direct naar inhoud van Artikel 6 Centrum-3
Plan: Film-, Park-, Dans-, Verzetswijk en Lumièrepark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2FHKNRS01-oh01

Artikel 6 Centrum-3

6.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden op de plankaart aangewezen voor Centrum-3 zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. detailhandel;
  • c. dienstverlening;
  • d. cultuur en ontspanning;
  • e. horeca tot en met categorie 1 van de Staat van horeca-activiteiten;
  • f. het wonen, uitsluitend gestapeld boven de voorzieningen bedoeld onder a tot en met e, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • g. bijbehorende voorzieningen, zoals onsluitingswegen, erven, parkeervoorzieningen, straatmeubilair, nutsvoorzieningen, voet- en fietspaden, groen en water;
  • h. overige functioneel met de bestemming Centrum-3 verbonden voorzieningen.

6.2 bouwregels

Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de plankaart en de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
    • 1. gebouwen;
    • 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
  • b. ter plaatse van de aanduiding "maximum bebouwingspercentage" geldt het maximaal aangeven bebouwingspercentage;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte" mag niet hoger worden gebouwd dan de aangegeven bouwhoogte;
  • d. voor nutsvoorzieningen geldt een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 m en een oppervlakte van maximaal 25 m2;
  • e. voor bouwwerken geen gebouwen zijn de geldt dat zijn toegestaan:
    • 1. speeltoestellen, waarvan de hoogte maximaal 5 m mag bedragen;
    • 2. kunstobjecten, waarvan de hoogte maximaal 6 m mag bedragen;
    • 3. straatmeubilair, waarvan de hoogte maximaal 6 m mag bedragen;
    • 4. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes, waarvan de hoogte maximaal 15 m mag bedragen;
    • 5. lichtmasten, waarvan de hoogte maximaal 9 m mag bedragen;
    • 6. masten ten behoeve van beveiliging, waarvan de hoogte maximaal 9 m mag bedragen;
    • 7. vlaggenmasten, waarvan de hoogte maximaal 9 m mag bedragen;
    • 8. erf- en terreinafscheidingen, waarvan de hoogte maximaal 2 meter mag bedragen;
    • 9. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, waarvan de hoogte maximaal 3 m mag bedragen.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van gebouwen, uit oogpunt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, waaronder privacy, windhinder en schaduwwerking.

6.4 Specifieke gebruiksbepaling

Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en erfbebouwing ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. tot 50% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en erfbebouwing mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
  • b. het gebruik leidt niet tot ernstige hinder voor het woonmilieu c.q. doet afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
  • c. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • d. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • e. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed&breakfast;
  • f. er wordt geen detailhandel uitgeoefend met uitzondering van ondergeschikte detailhandel;
  • g. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
  • h. een kinderdagverblijf, catering, seksinrichting en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.