direct naar inhoud van 6.3 Inspraak en overleg
Plan: Film-, Park-, Dans-, Verzetswijk en Lumièrepark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2FHKNRS01-oh01

6.3 Inspraak en overleg

6.3.1 Inspraak

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan (voorontwerp bestemmingsplan) kan het gemeentebestuur de bevolking en andere belanghebbenden betrekken. Deze inspraak is geregeld in de gemeentelijke inspraakverordening.

Bij de keuze - wel of geen inspraak - speelt met name de vraag of en in hoeverre de nieuwe regeling wijzigingen teweeg brengt in de bestemming van de gronden als ook de bouw- en gebruiksmogelijkheden op die gronden. Onderhavig bestemmingsplan is conserverend van aard en er zijn geen significante wijzigingen ten opzichte van de voorgaande bestemmingsplannen. Toch zijn er wel degelijk verschillen die inspraak voorafgaand aan de bestemmingsplanprocedure rechtvaardigen. Zo zijn er doorgaans ruimere bouwmogelijkheden voor het bouwen op en aan de woning en kunnen een aantal woningen rond buurtcentra en op hoeksituaties aan buurtontsluitingswegen omkleuren naar andere functies. Er is dan ook voor gekozen dit bestemmingsplan als voorontwerp ter inspraak voor te leggen.

Het voorontwerp d.d. 8 december 2009, heeft na publicatie in Almere Vandaag en op de gemeentelijke website ter inzage gelegen van 11 januari tot en met 22 februari 2010. Binnen deze periode zijn 29 inspraakreacties ingediend. Op 26 januari 2010 is een inloopavond gehouden in de aula van het Helen Parkhurstcollege, Bongertstraat 1 te Almere.

Hieronder volgt achtereenvolgens een kort verslag van de inloopavond, een samenvattende weergave van de inspraakreacties alsmede de gemeentelijke beantwoording van de reacties.

Inloopavond

In het kader van de inspraakprocedure voor bovenvermeld voorontwerp bestemmingsplan is op 26 januari een inloopavond gehouden in de aula van het Helen Parkhurstcollege, Bongertstraat 1.

De avond is in goede sfeer verlopen en er was een behoorlijke opkomst. De schatting is dat tussen 160 en 200 belangstellenden de avond hebben bezocht. Van gemeentezijde waren acht mensen aanwezig, die vanuit verschillende disciplines bij de totstandkoming van dit bestemmingsplan betrokken zijn.

De meest in het oog springende onderwerpen waar vragen over zijn gesteld betreffen het Lumièrepark, het Laterna Magikapark, de locatie aan het Weerwater bij het Walt Disneyplantsoen en meer algemeen de bouwmogelijkheden binnen en rond de buurtcentra. In veel gevallen was er slechts behoefte aan nadere uitleg over de nieuwe mogelijkheden, de verschillen met de huidige mogelijkheden en eventuele plannen in het gebied. Wat dat laatste betreft is aangegeven dat er op dit moment geen concrete ontwikkelingen spelen binnen de voorzieningenlocaties op enkele initiatieven na, zoals een nieuw schoolgebouw en uitbreiding van bestaande zorginstellingen in het Ebenezer Howardpark. Met enkele aanwezigen is voorts gesproken over het initiatief voor een mogelijke vestiging van een moskee in het Laterna Magikapark. Inmiddels is het Laterna Magikapark niet meer in beeld als locatie voor dit initiatief. Genoemde ontwikkelingen waren overigens al mogelijk binnen de vigerende bestemmingsplannen.

Ter hoogte van het Walt Disneyplantsoen aan het Weerwater bestond al de mogelijkheid een lichte horecagelegenheid te realiseren. Deze is ook in het nieuwe plan meegenomen, waarbij nu wordt voorgesteld erboven ook appartementen mogelijk te maken. Bewoners van de aangrenzende flatgebouwen zijn bezorgd hierover, vanwege mogelijk verlies aan uitzicht, groen en rust op deze locatie. Ook verwacht men parkeeroverlast als er nog een appartementenblok bij komt.

Naar aanleiding van vragen omtrent de mogelijkheden voor vestiging van horeca in het Lumièrepark, is duidelijk gemaakt dat bewust is gekozen voor locaties nabij het stadscentrum en is geregeld dat bezoekersparkeren niet in het park zal worden toegestaan. Parkeren in de aangrenzende Filmwijk zou moeten worden tegengegaan middels uitbreiding van de blauwe zone. Voorts is uitgelegd dat nog een wijzigingsprocedure moet worden doorlopen alvorens vestiging op de aangegeven locaties kan plaatsvinden. Dat geldt ook voor het meest zuidelijk in het Laterna Magikapark gelegen voorzieningencluster, waar via een wijzigingsbevoegdheid wonen kan worden toegevoegd (bijvoorbeeld met het oog op ouderenhuisvesting). Ook is toelichting gegeven omtrent de beperkte mogelijkheid tot 'omkleuring', via een wijzigingsbevoegdheid, van wonen naar werken rond de buurtcentra.

Wat het Laterna Magikapark betreft is toegelicht dat uitbreiding van bestaande vestigingen of nieuwvestiging van initiatieven alleen binnen de bestaande clusters mogelijk is. De groene gedeelten hebben ook in het nieuwe plan een Groene bestemming gekregen. Hiermee is ook duidelijk gemaakt dat door sommigen nog gevreesde bebouwing van de groene vlek ten noorden van de J. Tatilaan in dit nieuwe bestemmingsplan is uitgesloten. Ook deze vlek behoud de groene bestemming.

Enkele bewoners uitten bezwaren tegen de functieverruiming (van alleen kantoren naar gemengd, dus ook maatschappelijke voorzieningen ten noorden van station Parkwijk. Ook hier speelt dan vooral het verlies van uitzicht als gevolg van een eventuele nieuwe bebouwing binnen deze locatie. In het vigerende bestemmingplan is het bouwen op deze locatie echter al opgenomen.

Sommige aanwezigen hebben ook moeite met kleine uitbreidingen binnen bestaande clusters in het Laterna Magikapark en het Ebenhezer Howardpark (die in de vigerende bestemmingsplannen grotendeels ook al mogelijk zijn). Tegelijkertijd vragen andere bezoekers juist naar bouw- en vestigingslocaties waar nog wel iets kan in dit stadsdeel. Positief was men veelal ook over de regeling en de uitbreidingsmogelijkheden voor wat betreft de woning.

Tenslotte werden klachten geuit over gebrek aan communicatie over de uitrol van Onderhoud Lange Termijn door SB (Filmwijk en Verzetswijk); dit staat evenwel los van het bestemmingsplan.

Over de gekozen opzet van deze inloopavond zijn meerdere malen positieve reacties geuit. Met name de aanwezigheid van diverse ambtenaren (diverse disciplines) en de uitstalling van meerdere sets plankaarten, maakten mogelijk dat de aanwezigen effectief en vlot van informatie en nadere uitleg konden worden voorzien. Ook de persoonlijke uitnodiging (huis aan huis) werd gewaardeerd.

Toch is achteraf door meerdere insprekers, deels namens de Stichting Platform Filmwijk, ook kritiek geuit op de gang van zaken. Zie in onderstaand schema onder 10 en 17. Mede na overleg met genoemde Stichting is besloten in de ontwerpfase (omstreeks september/oktober 2010) opnieuw een inloopavond te organiseren.

