direct naar inhoud van Regels
Plan: Stichtsekant Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP1R04-vg01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Stichtsekant Noord met identificatienummer NL.IMRO.0034.BP1R04-vg01 van de gemeente Almere.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 afhaalpunt

een locatie waar de consument uitsluitend via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren en waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten.

1.6 archeologisch waardevol terrein

terrein met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang.

1.7 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.8 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.9 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen, waaronder detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit. Onder bedrijf wordt ook verstaan: bezorgservice, webwinkel, afhaalpunt en andere vergelijkbare bedrijven.

1.10 bedrijfsvloeroppervlak (bvo)

de totale vloeroppervlakte van bedrijven, kantoren, winkels en gebouwen die wordt gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.

1.11 beperkt kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.

1.12 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.13 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.14 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.15 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.16 bouwmarkt

een al dan niet geheel overdekt detailhandelsbedrijf, waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouw- en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden.

1.17 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.18 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.19 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.20 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.21 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, perifere detailhandel en supermarkt.

1.22 detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit

detailhandel vanuit vestigingen die als hoofdfunctie productie of vervaardiging van goederen hebben, waarvan de detailhandelsfunctie aantoonbaar ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en gelieerd is aan productiebedrijven en geen verkeers- en parkeerproblemen mag veroorzaken, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging met een maximum van 100 m² verkoopvloeroppervlak.

1.23 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks al dan niet via een baliefunctie te woord wordt gestaan en geholpen.

1.24 eigen terrein

een aaneengesloten stuk grond waarover door de gebruiker kan worden beschikt en waarbij het kan gaan om meerdere kadastrale percelen.

1.25 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover een bestemmingsplan van toepassing is de bestemming deze inrichting niet verbiedt.

1.26 gebied met mogelijk archeologische waarde

gebied waar naar verwachting terreinen met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang voorkomen, maar waar deze nog niet zijn vastgesteld.

1.27 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.28 geluidsgevoelige objecten

geluidsgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder, te weten:

  • a. woningen;
  • b. andere geluidsgevoelige gebouwen:
    • 1. onderwijsgebouwen;
    • 2. ziekenhuizen;
    • 3. verpleeghuizen;
    • 4. verzorgingstehuizen;
    • 5. psychiatrische inrichtingen;
    • 6. kinderdagverblijven;

de aanwijzing als 'ander geluidsgevoelig gebouw' geldt niet voor de delen van een gebouw die een andere bestemming hebben dan verblijfsruimte;

  • c. geluidsgevoelige terreinen:
    • 1. een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
    • 2. een ligplaats in het water, bestemd om door een woonschip te worden ingenomen.
1.29 hoofdgebouw

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.30 horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.

1.31 kunstobject

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt als uitingen van één der beeldende kunsten.

1.32 kunstwerk

bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve ten behoeve van civieltechnische of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.

1.33 kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden.

1.34 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, apparatuur voor telecommunicatie, voorzieningen voor stadsverwarming, elektrische oplaadpunten, zonnecollectoren, zonnepanelen.

1.35 ondergeschikte detailhandel

detailhandel vanuit vestigingen/voorzieningen die als hoofdactiviteit geen detailhandel hebben en waarvan de detailhandelsfunctie aantoonbaar ondergeschikt en gelieerd is aan de hoofdfunctie, een en ander tot een maximum van 20% van de totale omzet of maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak met een maximum verkoopvloeroppervlak van 100 m2.

1.36 ondergeschikte horeca

een horecavoorziening binnen een andere hoofdbestemming of functie dan horeca, ten behoeve van en ondergeschikt aan die andere bestemming/ functie voor de consumptie van dranken en etenswaren, in oppervlakte maximaal 20% van het bedrijfsvloeroppervlak of maximaal 20% van de totale omzet.

1.37 ondergeschikte workshops

een bijeenkomst of cursus die gegeven wordt in een vestiging/voorziening die een andere hoofdbestemming of functie dan 'cultuur en ontspanning', 'sport' of 'maatschappelijk' heeft en waaraan de bijeenkomst of cursus aantoobaar gelieerd is aan de hoofdfunctie, en de verkeersaantrekkende werking niet die van de hoofdbestemming of functie overstijgt.

