direct naar inhoud van 5.5 Milieu-aspecten
Plan: Film-, Park-, Dans-, Verzetswijk en Lumièrepark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2FHKNRS01-oh01

5.5 Milieu-aspecten

5.5.1 Geluid

Er worden binnen het plangebied geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen voorzien voor de bouw van geluidgevoelige bestemmingen. Het betreft een zogenaamd consoliderend bestemmingsplan. Sommige voorzieningenlocaties zijn iets ruimer bestemd om herinrichting en kleine uitbreidingen van het programma mogelijk te maken. Bouwplannen binnen de wettelijke zone van een weg of spoorbaan dienen te worden getoetst aan de eisen uit de Wet geluidhinder. Voor de bestaande woningen, scholen en andere geluidsgevoelige functies geldt deze toetsplicht niet. Bij het onderhavige bestemmingsplan wordt er daarom alleen naar potentiële nieuwe ontwikkelingen gekeken. Voor die ontwikkelgebieden is onderzocht of er maatregelen getroffen moeten worden om overschrijdingen van de voorkeursgrenswaarde te voorkomen. Indien de voorkeursgrenswaarde op de rand van de ontwikkelgebieden de voorkeursgrenswaarde ver overschrijdt en het betreffende plan concreet is over de plek, hoogte, functie en aantallen geluidgevoelige gebouwen/woningen kan het volgen van een hogere grenswaarde procedure worden overwogen.

Busbanen worden gezien als normale autowegen. Wegen waarop een 30 km/h-regime van toepassing is en wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied, hebben op basis van artikel 74 van de Wgh geen geluidszone. Voor overige wegen gelden de volgende zones:

  • 200 m voor een weg bestaande uit één of twee rijstroken (stedelijk gebied)
  • 350 m voor een weg bestaande uit drie of meer rijstroken (stedelijk gebied)
  • 400 m voor een weg bestaande uit drie of vier rijstroken (buitenstedelijk gebied)
  • 600 m voor een weg bestaande uit vijf of meer rijstroken (buitenstedelijk gebied)


Langs een spoorweg bevindt zich een geluidszone waarvan de breedte ter hoogte van het plangebied (Almere CS - Lelystad) 500m bedraagt.


Toekomstige ontwikkelingen

In de toekomst zal de spoorbaan mogelijk worden verbreed en wordt wellicht een light-railverbinding aangelegd. De wegbeheerder (Prorail) moet hiervoor een procedure doorlopen ("wijziging of aanleg nieuwe spoorbaan" in het kader van het Besluit grenswaarden langs spoorwegen). Hierbij zal de geluidbelasting op de bestaande woningen worden onderzocht. De verbreding van de Flevolijn en/of de aanleg van een nieuwe light-railverbinding is nu nog niet zeker en de procedures zijn nog niet gestart. Derhalve is er nog geen akoestisch onderzoek uitgevoerd.

Binnen het bestemmingsplan wordt het ruimtelijk mogelijk gemaakt de Veluwedreef uit te breiden. Ten tijde van het uitvoeren van de werkzaamheden zal een besluit tot "reconstructie" moeten worden genomen. Bij het reconstructiebesluit hoort een akoestisch onderzoek waarin onderzocht zal worden welke aanvullende maatregelen nodig zijn de geluidbelasting op bestaande geluidgevoelige bestemmingen te beperken.


Wegverkeerslawaai


Busbanen

Een aantal potentiële ontwikkelgebieden is direct langs de busbanen gelegen. Nabij het Gretagarboplantsoen, het Walt Disneyplantsoen en langs de busbaan nabij de Boomgaardweg en de Watercipresstraat treden overschrijdingen van de voorkeursgrenswaarde op tot 3dB. Het toepassen van stilasfalt met een reductie van -3dB maakt dat geluidgevoelige ontwikkelingen zonder overschrijdingen van de voorkeursgrenswaarde mogelijk. Ter hoogte van Amandelhof treden net geen overschrijdingen op en is geen stilasfalt noodzakelijk.