Overzicht inspraakreacties

Naam en adres
 
Reactie  
Reclamant 1, Radio Oranjelaan, Verzetswijk   Heeft bezwaar tegen bestemmingswijziging pand Radio Oranjelaan 38. Nieuwe bestemming Gemengd-1 maakt immers ook horecavestiging mogelijk. Dat kan dan leiden tot ernstige hinder van het woonmilieu, parkeerproblemen, aantasting privacy naburige woningen en toename van rondhangen en zwerfafval.  
Reclamant 2, Alex Bennostraat, Filmwijk   Maakt bezwaar tegen mogelijkheid voor het bouwen van nieuwe religieuze voorzieningen in het Laterna Magikapark in de Filmwijk. Christelijke kerken lopen leeg en de aanhang van Islam en van andere religies is slechts gering in de Filmwijk. De al bestaande religieuze voorzieningen en voorzieningen elders in Almere of daarbuiten voorzien meer dan voldoende in de vraag naar kerken, moskeeën tempels, en dergelijke.  
Reclamant 3, Bevrijdingsstraat, Verzetswijk   Waterhuishouding , blz. 42: Geringere drooglegging voor langere duur vermindert beluchting wortels en tast daardoor de vegetatie aan.
Geluid, blz. 77: Bij busbanen staan geen 30 km/u. verkeersborden. Wordt de snelheid op andere wijze begrensd?
Blz. 79: De geluidhinder van het railverkeer kan worden beperkt met geluidschermen. Is overwogen geluidschermen toe te passen die ook de gevolgen van een calamiteit kunnen beperken?
Bouwregels bij Wonen-2, blz. 163: Niet duidelijk is of de regel die toestaat om 50 % van het bouwperceel te mogen bebouwen met gebouwen en overkappingen (18.2 onder d) ruimer of juist beperkter is dan volgens de bestaande voorwaarden gronduitgifte. En volgens die voorwaarden is ook expliciet aangegeven dat een onoverdekt zwembad niet wordt beschouwd als bebouwd. Het voorontwerp zegt hier niets over.  
Reclamant 4. Adrienne Solserstraat, Filmwijk   Bezwaren hebben betrekking op het Laterna Magikapark.
Bezwaar tegen bestemmingswijziging van groenvoorzieningen (inclusief fietspaden en recreatief asfaltterrein naar een bestemming met nieuwe bouwmogelijkheden. Men wenst een meer specifieke bestemming met maxima voor omvang gebouwen en voor niet openbare (parkeer)terreinen.
Geluidsnormen ontbreken evenals gebruiksregels die ander gebruik dan die voor de maatschappelijke doeleinden tegengaat. Met het laatste doelt men met name op verkoop en ruilhandel naast kerken/moskeeën. Uitbreidingsmogelijkheden gaan ten koste van speelruimte in de Filmwijk. Met een groeiende groep tieners worden nu de skatebaan, het basketbalveld en het voetbalveld weggenomen.
Bezwaar ook tegen toename van autoverkeer als gevolg van de meer bebouwing. Ook bezwaar tegen voorzieningen die afhankelijk zijn van bezoekers van buiten de wijk.
Tegelijkertijd maakt men bezwaar tegen de indeling die geen groei in de toekomst mogelijk maakt, waardoor iedere gevestigde organisatie meteen op zijn maximale omvang zit.
Verder richten de bezwaren zich specifiek in tegen de voorgenomen bouw van een religieuze gebouw (moskee). Vanuit de blik van ruimtelijke ordening zou een moskee praktisch benaderd moeten worden. Net als een bedrijf als Ikea is het een groot gebouw dat parkeer- en geluidoverlast geeft en daarom thuis hoort op een bedrijventerrein. Men noemt 5 redenen:
Bedrijventerreinen zijn ingericht voor grote verkeersstromen;
Er is voldoende parkeergelegenheid;
Welstandeisen vormen er geen probleem. De variatie in gebouwen is groot, zodat een moskee niet detoneert;
In een woonwijk roept de oproep tot gebed weerstand op, maar op een bedrijven, die deels ook lawaai maken, is dit niet bezwaarlijk;
Een moskee heeft nauwelijks binding met de wijk en mede doordat er diverse moslimrichtingen bestaan en er per richting maar weinig aanhangers in de wijk wonen, komen de meeste aanhangers/bezoekers van buiten de wijk.
De uitspraken dat een ieder welkom is in de moskee zal niet veel uithalen. Die toezegging kan zo weer worden ingetrokken en een religieus gebouw blijft ook hoogdrempelig voor andersdenkenden.
Een vergelijking met oude tijden waarin de kerk nog het middelpunt was van stad en dorp is niet meer van deze tijd.
De reactie bevat ook nog een aantal vraagstellingen. Men wenst meer duidelijkheid omtrent de omschrijving en tweedeling van het Laterna Magikapark. Voorts wordt nadere informatie gevraagd omtrent de voorgenomen vestiging van een moskee en gegevens inzake de aanvraagde bouwvergunning en waarom de gemeente hieraan wil meewerken, ondanks de te verwachten grote bezwaren uit de omgeving. Gevraagd wordt deze vragen allereerst te beantwoorden en op basis daarvan eventueel hun bezwaren aan te vullen. Tevens wil men de bezwaren graag mondeling toelichten.  
Reclamant 5, Fellinilaan, Filmwijk. Mede ondertekend door 3 andere bewoners.   Bezwaar tegen nieuwbouw appartementen en horeca aan Weerwater bij het Walt Disneyplantsoen. Bezwaren van persoonlijke aard: Verlies van uitzicht; aantasting vrijheid en ruimte; waardevermindering appartement; toename geluidsoverlast door horeca en terras; parkeerproblemen. Bezwaren van algemene aard: Nieuw plan gaat in tegen bestaande, waarin het parkachtige karakter van deze plek centraal staat en horeca slechts op kleine schaal toelaatbaar is; horeca met terras tast de rust aan voor de meest oudere bewoners van de appartementen; er is al genoeg horeca in de omgeving, meer horeca lijkt ook niet rendabel. Ook andere woningen en de school raken uitzicht op Weerwater kwijt; Almere heeft veel bouwruimte elders en daarom zien we geen noodzaak zo'n belangrijke groenvoorziening op te geven voor een flat met een beperkt aantal appartementen.
De gemeente zegt ten onechte dat er “geen grote veranderingen zijn opgenomen” en “de groene gebieden, inclusief de kleine groenplekken in de wijken, geconserveerd worden”. Verzocht wordt het plan voor onderhavige locatie dan ook niet te wijzigen.  
Reclamant 6, James Stewartstraat, Filmwijk   Bezwaar richt zich tegen de mogelijke horecavestigingen in het Lumièrepark (wijzigingsbevoegdheden 2 en 3 binnen bestemming “groen”). De bewoonster vreest aantasting van haar vrije uitzicht over het park gelet op de mogelijke oppervlakte (bvo) en bouwhoogte. Bovendien vreest zij verkeersaantrekkende werking voor de omgeving en parkeeroverlast, mede doordat de in het plan genoemde parkeeroplossing binnen de Oostkavels betaald parkeren betreft. Daarnaast maakt het voorontwerp niet duidelijk waar de bevoorradingsweg wordt aangelegd. Als deze dichtbij haar woning komt, zal dat de rust in haar omgeving aantasten. Voorts leidt dit alles tot waardedaling van de woning.  
Reclamant 7, Mannus Frankenstraat, Filmwijk   Bezwaar richt zich tegen de grote parkeeroverlast die bewoner ondervindt in zijn straat bij evenementen in het park. Met de geplande horeca in het park met categorie 1a en b en bouwhoogte tot 7.70 meter vreest hij dat bruiloften en partijen straks voortdurend voor parkeeroverlast bij hem in de straat zullen zorgen. Dit mede doordat parkeren bij hem gratis is en op het Hennepveld veel geld kost. Hij stelt daarom voor om de mogelijke horeca te beperken tot categorie 1a. Dat trekt wandelaars, fietsers en bootjesvolk, maar geen bruiloften en partijen.  
Reclamant 8, Mannus Frankenstraat, Filmwijk   Bezwaar richt zich tegen toegestane maximum bouwhoogte van de mogelijke horecavestigingen met dienstwoning in het Lumièrepark, de volgens hen onduidelijke beschrijving van de toegestane horecacategorieën en het toestaan van zowel horeca 1a als 1b voor beide locaties/wijzigings-gebieden.
De bouwhoogte, die drie (woon)lagen mogelijk maakt past niet in het kleinschalige karakter van het park. De toegestane oppervlakte strookt niet met de toegestane categorieën. Bewoner vindt dat i.p.v. de classificatie in categorieën een opsomming moet komen van toegestane horecagelegenheden. Voorts zou wijzigingsgebied 3 beperkt moeten worden tot categorie 1a en wijzigingsgebied 2 tot 1a en b. Bewoner vraagt zich af of de nieuwe parkeervisie voldoende rekening houdt met overlast voor omwonenden van het park, doordat bezoekers gratis kunnen parkeren in de Filmwijk en hiervoor moeten betalen in het centrum.  
Reclamant 9, Fellinilaan , Filmwijk   Bezwaar richt zich tegen de mogelijk gemaakte bouw van een appartementengebouw. Bewoners hebben juist voor een van de hoekflats aan Weerwater en Walt Disneyplantsoen te hebben gekozen vanwege het fraaie uitzicht op de stad in ontwikkeling. Zij vrezen nu een waarde- en genotvermindering van hun flat. Voorts zal de toch al problematische parkeersituatie door het toenemend aantal auto's per woning er met het nieuwe woongebouw niet beter op worden.
Tweede bewaar betreft de mogelijke horecavestiging. Er is al veel overlast door uitgaande jeugd die zich vaak met brommers hier op en bij het fietspad manifesteren tot in de avond en nacht. Met de komst van een horecavestiging aan het water zal het met de rust gedaan voor de flatbewoners die voor het merendeel 65+ zijn.
Het opofferen van deze groene plek voor bebouwing valt niet te rijmen met de uitspraak dat groene gebieden, inclusief de kleine groeplekken in de wijk, geconserveerd worden. Hier doet dit plan juist het tegendeel.  
Reclamant 10, Ingrid Bergmanstraat, Filmwijk. Reactie mede namens andere NWR-BouwRai bewoners. Brief is ook gericht aan de Welstandcommissie.   Bezwaar richt zich tegen aantasting van het NWR-Bouwrai gebied, met name de omgeving Greta Garboplantsoen en Polygoonlocatie. Binnen de opzet van de NWR-Bouwrai passen niet:
opknippen Bouwraigebied in twee deelkaarten en het samenvoegen met in één plan met andere wijken.
toegestane verhoging van het gezondheidscentrum.
Handhaving noodgebouwen bij Polygoon.
Vervanging van peuterspeelzaal door een 20 x grotere bouwmassa van 560 m2 oppervlakte en 20 meter hoog.
Vervanging van grootste deel van Greta Garboplantsoen door verkeers-, parkeer- en uitkijkfuncties.
Kritiek voorts op het feit dat de inloopavond was gepland tot 20.00 uur, een tijdstip waarop volgens inspreker velen net thuiskomen van hun werk. Voorts kritiek op de passage in de uitnodigingsbrief dat er geen grote veranderingen in het plan zijn opgenomen. Huizen staan hier straks in de schaduw van de voorgestelde bouwmassa.  
Reclamant 11, Ingrid Bergmanstraat, Filmwijk. Reactie mede namens andere bewoners rond Greta Garboplantsoen.   Bezwaar richt zich tegen aantasting van het Greta Garboplantsoen. Mogelijkheden die het plan biedt zijn strijdig met uitspraken dat er geen grote veranderingen in het plan zijn opgenomen en dat parken en buurtgroen behouden blijven. Indien de ruimte die het plan biedt werkelijkheid zou worden, zou dat betekenen, dat:
langs de rand van het plantsoen extra parkeerplaatsen komen.
ongeveer de helft van het plantsoen wijzigt van groen naar verkeer en verblijf. Functiewijziging is niet gearceerd (geen wijzigingsbevoegdheid, red.)
het mogelijk is een uitkijkplatform van 15 meter hoog te bouwen. Huidige plan staat 9 meter toe. Uit ervaring met de peuterspeelzaal aan de overkant blijkt dat verdwenen groen niet gecompenseerd wordt.
Enkele artefacten (landschapskunst) en de speelheuvel zullen verdwijnen. Kersenbomenaanplant ging al achteruit in onderhoud.
De cirkel met beplanting tussen de woningen en de weg bij het plantsoen is omgezet in verkeersfuncties.
Reactie uit voorts kritiek op de procedure: te korte voorbereidingstijd gelet op datum uitnodigingsbrief, Helen Parkhurst was onbereikbaar door de ijzel, website prachtig maar vereist veel vaardigheid. Voorts voelt men zich misleid door de woorden “geen grote veranderingen”, wat voor veel mensen reden was om zich niet goed op de planwijzigingen te oriënteren.
Tot slot, het plantsoen dient groen te blijven, evenals de direct aanliggende gebieden. Sommige stukken zouden oorspronkelijk beplant worden, maar dat is nooit uitgevoerd. Bomen zijn deels gekapt en niet vervangen.  
Reclamant 12, H. Bogartstraat, Filmwijk   Bezwaren betreffen de volgende punten:
Lumièrepark, evenementen en horeca i.v.m. parkeren: Bij betaald parkeren op de Oostkavels zal sluipverkeer ontstaan in met name het Bouwraideel van de Filmwijk. De volgens deskundigen op de inloopavond uit te breiden blauwe zone zal wellicht een oplossing zijn voor het parkeerprobleem, maar zal toch betekenen dat bewoners op eigen kosten een parkeerkaart zullen moeten aanschaffen. Welke alternatieven zijn er?
Greta Garboplantsoen: inspreker vreest parkeerprobleem als jongerenhuisvesting er komt en wenst een bevestiging van de regeling dat jongeren na afloop van hun studie elders moeten gaan wonen.
Parkeren algemeen: hoe wordt, uitgaande van de krappe parkeernorm in de woonwijken, straks omgegaan met de toenemende parkeerdruk? Welke mogelijkheden biedt het bestemmingsplan? Inspreker vraagt ook aandacht voor de schaarse 'gasten'parkeerplekken in gebruik zijn bij medebewoners. En het parkeren in de Ingrid Bergmanstraat is niet veilig vanwege het uitgaanspubliek.
Moskee: bewoner heeft geen probleem met een moskee op zich maar wel met het eventuele geluidoverlast (frequentie en volume).
Veluwedreef/Cinemadreef: Volgens het plan komt de luchtkwaliteit tot 2020 niet boven de norm. Welke maatregelen volgen als dit toch gebeurt?
Spoorlijn: transport gevaarlijke stoffen vanaf 2013: Wat voor risico's en wat voor maatregelen?
Wonen-1: Humphrey Bogartstraat: i.v.m bestaande opties voor uitbreiding aan voorzijde bouwblok: staan de regels voor erfbebouwing aan die uitbreidingsmogelijkheid in de weg? En als binnen de tuinbestemming leidingen liggen, is dan voor de aanleg van verhardingen toestemming van de gemeente nodig?
Snippergroen: Bewoner wacht al jaren op dit uitgiftebeleid. Wat is de actuele status en wat zijn de voorwaarden?
 
