotel

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor consumptie ter plaatse waaronder tevens worden begrepen een pension, bed & breakfast, herberg e.d.

1.53 hoveniersbedrijf

een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen alsmede op het leveren van gewassen en andere goederen voor het inrichten van tuinen dan wel het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van tuinen voor derden met dien verstande dat detailhandel niet is toegestaan, tenzij ondergeschikt.

1.54 internetwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij de consument niet alleen via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren, maar waar ook sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten.

1.55 kantoor

het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.56 kantoor- en praktijkruimte

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, juridisch, kunstzinnig, medisch, paramedisch, therapeutisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.

1.57 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen

voorzieningen ten behoeve van activiteiten zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken.

1.58 coffeeshop

een horecabedrijf, dat als hoofddoel heeft het verstrekken van softdrugs en dranken voor gebruik ter plaatse.

1.59 kringloopwinkel

een vestiging welke bedrijfsmatige activiteiten en detailhandelsactiviteiten verricht, bestaande uit de inzameling "om niet" van een breed assortiment van tweedehands goederen van overwegend particulieren, de eventuele reparatie daarvan en verkoop van deze goederen (waaronder volumineuze) aan hoofdzakelijk particulieren.

1.60 kunstobject

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt als uitingen van één der beeldende kunsten.

1.61 kunstwerk

bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve ten behoeve van civieltechnische of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.

1.62 kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden.

1.63 landschappelijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde, wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur.

1.64 maatschappelijke voorzieningen

(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs en daarmee gelijk te stellen sectoren.

1.65 niet-permanente verblijfsrecreatie

verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen, waarvan het ruimtegebruik van voorbijgaande aard is, waaronder wordt verstaan het innemen van een standplaats op hetzelfde terrein voor niet langer dan een zomerseizoen.

1.66 nutsbedrijf

een bedrijf dat producten en/of diensten levert ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen zoals electriciteits- gas-, en drinkwatervoorziening en communcatie- en transportvoorzieningen.

1.67 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, apparatuur voor telecommunicatie, voorzieningen voor stadsverwarming, electrische oplaadpunten, zonnecollectoren, zonnepanelen.

1.68 ondergeschikte detailhandel

detailhandel vanuit vestigingen of voorzieningen die een andere hoofdfunctie hebben en waarvan de detailhandelsfunctie aantoonbaar ondergeschikt en gelieerd is aan de hoofdfunctie en geen verkeers- en parkeerproblemen mag veroorzaken, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging met een maximum van 100 m² verkoopvloeroppervlak?.

1.69 ondergeschikte horeca

een horecavoorziening binnen een andere hoofdbestemming of functie dan horeca, ten behoeve van en ondergeschikt aan die andere bestemming of functie voor de consumptie van dranken en etenswaren, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging.

1.70 ondergeschikte workshops

een bijeenkomst of cursus die gegeven wordt in een vestiging/voorziening die een andere hoofdbestemming of functie dan 'cultuur en ontspanning', 'sport' of 'maatschappelijk' heeft en waaraan de bijeenkomst of cursus aantoonbaar gelieerd is aan de hoofdfunctie, en de verkeersaantrekkende werking niet die van de hoofdbestemming of functie overstijgt.

1.71 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde met maximaal één wand (waaronder ook de gevel van een woning), primair bedoeld als overkapping ten behoeve van een woning.

1.72 peil
  • a. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter hoogte van de hoofdingang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkte maaiveld.
1.73 pension

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken aan de logerende gasten.

1.74 perifere detailhandel

een detailhandelsbedrijf te onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair/badkamers en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderdelen en onderhoudsmiddelen;
  • b. meubelbedrijven, woninginrichting en -stoffering;
  • c. tuincentra;
  • d. bouwmarkten.
1.75 permanente verblijfsrecreatie

verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen, waarvan het ruimtegebruik een bestendig karakter draagt, waaronder wordt verstaan het innemen van een standplaats op hetzelfde terrein voor langer dan een zomerseizoen.

1.76 prostitutie

het zich, tegen vergoeding, beschikbaar stellen voor seksuele handelingen.

1.77 reclameobjecten

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, of onderdelen van bouwwerken ten behoeve van reclamedoeleinden, zoals aankondigingborden, mupi's (reclameborden), billboards, vitrines, reclame aan lichtmasten, gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen, tweevlaksborden.

1.78 recreatief medegebruik

een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.

1.79 recreatieve voorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding, met uitzondering van seksinrichtingen, detailhandelsbedrijven en horecabedrijven.

1.80 restaurant

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van (alcoholische) dranken.

1.81 risicovolle inrichting

een inrichting als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan.

1.82 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke al dan niet besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, dan wel in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, seksclub, privé-huis, erotische massagesalon, raambordeel, of een combinatie daarvan.

1.83 seksshop

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen of leveren van goederen van erotische dan wel pornografische aard.

1.84 showroom

uitstallingsruimte voor goederen ten behoeve van de detail- of groothandel, waarbij de goederen niet direct kunnen worden geleverd.

1.85 sportvoorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen, gericht op sport, zoals een fitnesscentrum of sportveld, niet zijnde recreatieve voorzieningen.

1.86 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.

1.87 Staat van bedrijfsactiviteiten - Functiemenging

de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging die van deze regels onderdeel uitmaakt.

1.88 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.

1.89 straatmeubilair

kleinschalige bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals verkeergeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken (al dan niet ondergronds), prullenbakken, speeltoestellen en reclameobjecten, alsmede telefooncellen, oplaadpunten, abri's.

1.90 tuincentrum

Een bedrijf dat binnen een ruimte of op een terrein, al dan niet overdekt, planten en een volledig assortiment aan tuinartikelen uit voorraad aan particulieren aanbiedt alsmede daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen en/of diensten. Tuinartikelen zijn artikelen die dienen voor de aanleg, de inrichting en het onderhoud van en het verblijf in tuinen. Onder volledig assortiment wordt begrepen:

  • a. basisassortiment: direct voor de aanleg, inrichting en onderhoud van tuinen benodigde artikelen;
  • b. randassortiment: indirect voor de aanleg, inrichting en onderhoud van huis en tuin benodigde artikelen, alsmede dieren, dierenbenodigdheden en –voeding, decoratie en woonaccessoires binnenshuis, dierenservice (trimmogelijkheid, medische- en preventieve zorg, advies), tuin- en waxkleding, buitenspeelgoed, 'buitenkoken' en accessoires, streekproducten zoals appels, peren, honing e.d.;
  • c. gelegenheidsassortiment: artikelen ten behoeve van bepaalde festiviteiten, zoals bijvoorbeeld Pasen en Kerstmis.
1.91 verblijfsruimte

een verblijfsruimte als bedoeld in het Besluit geluidhinder, te weten:

  • leslokalen en theorielokalen van onderwijsgebouwen;
  • onderzoeks- en behandelingsruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen;
  • onderzoeks-, behandelings-, recreatie-, en conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten van verzorgingshuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven;
  • theorievaklokalen van onderwijsgebouwen;
  • ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede recreatie- en conversatieruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen.
1.92 verkoopvloeroppervlak/winkelvloeroppervlak

de voor winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief de etalages en de ruimte achter de toonbank en kassa's.

1.93 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt.

1.94 voorkeursgrenswaarde

de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.

1.95 webwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij er geen sprake is van fysiek klantcontact en verzending van goederen uitsluitend digitaal en per post geschiedt.

1.96 windmolen

een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.

1.97 winkel

een gebouw, dat een ruimte omvat welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor detailhandel.

1.98 woning

een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden, dan wel voor een met een huishouden gelijk te stellen minder traditionele woonvorm.

1.99 zendmast

bouwwerk, geen gebouw zijnde, die zelfstandig dan wel in onderlinge samenhang met bijbehorende bouwwerken, bedoeld is voor het dragen en laten functioneren van zend- of ontvangstantennes.

Artikel 2 Wijze van meten

Link naar de toelichting op de Inleidende regels

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 de hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot en met de (wieken)as van de windturbine.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf-1

Link naar de toelichting op de bestemming 'Bedrijf 1 en 2' 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende

  • k. erven, terreinen, verhardingen, paden en verblijfsgebieden;
  • l. toegangspaden, in- en uitritten;
  • m. (ondergrondse)parkeervoorzieningen, fietsenstallingen, laad- en losvoorzieningen, opstelplaatsen voor vracht- en bedrijfsauto's;
  • n. straatmeubilair, reclame- en kunstobjecten, masten ten behoeve van telecommunicatie;
  • o. nutsvoorzieningen;
  • p. groen- en waterhuishoudingsvoorzieningen;
  • q. overige functioneel met de bestemming Bedrijf-1 verbonden voorzieningen

een en ander met dien verstande dat:

  • r. per bedrijf ten hoogste 50% van het bedrijfsvloeroppervlak mag worden gebruikt ten behoeve van niet zelfstandige kantooractiviteiten;
  • s. in afwijking van 3.1 onder r. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' 60% van de bebouwing op het bouwperceel mag worden gebruikt ten behoeve van zelfstandige kantooractiviteiten;
  • t. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, niet zijn toegestaan;
  • u. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • v. ter plaatse van de aanduiding 'beperkt kwetsbaar object' een maximum geldt van 1500 m2 bvo voor de vestiging beperkt kwetsbare objecten;
  • w. bedrijfswoningen niet zijn toegestaan.

onder de voorwaarde dat:

  • x. op eigen terrein wordt voorzien in ruimte voor laden en lossen;
  • y. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte van zowel eigen medewerkers als bezoekers, waarbij de parkeernormen zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Lijst van parkeernormen dienen te worden aangehouden.

3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;
  • d. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 4 m dient te bedragen, tenzij gebouwen aaneen zijn gebouwd of een zijdelingse perceelsgrens niet gedeeld wordt met een ander bouwperceel;
  • e. ter plaatse van de bouwaanduiding 'karakteristiek' de voorgevel van de gebouwen binnen deze zone moet worden gebouwd;
  • f. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van nutsvoozieningen niet meer mag bedragen dan 5 meter en de oppervlakte niet meer dan 25m2.

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt

  • g. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 3 m;
  • h. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 12 m;
  • i. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • j. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, oppervlakte maximaal 10 m²;
  • k. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • l. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan de gevel van het hoofdgebouw en zijn uitsluitend toegestaan binnen het gevelvlak;
  • m. vrijstaande reclameobjecten: de maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • n. zonnecollectoren en zonnepanelen: bouwhoogte maximaal 4 meter bij een dakopstelling en maximaal 5 meter bij een grondopstelling;
  • o. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m;

3.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 3.2 onder b en ten behoeve van de bouw van windmolens, mits:
    • 1. de windmolens worden gerealiseerd op het hoofdgebouw of aan de gevel van het hoofdgebouw;
    • 2. de toegestane bouwhoogte voor hoofdgebouwen met maximaal 3 m wordt overschreden;
    • 3. de rotordiameter van de windmolen maximaal 2 m bedraagt;
  • b. van het bepaalde in lid 3.2 onder d. ten einde een kleinere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens toe te staan, mits uit brandweeradvies blijkt dat dit vanuit het oogpunt van brandveiligheid verantwoord is. Aan deze omgevingsvergunning kunnen voorwaarden verbonden worden ter waarborging van de brandveiligheid;