1.38 peil
  • a. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter hoogte van de hoofdingang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkte maaiveld.
1.39 perifere detailhandel

een detailhandelsbedrijf te onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair/badkamers en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderdelen en onderhoudsmiddelen;
  • b. meubelbedrijven, woninginrichting en -stoffering;
  • c. tuincentra;
  • d. bouwmarkten.
1.40 reclameobjecten

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, of onderdelen van bouwwerken ten behoeve van reclamedoeleinden, zoals aankondigingborden, mupi's (reclameborden), billboards, reclame aan lichtmasten, gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen, tweevlaksborden.

1.41 risicovolle inrichting

een inrichting als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan.

1.42 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke al dan niet besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, dan wel in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, seksclub, privé-huis, erotische massagesalon, raambordeel, of een combinatie daarvan.

1.43 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.

1.44 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.

1.45 straatmeubilair

kleinschalige bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals verkeergeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, prullenbakken, speeltoestellen en reclameobjecten, alsmede telefooncellen, abri's.

1.46 verblijfsruimte

een verblijfsruimte als bedoeld in het Besluit geluidhinder, te weten:

  • leslokalen en theorielokalen van onderwijsgebouwen;
  • onderzoeks- en behandelingsruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen;
  • onderzoeks-, behandelings-, recreatie-, en conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten van verzorgingshuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven;
  • theorievaklokalen van onderwijsgebouwen;
  • ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede recreatie- en conversatieruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen.
1.47 verkoopvloeroppervlak (vvo)

de voor winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief de etalages en de ruimte achter de toonbank en kassa's.

1.48 windmolen

een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.

1.49 winkel

een gebouw, dat een ruimte omvat welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor detailhandel.

1.50 winkelondersteunende horeca

een bedrijf, dat ondersteunend is aan en qua openingstijden in het algemeen vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen en in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken c.q. snel serveren van kleine maaltijden, broodjes, hapjes, ijs, gebak, koffie, thee, frisdranken en zwak alcoholische dranken.

1.51 winkelvloeroppervlak (wvo)

de voor winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief de etalages en de ruimte achter de toonbank en kassa's.

1.52 zendmast

gebouwen of bouwwerken, geen gebouw zijnde, die zelfstandig dan wel in onderlinge samenhang bedoeld zijn voor het dragen en laten functioneren van zend- of ontvangstantennes.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.4 de hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijventerrein

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' voor bedrijven behorende tot ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009, inclusief bijbehorende detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit, ondergeschikte horeca en ondergeschikte workshops;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1' voor bedrijven behorende tot ten hoogste categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009, inclusief bijbehorende detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit, ondergeschikte horeca en ondergeschikte workshops, mits niet meer dan 10% van de gronden met de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1' is voorzien met bedrijven behorende tot de categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009, met dien verstande dat bij de berekening dient te worden uitgegaan van de totale oppervlakte van de kavels van de bedrijven;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2' voor bedrijven behorende tot ten hoogste categorie 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009, inclusief bijbehorende detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit, ondergeschikte horeca en ondergeschikte workshops, mits niet meer dan 10% van de gronden met de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2' is voorzien met bedrijven behorende tot de categorieën 4.1 en 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009, met dien verstande dat bij de berekening dient te worden uitgegaan van de totale oppervlakte van de kavels van de bedrijven;
  • d. perifere detailhandel in de branches auto's, boten en caravans;
  • e. groenvoorzieningen,
  • f. water, waterberging, watergangen, waterpartijen;
  • g. windmolens, zonnecollectoren, zonnepanelen;
  • h. (ondergrondse) afvalinzameling; geluidwerende voorzieningen;
  • i. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'verkeer', tevens voor een verkeersverbinding voor langzaamverkeersroute;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'horeca', tevens voor één horecavestiging tot en met categorie 1b van de Staat van Horeca activiteiten, waarbij het verstrekken van nachtverblijf is uitgesloten;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' tevens voor:
    • 1. dienstverlening aan en voorzieningen ten behoeve van bedrijven en werkzame personen op het bedrijventerrein Stichtsekant (waaronder congres- en vergaderaccomodatie), voorzover niet geluidgevoelig in de zin van de Wet geluidhinder;
    • 2. twee horecavestigingen tot ten hoogste categorie 2b van de Staat van Horeca-activiteiten;
    • 3. één verkooppunt motorbrandstoffen en bijbehorende ondergeschikte detailhandel en/of ondergeschikte horeca tot maximaal categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • m. voor opslag, herverpakking of verkoop van consumentenvuurwerk en theatervuurwerk, indien de veiligheidsafstanden zoals bedoeld in art. 1.2 en 1.3 van Bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit worden aangehouden ten opzichte van een kwetsbaar object of geprojecteerd kwetsbaar object als bedoeld in het Vuurwerkbesluit en deze veiligheidsafstanden op het eigen terrein worden gerealiseerd;