Reclamant 13, Simon van Collemstraat, Filmwijk   Inspreker richt zich met name op het Laterna Magikapark en heeft bezwaar tegen elke verdere bebouwing in dit park. Laat het de groene long blijven, zoals oorspronkelijk bedoeld (groenstrook van het Hannie Schaftpark tot aan het bos over de A6. Park is van groot maatschappelijk belang (spelen, wandelen, ontmoeten). Natuur en groen zijn belangrijk voor mens en dier. Bewoner constateert dat vanwege het nodige onderhoud de gemeente veel groen verwijdert. Dit in contrast met het groene Overgooi waar een enorm park wordt aangelegd en de bewoners al heel grote tuinen hebben.  
Reclamant 14, Adrienne Solserstraat, Filmwijk   Idem als onder 4.  
Reclamant 15, Adrienne Solserstraat, Filmwijk   Idem als onder 4.  
Reclamant 16, John Fordstraat, Filmwijk   Idem als onder 4.  
Reclamant 17 (Stichting Platform Filmwijk Almere), Fellinilaan, Filmwijk   De stichting verzoekt om een tweede informatieavond te organiseren. Men is van oordeel dat men op veel te korte termijn werd uitgenodigd, dat niemand leiding gaf aan de presentatie, dat er nauwelijks inhoudelijk antwoord werd gegeven op vragen en men simpelweg te horen kreeg maar een brief te schrijven.
Voorts zouden veel bewoners niet of te laat de uitnodigingsbrief hebben ontvangen.
Mede met het oog op de gewenste tweede informatieavond bevat de inspraakreactie een aantel vraag- en bezwaarpunten:
Men wenst meer info omtrent de geplande horecavoorzieningen in het Lumièrepark;
Er is geen behoefte aan een horecavoorziening, noch aan een flat aan het Walt Disneyplantsoen bij het Weerwater. De daar nog vrij recent aangelegde groenvoorziening (filmrol) heeft de wijk juist verfraaid op deze plek. De nieuwbouw zal ook meer parkeerdruk opleveren en de horeca tevens geluidoverlast. Nu is het juist een plek voor wandelaars en fietsers om er even te verpozen.
Men wenst ook meer info over de geplande bebouwing voor jongerenhuisvesting nabij het Greta Garboplantsoen en de Polygoon. Dit deel van de wijk staat nu al onder druk door jongerenoverlast.
Ook met de voorgenomen bouw in het Laterna Magikapark doet dit plan afbreuk aan de leefbaarheid, het woongenot en het groen in de wijk. De gemeente gaat achteloos voorbij eerder gemaakte afspraken omtrent het groen in de wijk. Elders is de stad is nog bouwruimte genoeg.
De stichting zegt namens de bewoners ongelukkig te zijn met dit plan en vraagt met het oog op genoemde tweede infoavond de standaardtermijn voor inspraak te verruimen en de bewoners tijdig uit per brief uit te nodigen.  
Reclamant18, Watercipresstraat, Parkwijk   Bezwaar richt zich tegen de ruimte die het voorontwerp plan biedt voor nieuwe ontwikkelingen. Dit gaat namelijk ten koste van het toch al steeds schaarser wordende groen in deze omgeving. Er zijn al meer dan voldoende maatschappelijke voorzieningen (Meregaard, afkickcentrum, religie, scholen). Inspreker is de overlast hiervan al meer dan zat. En de parkeeroverlast van de voorzieningen zorgt voor gevaarlijke situaties.  
Reclamant 19, Watercipresstraat, Parkwijk (gezamenlijke brief met voorgaande reactie)   Idem als onder 18.  
Reclamant 20, Bette Davisstraat, Filmwijk. Reactie mede namens andere bewoners Bette Davisstraat en Ingrid Bergmanstraat.   Insprekers geven aan dat er nabij hun woningen, in tegenstelling tot wat de uitnodigingsbrief suggereert, wel degelijk sprake is van elementaire veranderingen. Als de geboden planruimte op en nabij het Greta Garboplantsoen wordt benut, leidt dat tot aantasting van onze woonomgeving, zowel stedenbouwkundig als uit oogpunt van verkeer- en parkeeroverlast. Voorts aantasting van groenvoorzieningen en uitzicht. Bewoners noemen daarbij de mogelijke bouwmassa op de locatie van de peuterspeelzaal en de effecten daarvan, zoals verminderde zichtlijnen. Voorts de verkeer- en parkeerdruk rond het Greta Garboplantsoen, de Ingrid Bergmanstraat en de Bette Davisstraat. Ook het uitkijkplatform dat mogelijk 60% hoger wordt dan voorheen mogelijk was en daarmee de privacy aantast. En het Greta Garboplantsoen verliest de helft van het groene oppervlak t.o.v. het vigerende bestemmingsplan.
Een en ander zal leiden tot drastische waardevermindering van onze bezittingen en we zullen, als de plannen gehandhaafd blijven, een aanzienlijke planschadevergoeding claimen.
 
Reclamant 21, Fellinilaan, Filmwijk   Bezwaren richten zich tegen de bouwmogelijkheden aan Weerwater bij het Walt Disneyplantsoen. Bewoner merkt op dat een mogelijk nieuw flatgebouw niet op dezelfde afstand van het fietspad staat ingetekend als de bestaande gebouwen. Naast de waarde- en genot vermindering van onze flat doordat ons zicht op de stad verloren gaat, kun je spreken van kapitaalvernietiging van het twee jaar geleden aangelegde groen (filmrol). En er zullen nog meer dan nu parkeerproblemen ontstaan. Verder nagenoeg idem als onder 5.  
Reclamant 22, James Stewartstraat, Filmwijk   Bewoner van de James Stewartstraat wenst aanpassing van het voorontwerp bestemmingsplan, zodat een extra etage mogelijk wordt. Inspreker verzoekt de bouwhoogte, nu 7 meter, aangepast zien naar 10 meter en geeft aan de opbouw geheel in de stijl van de woning te willen gaan uitvoeren.  
Reclamant 23, Lucille Ballstraat, Filmwijk   Bezwaar heeft betrekking op het gebied Greta Garboplantsoen, de kinderspeelzaal en de Polygoon. In het bijzonder de mogelijkheid van een uitkijkplatform met maximale hoogte van 15 meter en oppervlakte van 100 m2. “Wat doet zoiets midden in een woonwijk hoe gaat het er uitzien? We zijn juist blij met het aanwezige groen en de mooie bomen.”  
Reclamant 24, Mangostraat, Parkwijk. Reactie mede namens andere omwonenden Mangostraat.   Bezwaar richt zich tegen de instandhouding van de schoolwoningen aan de Mangostraat. De constructie, destijds gekozen om de piek in het lager onderwijs in de periode 1999-2007 op te vangen is de bewoners nu al jaren een doorn in het oog. De 'arme architectuur' en het ontbreken van bomen en voortuinen staat in schril contrast tot de rest van Parkwijk-Zuid. Voorts is de inrichting van de Mangostraat niet berekend op het gebruik als schoolwoningen. Naast de verkeersoverlast wordt het woongenot ook aangetast door het gebruik van openbaar groen als speelplaats. Dankzij een burgerinitiatief is een naastgelegen plantsoentje nog gered. Ook is sprake van waardedaling van de nabijgelegen koopwoningen.
Ondanks het merkbaar teruglopen van de behoefte aan klaslokalen, wordt in de plantoelichting de verwachting uitgesproken dat de schoolwoningen nog 10 jaar in gebruik zullen zijn. Volgens insprekers zijn nu nog maar 8 van 12 lokalen in gebruik. Bewoners willen niet dat de huidige situatie onnodig lang blijft voortduren en willen dat de woonfunctie hier als enige functie wordt vastgelegd in het bestemmingsplan.  
Reclamant 25, James Stewartstraat, Filmwijk   Reactie is van gelijk strekking als die onder 22. Bewoner beschouwt uitbreiding van de toegestane bouwhoogte van 7 naar 10 meter als een verfraaiing voor de architectuur in deze straat.  
Reclamant 26, James Stewartstraat, Filmwijk   Bezwaar richt zich tegen de plannen voor in totaal 1750 m2 aan horeca in het Lumièrepark. Dit is niet te kwalificeren als kleinschalig. Opnieuw worden er plannen gepresenteerd die afbreuk doen aan de ontwerpgedachte en ligging van ons appartementengebouw. De architect legde de nadruk juist op blijvend vrij uitzicht op het Weerwater. Een vestiging van 1000 m2 en 7 m hoog betekent een ernstige aantasting van ons woongenot. Er is meer dan voldoende ruimte voor horeca tussen stadshart en Flevoziekenhuis. Een park dient stadsbewoners te rust geven en geen ontsierende en geluidoverlast gevende horeca.  
Reclamant 27 (Vereniging van eigenaars 'Buitengewoon'), James Stewartstraat, Filmwijk   Reactie is deels van gelijke strekking als die onder 26. Twee horecagelegenheden dicht bij elkaar met een gezamenlijk oppervlak van 1750 m2 draagt niet bij aan de rust die een park moet bieden en uitstralen. Bewoners vrezen bovendien dat die omvang in de toekomst nog wordt opgerekt. Bewoners verwijzen ook naar de architect, P. Dinant, die de gebouwen bewust ontwierp met uitzicht op groen en water, zoals te lezen in het boek “Grensverleggend bouwen, Filmwijk Almere”.
Wel enthousiast is men over de aanleg van een wandelboulevard, waardoor nog meer Almeerders worden uitgenodigd van dit mooie park te genieten.
 