3.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen die geen verband hebben met de volgens de bestemming toegelaten bedrijfsvoering van deze gronden.
  • b. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en coffeeshops.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 3.1 onder a., b. en c. teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in twee categorieën hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar is of die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009 zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. van het bepaalde in lid 3.1 onder g. teneinde horecafuncties toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar, indien en voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. van het vereiste als bedoeld in lid 3.1 onder y, teneinde de parkeernorm vast te stellen voor functies die niet voorkomen in de bij deze regels behorende Lijst van parkeernormen;
  • d. van het vereiste als bedoeld in lid 3.1 onder y, mits uit een gemeentelijke parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is voor de gevraagde functie.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde aan gronden met de bestemming 'Bedrijf-1' de aanduiding 'seksinrichting' toe te voegen ten einde de vestiging mogelijk te maken van een privé-huis, een erotische massagesalon of een parenclub, onder de volgende voorwaarden:
    • 1. Op de bedrijventerreinen Gooisekant, Hollandsekant, Markerkant, Poldervlak, De Steiger, De Vaart en Veluwsekant zijn maximaal vijf privé-huizen, vijf erotische massagesalons en drie parenclubs toegestaan, met dien verstande dat per bedrijventerrein maximaal één privé-huis, één erotische massagesalon en één parenclub is toegestaan.
    • 2. De vestiging heeft geen onevenredige parkeerdruk of verkeersoverlast in de directe omgeving van de seksinrichting tot gevolg;
    • 3. De omvang van de seksinrichting bedraagt niet meer dan 500 m² bruto vloeroppervlak;
    • 4. Een privé-huis en een erotische massagesalon omvatten niet meer dan vier werkruimtes;
    • 5. De afstand tot een bedrijfswoning op een bedrijventerrein bedraagt minimaal 50 meter, met dien verstande dat een kortere afstand alleen is toegestaan indien daardoor niet vaststaat of niet met reden te vrezen is dat door handelingen door, ten behoeve van of samenhangende met de seksinrichting, de woon- en werkomstandigheden in, dan wel het uiterlijk aanzien van, het gebied in meer dan ondergeschikte mate zullen verslechteren;
  • b. Burgemeester en wethouders maken geen gebruik van de wijzigingsbevoegdheid onder a, indien vaststaat of met reden te vrezen is dat door handelingen door, ten behoeve van of samenhangende met de seksinrichting of de daaraan verwante detailhandel, de woon- en werkomstandigheden in, dan wel het uiterlijk aanzien van, de voor Bedrijf-1 aangewezen gronden in meer dan ondergeschikte mate zullen verslechteren.
  • c. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat een aanduiding wordt aangebracht teneinde de vestiging mogelijk te maken van een in de aanduiding benoemde risicovolle inrichting, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, mits:
    • 1. de toepasselijke grenswaarden voor het risico en de risicoafstanden ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen worden;
    • 2. met de toepasselijke richtwaarden voor het risico en risicoafstanden ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;
    • 3. de aanduiding voor een risicovolle inrichting wordt verwijderd, zodra de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.

Artikel 4 Bedrijf-2

Link naar de toelichting op de bestemming Bedrijf 1 en 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende

  • h. erven, terreinen, verhardingen, paden en verblijfsgebieden;
  • i. toegangspaden, in- en uitritten;
  • j. (ondergrondse)parkeervoorzieningen, fietsenstallingen, laad- en losvoorzieningen, opstelplaatsen voor vracht- en bedrijfsauto's;
  • k. straatmeubilair, reclame- en kunstobjecten, masten ten behoeve van telecommunicatie;
  • l. nutsvoorzieningen;
  • m. groen- en waterhuishoudingsvoorzieningen;
  • n. overige functioneel met de bestemming Bedrijf-1 verbonden voorzieningen

een en ander met dien verstande dat:

  • o. per bedrijf ten hoogste 50% van het bedrijfsvloeroppervlak mag worden gebruikt ten behoeve van niet zelfstandige kantooractiviteiten;
  • p. in afwijking van 4.1 onder o. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' 50% van de bebouwing op het bouwperceel mag worden gebruikt ten behoeve van zelfstandige kantooractiviteiten;
  • q. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, niet zijn toegestaan;
  • r. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • s. bedrijfswoningen niet zijn toegestaan.

onder de voorwaarde dat:

  • t. op eigen terrein wordt voorzien in ruimte voor laden en lossen;
  • u. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte van zowel eigen medewerkers als bezoekers, waarbij de parkeernormen zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Lijst van parkeernormen dienen te worden aangehouden.

4.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;
  • d. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 4 m dient te bedragen, tenzij gebouwen aaneen zijn gebouwd of een zijdelingse perceelsgrens niet gedeeld wordt met een ander bouwperceel;
  • e. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van nutsvoozieningen niet meer mag bedragen dan 5 meter en de oppervlakte niet meer dan 25m2.

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt

  • f. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 3 m;
  • g. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 12 m;
  • h. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • i. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, oppervlakte maximaal 10 m²;
  • j. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • k. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan de gevel van het hoofdgebouw en zijn uitsluitend toegestaan binnen het gevelvlak;
  • l. vrijstaande reclameobjecten: de maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • m. zonnecollectoren en zonnepanelen: bouwhoogte maximaal 4 meter bij een dakopstelling en maximaal 5 meter bij een grondopstelling;
  • n. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m;

4.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 3.2 onder b en ten behoeve van de bouw van windmolens, mits:
    • 1. de windmolens worden gerealiseerd op het hoofdgebouw of aan de gevel van het hoofdgebouw;
    • 2. de toegestane bouwhoogte voor hoofdgebouwen met maximaal 3 m wordt overschreden;
    • 3. de rotordiameter van de windmolen maximaal 2 m bedraagt;
  • b. van het bepaalde in lid 3.2 onder d. ten einde een kleinere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens toe te staan, mits uit brandweeradvies blijkt dat dit vanuit het oogpunt van brandveiligheid verantwoord is. Aan deze omgevingsvergunning kunnen voorwaarden verbonden worden ter waarborging van de brandveiligheid;

4.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen die geen verband hebben met de volgens de bestemming toegelaten bedrijfsvoering van deze gronden.
  • b. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 4.1 onder a en b, teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in twee categorieën hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar is of die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009 zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. van het bepaalde in lid 4.1 onder g. teneinde horecafuncties toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar, indien en voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. van het bepaalde in 4.1 onder a teneinde perifere detailhandel in de branches auto's, boten en caravans of een kringloopwinkel toe te laten, onder de voorwaarde dat het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en voldoende ruimte voor laden en lossen.
  • d. van het vereiste als bedoeld in lid 4.1 onder u teneinde de parkeernorm vast te stellen voor functies die niet voorkomen in de bij deze regels behorende Lijst van parkeernormen;
  • e. van het vereiste als bedoeld in lid 4.1 onder u, mits uit een gemeentelijke parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is voor de gevraagde functie.

4.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat een aanduiding wordt aangebracht ten einde de vestiging mogelijk te maken van een in de aanduiding benoemde risicovolle inrichting, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, mits:

  • a. de toepasselijke grenswaarden voor het risico en de risicoafstanden ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen worden;
  • b. met de toepasselijke richtwaarden voor het risico en risicoafstanden ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;
  • c. de aanduiding voor een risicovolle inrichting wordt verwijderd, zodra de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.

Artikel 5 Bos

Link naar de toelichting op de bestemming 'Bos'

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos;
  • b. natuurontwikkeling;
  • c. extensief dagrecreatief medegebruik;
  • d. houtproductie;
  • e. waterberging;

met de daarbij behorende

  • f. verhardingen, ruiter-, voet- en fietspaden,
  • g. ontsluitingswegen,
  • h. kunstwerken en kunstobjecten,
  • i. parkeervoorzieningen,
  • j. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen,
  • k. overige functioneel met de bestemming Bos' verbonden voorzieningen;

5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken, geen gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • l. voor erf- en terreinafscheidingen een bouwhoogte van maximaal 2 m geldt;
  • m. voor speelvoorzieningen en overig straatmeubilair een bouwhoogte van maximaal 4,5 m geldt;
  • n. voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast een bouwhoogte geldt van maximaal 15 m;
  • o. voor kunstwerken geldt een bouwhoogte van 6 m;
  • p. voor kunstobjecten geldt een bouwhoogte van maximaal 6 m, en een oppervlakte van maximaal 10 m2;
  • q. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt een bouwhoogte maximaal 3 m.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2 voor kunstwerken, zoals een brug, waarbij een bouwhoogte is toegestaan tot maximaal 20 m, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is.

5.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor:
    • 1. het opslaan van gerede en ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
    • 2. het opslaan c.q. stallen van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    • 3. het opslaan of opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.
  • b. Het bepaalde in lid 5.4 onder a is niet van toepassing op:
    • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming en aanduidingen.

Artikel 6 Gemengd-1

Link naar de toelichting op de bestemming 'Gemengd-1'

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven behorende tot (ten hoogste) categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009, inlusief bijbehorende detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit, ondergeschikte horeca en ondergeschikte workshops;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder 6.1 onder a. zijn ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met van categorie 3.1 bedrijven behorende tot ten hoogste categorie 3.1 van de Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009 toegestaan, inclusief bijbehorende detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit, ondergeschikte horeca en ondergeschikte workshops;
  • c. maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat geluidsgevoelige objecten niet zijn toegestaan;
  • d. kringloopwinkel, mits het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • e. cultuur en ontspanning, met dien verstande dat alleen de functies tot en met categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009 zijn toegestaan, inclusief ondegeschikte horeca en ondergeschikte detailhandel;
  • f. sportvoorzieningen behorende tot (ten hoogste) categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009, inclusief ondergeschikte horeca en ondergeschikte detailhandel;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'hotel' één hotel, inclusief horeca behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten, waaronder congres-, vergader-, en zalenaccommodatie;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'restaurant' tevens voor een restaurant, inclusief horeca tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' één horecavestiging behorende tot (ten hoogste) categorie 1a en 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning ' tevens voor een inpandige bedrijfswoning;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting' tevens voor een erotische massagesalon;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor detailhandel in telecommunicatie, met een maximaal verkoopvloeroppervlak van 250 m2;
  • m. opslag, herverpakking of verkoop van consumentenvuurwerk en theatervuurwerk tot maximaal 10.000 kg per vestiging/inrichting, indien de veiligheidsafstanden zoals bedoeld in art. 1.2 en 1.3 van Bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit worden aangehouden ten opzichte van een (beperkt) kwetsbaar object of geprojecteerd (beperkt) kwetsbaar object en deze veiligheidsafstanden op het eigen terrein worden gerealiseerd;

met de daarbij behorende

  • n. erven, terreinen, verhardingen, paden en verblijfsgebieden;
  • o. toegangspaden, in- en uitritten;
  • p. (ondergrondse)parkeervoorzieningen, fietsenstallingen, laad- en losvoorzieningen;
  • q. straatmeubilair, reclame- en kunstobjecten, masten ten behoeve van telecommunicatie;
  • r. nutsvoorzieningen;
  • s. groen- en waterhuishoudingsvoorzieningen;
  • t. overige functioneel met de bestemming Gemengd-1 verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • u. per bedrijf ten hoogste 50% van het bedrijfsvloeroppervlak mag worden gebruikt ten behoeve van niet zelfstandige kantooractiviteiten;
  • v. in afwijking van 6.1 onder t. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' 50% van de bebouwing op het bouwperceel mag worden gebruikt ten behoeve van zelfstandige kantooractiviteiten;
  • w. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, niet zijn toegestaan;
  • x. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • y. ter plaatse van de aanduiding 'beperkt kwetsbaar object' een maximum geldt van 1500 m2 bvo voor de vestiging beperkt kwetsbare objecten;
  • z. bedrijfswoningen, met uitzondering van de in lid i toegestane woning, niet zijn toegestaan;

onder de voorwaarde dat:

  • aa. op eigen terrein wordt voorzien in ruimte voor laden en lossen;
  • ab. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte van zowel eigen medewerkers als bezoekers, waarbij de parkeernormen zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Lijst van parkeernormen dienen te worden aangehouden.

6.2 Bouwregels

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;
  • d. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 4 m dient te bedragen, tenzij gebouwen aaneen zijn gebouwd of een zijdelingse perceelsgrens niet gedeeld wordt met een ander bouwperceel;
  • e. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van nutsvoozieningen niet meer mag bedragen dan 5 meter en de oppervlakte niet meer dan 25m2.

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt

  • f. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 3 m;
  • g. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 12 m;
  • h. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • i. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, oppervlakte maximaal 10 m²;
  • j. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • k. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan de gevel van het hoofdgebouw en zijn uitsluitend toegestaan binnen het gevelvlak;
  • l. vrijstaande reclameobjecten: de maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • m. zonnecollectoren en zonnepanelen: bouwhoogte maximaal 4 meter bij een dakopstelling en maximaal 5 meter bij een grondopstelling;
  • n. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.2 onder b en m ten behoeve van de bouw van windmolens, mits:

  • a. de windmolens worden gerealiseerd op het hoofdgebouw of aan de gevel van het hoofdgebouw;
  • b. de toegestane bouwhoogte voor hoofdgebouwen met maximaal 3 m wordt overschreden;
  • c. de rotordiameter van de windmolen maximaal 2 m bedraagt.