met de daarbij behorende

  • n. verhardingen, wegen, ruiter-, fiets- en voetpaden, bermen;
  • o. parkeervoorzieningen en verblijfsgebied;
  • p. toegangspaden, in- en uitritten en reclameobjecten;
  • q. groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • r. oevers en taluds, strand wateraanvoer en - afvoer;
  • s. straatmeubilair;
  • t. overige functioneel met bedrijfsmatige activiteiten verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • u. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • v. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht niet zijn toegestaan;
  • w. per bedrijf ten hoogste 50% van het bedrijfsvloeroppervlak (bvo) mag worden gebruikt ten behoeve van aan de hoofdactiviteit gelieerde kantooractiviteiten;
  • x. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Leiding-Hoogspanningsverbinding', ze mede bestemd zijn voor de ter plaatse aanwezige hoogspanningsleiding van 150 kV en het bepaalde in artikel 7 van toepassing is;
  • y. ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - Leiding', het bepaalde in artikel 11.1 tevens van toepassing is.
  • z. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Waarde-Archeologie 5', ze mede bestemd zijn voor de bescherming van de archeologische waarde van het gebied en het bepaalde in artikel 8 van toepassing is;
  • aa. ter plaatse van de aanduiding gemengd is detailhandel niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit en perifere detailhandel in de branches auto's, boten en caravans;

onder de voorwaarde dat:

  • ab. op eigen terrein wordt voorzien in ruimte voor laden en lossen;
  • ac. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte van zowel eigen medewerkers als bezoekers, waarbij de parkeernormen als opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage 3 Lijst van parkeernormen ten minste dienen te worden aangehouden.

3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijken bouwhoogte' (sba-abh) is een maximum bouwhoogte voorgeschreven van 20 meter;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - zonder gebouwen' (sba-zg) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht. Overkappingen zijn op deze gronden toegelaten.
  • d. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 4 m dient te bedragen, tenzij:
      • gebouwen aaneen zijn gebouwd, of
      • de zijdelingse perceelsgrens niet gedeeld wordt met ean ander bouwperceel;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • e. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd': één reclameobject met een bouwhoogte van maximaal 25 m;
  • f. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 3 m;
  • g. overkappingen: bouwhoogte maximaal 8 m;
  • h. installaties t.b.v. bedrijfsvoering/bedrijfsveiligheid: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • i. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • j. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • k. schotelantennes: bouwhoogte maximaal 6 m;
  • l. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 15 m, oppervlakte maximaal 10 m2;
  • m. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • n. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen aan het hoofdgebouw: gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan de gevel van het hoofdgebouw en mogen de gevel van het hoofdgebouw niet overschrijden;
  • o. overige reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 10 m; oppervlakte maximaal 10 m2;
  • p. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 5 m.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'nadere eisen (ne)', aan nieuw te vestigen bedrijven met het oog op externe veiligheid ter verhoging van de veiligheid en zelfredzaamheid van personen in de gebouwen en ter verhoging van de bestrijdbaarheid, nadere eisen stellen aan:

  • de situering van gebouwen;
  • de inrichting van terreinen;
  • het ontwerp van gebouwplattegronden c.q. de indeling van gebouwen;
  • de plaats, de afmeting en inrichting van vluchtroutes en nooduitgangen.