Reclamant 28, Watercypresstraat, Parkwijk   Namens de eigenaar van de supermarkt in wijkwinkelcentrum Parkwijk voert inspreker de volgende bewaren aan:
Het voorontwerp staat in de bestemming Centrum 1 maximaal 2300 m2 bvo toe voor de supermarkt. De supermarkt van Bun heeft echter een grotere omvang en is daarmee deels wegbestemd. Dat strookt dus niet met de plantoelichting, waarin staat dat de bestaande situatie positief is bestemd. Betekent dus dat de huidige 3.104 m2 bvo moet worden aangehouden.
De volgens het vigerende bestemmingsplan toegestane en ook daadwerkelijk gerealiseerde bouwhoogte is 15 meter, terwijl het voorontwerp slechts 10 meter toestaat. Ook op dit punt wordt de supermarkt deels wegbestemd. Wegbestemmen is volgens vaste jurisprudentie pas toegestaan, als duidelijk is dat binnen de planperiode van 10 jaar daadwerkelijk een vermindering van de bestaande bebouwing plaats zal vinden. En dan alleen op basis van een zeer overtuigende motivering. Kan die garantie niet worden gegeven, dan moet de bebouwing positief worden bestemd.
Het voorontwerp biedt minder mogelijkheden voor Bun – door het opnemen van een maximaal aantal m2 bvo – dan het vigerende bestemmingsplan “Parkwijk”.
Als de beperking ten aanzien van de maximale m2 bvo niet worden opgeheven, dan stelt Bun planschade te zullen lijden.
Met het beperken van het toegestane aantal m2 bvo is sprake van branchering. Op grond van literatuur en jurisprudentie zou blijken dat het beginsel dat regels strekkend tot branchering niet in bestemmingsplannen thuishoren, ondanks het bepaalde in artikel 3.1.2 lid 2 Bro, niet zou zijn verlaten. Op basis van de “Nota van toelichting Bro” zou af te leiden zijn dat bestaande detailhandel dient te worden gerespecteerd. Voorts geeft de Nota aan dat ruimtelijke motieven aan branchering ten grondslag moeten liggen, dus een goede ruimtelijke onderbouwing. Uit het voorontwerp valt vooralsnog geen ruimtelijk motief voor de branchering af te leiden. Niet onderbouwd is waarom het toegestane aantal m2 is beperkt tot de huidige situatie. Het vigerende plan kende geen beperking in m2 en gebruik. Ook op grond van citaten uit de Nota Detailhandel Almere, het Provinciaal omgevingsplan 2006 en de “Beleidsregels locatiebeleid stedelijk gebied 2008” valt een onderbouwing strekkend tot beperking niet af te leiden. Juist aangetoond wordt, aldus inspreker, dat aansluiting moet worden gezocht bij bestaande detailhandel.
 
Reclamant 29, James Stewartstraat, Filmwijk   Idem als onder 26.  
   

Beantwoording gemeente

Een groot deel van de inspraakreacties komt inhoudelijk met elkaar overeen. Daarom zijn deze reacties wel afzonderlijk samengevat, maar is de gemeentelijke beantwoording per onderwerp (of locatie) geclusterd. Daarbij is telkens aangegeven in hoeverre aan de reacties is tegemoet gekomen en dus hebben geleid tot aanpassingen, welke zijn verwerkt in het ontwerp bestemmingsplan.

Laterna Magikapark

Uit veel reacties spreekt bezorgdheid over het verdwijnen van groenvoorzieningen in dit park door de nieuwbouwmogelijkheden die het plan biedt. Voorts vreest men een toename van autoverkeer en parkeeroverlast als gevolg hiervan. Een aantal reacties gaat ook specifiek in op de mogelijke vestiging van een moskee. Men vindt dat nieuwe religieuze voorzieningen niet of nauwelijks voorzien in een behoefte vanuit de wijk. Een reactie geeft aan dat religieuze voorzieningen beter passen op een bedrijventerrein uit oogpunt van verkeersaantrekking en parkeergelegenheid en gelet op eventuele geluidsoverlast.

Feit is dat het voorontwerp hier de lijn volgt van het vigerende bestemmingsplan: Het Laterna Magikapark bestaat uit groene delen en uit voorzieningenclusters. De groene delen krijgen ook in het nieuwe plan de bestemming “groen”. Dat geldt ook voor het fragment ten noorden van de Jacques Tatilaan, waarbinnen de jongerenontmoetingsplaats (JOP) is gelegen. De clusters met voorzieningen krijgen net als in het vigerende plan een maatschappelijke bestemming. Voorts is de bij vastlegging van de verkeersbestemming de bestaande situatie geconsolideerd.

Wel is er voor gekozen om binnen de bebouwingsclusters nog enige ruimte te bieden voor uitbreiding van bestaande bebouwing of een incidentele nieuwvestiging. Zo kan er bijvoorbeeld nog een onderwijsvoorziening of een religieuze voorziening gebouwd worden. Daarbij valt op te merken dat die mogelijkheid, althans in de noordelijke clusters, al bestaat op grond van het vigerende bestemmingsplan. In het meest zuidelijke cluster kan er via een wijzigingsbevoegdheid voorts een woongebouw toegevoegd worden, met daarbij het oog op ouderenhuisvesting. Met het oog op de toenemende vergrijzing en de wens van veel ouderen om in de eigen wijk of buurt te kunnen blijven wonen, is hiervoor bewust voor gekozen. Aan de wijzigingsbevoegdheid zijn criteria verbonden, onder andere ten aanzien verkeer en parkeren. Ook dient nieuwbouw te passen binnen het aangegeven bebouwingspercentage en de maximale bouwhoogte. Er is dus niet gekozen om gedetailleerd de bestaande toestand vast te leggen met strak omlijnde bouwvlakken rond de bestaande bebouwing.

Voor wat betreft de mogelijkheid om een religieuze voorziening, zoals een moskee, te vestigen binnen de bestemming maatschappelijke doeleinden valt nog op te merken, dat er momenteel geen concrete plannen zijn voor vestiging in het Laterna Magikapark.

Gevolgen voor het ontwerp bestemmingsplan

Gelet op het bovenstaande is er geen aanleiding te veronderstellen dat met de in het voorontwerp gekozen regeling onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de bestaande situatie van het Laterna Magikapark. Toch is naar aanleiding van de inspraak opnieuw beoordeeld of met behoud van de gewenste flexibiliteit binnen de voorzieningenclusters, de regeling nog iets scherper kan. En dat heeft er toe geleid dat voor beide clusters het bebouwingspercentage enigszins is teruggebracht. Noordelijk van de Bunuellaan is dit percentage teruggebracht van 50 % naar 30 %. Voor het cluster zuidelijk van de Bunuellaan is het bebouwingspercentage teruggebracht van 30 % naar 20 %.

Filmwijk: horeca en appartementen aan het Weerwater bij het Walt Disneyplantsoen

Op de kop van het Walt Disneyplantsoen geeft het vigerende bestemmingsplan al de mogelijkheid voor een horecavestiging (lichte horeca). Toegevoegd is de mogelijkheid om boven die voorziening appartementen te realiseren. Dit laatste kan tot in dezelfde omvang als de naastgelegen appartementenblokken aan het water. Bezwaren van een aantal omwonenden richten zich hiertegen vanwege het verlies aan uitzicht, de te verwachten parkeerproblematiek en verstoring van de rust ter plaatse door hangjongeren. Bovendien komen de reclamanten op tegen het verdwijnen van het recent nog opgeknapte parkje op deze plek (de zogeheten filmrol). Verder is men van oordeel dat er al genoeg horeca in de omgeving aanwezig is en dat elders in Almere genoeg mogelijkheden zijn voor nieuwbouw van woningen.

Met het nieuwe bestemmingsplan is enerzijds beoogd rechtszekerheid te bieden aan de burger, anderzijds - mede ter uitvoering van het Kaderplan Bestaande Stad (2004) en het daarop gebaseerde Programmaplan Almere Stad (2006) - toch enige flexibiliteit te bieden voor locale ontwikkelingen. Daarbij is onder meer gedacht aan locale nieuwbouw van woningen voor specifieke doelgroepen, zoals starters en ouderen die graag in de eigen wijk willen blijven wonen. Appartementen met vrij uitzicht zijn erg gewild bij deze doelgroep. De locatie aan de kop van het Walt Disneyplantsoen is een van de weinige plekken in de Filmwijk waar zo'n appartementengebouw goed kan worden ingepast. En nu ter plaatse het vigerende bestemmingsplan al een bouwmogelijkheid geeft voor een horecavestiging, is het combineren van beide mogelijkheden op dezelfde plek een duurzame oplossing qua ruimtegebruik.

Wel ligt het in de rede om – nu er nog geen concrete plannen bestaan, noch voor horeca, noch voor appartementen - de rechtstreekse bouwmogelijkheid te vervangen door een wijzigingsbevoegdheid. Daarbij kunnen dan voorwaarden worden gesteld, o.a. ten aanzien van parkeren. Voorts ligt het, mede naar aanleiding de inspraakreacties, in de rede de bouwmogelijkheid meer gedetailleerd te regelen. Zo is er aanleiding stedenbouwkundig strakker aan te sluiten bij de bestaande bebouwingsstructuur langs het water. Hiermee wordt de bouwmogelijkheid bovendien teruggelegd ten opzichte het vigerende bestemmingsplan en valt daarmee geheel binnen de zone waarop volgens het vigerende plan de bestemming bijzondere doeleinden van toepassing is.

