direct naar inhoud van Artikel 12 Sport
Plan: Film-, Park-, Dans-, Verzetswijk en Lumièrepark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2FHKNRS01-oh01

Artikel 12 Sport

12.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden op de plankaart aangewezen voor Sport zijn bestemd voor:

  • a. sportieve en recreatieve voorzieningen, waaronder sportvelden en clubgebouwen;
  • b. één bedrijfwoning ten behoeve van de onder sub a genoemde voorzieningen;
  • c. bijbehorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, voet- en fietspaden, groen en water;
  • d. overige functioneel met de bestemming "Sport" verbonden voorzieningen.

12.2 bouwregels

Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de plankaart en de volgende regels:

  • a. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
    • 1. gebouwen;
    • 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
  • b. ter plaatse van de aanduiding "maximum bebouwingspercentage" geldt het voor het betreffende bouwvlak maximaal aangeven bebouwingspercentage;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte" mag niet hoger worden gebouwd dan de voor het betreffende bouwvlak aangegeven bouwhoogte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "zonder gebouwen" mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd;
  • e. voor bouwwerken geen gebouwen zijn de geldt dat zijn toegestaan:
    • 1. speeltoestellen, waarvan de hoogte maximaal 5 m mag bedragen;
    • 2. kunstobjecten, waarvan de hoogte maximaal 6 m mag bedragen;
    • 3. straatmeubilair, waarvan de hoogte maximaal 6 m mag bedragen;
    • 4. lichtmasten ten behoeve van sport, waarvan de hoogte maximaal 18 m mag bedragen;
    • 5. tribunes langs sportvelden, waarvan de hoogte maximaal 6 meter mag bedragen;
    • 6. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes, waarvan de hoogte maximaal 15 m mag bedragen;
    • 7. masten ten behoeve van beveiliging, waarvan de hoogte maximaal 6 m mag bedragen;
    • 8. vlaggenmasten, waarvan de hoogte maximaal 6 m mag bedragen;
    • 9. erf- en terreinafscheidingen, waarvan de hoogte maximaal 2 meter mag bedragen;
    • 10. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, waarvan de hoogte maximaal 3 m mag bedragen.