6.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen die geen verband hebben met de volgens de bestemming toegelaten bedrijfsvoering van deze gronden.
  • b. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 6.1 onder a. en b. teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in twee categorieën hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009 zijn genoemd , indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. van het bepaalde in lid 6.1 onder g. en h. teneinde horecafuncties toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd , indien en voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. van het vereiste als bedoeld in lid 6.1 onder aa. teneinde de parkeernorm vast te stellen voor functies die niet voorkomen in de bij deze regels behorende Lijst van parkeernormen;
  • d. van het vereiste als bedoeld in lid 6.1 onder aa, mits uit een gemeentelijke parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is voor de gevraagde functie.

6.6 Wijzigingsbevoegdheid
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde aan gronden met de bestemming 'Bedrijf-1' de aanduiding 'seksinrichting' toe te voegen ten einde de vestiging mogelijk te maken van een privé-huis, een erotische massagesalon of een parenclub, onder de volgende voorwaarden:
    • 1. Op de bedrijventerreinen Gooisekant, Hollandsekant, Markerkant, Poldervlak, De Steiger, De Vaart en Veluwsekant zijn maximaal vijf.privé-huizen, vijf erotische massagesalons en drie parenclubs toegestaan, met dien verstande dat per bedrijventerrein maximaal één privé-huis, één erotische massagesalon en één parenclub is toegestaan;
    • 2. De vestiging heeft geen onevenredige parkeerdruk of verkeersoverlast in de directe omgeving van de seksinrichting tot gevolg;
    • 3. De omvang van de seksinrichting bedraagt niet meer dan 500 m² bruto vloeroppervlak;
    • 4. Een privé-huis en een erotische massagesalon omvatten niet meer dan vier werkruimtes;
    • 5. De afstand tot een bedrijfswoning op een bedrijventerrein bedraagt minimaal 50 meter, met dien verstande dat een kortere afstand alleen is toegestaan indien daardoor niet vaststaat of niet met reden te vrezen is dat door handelingen door, ten behoeve van of samenhangende met de seksinrichting, de woon- en werkomstandigheden in, dan wel het uiterlijk aanzien van, het gebied in meer dan ondergeschikte mate zullen verslechteren.
  • b. Burgemeester en wethouders maken geen gebruik van de wijzigingsbevoegdheid onder a, indien vaststaat of met reden te vrezen is dat door handelingen door, ten behoeve van of samenhangende met de seksinrichting of de daaraan verwante detailhandel, de woon- en werkomstandigheden in, dan wel het uiterlijk aanzien van, de voor Bedrijf-1 aangewezen gronden in meer dan ondergeschikte mate zullen verslechteren.
  • c. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat een aanduiding wordt aangebracht ten einde de vestiging mogelijk te maken van een in de aanduiding benoemde risicovolle inrichting, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, mits:
    • 1. de toepasselijke grenswaarden voor het risico en de risicoafstanden ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen worden;
    • 2. met de toepasselijke richtwaarden voor het risico en risicoafstanden ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;
    • 3. de aanduiding voor een risicovolle inrichting wordt verwijderd, zodra de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.

Artikel 7 Gemengd-2

Link naar de toelichting op de bestemming 'Gemengd-2'

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende

  • d. erven, terreinen, verhardingen, paden en verblijfsgebieden;
  • e. toegangspaden, in- en uitritten;
  • f. (ondergrondse)parkeervoorzieningen, fietsenstallingen, laad- en losvoorzieningen;
  • g. straatmeubilair, reclame- en kunstobjecten, masten ten behoeve van telecommunicatie;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. groen- en waterhuishoudingsvoorzieningen;
  • j. overige functioneel met de bestemming Gemengd-2 verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • k. per bedrijf ten hoogste 50% van het bedrijfsvloeroppervlak mag worden gebruikt ten behoeve van niet zelfstandige kantooractiviteiten;
  • l. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, niet zijn toegestaan;
  • m. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • n. bedrijfswoningen niet zijn toegestaan;

onder de voorwaarde dat:

  • o. op eigen terrein wordt voorzien in ruimte voor laden en lossen;
  • p. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte van zowel eigen medewerkers als bezoekers, waarbij de parkeernormen zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Lijst van parkeernormen dienen te worden aangehouden.

7.2 Bouwregels

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;
  • d. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 4 m dient te bedragen, tenzij gebouwen aaneen zijn gebouwd of een zijdelingse perceelsgrens niet gedeeld wordt met een ander bouwperceel;
  • e. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van nutsvoozieningen niet meer mag bedragen dan 5 meter en de oppervlakte niet meer dan 25m2.

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt

  • f. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 3 m;
  • g. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 12 m;
  • h. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15, oppervlakte maximaal 10 m²;
  • i. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, oppervlakte maximaal 10 m²;
  • j. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • k. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan de gevel van het hoofdgebouw en zijn uitsluitend toegestaan binnen het gevelvlak;
  • l. vrijstaande reclameobjecten: de maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • m. zonnecollectoren en zonnepanelen: bouwhoogte maximaal 4 meter bij een dakopstelling en maximaal 5 meter bij een grondopstelling;
  • n. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m;

7.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2 onder b ten behoeve van de bouw van windmolens, mits:

  • a. de windmolens worden gerealiseerd op het hoofdgebouw of aan de gevel van het hoofdgebouw;
  • b. de toegestane bouwhoogte voor hoofdgebouwen met maximaal 3 m wordt overschreden;
  • c. de rotordiameter van de windmolen maximaal 2 m bedraagt.

7.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen die geen verband hebben met de volgens de bestemming toegelaten bedrijfsvoering van deze gronden.

7.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 7.1 onder a teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009 zijn genoemd , indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. van het vereiste als bedoeld in lid 7.1 onder p teneinde de parkeernorm vast te stellen voor functies die niet voorkomen in de bij deze regels behorende Lijst van parkeernormen;
  • c. van het vereiste als bedoeld in lid 7.1 onder p, mits uit een gemeentelijke parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is voor de gevraagde functie.

Artikel 8 Gemengd-3

Link naar de toelichting op de bestemming 'Gemengd-3'

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven behorende tot (ten hoogste) categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging, inclusief bijbehorende detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit, ondergeschikte horeca en ondergeschikte workshops;
  • b. maatschappelijke voorzieningen behorende tot (ten hoogste) categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging, en voor zover niet geluidgevoelig op grond van de wet Geluidhinder;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b. ter plaatse van de aanduiding 'kinderdagverblijf' tevens voor een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of peuterspeelzaal;
  • d. sportvoorzieningen behorende tot (ten hoogste) categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging, inclusief ondergeschikte horeca;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder d. ter plaatse van de aanduiding 'zwembad', tevens voor een zwembad;
  • f. cultuur en ontspanning, met dien verstande dat alleen de functies tot en met categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn toegestaan, inclusief ondergeschikte horeca;
  • g. dienstverlening behorende tot (ten hoogste) categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • h. kantoren (zelfstandig), met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 1.500m2 per bouwperceel of (niet zelfstandig) tot maximaal 50% per (bedrijfs)vestiging;
  • i. detailhandel in abc-goederen;
  • j. kringloopwinkel, mits het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens voor één bedrijfswoning per perceel, al dan niet inpandig bij het gevestigde bedrijf en al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • l. opslag, herverpakking of verkoop van consumentenvuurwerk en theatervuurwerk tot maximaal 10.000 kg per vestiging/inrichting, indien de veiligheidsafstanden zoals bedoeld in art. 1.2 en 1.3 van Bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit worden aangehouden ten opzichte van een kwetsbaar object of geprojecteerd kwetsbaar object als bedoeld in het Vuurwerkbesluit en deze veiligheidsafstanden op het eigen terrein worden gerealiseerd;

met de daarbij behorende

  • m. erven, terreinen, verhardingen, paden en verblijfsgebieden;
  • n. toegangspaden, in- en uitritten;
  • o. (ondergrondse)parkeervoorzieningen, fietsenstallingen, laad- en losvoorzieningen;
  • p. straatmeubilair, reclame- en kunstobjecten, masten ten behoeve van telecommunicatie;
  • q. nutsvoorzieningen;
  • r. groen- en waterhuishoudingsvoorzieningen;
  • s. overige functioneel met de bestemming Gemengd-3 verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • t. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, niet zijn toegestaan;
  • u. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • v. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan in bedrijfswoningen, of in tot de bedrijfswoning behorende bijgebouwen.

onder de voorwaarde dat:

  • w. op eigen terrein wordt voorzien in ruimte voor laden en lossen;
  • x. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte van zowel eigen medewerkers als bezoekers, waarbij de parkeernormen zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Lijst van parkeernormen dienen te worden aangehouden.

8.2 Bouwregels

Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de oppervlakte van een afzonderlijk bouwperceel maximaal 1.800m2 mag bedragen;
  • b. in afwijking van het onder 8.2 onder a. bepaalde mag ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding-1' de oppervlakte van het bouwperceel maximaal 4.500m2 bedragen;
  • c. in afwijking van het onder 8.2 onder a. bepaalde mag ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding-2' de oppervlakte van het bouwperceel maximaal 6.000m2 bedragen;
  • d. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' het maximale bebouwingspercentage niet mag worden overschreden;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • g. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 4 m dient te bedragen, tenzij:
    • 1. gebouwen aaneen zijn gebouwd of,
    • 2. de zijdelingse perceelsgrens niet gedeeld wordt met een ander bouwperceel;

ten aanzien van erfbebouwing ten behoeve van bedrijfswoningen geldt bovendien dat:

  • h. ten hoogste 50% van het erf (de gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf 1 meter achter de voorgevel naar het achtererf toe) mag worden bebouwd met erfbebouwing, tot een maximum van 60 m2, met dien verstande dat in ieder geval 20 m2 is toegestaan;
  • i. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde erfbebouwing niet meer mag bedragen dan 5 meter;
  • j. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde erfbebouwing niet meer mag bedragen dan 0.30 meter boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot een maximum van 4 meter;
  • k. in afwijking van de onder j bepaalde maximale bouwhoogte dakterrassen zijn toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde erfbebouwing, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1.50 en maximaal 1.80 meter (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige of géén afscherming te plaatsen);

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • l. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 3 m;
  • m. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 12 m;
  • n. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • o. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, oppervlakte maximaal 10 m2;
  • p. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • q. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan de gevel van het hoofdgebouw en zijn uitsluitend toegestaan binnen het gevelvlak;
  • r. vrijstaande reclameobjecten: de maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • s. zonnecollectoren en zonnepanelen: bouwhoogte maximaal 4 meter bij een dakopstelling en maximaal 5 meter bij een grondopstelling;
  • t. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.

8.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 8.2 onder f. en ten behoeve van de bouw van windmolens, mits:
    • 1. de windmolens worden gerealiseerd op het hoofdgebouw of aan de gevel van het hoofdgebouw;
    • 2. de toegestane bouwhoogte voor hoofdgebouwen met maximaal 3 m wordt overschreden;
    • 3. de rotordiameter van de windmolen maximaal 2 m bedraagt;
  • a. van het bepaalde in lid 8.2 onder g. ten einde een kleinere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens toe te staan, mits uit brandweeradvies blijkt dat dit vanuit het oogpunt van brandveiligheid verantwoord is. Aan deze omgevingsvergunning kunnen voorwaarden verbonden worden ter waarborging van de brandveiligheid;

8.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;
  • b. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen die geen verband hebben met de volgens de bestemming toegelaten bedrijfsvoering van deze gronden;
  • c. Het gebruik van ruimten in een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 50% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m2 verkoopvloeroppervlak, met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 50% regeling;
    • 3. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 4. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 8.1 onder w en x;
    • 5. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast met een maximum van 5 gasten per keer;
    • 6. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
    • 7. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

8.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 8.1 onder a., b, d., f. en g.. teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd , indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. van het vereiste als bedoeld in lid 8.1 onder x. teneinde de parkeernorm vast te stellen voor functies die niet voorkomen in de bij deze regels behorende Lijst van parkeernormen;
  • c. van het vereiste als bedoeld in lid 8.1 onder x., mits uit een gemeentelijke parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is voor de gevraagde functie.

