direct naar inhoud van 5.4 Ecologie
Plan: Film-, Park-, Dans-, Verzetswijk en Lumièrepark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2FHKNRS01-vg01

5.4 Ecologie

Groen

De belangrijkste dragers van groen in het plangebied zijn aan de westzijde het Lumièrepark en meer centraal het Ebenezer Howardpark/Laterna Magikapark. Deze parken zullen gedurende de planperiode hun groenfunctie grotendeels behouden en waar mogelijk wordt deze verbeterd.

Omdat het Lumièrepark op een steenworp afstand van het stadscentrum ligt, zijn er verschillende natuur- en recreatie-ondersteunende ontwikkelingen geprojecteerd. De kleinschaligheid van deze ontwikkelingen maakt dat zij het functioneren van het gebied ondersteunen.

Het middendeel van het Ebenezer Howardpark/Laterna Magikapark heeft een groen en open karakter. Dit deel vormt voor het omliggende woongebied de groene uitloopruimte voor de bewoners. Verder blijft de verdeling van bebouwd en onbebouwd gedeelte in de centrale zone bestaan.

Boswet

In het plangebied wordt geen bos gekapt voor de realisering van de bestemmingen die bij recht worden toegestaan en daarom is boscompensatie in het kader van de boswet niet aan de orde.

Natuur

In verband met het navolgende wordt ook op deze plaats verwezen naar het in paragraaf 3.4 reeds aangehaalde onderzoek naar Flora en Fauna in Almere Stad Oost (onderzoek uit 2005).

Ecologische structuur

De belangrijkste drager van de ecologie in het plangebied is het Lumièrepark. Dit plan maakt de ontwikkeling mogelijk van een horecavoorziening in het Lumièrepark. Doordat dit dicht tegen het stadscentrum komt en geen extra parkeergelegenheid voor bezoekers (alleen dus voor eigenaar en bevoorrading van de horecavoorziening), zal dit deel van de ecologische structuur haar functie behouden. Extra waarde kan aan de ecologische structuur in het algemeen gegeven worden door natuurvriendelijke oevers aan te leggen en in de beplanting gebruik te maken van inheemse soorten.

Gebiedsbescherming

Het plangebied ligt niet in of in de nabijheid van een natuurgebied dat op basis van de Natuurbeschermingswet wettelijke bescherming geniet. Er zijn dan ook geen effecten op deze gebieden.

Soortbescherming

In 2005 is een deel van de stad, waaronder het gehele plangebied, geïnventariseerd op beschermde planten en dieren. Hierbij zijn beschermde planten (Gewone dotterbloem, Wilde marjolein, Lange ereprijs, Grote kaardenbol, Grasklokje, Akkerklokje, Prachtklokje, Ruig klokje, Zwanenbloem, Brede wespenorchis, Rietorchis), amfibieën (Bruine kikker, Meerkikker, Bastaardkikker, groene kikkercomplex) en zoogdieren (Egel, Mol, Konijn) aangetroffen. Bij een vleermuizeninventarisatie in de provincie Flevoland (van 2005-2007) zijn er in het plangebied geen verblijfplaatsen van vleermuizen aangetroffen, maar enkele foeragerende exemplaren van de Gewone dwergvleermuis en net buiten het plangebied de Laatvlieger. Verder komen er in het gebied broedvogels voor.
Een deel van de aangetroffen beschermde planten, vogels en vleermuizen vallen niet onder de vrijstellingsregeling uit de AMvB. Op de orchideeën na groeien waarschijnlijk alle aangetroffen beschermde planten in meer of mindere mate als gevolg van menselijk ingrijpen in Almere. Voor vogels geldt dat ze niet mogen worden verstoord tijdens het broedseizoen. Daarnaast mogen de nesten van vogels met een vaste rust- en verblijfplaats (vnl. Ekster en Grote bonte specht) niet worden verwijderd. Verder komen er vleermuizen voor in het plangebied. Vleermuizen zijn veel zwaarder beschermd, dus met name bij inbreidingsplannen moet hier rekening mee worden gehouden.

Voor de overige aangetroffen soorten uit het eerder genoemde onderzoek naar beschermde Flora en Fauna in het plangebied geldt de vrijstellingsregeling, zodat met betrekking tot deze soorten geen ontheffing hoeft te worden aangevraagd in het kader van artikel 75 lid 4 van de Flora- en Faunawet.