Gevolgen voor het ontwerp bestemmingsplan

De mogelijkheid om een horecavestiging met daarboven appartementen te realiseren zal niet meer rechtstreeks in het plan zijn opgenomen, maar onder voorwaarden worden mogelijk gemaakt via een wijzigingsbevoegdheid. Het te bebouwen oppervlak is teruggebracht en stedenbouwkundig afgestemd op de overige appartementengebouwen aan het Weerwater. De mogelijkheid om op het aangrenzende water ten behoeve van de horeca een terras te realiseren blijft gehandhaafd. Aan de wijzigingsbevoegdheid zijn voorwaarden gesteld, zoals ten aanzien van parkeren.

Bij gebruik van de wijzigingsbevoegdheid is de uniforme voorbereidingsprocedure ingevolge de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Belanghebbenden kunnen hun zienswijze naar voren brengen en zo nodig beroep instellen bij de Raad van State.

Horeca in het Lumièrepark

Op twee locaties noordelijk in het Lumièrepark (waarvan één nabij of op het Weerwater) is via een wijzigingsbevoegdheid de vestiging mogelijk gemaakt van een horecabedrijf (lichte horeca).

Dit roept bezwaren op vanwege de gevreesde parkeeroverlast in aangrenzende delen van de Filmwijk. Vanwege betaald parkeren in het stadscentrum (Oostkavels) wordt verwacht dat veel bezoekers toch wel in de wijk gaan parkeren. Met name is men bang voor drukte als er bruiloften en partijen gehouden gaan worden. Voorts vrezen sommige bewoners van de nabijgelegen flats verlies van hun fraaie (en door de architect destijds benadrukte) uitzicht op park en Weerwater. De soort horeca en de omvang in vierkante meters en bouwhoogte zouden beperkter moeten blijven dan nu is voorgesteld. Men vindt dat het park juist rust moet bieden en uitstralen en dat er ruimte te over is voor horeca in het nabijgelegen stadscentrum.

In het gemeentebeleid is het Lumièrepark opgenomen als stadspark, met onder meer vestiging van bijbehorende horeca. Met deze ontwikkeling is in het voorontwerp rekening gehouden.

Naar aanleiding van de inspraakreacties is opnieuw bekeken in hoeverre de regeling kan worden aangescherpt zonder te veel afbreuk te doen aan de ontwikkelingskansen als stadspark en horeca in het park te realiseren gedurende de planperiode. Geconcludeerd is dat de toegestane bruto vloeroppervlaktes (bvo) voor beide locaties tamelijk ruim is genomen voor een kleine tot middelgrote vestiging. Dit geeft aanleiding tot aanpassing van de regeling.

Wat het uitzicht vanuit de meest nabijgelegen woningen betreft, hiervan kan in redelijkheid niet worden gezegd dat bij realisering van de horecavestigingen sprake zal kunnen zijn van onevenredige aantasting. Naast de onderlinge afstand is ook sprake van een brede strook met dichte boombeplanting tussen de mogelijke vestigingslocaties en de woningen van de Filmwijk. Er is dan ook geen aanleiding om de toegestane bouwhoogte van 7 meter te verlagen. Met de toegestane marges biedt de regeling nog enige ontwerpvrijheid voor een horecagebouw.

Wat betreft toe te laten categorie horeca zal de regeling meer duidelijkheid verschaffen (zie hierna). De in het plan opgenomen horecalijst is algemeen van aard en bevat veel varianten die met name zijn toegesneden op centrumgebieden. Door de toegestane horeca nader te specificeren is meer rekening gehouden met het feit dat het hier om een stadspark gaat.

Wat betreft het gevreesde parkeren in de wijk kan worden geantwoord dat de blauwe zone zal worden uitgebreid. Bezoekers van het park zullen voor een parkeerplek dan toch hun heil moeten zoeken in het stadscentrum.

Gevolgen voor het ontwerp bestemmingsplan

De regeling in de betreffende wijzigingsbevoegdheden is aangescherpt. De toegestane brutovloeroppervlakte is voor beide vestigingslocaties van 1000 respectievelijk 750 m2 teruggebracht tot maximaal 600 m2 bvo (waarvan op de zuidelijke locatie maximaal 350 m2 voor horeca). Ook is voor beide gevallen nader aangeven dat het moet gaan om een theehuis of restaurant of hiermee qua ruimtelijke uitstraling in een stadspark te vergelijken horecavariant. De overige criteria, zoals ten aanzien van parkeren blijven ongewijzigd.

Filmwijk: Greta Garboplantsoen/Polygoonlocatie

Omwonenden van deze locatie maken zich grote zorgen over de mogelijke wijzigingen die het voorontwerp biedt. Zo vreest men aantasting van het plantsoen zelf als groen deels wordt ingeruild voor parkeerruimte. Voorts is er veel verzet tegen de eventuele komst van een uitkijkplatform op de noordzijde van het plantsoen. Ook verzet men zich tegen de wijzigingsbevoegdheid die het mogelijk maakt aan de kant van het Polygoon, in de oksel van de twee busbanen, een woongebouw (met het oog op jongerenhuisvesting) te realiseren. Ook zijn sommigen tegen een ruimere bouwhoogte voor het gezondheidscentrum. Aantasting volgens omwonenden dus van groen, van uitzicht, parkeeroverlast, maar ook overlast van hangjongeren wordt hierdoor gevreesd.

Het is geenszins de bedoeling met het nieuwe bestemmingsplan groen uit het Greta Garboplantsoen weg te bestemmen. Hoewel dus niet zo bedoeld, is een deel van het plantsoen dat in het vigerende bestemmingsplan de bestemming 'groen' heeft, in het voorontwerp bestemd als 'Verkeer- en Verblijfsgebied'. Voet- en fietspaden en overige verhardingen die niet toegankelijk zijn voor autoverkeer en parkeren vallen doorgaans binnen de verkeer- en verblijfsbestemming. Verhardingen en bestrating, zoals ten behoeve van voet- en fietspaden, maar ook pleintjes en speelplekken kunnen echter ook deel uitmaken van de bestemming 'groen'. En het is geenszins de bedoeling de ruimte ter plaatse van het Greta Garboplantsoen ten behoeve van autoverkeer en parkeren uit te breiden.

Vanuit de inspraak is dan ook terechte kritiek geleverd op de voorgestelde regeling in het voorontwerp. Het is wel degelijk een van de kenmerkende en markante groenplekken in de Filmwijk die het nieuwe bestemmingsplan beoogd vast te leggen.

In de vigerende regeling was reeds de mogelijkheid opgenomen om een bijzonder object te plaatsen op de noordzijde van het Greta Garboplantsoen. Bedoeld uitkijkplatform is in eerste instantie overgenomen in het voorontwerp, waarbij ten behoeve van een optimaal uitzicht de maximale bouwhoogte nog was verhoogd. Gelet op de reacties en het ontbreken momenteel van een duidelijke behoefte hieraan invulling te geven, is alsnog besloten de mogelijkheid uit het plan te halen.

De mogelijkheid om in de oksel van de busbanen aan de zijde van de Polygoon appartementen te realiseren boven een maatschappelijke voorziening op de begane grond, voorziet in de behoefte aan lokale ontwikkelmogelijkheden, zoals bedoeld in eerder genoemd Kaderplan en Programmaplan Bestaande Stad. Bovendien is bebouwing met enig volume op deze plek stedenbouwkundig goed in te passen en goeddeels toch al mogelijk volgens het vigerende bestemmingsplan. Daarbij is behoefte aan flexibiliteit ten aanzien van de uiteindelijke vorm van het gebouw. Zo kan bij de keuze voor een meer vertikaal gebouw met een kleiner bebouwd oppervlak meer open ruimte en groen worden gespaard en tevens meer uitzicht behouden blijven dan bij een bredere bouwmassa. Voorts is realisering in het nieuwe bestemmingsplan niet rechtstreeks mogelijk gemaakt, maar via een wijzigingsbevoegdheid met bijbehorend afwegingsmoment en procedure. Overigens is de doelgroep waarop de gemeente mikt breder dan studenten. Ook aan woonruimte voor uiteenlopende categorieën dringend woningzoekenden of ouderen bestaat structureel behoefte in Almere.

Voorts zijn vragen gesteld betreffende de keuze om het Bouwraigebied in één grotere herziening mee te nemen. De opsplitsing van de plankaart in een zestal kaartbladen en de beslissing om een flink aantal vigerende bestemmingsplannen in één nieuw bestemmingsplan samen te brengen is een pragmatische keuze. Bovendien ontstaat aldus een veel overzichtelijker geheel en meer eenduidigheid in de wijze van regelen. Middels de systematiek van ontheffingen en wijzigingsbevoegdheden is de nodige flexibiliteit ingebouwd. Bij toepassing in de planperiode is telkens sprake van een nieuw afwegingsmoment en een procedure, waarbij belanghebbenden hun zienswijzen kunnen indienen. Zo zal bijvoorbeeld bij verzoeken om uitbreiding van woningen, zoals een dakopbouw, de stedenbouwkundige situatie en belangen van naburige erven worden meegewogen. Zo is er ruimte voor maatwerk en zal in het bouwrai-gebied een andere op de lokale situatie toegesneden afweging worden gemaakt dan op een plek binnen bijvoorbeeld de Danswijk.

Gevolgen voor het ontwerp bestemmingsplan

De bestemmingsgrenzen tussen 'groen' en 'verkeer- en verblijfsgebied' zijn aangepast ten gunste van groen. De bestaande situatie wordt vastgelegd. Het uitkijkplatform is niet meer opgenomen. De maximale bouwhoogte van het gezondheidscentrum is teruggebracht van 7 naar 6 meter, gelijk het vigerende bestemmingsplan. De wijzigingsbevoegdheid om in de oksel van de busbanen naast de Polygoon wonen boven een maatschappelijke voorziening te realiseren blijft gehandhaafd. Wel wordt het bebouwingspercentage voor die locatie verminderd van 70% naar 50% zodat een te logge en brede bouwmassa wordt tegengegaan. Voor het overige deel van de Polygoonlocatie is het bebouwingspercentage teruggeschroefd van 50% naar 40%.