8.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geluidsgevoelige functie' voor een of meer bouwperce(e)l(en) te wijzigen ten behoeve van een geluidsgevoelige bestemming tot maximaal categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging, een maatschappelijke geluidsgevoelige functie, zoals een kinderdagverblijf, danwel een bedrijfswoning, met dien verstande dat:

  • a. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer op een gevel van de woning niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een of meer te verlenen hogere waarden ten aanzien van het wegverkeerslawaai;
  • b. uit akoestisch onderzoek van het desbetreffende gebouw blijkt dat de bouwkundige staat van het object een goed woon- leefklimaat en een goed binnenklimaat (zie onder e) waarborgt ten aanzien van de geluidbelasting vanwege het wegverkeerslawaai;
  • c. bij het akoestisch onderzoek genoemd onder b. wordt uitgegaan van de verkeersprognosecijfers voor het jaar 2030 zoals die door de gemeente Almere worden gehanteerd bij ruimtelijke planvorming;
  • d. dat voorzover de geluidbelasting vanwege het wegverkeer hoger is dan het gestelde onder a, de desbetreffende gevel van geluidsgevoelige ruimten worden uitgevoerd als dove gevel;
  • e. voor een goed woon- en leefklimaat en goed akoestisch binnenklimaat dient een waarborg te worden opgenomen om de gerealiseerde bouwkundige maatregelen ter voldoening aan de binnenwaarde van 33 dB(Lden) volgens het Bouwbesluit 2012 in stand wordt gelaten, danwel dat de gerealiseerde dove gevel of andere bouwkundige maatregel ter voldoening van het gestelde onder 1, in stand wordt gelaten;
  • f. per bouwperceel maximaal één bedrijfswoning is toegestaan;
  • g. een bevoegdheid voor het college wordt opgenomen in het wijzigingsplan tot het stellen van nadere eisen omtrent de situering van geluidgevoelige ruimten in bedrijfswoningen in verband met de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer;
  • h. de nieuwe geluidsgevoelge functie de in 8.1 Bestemmingsomschrijving genoemde maximale gebruiksmogelijkheden van omliggende percelen niet beperkt en een waarborg wordt opgenomen dat de eventueel hiervoor benodigde (bouwkundige) maatregelen in stand worden gelaten.

Artikel 9 Groen

Link naar de toelichting op de bestemming 'Groen'

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. waterberging;
  • c. bermen, bermsloten en waterpartijen;

met de daarbij behorende:

  • d. verhardingen, ruiter-, voet- en fietspaden;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. kunstwerken, kunstobjecten, reclameobjecten;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • i. overige functioneel met de bestemming 'Groen' verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat parkeren van motorvoertuigen op deze gronden niet is toegestaan.

9.2 Bouwregels

Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen, bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m2;
  • b. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, bouwhoogte 15 m;
  • c. lichtmasten, bouwhoogte 9 m;
  • d. straatmeubilair, bouwhoogte 6 m;
  • e. kunstwerken, bouwhoogte maximaal 6 m;
  • f. kunstobjecten, bouwhoogte 6 m, bebouwde oppervlakte maximaal 10 m²;
  • g. speeltoestellen, bouwhoogte 5 m;
  • h. erf- en terreinafscheidingen, bouwhoogte 3 m;
  • i. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m; (oppervlakte maximaal 10 m2);
  • j. geluidscherm: bouwhoogte maximaal 4 m;
  • k. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bouwhoogte 3 m.

9.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.2 voor bouwwerken ten behoeve van een jongerenontmoetingsplaats met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van een gebouw of overkapping mag ten hoogste 3,5 m bedragen;
    • 2. de oppervlakte van een gebouw of overkapping mag ten hoogste 15 m² bedragen;
    • 3. de afstand tussen een gebouw of overkapping en woonbebouwing moet minimaal 50 m bedragen;
    • 4. binnen een jongerenontmoetingsplaats zijn maximaal één gebouw en maximaal 3 overkappingen toegestaan;
    • 5. de plaats moet uit oogpunt van sociale veiligheid een open karakter hebben.
  • b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 9.2 voor kunstwerken, zoals een brug, waarbij een bouwhoogte is toegestaan tot maximaal 20 m, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is.

9.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de gronden te gebruiken voor:
    • 1. het opslaan van gerede en ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
    • 2. het opslaan c.q. stallen van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    • 3. het opslaan of opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.
  • b. Het bepaalde in lid 9.4 onder a is niet van toepassing op:
    • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming en aanduidingen.

9.5 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.2 onder b. (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 meter;
  • b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 9.1 voor het toestaan en daartoe geschikt maken van direct langs buurt- of ontsluitingswegen gelegen gronden ten behoeve van parkeren, mits:
    • 1. de uitbreiding van de parkeergelegenheid plaatsvindt conform het actuele gemeentelijke parkeerbeleid en de parkeerbalans;
    • 2. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een dringend duurzaam tekort aan parkeerplaatsen in de betreffende buurt en/of wijk;
    • 3. de aanleg van extra parkeerstroken geen onevenredige afbreuk doet aan de belangen van omliggende bedrijven, het ter plaatse aanwezige groen en/of de aanwezige groen- en waterstructuur;
    • 4. aanleg van extra parkeerstroken geen onevenredige afbreuk doet aan de verkeersveiligheid ter plaatse,

met dien verstande dat op gronden met de dubbelbestemming Leiding - Leidingstrook geen parkeerplaatsen mogen worden aangelegd.

Artikel 10 Verkeer

Link naar de toelichting op de bestemming 'Verkeer'

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, busbanen, fiets- en voetpaden;
  • b. parkeerplaatsen, haltevoorzieningen, bermen, geluidwerende voorzieningen, kunstwerken, kunstobjecten, reclameobjecten en beplantingen;
  • c. overige functioneel met de bestemming 'Verkeer' verbonden voorzieningen.

10.2 Bouwregels

Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. lichtmasten, bewegwijzeringsportalen en verkeerslichten, bouwhoogte 9 m;
  • b. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, bouwhoogte 15 m;
  • c. straatmeubilair, bouwhoogte 6 m;
  • d. kunstobjecten, bouwhoogte 6 m, (oppervlakte 10 m2) ;
  • e. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m; (oppervlakte maximaal 10 m2);
  • f. erf- en terreinafscheidingen, bouwhoogte 3 m;
  • g. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, bouwhoogte 3 m.

10.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.2 onder b. (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 meter.

Artikel 11 Verkeer - Verblijfsgebied

Link naar de toelichting op de bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied'

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing, bepaald door en gericht op de aangrenzende bestemmingen;
  • b. fiets- en voetpaden;
  • c. groenvoorzieningen, speelvoorzieningen;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. parkeerplaatsen, straatmeubilair, fietsenstallingen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling;
  • f. kunstwerken, kunstobjecten, reclameobjecten;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. jongerenontmoetingsplaatsen;
  • i. geluidwerende voorzieningen;
  • j. overige functioneel met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' verbonden voorzieningen.

11.2 Bouwregels

Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen, bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m2, (tenzij elders in het plan een andere bouw- of goothoogte of oppervlakte is aangegeven);
  • b. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, bouwhoogte 15 m;
  • c. lichtmasten, bouwhoogte 9 m;
  • d. straatmeubilair, bouwhoogte 6 m;
  • e. kunstobjecten, bouwhoogte 6 m, (oppervlakte 10 m²);
  • f. speeltoestellen, bouwhoogte 5 m;
  • g. erf- en terreinafscheidingen, bouwhoogte 2 m;
  • h. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m; (oppervlakte maximaal 10 m2);
  • i. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bouwhoogte3 m.

11.3 Afwijken van de bouwregels

Nutsgebouwen

  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.2 onder a. voor een nutsgebouw tot ten hoogste 5 meter hoog en met een oppervlakte tot ten hoogste 50 m2, mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt als ook uit oogpunt van het woongenot in de directe woonomgeving aanvaardbaar is.

Jongerenontmoetingsplaatsen

  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 11.2 voor bouwwerken ten behoeve van een jongerenontmoetingsplaats met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van een gebouw of overkapping mag ten hoogste 3,5 m bedragen;
    • 2. de oppervlakte van een gebouw of overkapping mag ten hoogste 15 m² bedragen;
    • 3. de afstand tussen een gebouw of overkapping en woonbebouwing moet minimaal 50 m bedragen;
    • 4. binnen een jongerenontmoetingsplaats zijn maximaal één gebouw en maximaal 3 overkappingen toegestaan;
    • 5. de plaats moet uit oogpunt van sociale veiligheid een open karakter hebben.

Artikel 12 Water

Link naar de toelichting op de bestemming 'Water'

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterberging;
  • b. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. oevervoorzieningen;
  • d. (extensief) recreatief medegebruik;

met de daarbij behorende:

  • e. kunstwerken, zoals bruggen, sluizen, keermuren, duikers, aanlegsteigers en (strek)dammen;
  • f. (natuurlijke) oevers;
  • g. straatmeubilair en kunstobjecten;
  • h. voet- en fietspaden;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. overige functioneel met de bestemming 'Water' verbonden voorzieningen.

een en ander met dien verstande dat:

  • k. ligplaatsen voor (woon)schepen niet zijn toegestaan;

12.2 Bouwregels

Op de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 1,2 m;
  • b. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
  • c. vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • d. kunstwerken: bouwhoogte 6 m;
  • e. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

12.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 12.2 voor kunstwerken, zoals een brug, waarbij een bouwhoogte is toegestaan tot maximaal 20 m, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is.

Artikel 13 Leiding - Hoogspanning

Link naar de toelichting op de bestemmingen voor leidingen- en leidingenstrook 

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor het transport van elektriciteit door een ondergrondse hoogspanningsleiding van 150kV (kilovolt) met bijbehorende belemmeringenstrook en overige functioneel met de bestemming 'Leiding - Hoogspanning' verbonden voorzieningen.

13.2 Bouwregels

Op de als 'Leiding - Hoogspanning' bestemde gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de hoogspanningsverbinding genoemd in lid 13.1 bouwwerken, geen gebouwen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 m.

13.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en):

  • a. mits de veiligheid met betrekking tot de leidingen niet wordt geschaad;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leidingen;
  • c. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder(s) van de leidingen.

13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Hoogspanning' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren:
    • 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    • 2. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
    • 3. het aanbrengen en/of het vellen/rooien van diepwortelende beplantingen en bomen;
    • 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
    • 5. het aanleggen en/of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • b. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, kan worden verleend:
    • 1. mits de veiligheid met betrekking tot de leidingen niet wordt geschaad;
    • 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leidingen;
    • 3. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder(s) van de leidingen.
  • c. Het in lid 13.4 onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
    • 1. die reeds in uitvoering zijn op het moment van het van kracht worden van het plan;
    • 2. die het normale onderhoud ten aanzien van de hoogspanningsleiding en de belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere daar voorkomende bestemming(en) betreffen;
    • 3. die graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten vormen.

13.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' uit het plan wordt verwijderd, indien het leidingtransport voor hoogspanning ter plaatse is beëindigd.

Artikel 14 Leiding - Leidingstrook

Link naar de toelichting op de bestemmingen voor leidingen en leidingenstrook

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor het hebben en instandhouden van ondergrondse leidingen, waaronder leidingen ten behoeve van het transport van gas door een leiding van maximaal 12 inch met een maximale druk van 40 bar, met de daarbij behorende belemmeringenstrook.

14.2 Bouwregels

Op de als 'Leiding - Leidingstrook' bestemde gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de doeleinden in lid 14.1 gebouwen en bouwwerken worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 m.

14.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leidingen en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder van de leidingen.

14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Leidingstrook' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren:
    • 1. het aanleggen van oppervlakteverhardingen;
    • 2. het aanleggen van watergangen en -partijen;
    • 3. het wijzigen van het maaiveldniveau;
    • 4. het aanbrengen van hoog opgaande beplanting;
    • 5. het leggen van kabels en leidingen;
    • 6. het plaatsen van onroerende objecten, geen bebouwing zijnde, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.
  • b. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, kan worden verleend mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leidingen en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder van de leidingen.
  • c. Het in lid 14.4 onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
    • 1. die reeds in uitvoering zijn op het moment van het van kracht worden van het plan;
    • 2. die het normale onderhoud ten aanzien van de leidingen en de belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere daar voorkomende bestemming(en) betreffen;
    • 3. die graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten vormen.

14.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Leiding - Leidingstrook' uit het plan wordt verwijderd, indien de leidingen ter plaatse zijn verwijderd.

Artikel 15 Waarde - Archeologie 1

Link naar de toelichting op de bestemming 'Waarde - Archeologie 1'

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de ter plaatse te verwachten archeologische waarden op een diepte vanaf 150 cm onder maaiveld (dekzand en Oude Getijden).