Rijksweg

De meest nabij aan de rijksweg 6 gelegen ontwikkelgebieden (buurtcentra Filmwijk Zuid en Danswijk) zijn gelegen op meer dan 800 m. Dit is ver buiten de wettelijke zone (600 m) uit de Wet geluidhinder en er dan ook geen akoestisch onderzoek nodig. Voor de bestaande situatie binnen de geluidzone van de A6 (zie navolgende figuren) geldt dat voor nieuwe ontwikkelingen rekening zal moeten worden gehouden de bepalingen die zullen zijn opgenomen in het nog vast te stellen tracébesluit A6 (Schiphol-Amsterdam-Almere). Naar het zich laat aanzien zullen een flink aantal van de bestaande woningen binnen deze 600 m een hogere grenswaarde geluid krijgen. Het besluit daartoe zal onderdeel uitmaken van het tracébesluit.

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP2FHKNRS01-oh01_0038.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP2FHKNRS01-oh01_0039.jpg"

Dreven

Langs de Vrijheidsdreef, Hagevoortdreef en Veluwedreef zijn geluidwallen aanwezig. In de luwte hiervan is laagbouw gebouwd. Op grotere afstand van deze dreven neemt de bebouwingshoogte toe tot veelal drie bouwlagen. Op grotere hoogte zal de geluidbelasting de voorkeursgrenswaarde ver overschrijden. Op de Vrijheidsdreef is in 2007 is recent stilasfalt aangebracht. De overige dreven zijn voorzien van standaard glad asfalt. De gemeente Almere zal de dreven in het geval van groot onderhoud in de toekomst wel van stil asfalt gaan voorzien.

Op de rand van het beoogde ontwikkelgebied Verzetswijk treden - ondanks dat de Vrijdheidsdreef is voorzien van stil asfalt - overschrijdingen op variërend van enkele tot zelfs 10dB. Deze overschrijding wordt voornamelijk veroorzaakt omdat op grotere beoordelingshoogte "over" de wal heen wordt gekeken. Tevens is er sprake van een toename van het verkeer ten opzichte van de jaren '90 waarin de bestaande woningen in de wijk ontwikkeld zijn.

Langs de Hagevoortdreef zijn op de hogere bouwlagen overschrijdingen berekend binnen de ontwikkelgebieden aan de Cranberrylaan, Danslaan en de Mangostraat oplopend tot 10dB. Op de Hagevoortdreef is nog geen stil asfalt aanwezig. De overige ontwikkelgebieden liggen op ruime afstand van de Hagevoortdreef en ondervinden geen geluidbelasting die de voorkeursgrenswaarde overschrijdt.

De Cinemadreef is op circa 1m boven het lokale maaiveld aangelegd. Er zijn geen geluidwallen of schermen aanwezig en het wegdek bestaat uit standaard glad asfalt. Er zijn geen ontwikkelingen in de directe nabijheid van de Cinemadreef voorzien. De ontwikkelgebieden aan het Greta Garboplantsoen zijn gelegen op circa 195m. Vanwege de afschermende werking van de tussen de weg een het gebied gelegen gebouwen worden geen overschrijdingen van de voorkeursgrenswaarde berekend.

De Veluwedreef is de drukst bereden dreef van Almere. De toekomstige verkeersintensiteit bedraagt nabij de rijksweg circa 45.000 motorvoertuigen per dag. Ter hoogte van de voorzieningencluster rond het huidige uitvaartcentrum in het Laterna Magikapark en nabij het gebied rond de Meregaard bedraagt de verkeersintensiteit in de toekomst circa 30.000 mvt/dag. De geluidwallen langs de Veluwedreef variëren in hoogte tussen 1 en 2,5 m ten opzichte van de hoogte van het wegdek. Het wegdek ligt circa 1m boven het lokale maaiveld. Binnen het gehele Laterna Magikapark en rond de Meregaard treden in de toekomst overschrijdingen van de voorkeursgrenswaarde op. Langs de randen van de ontwikkelgebieden zijn de geluidbelastingen zeer hoog (+10dB). De ontwikkelmogelijkheden zijn beperkt tot laagbouw en locaties die verder van de dreef zijn gelegen. Ontwikkelingen van geluidongevoelige functie zijn wel mogelijk mits wordt voldaan aan de eisen uit het bouwbesluit ten aanzien van het maximale binnenniveau. In de figuren zijn de 48dB en 53dB geluidcontouren op 10m hoogte weergegeven.


Railverkeerslawaai


Flevospoorlijn

Voor spoorweglawaai geldt een voorkeursgrenswaarde van 55dB Lden (voor scholen 53 dB Lden).