Parkwijk: schoolwoningen Mangostraat

Veel bewoners van de Mangostraat (en omgeving) maken bezwaar tegen instandhouding van de aldaar gevestigde schoolwoningen. De constructie, destijds gekozen om de piek in het lager onderwijs in de periode 1999-2007 op te vangen, is de bewoners al jaren een doorn in het oog. Dit vanwege de parkeeroverlast en de visuele aantasting van het woongenot door de “arme architectuur”, het ontbreken van voortuinen/bomen, e.d. Die aanblik staat in schril contrast met het kwaliteitsniveau in Parkwijk-zuid.

Volgens insprekers is er gelet op het teruglopen van de behoefte aan klaslokalen ook geen reden om de schoolwoningen nog eens 10 jaar te handhaven.

Volgens beleid van de gemeente is hier sprake van "tijdelijke onderwijshuisvesting" in permanente uitvoering. Eind jaren negentig is voor de betreffende lokalen een huurcontract aangegaan voor 15 jaar, welke afloopt op 31 mei 2014. Daarbij is echter de mogelijkheid tot verlenging opgenomen. Met de schoolbesturen wordt aan de hand van de actuele leerlingaantallen en prognoses van jaar tot jaar bekeken in hoeverre instandhouding van de tijdelijke onderwijshuisvesting noodzakelijk is. Beleid is ook, dat bij leegstand van lokalen deze verhuurd worden voor peuterspeelzaalwerk, kinderopvang of vergelijkbare maatschappelijke voorzieningen.

Op basis van de huidig inzicht kan geen garantie worden gegeven voor beëindiging van het gebruik als schoolwoningen in 2014. Indien te zijner tijd de leerlingenaantallen daartoe aanleiding geven, kan de contractduur worden verlengd. Daarbij valt op te merken dat vanwege de lage bouwkundige kwaliteit als eerste de echte noodgebouwen (zoals de noodschool op het Kastanjeplein) zullen worden afgestoten.

Op grond van bovenstaande is in het voorontwerp bestemmingsplan al gekozen voor een vorm van dubbel bestemmen (woonbestemming met een functieaanduiding voor het gebruik als onderwijs, waarbij tevens gebruik ten behoeve van kinderopvang, e.d. is toegestaan). Na beëindiging van de onderwijsfunctie kunnen aldus de schoolwoningen worden omgezet naar reguliere woningen, zonder dat het bestemmingsplan behoeft te worden gewijzigd.

Gevolgen voor het ontwerp bestemmingsplan

Het ontwerp wordt op dit punt derhalve niet aangepast.

Overige inspraakreacties

Een aantal inspraakreacties hebben niet specifiek betrekking op de hierboven onderscheiden onderwerpen/locaties of richten zich daarnaast tevens op andere punten. De beantwoording hiervan is hieronder aangegeven. De nummers verwijzen naar het overzicht.

Reclamant 1.

In het ontwerp plan is omwille van het belang van omwonenden tot behoud van een rustige buurt de vestiging van nieuwe horeca binnen de woonbuurten niet meer opgenomen. Binnen de bestemming Gemengd-1 is nu volstaan met het positief bestemmen van reeds bestaande horeca in de wijken. Dit betekent dat in het nieuwe bestemmingsplan ook voor het pand Oranjelaan 38 geen horeca zal toestaan.

Reclamant 3.

Par. 3.7.2 (waterhuishouding), plantoelichting voorontwerp: Het watersysteem is dusdanig aangelegd dat er, conform het peilbesluit van het waterschap, een streefpeil is voor het oppervlaktewater van -5.50 m NAP. Hiermee wordt een drooglegging (=het hoogteverschil tussen maaiveld en oppervlaktwaterpeil) van minimaal 1.5 m gerealiseerd. Dit maakt het mogelijk dat er middels ontwateringsmethoden, zoals drainage, en met goed beheer een gewenste ontwatering(sdiepte) is in te stellen. Dit voorkomt dat er over een langere periode verhoogde grondwaterstanden zijn.

Par. 5.5.1 (geluid): de maximale rijsnelheid op busbanen binnen de bebouwde kom is 50 km/u. Het 30 km/u-regime is hierop dus niet van toepassing. Bij de geluidzonering wordt hiermee ook rekening gehouden.

Par. 5.5.1 (onderdeel Railverkeerslawaai): Inspreker vraagt of overwogen is geluidschermen toe te passen die in staat zijn de gevolgen van een calamiteit te beperken. Is niet aan de orde. De effecten van een geluidscherm op de externe veiligheid zijn in het algemeen gesproken juist eerder negatief. Uit onderzoek van het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra (in het kader van de Betuweroute) is gebleken, dat gevaarlijke vloeistoffen die bij een ongeval zijn vrijgekomen, zich langs de geluidsschermen kunnen verspreiden. Hierdoor bestaat meer kans op escalatie van het incident naar andere wagons met gevaarlijke stoffen. Verder hinderen geluidsschermen het optreden van de hulpverleningsdiensten bij de bestrijding van treinincidenten altijd in bepaalde mate. Uit genoemd onderzoek bleek ook dat de bestrijding van een incident bij meer dan 2 meter hoge geluidsschermen minder effectief kan zijn. Beide factoren veroorzaken dat de externe veiligheid bij meer dan 2 m hoge geluidsschermen lager is dan wanneer er geen geluidsschermen zijn.

Het toegestane bebouwingspercentage bij Wonen-2: In het ontwerp is de regeling aangepast. De zinsnede “voorzover gelegen binnen deze bestemming” in artikel 18.2 onder e is geschrapt. 50% van de gronden wordt dus berekend over het gehele bouwperceel, dus inclusief het deel, waarop de bestemming “Tuin” rust. Voor wat betreft een niet-overdekt zwembad is aan de hand van artikel 1 “begrippen” op te maken dat hier geen sprake is van een gebouw. Evenmin is het een overkapping. Een niet-overdekt zwembad telt dus niet mee in de berekening van het bebouwingspercentage van 50%.

Reclamant 12.

Uitbreiding blauwe zone Filmwijk en kosten parkeerkaart: Dat aan een parkeerkaart/parkeervergunning kosten zullen zijn verbonden is een gegeven, waarover het parkeerbeleid gaat. Op dit aspect heeft het bestemmingsplan geen betrekking. Dit geldt ook voor de vraag of er alternatieven zijn binnen het parkeerbeleid.

Wijzigingsbevoegdheid woongebouw tegenover Greta Garboplantsoen, gevolgen voor parkeren: Het bestemmingsplan biedt slechts een wijzigingsbevoegdheid om een woongebouw mogelijk te maken met een maatschappelijke voorziening op de begane grond. Daarbij moet aan voorwaarden worden voldaan, waaronder het voorzien in voldoende parkeergelegenheid als ook de voorwaarde dat de bestemmingswijziging geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Parkeren algemeen: De toenemende parkeerdruk in woonwijken is een onderwerp dat aandacht krijgt in het nieuwe parkeerbeleid dat momenteel in voorbereiding is. Het bestemmingsplan maakt parkeren zowel mogelijk binnen de bestemmingen voor de diverse voorzieningenlocaties als binnen de bestemming Verkeer-Verblijfsgebied. Maar ook binnen de woonbestemmingen en de bestemming Tuin is parkeren toegestaan. Binnen de bestemming Groen biedt het nieuwe bestemmingsplan via een ontheffingsregel de mogelijkheid onder voorwaarden parkeerstroken of parkeervakken te realiseren.

De aanleg van (nieuwe) parkeerplaatsen in openbaar gebied vormt overigens onderwerp van het parkeerbeleid en wordt niet geregeld in het bestemmingsplan. Punt van aandacht in het toekomstige parkeerbeleid zal onder meer uitgaan naar de schil rond het stadscentrum, waaronder deels ook het plangebied is te rekenen.

Geluidsoverlast moskee: Mocht in geval van vestiging van een moskee sprake zijn van gebruik van een geluidsvoorziening voor oproep tot gebed, dan zullen regels op dat punt worden gesteld langs privaatrechtelijke weg. Het bestemmingsplan staat hier buiten. Overigens het Laterna Magikapark niet meer in beeld als zoeklocatie voor dit initiatief.

Luchtkwaliteit nabij Veluwedreef/Cinemadreef: Het landelijke/generieke luchtkwaliteitsbeleid is er op gericht de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren, o.a. via bronbeleid. Bij overschrijding van de normen zal eerst moeten worden bepaald wat de oorzaak is van de overschrijding alvorens maatregelen te kunnen treffen. Het is dus op voorhand niet te zeggen welke maatregelen getroffen kunnen worden.

Transport gevaarlijke stoffen over Flevolijn vanaf 2013: Eerste vraag is wat wordt bedoeld met een toename van het groepsrisico bij ''het transport van gevaarlijke stoffen vanaf 2013". Paragraaf 5.9 waaruit wordt geciteerd, dient te worden gelezen in combinatie met paragraaf 3.9. De laatste beschrijft de bestaande ruimtelijke situatie en de eerste de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen en bijbehorende facetten. Zoals vermeld onder het kopje ''Verantwoordingsplicht groepsrisico'', vindt er op dit moment nog geen goederentransport (waaronder gevaarlijke stoffen) plaats. Dit betekent, dat er geen externe veiligheidsaspecten zijn en dus geen plaatsgebonden risico en groepsrisico.

De toename van het groepsrisico bestaat uit drie onderdelen:

  • Volgens planning is vanaf 2013 de Hanzelijn gereed en kan er vanaf die datum transport van goederen (o.a. gevaarlijke stoffen) plaatsvinden. Ten opzichte van de huidige situatie (geen vervoer van gevaarlijke stoffen) neemt het groepsrisico dan toe (wel vervoer van gevaarlijke stoffen vervoersprognose 2003).
  • Verder stijgt het groepsrisico omdat het vervoer harder groeit dan verwacht (hogere vervoersprognose in 2007 dan in 2003).
  • Tot slot stijgt het groepsrisico, en daarover dient in dit bestemmingsplan verantwoording te worden afgelegd, omdat dit bestemmingsplan in beperkte mate nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maakt.

Tweede vraag is wat voor risico's en consequenties het hier betreft. Het gaat om de risico's die verband houden met het vrijkomen van gevaarlijke stoffen (zoals benzine, LPG en toxische stoffen) bij een incident (b.v. een botsing) en de effecten (brand, overdruk en toxiciteit) hiervan op de aanwezige mensen in de omliggende bebouwing en daarbuiten.