15.2 Bouwregels
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' bouwwerken te bouwen.
  • b. Het in lid a bedoelde verbod is niet van toepassing op:
    • 1. die delen van de gronden die reeds bebouwd zijn of anderszins verstoord zijn of zijn geweest;
    • 2. bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte kleiner dan 500 m².
15.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 15.2 bedoelde verbod voor bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte groter dan 500 m².
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de afwijking te stellen kwalificaties en eisen.
  • d. Een uitzondering op het verbod, zoals bedoeld in lid 15.2, sub b onder 2, is niet van toepassing als gedurende de periode van 36 maanden voor verstrekking van de omgevingsvergunning een uitzondering op het verbod in lid 15.2, sub b onder 2, van toepassing is geweest op bouw- en aanlegactiviteiten zoals genoemd in lid 15.4, sub a in terreinen op een afstand van minder dan 50 m van het onderhavige terrein, voor zover de voorgenomen activiteiten in het onderhavige terrein een oppervlakte hebben van meer dan 100 m2.

15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1', zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het verlagen van de bodem, het uitvoeren van grondwerkzaamheden of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning nodig is;
    • 2. het ophogen van de bodem met meer dan 50 cm;
    • 3. het aanleggen van bos of boomgaard bestaande uit meer dan 10 bomen;
    • 4. het verlagen van het waterpeil;
    • 5. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverharding;
    • 6. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 7. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
    • 8. alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden kunnen aantasten en die niet aan te merken zijn als het normale gebruik van het terrein.
  • b. Het verbod als bedoeld in lid 15.4 onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud van de gronden betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen of voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden;
    • 4. betrekking hebben op een oppervlakte kleiner dan 500 m²;
    • 5. worden uitgevoerd in het kader van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • d. Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden gekoppeld:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
  • e. De opgravingen, de te treffen maatregelen en de archeologische begeleiding dient c.q. dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

15.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen in die zin dat:

  • a. de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' wordt verwijderd, indien er op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie geen archeologische waarden zijn vastgesteld;
  • b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' wordt veranderd in de bestemming Waarde - Archeologie 5 voor gronden waar door middel van archeologisch onderzoek dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie een of meer archeologisch waardevolle terreinen zijn vastgesteld.

Artikel 16 Waarde - Archeologie 5

Link naar de toelichting op de bestemming 'Waarde - Archeologie 5'

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie 5 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor de bescherming van de aanwezige archeologische waarden in het gebied.

16.2 Bouwregels

Op de in lid 16.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de in dat lid genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met dien verstande dat:

  • c. deze bouwwerken voor aanvullend definitief archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a mogen kunstobjecten ten behoeve van de herkenbaarheid en/ of markering van de bestemming Waarde - Archeologie 5 worden gebouwd tot een bouwhoogte van 10 m;
  • e. ten behoeve van samenvallende bestemmingen mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

16.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid x.2 bedoelde verbod voor bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie 5, zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. Het verlagen van de bodem, het uitvoeren van grondwerkzaamheden of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning nodig is;
    • 2. het ophogen van de bodem met meer dan 50 cm;
    • 3. Het aanleggen van bos of boomgaard bestaande uit meer dan 10 bomen;
    • 4. het verlagen van het waterpeil;
    • 5. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverharding;
    • 6. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 7. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
    • 8. Alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden kunnen aantasten en die niet aan te merken zijn als het normale gebruik van het terrein.
  • b. Het verbod als bedoeld in lid x.4 onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden in het kader van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • d. Aan de vergunning kunnen de volgende voorwaarden worden gekoppeld:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

16.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming Waarde - Archeologie 5 wordt verwijderd, indien het archeologisch waardevol terrein conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie voldoende is onderzocht door middel van een archeologische opgraving of begeleiding en de eventuele bodemvondsten elders zijn onder gebracht.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 17 Anti-dubbeltelregel

Link naar de toelichting op de Algemene regels

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 18 Algemene bouwregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

18.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen / bouwgrenzen

De bestemmingsgrenzen en bouwgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, serres, entreeportalen, veranda's, overstekken, luifels en afdaken en andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 3 meter bedraagt, met dien verstande dat:

  • a. voor stoepen, stoeptreden, galerijen, hellingbanen, funderingen, luifels, afdaken en overstekken overschrijding over de volledige gevelbreedte is toegestaan;
  • b. voor overige overschrijdingen geldt een maximum van 50% van de gevelbreedte.

18.2 Ondergeschikte bouwonderdelen op daken van gebouwen

Bouwwerken op het dak van een gebouw, zoals installatiecontainers, centrale verwarmings- en luchtbehandelinginstallaties, liftschachten, hekwerken en soortgelijke bouwwerken om installaties uit het zicht te houden worden niet meegerekend bij de bepaling van de hoogte van het gebouw, als zijnde ondergeschikt, mits:

  • a. de hoogte van de bouwwerken vanaf het dak gemeten maximaal 3,5 meter bedraagt, en
  • b. de oppervlakte van deze bouwwerken maximaal 1/3 bedraagt van het grondoppervlak van het gebouw.

Artikel 19 Algemene gebruiksregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

19.1 Parkeerregeling
19.1.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met de in het bestemmingsplan gegeven bestemmingen wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden of bouwwerken, waarbij niet wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein volgens de parkeernormen, zoals genoemd in Bijlage 4 Lijst van parkeernormen;
  • b. het laden en lossen van goederen, waarbij niet wordt voorzien in voldoende laad- en losruimte op eigen terrein.

19.1.2 Voorwaardelijke verplichting

Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden of het wijzigen van de functie van bouwwerken en gronden wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, zoals genoemd in Bijlage 4 Lijst van parkeernormen en in voldoende laad- en losruimte.

19.1.3 Parkeerplaats

De in lid 19.1.1 en lid 19.1.2 bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (bijvoorbeeld haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen.

19.1.4 Afwijken van de gebruiksregels en de voorwaardelijke verplichting
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 19.1.1 en lid 19.1.2:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 4 Lijst van parkeernormen indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte;
  • b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 19.1.3 ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen kan worden volstaan.

19.1.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om Bijlage 4 Lijst van parkeernormen te wijzigen in die zin dat:

  • a. functies met de daarbij behorende parkeernomen kunnen worden gewijzigd, indien nieuwe ontwikkelingen of wet- en regelgeving daartoe aanleiding geven;
  • b. nieuwe functies met de daarbij behorende parkeernormen kunnen worden toegevoegd.

Artikel 20 Algemene aanduidingsregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

20.1 Veiligheidszones
20.1.1 Veiligheidszone - leiding
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' zijn de gronden mede bestemd voor een veiligheidszone vanwege de indicatieve magneetveldzone van de hoogspanningslijn.
  • b. Tot een gebruik in strijd met de bestemming als genoemd in lid 20.1.1 onder a wordt in ieder geval gerekend het gebruik van bouwwerken voor langdurig verblijf van kinderen jonger dan 16 jaar, zoals woningen, clubhuizen, scholen, crèches en kinderopvang of de daarbij behorende buitenruimten.

20.1.2 Veiligheidszone - lpg

Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - lpg' zijn kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten uitsluitend toegestaan, indien deze rechtmatig waren gerealiseerd op het moment dat het plan rechtskracht verkreeg.

20.1.3 Veiligheidszone - propaan

Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - propaan' zijn kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten uitsluitend toegestaan, indien deze rechtmatig waren gerealiseerd op het moment dat het plan rechtskracht verkreeg.

20.1.4 Specifieke vorm van bedrijf uitgesloten - kwetsbaar object

Ter plaatse van de aanduiding 'Specifieke vorm van bedrijf uitgesloten - kwetsbaar object' maximaal 1500 m2 bvo beperkt kwetsbare objecten zijn toegestaan.

20.1.5 specifieke vorm van gemengd uitgesloten - kwetsbaar object

Ter plaatse van de aanduiding 'Specifieke vorm van gemengd uitgesloten - kwetsbaar object' maximaal 1500 m2 bvo beperkt kwetsbare objecten zijn toegestaan.

20.1.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door:

  • a. de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' te verwijderen, indien het leidingtransport voor hoogspanning ter plaatse is beëindigd;
  • b. de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' te verkleinen, dan wel in zijn geheel te verwijderen, indien ontwikkelingen daartoe aanleiding geven;
  • c. de aanduiding 'veiligheidszone - propaan' te verkleinen, dan wel in zijn geheel te verwijderen, indien ontwikkelingen daartoe aanleiding geven;
  • d. de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf uitgesloten - kwetsbaar object' te verkleinen, dan wel in zijn geheel te verwijderen, indien ontwikkelingen daartoe aanleiding geven;
  • e. de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd uitgesloten - kwetsbaar object' te verkleinen, dan wel in zijn geheel te verwijderen, indien ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.

Artikel 21 Algemene afwijkingsregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

21.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 terzake reeds kan worden afgeweken - voor:

  • a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
  • b. overschrijding van bouwgrenzen niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3.00 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  • c. het oprichten van ondergrondse pompgemalen ten behoeve van riooltransportleidingen;
  • d. het plaatsen van antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter;
  • e. het plaatsen van zonnecollectoren en zonnepanelen tot een hoogte van maximaal 15 meter.

21.2 Voorwaarden voor de afwijking

Er wordt niet afgeweken van de bepalingen van het plan, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 22 Algemene wijzigingsregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

22.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om:

Algemeen:

  • a. de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen, voor zover zulks van belang is voor een bouwkundige danwel stedenbouwkundige betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein waarbij het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden vergroot;

Lijst van parkeernormen;

  • b. de Lijst van parkeernormen te wijzigen in die zin dat de in de Lijst van parkeernormen opgenomen functies met de daarbij behorende parkeernormen kunnen worden gewijzigd, indien ontwikkelingen daartoe aanleiding geven;

Staat van bedrijfsactiviteiten:

  • c. de Staat van Bedrijfsactiviteiten te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven daartoe aanleiding geeft;

Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging:

  • d. de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven daartoe aanleiding geeft;

Staat van Horeca-activiteiten:

  • e. de Staat van Horeca-activiteiten te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van horeca kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de omgevingsbelasting van de desbetreffende typen van horecafuncties daartoe aanleiding geeft.

Artikel 23 Overige regels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

23.1 Overige regelingen en verordeningen

Indien in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen of verordeningen, dienen deze te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan, tenzij anders bepaald.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Link naar de toelichting op de Overgangs- en slotregels

Artikel 24 Overgangsrecht

24.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
24.2 Afwijking overgangsrecht bouwwerken

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 24.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

24.3 Uitzondering overgangsrecht bouwwerken

Lid 24.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

24.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

24.5 Ander strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 24.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

24.6 Onderbreken gebruik onder overgangsrecht

Indien het gebruik, bedoeld in lid 24.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

24.7 Uitzondering overgangsrecht gebruik

Lid 24.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 25 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Veluwsekant, Sallandsekant en het Atelier.