In verband met de komst van de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle neemt het aantal treinen in de toekomst sterk toe. Ook zal de Flevolijn waarschijnlijk voor goederenvervoer worden ingezet. Hierdoor neemt de geluidbelasting ten gevolge van de Flevolijn enorm toe. Momenteel wordt het Ontwerp Tracébesluit (OTB) voorbereid. In het kader van het TB zal voor de bestaande woningen onderzocht worden of er overschrijdingen van de normen plaatsvinden en of er maatregelen aan en langs het spoor noodzakelijk zijn. Wellicht zullen dan een flink aantal woningen een hogere grenswaarde geluid krijgen. Op dit moment zijn de geluidscontouren echter nog niet bekend. Eventuele nieuwe ontwikkelingen (bijvoorbeeld in de omgeving van station Parkwijk of binnen de noordelijke cluster van het Ebener Howardpark) zullen straks rekening moeten gaan houden met hetgeen bepaald wordt in het te nemen tracébesluit voor de Flevolijn.


Conclusie

Met name in de nabijheid van de Flevospoorlijn en langs de dreven zullen nieuwe ontwikkelingen te maken krijgen met grote overschrijdingen van de voorkeursgrenswaarde. Bestaande woningen en andere geluidgevoelige objecten (scholen e.d.) zullen deels een hogere grenswaarde krijgen in het kader van de tracébesluiten (A6 en Flevolijn). Nieuwe bouwplannen zullen moeten voldoen aan de voorkeursgrenswaarde geluid en indien een hogere grenswaarde noodzakelijk is, zal tevens een nieuwe Wro-procedure (partiële herziening bestemmingsplan, projectbesluit) moeten worden doorlopen. Voorts zullen - los van dit bestemmingsplan - de uitgangspunten van genoemde (nu nog in voorbereiding zijnde) tracébesluiten in acht genomen moeten worden bij nieuwe ontwikkelingen nabij de A6 en de Flevolijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP2FHKNRS01-oh01_0040.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP2FHKNRS01-oh01_0041.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP2FHKNRS01-oh01_0042.png"

5.5.2 Lucht

Binnen het plangebied wordt de mogelijkheid gecreëerd om een klein aantal nieuwe maatschappelijke voorzieningen, kantoren en woningen te plaatsen. Tevens voorziet het plan in de mogelijkheid tot het andere beperkte uitbreidingen en omkleuringen van functies. Op basis van de prognose van het verkeersmodel 2020 (waarin naast de autonome groei van verkeer ook de groei en de nieuwe ontwikkelingen van geheel Almere in verwerkt zijn - voor zover destijds bekend - is ter indicatie nagegaan wat de luchtkwaliteit binnen de planperiode zal zijn. Hiervoor is de Veluwedreef (als drukste hoofdweg) als case gehanteerd. Uit de berekeningen van de Verkeersmilieukaart (zie bijlage 3 Luchtkwaliteit (berekeningen)) blijkt dat de luchtkwaliteit niet zal verslechteren en dat er geen grenswaarde overschrijdingen te verwachten zijn tussen nu en 2020. Hierdoor kan op basis van de huidige inzichten worden gesteld dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering vormt om nu de binnenplanse mogelijkheden (inbreidingsruimte) voor genoemde nieuwe ontwikkelingen op te nemen. Wel zal elk initiatief formeel getoetst moeten worden aan de wettelijke regels en toetsingskaders omdat deze alsmede de berekeningsgrondslagen om de luchtkwaliteit te bepalen, nog steeds aan veranderingen onderhevig zijn.


Aangezien nu niet bekend is welke ontwikkelingen precies zullen plaatsvinden, is het bij inbreidingssplannen van belang dat tevens het aspect lucht als onderdeel van een "goede ruimtelijke ordening" in acht moet worden genomen. Dit zal conform de vier randvoorwaarden zoals opgenomen in in dit bestemmingsplan moeten geschieden. Hiermee wordt geborgd dat bij elk initiatief verplicht moet worden nagegaan of de bestaande leefomgeving voldoende wordt beschermd vanwege de nieuwe ontwikkelingen. Voor nieuwe situaties is het van belang om planintern na te gaan of een adequaat leefmilieu - b.v. voor woonfuncties, onderwijsfuncties, zorg- of zorggerelateerde functies - wordt gecreëerd.


Conclusie

Op basis van de huidige inzichten en hierop gebaseerd de prognoses voor de komende 10 jaar, vormt het aspect luchtkwaliteit geen belemmering voor de binnen de planregels mogelijk gemaakte nieuwe ontwikkelingen (inbreidingen) in het plangebied.