De derde vraag luidt wat voor maatregelen daartegen worden getroffen. De maatregelen die in het kader van dit ruimtelijke plan worden getroffen staan beschreven onder het kopje ''Maatregelenpakket''. Deze maatregelen dienen ''ruimtelijk relevant te zijn'' en dienen ter beperking van de toename van het groepsrisico ten gevolge van dit bestemmingsplan.

Uiteraard zijn deze maatregelen (die een risico- en/of een effectreductie van een incident met gevaarlijke stoffen kunnen realiseren) slechts een onderdeel van de hele veiligheidsketen. Daarnaast worden maatregelen aan het spoor (vervoer, logistiek, verkeer, infrastructuur, materieel, organisatorisch) getroffen (vaak bronmaatregelen genoemd), maatregelen in de overdrachtssfeer zoals bepaalde bouwkundige voorzieningen langs het spoor en aan gebouwen en maatregelen t.b.v. de hulpverlening.

Bestemmingsregels Humphrey Bogartstraat: Zoals te zien is op de plankaart, zijn bedoelde opties voor uitbreiding aan de voorzijde van het betreffende woonblok meegenomen binnen het bouwvlak. Aldus kunnen deze opties beschouwd worden als uitbreiding van het hoofdgebouw en vallen deze dus niet onder de regels voor erfbebouwing.

Leidingen binnen tuinbestemming: Voor de aanleg van verhardingen in de voortuin (en ook elders op het eigen bouwperceel) hoeft geen toestemming te worden gevraagd aan de gemeente. Opgemerkt wordt overigens dat de tuinbestemming ter hoogte van huisnummer 2 onjuist is aangegeven op de plankaart. Dit is zodanig gecorrigeerd, dat de grens met de woonbestemming vloeiend is doorgetrokken, consequent met de overige woningen in deze straat.

Uitgiftebeleid snippergroen: Momenteel is sprake van achterstand in de afhandeling van aanvragen voor gronduitgifte ten behoeve van tuinvergroting. Dit heeft te maken met de wijkgerichte aanpak, waarbij eerst inventarisatie plaatsvindt van de gronden in de betreffende wijk die hiervoor in aanmerking komen. Als de inventarisatie voor die wijk is afgerond kan via de wijzigingsbevoegdheid in het vigerende bestemmingsplan de bestemming worden aangepast. Het streven is er nu op gericht de inventarisatie in het onderhavige plangebied naar voren te halen en zo mogelijk nog mee te nemen bij de vaststelling van het bestemmingsplan, welke naar verwachting omstreeks eind 2010 zal plaatsvinden. Mocht dat, mede gelet op de omvang van het plangebied, niet haalbaar zijn, dan zal de uitgifte na inwerkingtreding plaats moeten vinden met toepassing van de in de planregels opgenomen wijzigingsbevoegdheid.

Reclamanten 18 en 19.

Het bestemmingsplan beoogt met name de bestaande situatie vast te leggen. Zowel de parken en overige structurele groengebieden als de kleinschalige groenelementen behouden nagenoeg overal hun groene bestemming. Toch is getracht enigszins tegemoet te komen aan de behoefte tot locale ontwikkelingsmogelijkheden, zoals een appartementenbouw voor bijzondere doelgroepen of voorzieningen van diverse aard. Gekozen is om die mogelijkheden te bieden binnen enkele bestaande clusters van gebouwen. Deze locaties hebben in de vigerende bestemmingsplannen al een bestemming voor maatschappelijke en/of andere voorzieningen of een bestemming als buurt- of wijkcentrum.

Op enkele locaties is een nieuwe bouwmogelijkheid gecreëerd via een wijzigingsbevoegdheid. Hieraan zijn voorwaarden gebonden als ook een afzonderlijke procedure, waarbij belanghebbenden zienswijzen kunnen indienen. Wat de genoemde parkeeroverlast nabij de voorzieningen betreft, kan worden gezegd dat parkeren op eigen terrein uitgangspunt is. De gemeente ziet er op toe dat de vestigingen hierin voorzien op hun terrein, maar dit valt buiten het bereik van het bestemmingsplan. Wel kan worden aangegeven dat gemeentebreed nieuw parkeerbeleid wordt voorbereid. Punt van aandacht daarbij is ondermeer de schil rond het stadscentrum, waaronder deels ook het plangebied is te rekenen.

Reclamanten 22 en 25.

Reactie betreft het verzoek om het voorontwerp aan te passen door voor de betreffende woningen een bouwhoogte van 10 i.p.v. 7 meter toe te staan en daarmee een extra etage mogelijk te maken.

Het gaat hier om het blok James Stewartstraat 95-125, onderdeel BouwRai-gebied. Dit is een ontwerp van Theo Bosch in het kader van de NWR BouwRAI 1992, project 16, genaamd "17 eigenzinnige woningen". Inderdaad een eigenzinnig woonblok, gekenmerkt door de schuine plaatsing van de woningen ten opzichte van de straat, de over twee verdiepingen doorlopende erkers, een horizontale doorlopende band boven de erkers en de ronde kopwoningen die de beëindigingen van het bouwblok vormen. Voorts is sprake van een stedenbouwkundige ligging met de achtertuinen op het noorden.

In het bestemmingsplan worden de bestaande bouwhoogten vastgelegd, waarbij voor tweelaagse woningen afgerond is naar 7 meter en voor drielaagse woningen is afgerond naar 10 meter. Weliswaar is in artikel 17 (bestemming “wonen-1”) een ontheffingsmogelijkheid opgenomen om de woning te verhogen met maximaal 3 meter, maar zo'n ontheffing wordt slechts verleend als wordt voldaan aan een aantal criteria. Zo mag een dakopbouw of extra verdieping geen onevenredige afbreuk doen aan de bestaande stedenbouwkundige karakteristiek. Ook mag deze geen onevenredige schaduwwerking opleveren voor aansluitende of tegenover gelegen percelen.

Na toetsing aan deze criteria moet worden vastgesteld dat handhaving van de bestaande bouwhoogte voor dit woonblok in de rede ligt, te meer omdat het onderdeel uitmaakt van BouwRai-gebied. Verhoging van een of meerdere van deze woningen zou de eigenzinnige karakteristiek van het woonblok te veel aantasten. Voorts is vanwege de noordligging van de achtertuinen de toename van schaduwwerking niet aanvaardbaar.

Reclamant 28.

Vooropgesteld wordt dat de in het voorontwerp bestemmingsplan opgenomen maximale bruto vloeroppervlakte (bvo) van 2300 m2 niet correct is. Bedoeld is juist om de actuele situatie, inclusief de meest recent vergunde uitbreiding, vast te leggen in het nieuwe plan. Bij nadere berekening is vastgesteld dat de brutovloeroppervlakte op de begane grond ruim 2600 m2 bedraagt. Met de kantine en sociale ruimtes op de eerste verdieping alsmede de kantoorruimte op de tweede verdieping meegerekend, kom je dan inderdaad uit op ca 3100 m2. De kantoorruimte staat overigens niet uitsluitend ten dienste van de supermarkt ter plaatse.

De bestemming Centrum-1 zal worden aangepast door de maximale oppervlakte in bvo aan te geven voor de supermarkt op begane grond, zodat - naar boven afgerond - 2700 m2 bvo zal worden toegestaan. De dienstruimtes op de eerste en de tweede verdieping passen binnen de ruime bestemmingsomschrijving en behoeven geen nadere oppervlaktebegrenzing in de gegeven situatie.

Met bovenstaande aanpassing van de regeling in artikel 4 van de planregels is alsnog recht gedaan aan de actuele situatie met betrekking tot de supermarkt van Bun. Qua toegestane oppervlakte is van weg bestemmen dan ook geen sprake meer.

Ten aanzien van de toegestane bouwhoogte moet worden vastgesteld dat op grond van het vigerende 'Uitwerkingsplan 2R2-Oost' ter plaatse een maximale bouwhoogte geldt van 10 meter. De voor het complex verleende bouwvergunning voldoet hieraan. De daadwerkelijk gerealiseerde bouwhoogte overschrijdt de toegestane hoogte slechts waar het ondergeschikte gebouwdelen betreft, hetgeen volgens de geldende regels is toegestaan.

De vigerende bouwhoogte is overgenomen in het voorontwerp bestemmingsplan. Van weg bestemmen is op dit punt derhalve geen sprake. Stedenbouwkundig is er echter geen groot bezwaar tegen een iets ruimere bouwhoogte, waarin die ondergeschikte gebouwdelen goeddeels worden meegenomen. Om die reden is voor het meest noordelijke deel van dit blok de bouwhoogte verhoogd naar 12 meter. Slechts een verticaal reclameonderdeel torent daar dan nog bovenuit.

Gelet op bovenstaande kan ook van planschade geen sprake meer zijn. Met het positief bestemmen van de actuele situatie is de toegestane winkeloppervlakte van de supermarkt aanzienlijk meer dan volgens het gemeentelijke detailhandelsbeleid wordt voorgestaan.

6.3.2 Ambtelijk vooroverleg

In het kader van het vooroverleg op grond van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening, zijn onderstaande instanties per email gevraagd om desgewenst een reactie te geven op het voorontwerp bestemmingsplan:

  • Brandweer Flevoland: h.vos@brandweerflevoland.nl of j.lohmeijer@brandweerflevoland.nl
  • Commando DienstenCentra. Dienst Vastgoed Defensie: plannen.cdc.dvd.dn.rom@mindef.nl
  • Hoofd Afdeling RWN van de provincie Flevoland: wro-adviseurs@flevoland.nl
  • Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Flevoland: herman.vander.werf@kvk.nl
  • KPN BV, W&O NO Fixed Capac IA, Backoffice Noord: infra.affairs.ut@kpn.com
  • KPN WSO BS RNO Straalverbindingen: henk.nieuwenhuis@kpn.com
  • Politie Flevoland District Zuid. T.a.v. het preventieteam: info@flevoland.politie.nl
  • ProRail infraprojecten: erik.schuurmans@prorail.nl
  • Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten: f.van.den.berg@racm.nl
  • Tennet bv: grondzaken@tennet.org
  • Vereniging Bedrijfskring Almere: jkramer@vba-almere.nl
  • Vrom inspectie regio noord-west: Vinw-ruimtelijkeplannen@minvrom.nl
  • Waterschap Zuiderzeeland: communicatie@zuiderzeeland.nl

Brandweer Flevoland, ProRail en de Kamer van Koophandel hebben inhoudelijk commentaar gegeven op het voorontwerp. De reacties zijn hieronder samengevat en beantwoord. Het Waterschap Zuiderzeeland, Provincie Flevoland en VROM-Inspectie hebben aangeven dat het voorontwerp geen aanleiding geeft tot het maken van (verdere) opmerkingen. Van de overige instanties is geen reactie ontvangen.