 

Bijlagen

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009

(VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering 2009; lijst gespecificeerd voor bedrijventerreinen (max cat. 4))

SBI-1993   SBI-2008       OMSCHRIJVING           
    nr.     grootste afstand   cat.  
15   10, 11   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN          
151   101, 102   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:          
151   101, 102   1   - slachterijen en pluimveeslachterijen   100   3.2  
151   101   3   - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval   300   4.2  
151   101   4   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m²   100   3.2  
151   101   5   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m²   50   3.1  
151   101   6   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²   50   3.1  
151   101, 102   7   - loonslachterijen   50   3.1  
151   108   8   - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²   50   3.1  
152   102   0   Visverwerkingsbedrijven:          
152   102   2   - conserveren   200   4.1  
152   102   3   - roken   300   4.2  
152   102   4   - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m²   300   4.2  
152   102   5   - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²   100   3.2  
152   102   6   - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²   50   3.1  
1531   1031   0   Aardappelprodukten fabrieken:          
1531   1031   1   - vervaardiging van aardappelproducten   300   4.2  
1531   1031   2   - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²   50   3.1  
1532, 1533   1032, 1039   0   Groente- en fruitconservenfabrieken:          
1532, 1533   1032, 1039   1   - jam   100   3.2  
1532, 1533   1032, 1039   2   - groente algemeen   100   3.2  
1532, 1533   1032, 1039   3   - met koolsoorten   100   3.2  
1532, 1533   1032, 1039   4   - met drogerijen   300   4.2  
1532, 1533   1032, 1039   5   - met uienconservering (zoutinleggerij)   300   4.2  
1541   104101   0   Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:          
1541   104101   1   - p.c. < 250.000 t/j   200   4.1  
1541   104101   2   - p.c. >= 250.000 t/j   300   4.2  
1542   104102   0   Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:          
1542   104102   1   - p.c. < 250.000 t/j   200   4.1  
1542   104102   2   - p.c. >= 250.000 t/j   300   4.2  
1543   1042   0   Margarinefabrieken:          
1543   1042   1   - p.c. < 250.000 t/j   200   4.1  
1543   1042   2   - p.c. >= 250.000 t/j   300   4.2  
1551   1052   0   Zuivelprodukten fabrieken:          
1551   1051   3   - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j   100   3.2  
1551   1051   4   - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j   300   4.2  
1551   1051   5   - overige zuivelprodukten fabrieken   300   4.2  
1552   1052   1   Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²   100   3.2  
1552   1052   2   - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²   30   2  
1561   1061   0   Meelfabrieken:          
1561   1061   1   - p.c. >= 500 t/u   300   4.2  
1561   1061   2   - p.c. < 500 t/u   200   4.1  
1561   1061       Grutterswarenfabrieken   200   4.1  
1562   1062   0   Zetmeelfabrieken:          
1562   1062   1   - p.c. < 10 t/u   200   4.1  
1562   1062   2   - p.c. >= 10 t/u   300   4.2  
1571   1091   0   Veevoerfabrieken:          
1571   1091   3   - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water   300   4.2  
1571   1091   5   - mengvoeder, p.c. < 100 t/u   200   4.1  
1571   1091   6   - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u   300   4.2  
1572   1092       Vervaardiging van voer voor huisdieren   200   4.1  
1581   1071   0   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:          
1581   1071   1   - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens   30   2  
1581   1071   2   - v.c. >= 7500 kg meel/week   100   3.2  
1582   1072       Banket, biscuit- en koekfabrieken   100   3.2  
1583   1081   0   Suikerfabrieken:          
1584   10821   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:          
1584   10821   2   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²   100   3.2  
1584   10821   4   - Suikerwerkfabrieken met suiker branden   300   4.2  
1584   10821   5   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²   100   3.2  
1585   1073       Deegwarenfabrieken   50   3.1  
1586   1083   0   Koffiebranderijen en theepakkerijen:          
1586   1083   2   - theepakkerijen   100   3.2  
1587   108401       Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden   200   4.1  
1589   1089       Vervaardiging van overige voedingsmiddelen   200   4.1  
1589.1   1089       Bakkerijgrondstoffenfabrieken   200   4.1  
1589.2   1089   0   Soep- en soeparomafabrieken:          
1589.2   1089   1   - zonder poederdrogen   100   3.2  
1589.2   1089   2   - met poederdrogen   300   4.2  
1589.2   1089       Bakmeel- en puddingpoederfabrieken   200   4.1  
1591   110101       Destilleerderijen en likeurstokerijen   300   4.2  
1592   110102   0   Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:          
1592   110102   1   - p.c. < 5.000 t/j   200   4.1  
1592   110102   2   - p.c. >= 5.000 t/j   300   4.2  
1596   1105       Bierbrouwerijen   300   4.2  
1597   1106       Mouterijen   300   4.2  
1598   1107       Mineraalwater- en frisdrankfabrieken   100   3.2  
           
16   12   -   VERWERKING VAN TABAK          
160   120       Tabakverwerkende industrie   200   4.1  
           
17   13   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL          
171   131       Bewerken en spinnen van textielvezels   100   3.2  
172   132   0   Weven van textiel:          
172   132   1   - aantal weefgetouwen < 50   100   3.2  
172   132   2   - aantal weefgetouwen >= 50   300   4.2  
173   133       Textielveredelingsbedrijven   50   3.1  
174, 175   139       Vervaardiging van textielwaren   50   3.1  
1751   1393       Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken   200   4.1  
176, 177   139, 143       Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   50   3.1  
           
18   14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT          
181   141       Vervaardiging kleding van leer   50   3.1  
183   142, 151       Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont   50   3.1  
           
19   15   -   VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)          
191   151, 152       Lederfabrieken   300   4.2  
192   151       Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)   50   3.1  
193   152       Schoenenfabrieken   50   3.1  
           
20   16   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.          
2010.1   16101       Houtzagerijen   100   3.2  
2010.2   16102   0   Houtconserveringsbedrijven:          
2010.2   16102   1   - met creosootolie   200   4.1  
2010.2   16102   2   - met zoutoplossingen   50   3.1  
202   1621       Fineer- en plaatmaterialenfabrieken   100   3.2  
203, 204, 205   162   0   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout   100   3.2  
203, 204, 205   162   1   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   50   3.1  
           
21   17   -   VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN          
2111   1711       Vervaardiging van pulp   200   4.1  
2112   1712   0   Papier- en kartonfabrieken:          
2112   1712   1   - p.c. < 3 t/u   50   3.1  
2112   1712   2   - p.c. 3 - 15 t/u   200   4.1  
2112   1712   3   - p.c. >= 15 t/u   300   4.2  
212   172       Papier- en kartonwarenfabrieken   100   3.2  
2121.2   17212   0   Golfkartonfabrieken:          
2121.2   17212   1   - p.c. < 3 t/u   100   3.2  
2121.2   17212   2   - p.c. >= 3 t/u   200   4.1  
           
22   58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA          
2221   1811       Drukkerijen van dagbladen   100   3.2  
2222   1812       Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)   100   3.2  
           
23   19   -   AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.          
2320.2   19202   A   Smeeroliën- en vettenfabrieken   100   3.2  
2320.2   19202   B   Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie   300   4.2  
2320.2   19202   C   Aardolieproduktenfabrieken n.e.g.   300   4.2  
           
24   20   -   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN          
2411   2011   0   Vervaardiging van industriële gassen:          
2412   2012       Kleur- en verfstoffenfabrieken   200   4.1  
2413   2012   0   Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:          
2413   2012   1   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   300   4.2  
2414.1   20141   A0   Organ. chemische grondstoffenfabrieken:          
2414.1   20141   A1   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   300   4.2  
2414.1   20141   B0   Methanolfabrieken:          
2414.1   20141   B1   - p.c. < 100.000 t/j   200   4.1  
2414.1   20141   B2   - p.c. >= 100.000 t/j   300   4.2  
2414.2   20149   0   Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):          
2414.2   20149   1   - p.c. < 50.000 t/j   300   4.2  
242   202   0   Landbouwchemicaliënfabrieken:          
243   203       Verf, lak en vernisfabrieken   300   4.2  
2441   2120   0   Farmaceutische grondstoffenfabrieken:          
2441   2110   1   - p.c. < 1.000 t/j   300   4.2  
2442   2120   0   Farmaceutische produktenfabrieken:          
2442   2120   1   - formulering en afvullen geneesmiddelen   50   3.1  
2451   2041       Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken   300   4.2  
2452   2042       Parfumerie- en cosmeticafabrieken   300   4.2  
2462   2052   0   Lijm- en plakmiddelenfabrieken:          
2462   2052   1   - zonder dierlijke grondstoffen   100   3.2  
2464   205902       Fotochemische produktenfabrieken   100   3.2  
2466   205903   A   Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken   50   3.1  
2466   205903   B   Overige chemische produktenfabrieken n.e.g.   200   4.1  
247   2060       Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken   300   4.2  
           
25   22   -   VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF          
2511   221101       Rubberbandenfabrieken   300   4.2  
2512   221102   0   Loopvlakvernieuwingsbedrijven:          
2512   221102   1   - vloeropp. < 100 m2   50   3.1  
2512   221102   2   - vloeropp. >= 100 m2   200   4.1  
2513   2219       Rubber-artikelenfabrieken   100   3.2  
252   222   0   Kunststofverwerkende bedrijven:          
252   222   1   - zonder fenolharsen   200   4.1  
252   222   2   - met fenolharsen   300   4.2  
252   222   3   - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen   50   3.1  
           
26   23   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN          
261   231   0   Glasfabrieken:          
261   231   1   - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j   100   3.2  
261   231   2   - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j   300   4.2  
261   231   3   - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j   300   4.2  
2615   231       Glasbewerkingsbedrijven   50   3.1  
262, 263   232, 234   0   Aardewerkfabrieken:          
262, 263   232, 234   2   - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW   100   3.2  
264   233   A   Baksteen en baksteenelementenfabrieken   200   4.1  
264   233   B   Dakpannenfabrieken   200   4.1  
2651   2351   0   Cementfabrieken:          
2652   235201   0   Kalkfabrieken:          
2652   235201   1   - p.c. < 100.000 t/j   200   4.1  
2653   235202   0   Gipsfabrieken:          
2653   235202   1   - p.c. < 100.000 t/j   200   4.1  
2661.1   23611   0   Betonwarenfabrieken:          
2661.1   23611   1   - zonder persen, triltafels en bekistingtrille   200   4.1  
2661.1   23611   2   - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d   300   4.2  
2661.2   23612   0   Kalkzandsteenfabrieken:          
2661.2   23612   1   - p.c. < 100.000 t/j   100   3.2  
2661.2   23612   2   - p.c. >= 100.000 t/j   300   4.2  
2662   2362       Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken   100   3.2  
2663, 2664   2363, 2364   0   Betonmortelcentrales:          
2663, 2664   2363, 2364   1   - p.c. < 100 t/u   100   3.2  
2663, 2664   2363, 2364   2   - p.c. >= 100 t/u   300   4.2  
2665, 2666   2365, 2369   0   Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:          
2665, 2666   2365, 2369   1   - p.c. < 100 t/d   100   3.2  
2665, 2666   2365, 2369   2   - p.c. >= 100 t/d   300   4.2  
267   237   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:          
267   237   1   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²   100   3.2  
267   237   2   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²   50   3.1  
267   237   3   - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j   300   4.2  
2681   2391       Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   50   3.1  
2682   2399   A0   Bitumineuze materialenfabrieken:          
2682   2399   A1   - p.c. < 100 t/u   300   4.2  
2682   2399   B0   Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):          
2682   2399   B1   - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j   300   4.2  
2682   2399   B2   - overige isolatiematerialen   200   4.1  
2682   2399   C   Minerale produktenfabrieken n.e.g.   100   3.2  
2682   2399   D0   Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur   200   4.1  
2682   2399   D1   - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur   300   4.2  
           
27   24   -   VERVAARDIGING VAN METALEN          
273   243   0   Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:          
273   243   1   - p.o. < 2.000 m2   300   4.2  
274   244   A0   Non-ferro-metaalfabrieken:          
274   244   A1   - p.c. < 1.000 t/j   300   4.2  
2751, 2752   2451, 2452   0   IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:          
2751, 2752   2451, 2452   1   - p.c. < 4.000 t/j   300   4.2  
2753, 2754   2453, 2454   0   Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:          
2753, 2754   2453, 2454   1   - p.c. < 4.000 t/j   300   4.2  
           
28   25, 31   -   VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)          
281   251, 331   0   Constructiewerkplaatsen:          
281   251, 331   1   - gesloten gebouw   100   3.2  
281   251, 331   1a   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2   50   3.1  
281   251, 331   2   - in open lucht, p.o. < 2.000 m2   200   4.1  
281   251, 331   3   - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2   300   4.2  
2821   2529, 3311   0   Tank- en reservoirbouwbedrijven:          
2821   2529, 3311   1   - p.o. < 2.000 m2   300   4.2  
2822, 2830   2521, 2530, 3311       Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels   200   4.1  
284   255, 331   A   Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven   200   4.1  
284   255, 331   B   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.   100   3.2  
284   255, 331   B1   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2   50   3.1  
2851   2561, 3311   0   Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:          
2851   2561, 3311   1   - algemeen   100   3.2  
2851   2561, 3311   10   - stralen   200   4.1  
2851   2561, 3311   11   - metaalharden   100   3.2  
2851   2561, 3311   12   - lakspuiten en moffelen   100   3.2  
2851   2561, 3311   2   - scoperen (opspuiten van zink)   100   3.2  
2851   2561, 3311   3   - thermisch verzinken   100   3.2  
2851   2561, 3311   4   - thermisch vertinnen   100   3.2  
2851   2561, 3311   5   - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)   100   3.2  
2851   2561,3311   6   - anodiseren, eloxeren   100   3.2  
2851   2561, 3311   7   - chemische oppervlaktebehandeling   100   3.2  
2851   2561, 3311   8   - emailleren   100   3.2  
2851   2561, 3311   9   - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)   100   3.2  
2852   2562, 3311   1   Overige metaalbewerkende industrie   100   3.2  
2852   2562, 3311   2   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2   50   3.1  
287   259, 331   A0   Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:          
287   259, 331   A1   - p.o. < 2.000 m2   200   4.1  
287   259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.   100   3.2  
287   259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2   50   3.1  
           
29   27, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN          
29   27, 28, 33   0   Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:          
29   27, 28, 33   1   - p.o. < 2.000 m2   100   3.2  
29   27, 28, 33   2   - p.o. >= 2.000 m2   200   4.1  
29   28, 33   3   - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW   300   4.2  
           
30   26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS          
30   26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   30   2  
           
31   26, 27, 33   -   VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.          
311   271, 331       Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie   200   4.1  
312   271, 273       Schakel- en installatiemateriaalfabrieken   200   4.1  
313   273       Elektrische draad- en kabelfabrieken   200   4.1  
314   272       Accumulatoren- en batterijenfabrieken   100   3.2  
315   274       Lampenfabrieken   300   4.2  
           
32   26, 33   -   VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.          
321 t/m 323   261, 263, 264, 331       Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d.   50   3.1  
3210   2612       Fabrieken voor gedrukte bedrading   50   3.1  
           
33   26, 32, 33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN          
33   26, 32, 33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie   30   2  
           
34   29       VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS          
341   291   0   Autofabrieken en assemblagebedrijven          
341   291   1   - p.o. < 10.000 m2   200   4.1  
341   291   2   - p.o. >= 10.000 m2   300   4.2  
3420.1   29201       Carrosseriefabrieken   200   4.1  
3420.2   29202       Aanhangwagen- en opleggerfabrieken   200   4.1  
343   293       Auto-onderdelenfabrieken   100   3.2  
           
35   30   -   VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)          
351   301, 3315   0   Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:          
351   301, 3315   1   - houten schepen   50   3.1  
351   301, 3315   2   - kunststof schepen   100   3.2  
351   301, 3315   3   - metalen schepen < 25 m   200   4.1  
352   302, 317   0   Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:          
352   302, 317   1   - algemeen   100   3.2  
352   302, 317   2   - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW   300   4.2  
353   303,3316   0   Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:          
353   303, 3316   1   - zonder proefdraaien motoren   200   4.1  
354   309       Rijwiel- en motorrijwielfabrieken   100   3.2  
355   3099       Transportmiddelenindustrie n.e.g.   100   3.2  
           
36   31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.          
361   310   1   Meubelfabrieken   100   3.2  
361   9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   10   1  
362   321       Fabricage van munten, sieraden e.d.   30   2  
363   322       Muziekinstrumentenfabrieken   30   2  
364   323       Sportartikelenfabrieken   50   3.1  
365   324       Speelgoedartikelenfabrieken   50   3.1  
3663.1   32991       Sociale werkvoorziening   30   2  
3663.2   32999       Vervaardiging van overige goederen n.e.g.   50   3.1  
           
37   38   -   VOORBEREIDING TOT RECYCLING          
372   383202   A0   Puinbrekerijen en -malerijen:          
372   383202   A1   - v.c. < 100.000 t/j   300   4.2  
372   383202   B   Rubberregeneratiebedrijven   300   4.2  
372   383202   C   Afvalscheidingsinstallaties   300   4.2  
           
40   35   -   PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER          
40   35   B0   bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:          
40   35   B1   - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie   100   3.2  
40   35   B2   - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa   100   3.2  
40   35   C0   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:          
40   35   C1   - < 10 MVA   30   2  
40   35   C2   - 10 - 100 MVA   50   3.1  
40   35   C3   - 100 - 200 MVA   100   3.2  
40   35   C4   - 200 - 1000 MVA   300   4.2  
40   35   D0   Gasdistributiebedrijven:          
40   35   D1   - gascompressorstations vermogen < 100 MW   300   4.2  
40   35   D5   - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D   50   3.1  
40   35   E0   Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:          
40   35   E1   - stadsverwarming   100   3.2  
           
41   36   -   WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER          
41   36   A0   Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:          
41   36   A2   - bereiding met chloorbleekloog e.d. of straling   50   3.1  
41   36   B0   Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:          
41   36   B1   - < 1 MW   30   2  
41   36   B2   - 1 - 15 MW   100   3.2  
41   36   B3   - >= 15 MW   300   4.2  
           
45   41, 42, 43   -   BOUWNIJVERHEID          
45   41, 42, 43   0   Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²   100   3.2  
45   41, 42, 43   1   - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²   50   3.1  
45   41, 42, 43   2   Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²   50   3.1  
45   41, 42, 43   3   - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²   30   2  
           
50   45, 47   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS          
501   451       Groothandel in vrachtauto's (incl. import)   100   3.2  
5020.4   45204   A   Autoplaatwerkerijen   100   3.2  
5020.4   45204   C   Autospuitinrichtingen   50   3.1  
           
51   46   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING          
5121   4621   0   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders   50   3.1  
5121   4621   1   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer   300   4.2  
5122   4622       Grth in bloemen en planten   30   2  
5123   4623       Grth in levende dieren   100   3.2  
5124   4624       Grth in huiden, vellen en leder   50   3.1  
5125, 5131   46217, 4631       Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen   50   3.1  
5132, 5133   4632, 4633       Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën   50   3.1  
5134   4634       Grth in dranken   30   2  
5135   4635       Grth in tabaksprodukten   30   2  
5136   4636       Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   30   2  
5137   4637       Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   30   2  
5138, 5139   4638, 4639       Grth in overige voedings- en genotmiddelen   30   2  
514   464, 46733       Grth in overige consumentenartikelen   30   2  
5148.7   46499   0   Grth in vuurwerk en munitie:          
5148.7   46499   1   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton   30   2  
5148.7   46499   2   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton   50   3.1  
5148.7   46499   5   - munitie   30   2  
5151.1   46711   0   Grth in vaste brandstoffen:          
5151.1   46711   1   - klein, lokaal verzorgingsgebied   50   3.1  
5151.2   46712   0   Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:          
5151.2   46712   1   - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3   200   4.1  
5151.2   46712   3   - tot vloeistof verdichte gassen   300   4.2  
5151.3   46713       Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)   100   3.2  
5152.1   46721   0   Grth in metaalertsen:          
5152.1   46721   1   - opslag opp. < 2.000 m2   300   4.2  
5152.2 /.3   46722, 46723       Grth in metalen en -halffabrikaten   100   3.2  
5153   4673   0   Grth in hout en bouwmaterialen:          
5153   4673   1   - algemeen: b.o. > 2000 m²   50   3.1  
5153   4673   2   - algemeen: b.o. <= 2000 m²   30   2  
5153.4   46735   4   zand en grind:          
5153.4   46735   5   - algemeen: b.o. > 200 m²   100   3.2  
5153.4   46735   6   - algemeen: b.o. <= 200 m²   30   2  
5154   4674   0   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:          
5154   4674   1   - algemeen: b.o. > 2.000 m²   50   3.1  
5154   4674   2   - algemeen: b.o. < = 2.000 m²   30   2  
5155.1   46751       Grth in chemische produkten   100   3.2  
5155.2   46752       Grth in kunstmeststoffen   30   2  
5156   4676       Grth in overige intermediaire goederen   30   2  
5157   4677   0   Autosloperijen: b.o. > 1000 m²   100   3.2  
5157   4677   1   - autosloperijen: b.o. <= 1000 m²   50   3.1  
5157.2/3   4677   0   Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²   100   3.2  
5157.2/3   4677   1   - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m²   50   3.1  
518   466   0   Grth in machines en apparaten:          
518   466   1   - machines voor de bouwnijverheid   100   3.2  
518   466   2   - overige   50   3.1  
519   466, 469       Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   30   2  
           
60   49   -   VERVOER OVER LAND          
6021.1   493       Bus-, tram- en metrostations en -remises   100   3.2  
6023   493       Touringcarbedrijven   100   3.2  
6024   494   0   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m²   100   3.2  
6024   494   1   - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²   50   3.1  
603   495       Pomp- en compressorstations van pijpleidingen   30   2  
           
63   52   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER          
6311.1   52241   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen:          
6311.1   52241   2   - stukgoederen   300   4.2  
6311.1   52241   7   - tankercleaning   300   4.2  
6311.2   52242   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:          
6311.2   52241   1   - containers   300   4.2  
6311.2   52242   10   - tankercleaning   300   4.2  
6311.2   52242   2   - stukgoederen   100   3.2  
6311.2   52242   3   - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m²   300   4.2  
6311.2   52242   5   - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u   300   4.2  
6311.2   52242   7   - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2   300   4.2  
6312   52102, 52109   A   Distributiecentra, koelhuizen   50   3.1  
6312   52109   B   Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)   30   2  
6321   5221   2   Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)   100   3.2  
           
64   53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE          
641   531, 532       Post- en koeriersdiensten   30   2  
642   61   A   Telecommunicatiebedrijven   10   1  
           
71   77   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN          
712   7712, 7739       Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   50   3.1  
713   773       Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   50   3.1  
714   772       Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   30   2  
           
72   62   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE          
72   58, 63   B   Datacentra   30   2  
           
74   63, 69tm71, 73,74,77,78, 80tm82   -   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING          
747   812       Reinigingsbedrijven voor gebouwen   50   3.1  
7481.3   74203       Foto- en filmontwikkelcentrales   30   2  
7484.3   82991       Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten   200   4.1  
           
90   37, 38, 39   -   MILIEUDIENSTVERLENING          
9001   3700   A0   RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:          
9001   3700   A1   - < 100.000 i.e.   200   4.1  
9001   3700   A2   - 100.000 - 300.000 i.e.   300   4.2  
9001   3700   B   rioolgemalen   30   2  
9002.1   381   A   Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.   50   3.1  
9002.1   381   B   Gemeentewerven (afval-inzameldepots)   50   3.1  
9002.1   381   C   Vuiloverslagstations   300   4.2  
9002.2   382   A0   Afvalverwerkingsbedrijven:          
9002.2   382   A2   - kabelbranderijen   100   3.2  
9002.2   382   A4   - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)   50   3.1  
9002.2   382   A5   - oplosmiddelterugwinning   100   3.2  
9002.2   382   A6   - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW   300   4.2  
9002.2   382   A7   - verwerking fotochemisch en galvano-afval   30   2  
9002.2   382   B   Vuilstortplaatsen   300   4.2  
9002.2   382   C0   Composteerbedrijven:          
9002.2   382   C3   - belucht v.c. < 20.000 ton/jr   100   3.2  
9002.2   382   C4   - belucht v.c. > 20.000 ton/jr   200   4.1  
9002.2   382   C5   - GFT in gesloten gebouw   200   4.1  
           
93   96   -   OVERIGE DIENSTVERLENING          
9301.1   96011   A   Wasserijen en strijkinrichtingen   50   3.1  
9301.1   96011   B   Tapijtreinigingsbedrijven   50   3.1  
9301.2   96012       Chemische wasserijen en ververijen   30   2  
9301.3   96013   A   Wasverzendinrichtingen   30   2  

Verklaring van gebruikte afkortingen:

< kleiner dan d dag

> groter dan w week

= gelijk aan j jaar

cat. categorie B bodemverontreiniging

e.d. en dergelijke C continue

kl. klasse D divers

n.e.g. niet elders genoemd L luchtverontreiniging

o.c. opslagcapaciteit R risico (Besluit externe veiligheid inrichtingen mogeljk van toepassing )

p.c. productiecapaciteit V vuurwerkbesluit van toepassing

p.o. productieoppervlak G goederenvervoer

v.c. verwerkingscapaciteit P personenvervoer

u uur

Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging

(VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering 2009; lijst SvB - Functiemenging, m.u.v. horecafuncties)