Brandweer Flevoland

Er wordt ingestemd met het voorontwerp bestemmingsplan. Het plan voldoet aan:

  • ontvluchting in en uit het plangebied:
  • voldoende bluswatervoorzieningen, bereikbaarheid en fysieke ruimte voor inzet van hulpdiensten ten behoeve van bronbestrijding, effectbestrijding en nazorg;
  • voldoende middelen voor alarmering en crisiscommunicatie bij een (dreigend) ongeval via Was-sirenes, omroepinstallaties, publieke omroepen (radio, televisie, internet) en beschikbare netwerken (telefoonnetwerken).

Aanvullend wordt verzocht wordt om een aantal bestemmingsregels (m.b.t. aanwezigheid van voldoende primair en secundair bluswater, de bereikbaarheid van het spoor en de aansluiting hiervan op de openbare weg) toe te voegen aan het bestemmingsplan.


Reactie gemeente:

Dit verzoek wordt niet overgenomen. In een bestemmingsplan kan slechts worden geregeld dat dergelijke voorzieningen zijn toegestaan, niet dat ze aanwezig dienen te zijn of dienen te worden aangelegd. Daarnaast is ervoor gekozen om het bestemmingplan niet te gedetailleerd te maken. Zo is het niet verstandig om b.v. de ligging van een bluswaterleiding in een bestemmingsplan vast te leggen, omdat je het bestemmingsplan zou moeten wijzigen als je de leiding wilt verleggen. Het betreft hier een in hoofdzaak conserverend plan voor bestaand stedelijk gebied. De huidige infrastructuur, groenvoorzieningen en aangrenzende functies nabij het spoor zijn positief bestemd. Leidingen e. d. worden alleen specifiek geregeld via een dubbelbestemming of (gebieds)aanduiding, indien het hoofdtransportleidingen aangaat of leidingenstraten ten behoeve van deze categorie leidingen.


ProRail

De overlegreactie van ProRail op het voorontwerp omvat twee onderdelen:

  • 1. Het is voor ProRail onduidelijk hoe de uitkomsten van het plaatsgebonden risico en groepsrisico tot stand zijn gekomen, aangezien de berekening hiervan niet in de bijlage 2 'externe veiligheid' zijn opgenomen.
  • 2. ProRail verzoekt rekening te houden met de mogelijkheid, dat de voorgestelde generieke bronmaatregel ter reductie van het groepsrisico niet of minder uitvoerbaar is en daarop in het bestemmingsplan de 'Verantwoording groepsrisico' dienovereenkomstig aan te passen.


Reactie gemeente:

Ad 1.

Commentaar is terecht. Er wordt in de toelichting van het voorontwerp bestemmingsplan wel naar de rapportages van deze berekeningen verwezen, maar deze zijn per ongeluk niet in bijlagen opgenomen. De rapportages van de berekeningen met het rekenprogramma RBM II voor de bestaande en toekomstige situatie zijn aan de bijlagen toegevoegd.

De toelichting op pagina 90 van het voorontwerp bestemmingsplan bevat de verkeerde waarden van het groepsrisico. In de huidige situatie bedraagt het hoogste groepsrisico per km tracé 0,5 x de oriëntatiewaarde. In de toekomstige situatie bedraagt het hoogste groepsrisico per km ongeveer 1 x de oriëntatiewaarde. In de toelichting van ontwerp bestemmingsplan wordt dit aangepast.

Ad 2.
De bestuurlijke afspraak uit 2001, is als het ware de voorloper van een beleidsingreep van het Rijk, het Basisnet Spoor. Op 18 februari 2010 zijn de richtinggevende kaders voor het ontwerp Basisnet Spoor aan de Tweede kamer gezonden.

Met het Basisnet Spoor wordt door middel van risicoplafonds grenzen gesteld aan het vervoer van gevaarlijke stoffen. Tegelijkertijd worden grenzen gesteld aan de bouwmogelijkheden door middel van aanvullende voorschriften in veiligheidszones en zogenoemde plasbrand-aandachtsgebieden die in acht moeten worden genomen. De kerngedachte hierbij is dat de partij die in het vervolg binnen de door het Basisnet gestelde grenzen veiligheidswinst boekt, deze ook zelf mag gebruiken.

De ambities zijn: respecteren van bestuurlijke afspraken, voldoen aan de norm voor plaatsgebonden risico van 10-6 voor zowel bestaande als nieuwe bebouwing, het voorkómen of zoveel mogelijk verminderen van overschrijdingen van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico en extra aandacht voor de effecten van een mogelijke plasbrand.

De resultaten van risicoberekeningen voor heel Nederland laten zien, dat de inzet van de volgende landelijke (=generieke) vervoers- en infrastructurele maatregelen noodzakelijk is om aan de hiervoor geschetste ambitie te voldoen:

  • warme BLEVE-vrij samenstellen van treinen;
  • ATB Vv;
  • Stimulering gebruik Betuweroute.

Deze maatregelen zijn onderdeel van het ontwerp Basisnet Spoor, zorgen voor de hele Flevolijn - en daarmee ook voor het tracé ter hoogte van dit plangebied - voor een sterke reductie van de veiligheidsrisico's en zijn naar onze mening voldoende zeker. Het is niet noodzakelijk op basis hiervan de verantwoordingsplicht groepsrisico inhoudelijk aan te passen.

Wel is de toelichting tekstueel verduidelijkt, door in de externe veiligheidsparagraaf een onderdeel toe te voegen waarin alle toekomstige ontwikkelingen beschreven staan.



Kamer van Koophandel

De Kamer van Koophandel is positief over de verruimde mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt in de sfeer van werken in de wijk. De KvK noemt ondermeer de ruimere regels voor een bedrijf aan huis en de mogelijkheden voor 'omkleuring' van woningen naar bedrijfsruimte.

In het bijzonder wordt ook positief geoordeeld over de voorgestelde ontwikkelmogelijkheden voor de Cinemadreef als stadsboulevard in wording. Men vindt het voorstel om hier ook aan de noordzijde bedrijfsvestigingen mogelijk te maken daarom een goede keuze. De KvK wijst er evenwel nadrukkelijk op tegelijkertijd ook voldoende parkeervoorzieningen te treffen. Dit ook in het licht van de te verwachten aanpassingen aan de Cinemadreef door het toenemende verkeersaanbod.

Over de pilot "detailhandel aan huis" is de KvK van mening dat nader onderzocht zou moeten worden waarom de animo tot nu toe nog gering is. Dit om tot een goede afweging te komen hoe hiermee verder te gaan.

Voorts pleit de KvK ervoor dat de wijzigingsbevoegdheid voor omkleuring van wonen naar werken ook daadwerkelijk zal worden ingezet, indien de vraag zich voordoet.

Artikel 7 van de planregels omvat een aantal ontheffingsmogelijkheden. Dit leidt tot verhoging van de lastendruk voor ondernemers. Gepleit wordt daarom voor algemene regels, zodat geen ontheffingsprocedure hoeft te worden doorlopen voor de geboden uitbreidingsruimte.

Tot slot merkt de KvK in algemene zin nog op dat zij vanuit het bedrijfsleven graag bij de totstandkoming van bestemmingsplannen betrokken worden voordat het voorontwerp wordt gepubliceerd, al geldt deze opmerking niet voor het onderhavige bestemmingsplan.


Reactie gemeente:

De Cinemadreef krijgt als stadsboulevard ruimte om meer bedrijfsvestigingen mogelijk te maken. Op moment dat een nieuwe bedrijf zich in de plint wil vestigen zal de maximale parkeerbehoefte van het bedrijf worden bepaald aan de hand van de CROW- parkeerkengetallen. Tevens wordt gekeken naar de aanwezige parkeercapaciteit tijdens het piekmoment van het bedrijf in relatie tot de overige functies. Uit deze parkeerbalans blijkt of er een tekort aan parkeren ontstaat of niet. Afhankelijk van dit resultaat krijgt het bedrijf een positief dan wel negatief advies om zich langs de Cinemadreef te mogen vestigen.

De verwachting is dat zich vooral bedrijfjes in de dienstverlenende sfeer zullen vestigen. De piekmomenten voor deze bedrijfjes ligt vooral in de dagsituatie. Gedurende de dagperiode is er een overschot aan parkeren langs de Cinemadreef, aangezien veel bewoners met hun auto zijn vertrokken overdag. De verwachting is dan ook dat er geen parkeerproblemen zullen ontstaan bij uitbreiding van bedrijvigheid langs de Cinemadreef.

De pilot "detailhandel aan huis" is aangegaan voor 3 jaar, welke termijn inmiddels is verstreken. Momenteel wordt een nieuwe nota detailhandel voorbereid. In dat kader zal ook het resultaat van de pilot onder de loep worden genomen en nader worden bezien hoe hiermee verder te gaan.

De omkleuring van wonen naar werken rond buurt/wijkcentra is - onder voorwaarden - mogelijk gemaakt in dit bestemmingsplan middels een wijzigingsbevoegdheid. Uiteraard kan daadwerkelijke toepassing niet afgedwongen worden. Initiatieven daartoe zullen inderdaad vanuit de markt (bewoners, eigenaren van de betreffende woningen) moeten komen.

In artikel 7 (Gemengd-1) net als in artikel 17 (Wonen-1) is bewust gekozen voor een systematiek van ontheffingen en niet voor direct toestaan van uitbreidingsmogelijkheden onder algemene regels. Zo is mogelijk om gedurende de planperiode steeds per situatie de afweging te kunnen maken of een bepaalde uitbreidingsvraag kan worden gehonoreerd. Zeker in geval van een omvangrijk plangebied als het onderhavige met een grote stedenbouwkundige diversiteit is er behoefte aan flexibiliteit. Het direct regelen zou niet alleen een zeer uitgebreide bouwblokinventarisatie en stedenbouwkundige afweging vooraf vergen, maar ook leiden tot een fors aantal woonbestemmingen met uiteenlopende bouwregels. De binnenplanse ontheffingsprocedure (artikel 28) is overigens een vrij eenvoudige procedure.

De gekozen methodiek biedt flexibiliteit, waarbij meer rekening gehouden kan worden met de situatie ter plaatse en de actualiteit van het moment in de planperiode.