SBI-1993   SBI-2008    nr.   OMSCHRIJVING    categorie  
01   01   -   LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW      
014   016   0   Dienstverlening t.b.v. de landbouw:      
014   016   2   - algemeen (o.a. loonbedrijven), b.o < 500 m²   B  
014   016   4   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven, b.o. < 500 m²   B  
0142   0162     KI-stations   B  
15   10, 11   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN      
151   101, 102   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:      
151   101   6   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m²   B  
1552   1052   2   Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m²   B  
1581   1071   1   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, charge-ovens, v.c.< 7.500 kg meel/week   B  
1584   10821   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:      
1584   10821   3   - Cacao- en chocoladefabrieken- vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 200 m²   B  
1584   10821   6   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m²   B  
1593 t/m 1595   1102 t/m 1104     Vervaardiging van wijn, cider e.d.   B  
17   13   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL      
174, 175   139     Vervaardiging van textielwaren   B  
176, 177   139, 143     Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   B  
18   14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT      
181   141     Vervaardiging kleding van leer   B  
182   141     Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)   C  
20   16   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.      
203, 204, 205   162   1   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   B  
205   162902     Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken   B  
22   58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA      
221   581     Uitgeverijen (kantoren)   A  
2222.6   18129     Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   B  
2223   1814   A   Grafische afwerking   A  
2223   1814   B   Binderijen   B  
2224   1813     Grafische reproduktie en zetten   B  
2225   1814     Overige grafische aktiviteiten   B  
223   182     Reproduktiebedrijven opgenomen media   A  
24   20   -   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN      
2442   2120   0   Farmaceutische produktenfabrieken:      
2442   2120   2   - verbandmiddelenfabrieken   C  
26   23   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN      
2615   231     Glasbewerkingsbedrijven   B  
262, 263   232, 234   0   Aardewerkfabrieken:      
262, 263   232, 234   1   - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW   B  
267   237   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:      
267   237   2   - zonder breken, zeven en drogen p.o. < 2.000 m²   B  
2681   2391     Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   B  
28   25   -   VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)      
281   251, 331   1a   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2   B  
284   255, 331   B1   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2   B  
2852   2562, 3311   2   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2   B  
287   259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2   B  
30   26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS      
30   26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   B  
33   26, 32, 33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN      
33   26, 32, 33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie   B  
36   31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.      
361   9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   A  
362   321     Fabricage van munten, sieraden e.d.   B  
363   322     Muziekinstrumentenfabrieken   B  
3663.1   32991     Sociale werkvoorziening   B  
40   35   -   PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER      
40   35   C0   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:      
40   35   C1   - < 10 MVA   B  
40   35   D0   Gasdistributiebedrijven:      
40   35   D3   - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A   A  
40   35   D4   - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C   B  
40   35   E0   Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:      
40   35   E2   - blokverwarming   B  
41   36   -   WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER      
41   36   B0   Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:      
41   36   B1   - < 1 MW   B  
45   41, 42, 43   -   BOUWNIJVERHEID      
45   41, 42, 43   3   Aannemersbedrijven met werkplaats, b.o. < 1000 m2   B  
50   45, 47   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS      
501, 502, 504   451, 452, 454     Reparatie- en servicebedrijven van auto's en motorfietsen   B  
5020.4   45204   B   Autobeklederijen   A  
5020.5   45205     Autowasserijen   B  
51   46   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING      
511   461     Handelsbemiddeling (kantoren)   A  
5134   4634     Grth in dranken   C  
5135   4635     Grth in tabaksprodukten   C  
5136   4636     Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   C  
5137   4637     Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   C  
514   464, 46733     Grth in overige consumentenartikelen   C  
5148.7   46499   0   Grth in vuurwerk en munitie:      
5148.7   46499   1   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton   C  
5153   4673   0   Grth in hout en bouwmaterialen:      
5153   5153   1   - algemeen   C  
5153   4673   2   - indien b.o. =< 2000 m2   B  
5153.4   5153.4   4   zand en grind:      
5153.4   46735   6   - indien b.o. =< 200 m²   B  
5154   4674   0   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:      
5154   5154   1   - algemeen   C  
5154   4674   2   - indien b.o. =<2.000 m²   B  
5156   4676     Grth in overige intermediaire goederen   C  
518   466   2   Grth in machines en apparaten, exclusief machines voor de bouwnijverheid   C  
519   466, 469     Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   C  
52   47   -   REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN      
527   952     Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)   A  
60   49   -   VERVOER OVER LAND      
6022   493     Taxibedrijven   B  
6024   494   1   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks), b.o. =< 1.000 m²   C  
603   495     Pomp- en compressorstations van pijpleidingen   B  
61, 62   50, 51   -   VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT      
61, 62   50, 51   A   Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)   A  
63   52   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER      
6321   5221   1   Autoparkeerterreinen, parkeergarages   C  
6322, 6323   5222     Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren)   A  
633   791     Reisorganisaties   A  
634   5229     Expediteurs, cargadoors (kantoren)   A  
64   53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE      
641   531, 532     Post- en koeriersdiensten   C  
642   61   A   Telecommunicatiebedrijven   A  
642   61   B0   zendinstallaties:      
642   61   B2   - FM en TV   B  
65, 66, 67   64, 65, 66   -   FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN      
65, 66, 67   64, 65, 66   A   Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen   B  
70   41, 68   -   VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED      
70   41, 68   A   Verhuur van en handel in onroerend goed   A  
71   77   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN      
711   7711     Personenautoverhuurbedrijven   B  
712   7712, 7739     Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   C  
713   773     Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   C  
714   772     Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   C  
72   62   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE      
72   62   A   Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.   A  
72   58, 63   B   Datacentra   B  
73   72   -   SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK      
732   722     Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek   A  
74   63, 69t/m71, 73, 74, 77, 78, 80t/m82   -   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING      
74   63, 69t/m71, 73, 74, 77, 78, 80t/m82   A   Overige zakelijke dienstverlening: kantoren   A  
7481.3   74203     Foto- en filmontwikkelcentrales   C  
7484.4   82992     Veilingen voor huisraad, kunst e.d.   A  
75   84   -   OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN      
75   84   A   Openbaar bestuur (kantoren e.d.)   A  
7525   8425     Brandweerkazernes   C  
85   86   -   GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG      
8512, 8513   8621, 8622, 8623     Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven   A  
8514, 8515   8691, 8692     Consultatiebureaus   A  
853   871   1   Verpleeghuizen   B  
853   8891   2   Kinderopvang   B  
90   37, 38, 39   -   MILIEUDIENSTVERLENING    
9001   3700   B   rioolgemalen   B  
91   94   -   DIVERSE ORGANISATIES      
9111   941, 942     Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren)   A  
9131   9491     Kerkgebouwen e.d.   B  
9133.1   94991   A   Buurt- en clubhuizen   B  
92   59   -   CULTUUR, SPORT EN RECREATIE      
9213   5914     Bioscopen   C  
9232   9004     Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen   C  
9234   8552     Muziek- en balletscholen   B  
9234.1   85521     Dansscholen   B  
9251, 9252   9101, 9102     Bibliotheken, musea, ateliers, e.d.   A  
926   931   0   Zwembaden: overdekt   C  
926   931   A   Sporthallen   B  
926   931   B   Bowlingcentra   B  
926   931   0   Schietinrichtingen:    
926   931   2   - binnenbanen: boogbanen   A  
926   931   F   Sportscholen, gymnastiekzalen   B  
9271   9200     Casino's   C  
9272.1   92009     Amusementshallen   B  
93   96   -   OVERIGE DIENSTVERLENING      
9301.3   96013   A   Wasverzendinrichtingen   B  
9301.3   96013   B   Wasserettes, wassalons   A  
9302   9602     Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten   A  
9303   9603   0   Begrafenisondernemingen: uitvaartcentra   A  
9304   9313, 9604     Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden   B  
9305   9609   B   Persoonlijke dienstverlening n.e.g.   A  

Bijlage 3 Staat van Horeca-activiteiten

Categorie 1: "lichte horeca"

Bedrijven die beperkte hinder veroorzaken voor omwonenden. Deze bedrijven zijn in beginsel alleen overdag en 's avonds geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden). Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:

1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante lichte horeca (tot en met 250 m² bedrijfsvloeroppervlak)

  • automatiek;
  • broodjeszaak;
  • cafetaria;
  • croissanterie;
  • koffiebar;
  • lunchroom;
  • ijssalon;
  • snackbar;
  • tearoom;
  • traiteur.

1b. Overige lichte horeca (tot en met 250 m² bedrijfsvloeroppervlak)

  • bistro;
  • restaurant (zonder bezorg- of afhaalservice);
  • hotel of pension.

1c. Restaurant met bezorg- of afhaalservice tot en met 250 m² bedrijfsvloeroppervlak.

Categorie 2: "middelzware horeca"

Bedrijven die aanzienlijke hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder kan onder andere ontstaan door openingstijden 's nachts of door grote verkeersaantrekkende werking. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:

2a. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking

  • bedrijven genoemd onder subcategorie 1a, 1b of 1c met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 250 m²;

2b. Horeca die in beginsel vooral 's avonds en 's nachts geopend is

  • bar;
  • biljartcentrum;
  • café;
  • proeflokaal;
  • shoarma/grillroom;
  • zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).

Categorie 3: "zware horeca"

Bedrijven die grote hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder kan onder andere ontstaan door een combinatie van openingstijden 's nachts en een grote verkeersaantrekkende werking.

3. Zware horeca

  • dancing;
  • discotheek;
  • nachtclub;
  • partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen)

Bijlage 4 Lijst van parkeernormen

De parkeernormen in deze lijst zijn gebaseerd op de parkeerkencijfers zoals gepubliceerd in de CROW-publicatie 'Kencijfers en verkeersgeneratie' 317. De volgende normen, uitgedrukt in het aantal parkeerplaatsen per woning, zitplaats, baan dan wel brutovloeroppervlak (afgekort: bvo) zijn van toepassing. Voor dit gebied geldt een norm voor sterk stedelijk gebied in de rest bebouwde kom.

Bedrijfsverzamelgebouw 3,0 pp per 100m2 bvo

Bedrijf arbeidsextensief/bezoekersextensie f 0,7 pp per 100m2 bvo

(Logistieke bedrijven)

Bedrijf arbeidsextensief/bezoekersextensief 1,1 pp per 100 m2 bvo

(Niet-logistieke bedrijven)

Bedrijf arbeidsintensief/bezoekersextensief 2,3 pp per 100m2 bvo

Kantoor (zonder baliefunctie) 1,8 pp per 100m2 bvo

Commerciële dienstverlening (kantoor met baliefunctie) 2,4 pp per 100m2 bvo

Gezondheidscentrum 2,3 pp per behandelkamer

Huisartsenpraktijk/centrum 3,0 pp per behandelkamer

(met een min. van 3pp/praktijk)

Fysiotherapiepraktijk/centrum 1,9 pp per behandelkamer

Consultatiebureau 2,0 pp per behandelkamer

Consultatiebureau voor ouderen 1,9 pp per behandelkamer

Tandartsenpraktijk/centrum 2,5 pp per behandelkamer

Groothandel in levensmiddelen 7,0 pp per 100m2 bvo

Tuincentrum (incl. buitenruimte) 2,7 pp per 100m2 bvo

Kringloopwinkel 1,7 pp per 100m2 bvo

Café/Bar/Cafetaria 6,7 pp per 100m2 bvo

Restaurant 13,3 pp per 100m2 bvo

Partycentrum 9,5 pp per 100m2 bvo

(regulier gebruik t.b.v. feesten en muziek-/dansevenementen)

Zalenverhuur 5,0 pp per 100m2 bvo

(zonder regulier gebruik t.b.v. feesten en muziek-/dansevenementen)

Hotel (gemiddelde prijsklasse) 4,9 pp per 10 kamers

Luxe hotel 6,9 pp per 10 kamers

Budgethotel/hostel 2,3 pp per 10 kamers

Wellnes 9,3 pp per100 m2 bvo

Kinderspeelcentrum 7,4 pp per 100m2 bvo

Kerk, religieuze instelling 0,2 pp per bidplaats

Sporthal/gymzaal (met avondfunctie) 2,8 pp per 100m2 bvo

Sportschool/dansstudio/fitnessstudio 4,9 pp per 100m2 bvo

Middelbare school 5,0 pp per 100 leerlingen

ROC 5,9 pp per 100 leerlingen

Avondonderwijs of vrijetijdsonderwijs 6,7 pp per 10 studenten

Overige functies ter bepaling door verkeer en vervoer op basis van kengetallen CROW.

Deze normen worden gebruikt voor de parkeerbalans. In de balans kan worden gerekend met dubbelgebruik, hiervoor is het noodzakelijk dat parkeerplaatsen te allen tijde openbaar toegankelijk zijn. Voor deze berekeningen worden aanwezigheidspercentages gehanteerd, zoals gepubliceerd in de eerder genoemde CROW-publicatie 317.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen bewoners/werknemers parkeren en bezoekers parkeren.