Hierbij wordt advies ingewonnen van de Brandweer Flevoland.

3.4 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2:

  • a. onder d, ten einde een kleinere afstand van gebouwen tot maximaal 1 meter van de zijdelingse perceelsgrens of in de zijdelingse perceelsgrens toe te staan, mits uit brandweeradvies blijkt dat dit vanuit het oogpunt van brandveiligheid verantwoord is.
  • b. onder b. teneinde een bouwhoogte tot maximaal 40 m hoog toe te staan, indien in verband met de bedrijfsvoering een hogere bouwhoogte dan 20 m wenselijk is. Aan de zijde van de zuidwestelijke plangrens dienen deze gebouwdelen hoger dan 20 m met een blinde gevel worden uitgevoerd.
3.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen die niet tot de functionele werkvoorraad behoren.
  • b. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen.
3.6 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 3.1 onder a, b of c, teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009 zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. van het bepaalde in lid 3.1 onder k, teneinde horecafuncties toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar, indien en voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. van het vereiste als bedoeld in lid 3.1 onder ac teneinde de parkeernorm vast te stellen voor functies die niet voorkomen in de bij deze regels behorende bijlage 3 Lijst van parkeernormen;
  • d. van het vereiste als bedoeld in lid 3.1 onder ac, mits uit een gemeentelijke parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid aanwezig is voor de gevraagde functie;
  • e. van het bepaalde in 3.1 onder aa: voor het toestaan van andere vormen van detailhandel, mits de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 300 m² per vestiging en in totaal maximaal 1000m² bvo ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'gemengd', waaronder begrepen winkelondersteunende horeca inclusief bijbehorende ondergeschikte workshops.

3.7 Wijzigingsbevoegdheid
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de Staat van Bedrijfsactiviteiten te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven daartoe aanleiding geeft.

  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de Staat van Horeca-activiteiten te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van horeca kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de omgevingsbelasting van de desbetreffende typen van horecafuncties daartoe aanleiding geeft.

  • c. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de Lijst van parkeernormen als opgenomen in bijlage 3 bij de regels te wijzigen in die zin dat de in de Lijst van parkeernormen opgenomen functies met de daarbij behorende parkeernormen kunnen worden gewijzigd, indien ontwikkelingen daartoe aanleiding geven;

  • d. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van een risicovolle inrichting en de aanduiding 'risicovolle inrichting' toe te voegen aan de bestemming, met dien verstande dat:
    • 1. de bij de risicovolle inrichting behorende PR 10-6-contour binnen het bouwperceel van de risicovolle inrichting is gelegen of op gronden met de bestemmingen Verkeer, Groen of Water;
    • 2. de wijziging van het bestemmingsplan gepaard gaat met een verantwoording van het groepsrisico.

 

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. water, waterberging, watergangen, waterpartijen;
  • c. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie;

met de daarbij behorende;

  • d. verhardingen, ruiter-, voet- en fietspaden;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. kunstwerken en kunstobjecten;
  • g. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • h. oevers en taluds, strand wateraanvoer en -afvoer;
  • i. bermen en bermsloten;
  • j. overige functioneel met de bestemming 'Groen' verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat:

  • k. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Leiding-Hoogspanningsverbinding', ze mede bestemd zijn voor de ter plaatse aanwezige hoogspanningsleiding van 150 kV en het bepaalde in artikel 7 van toepassing is;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - Leiding', het bepaalde in artikel 11.1 tevens van toepassing is.
4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. de grondoppervlakte van gebouwen maximaal 25m² per gebouw bedragen met een maximum bouwhoogte van 3.00 meter;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • b. erf- en terreinafscheidingen grenzend aan de openbare weg: bouwhoogte maximaal 1 m;
  • c. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • d. speelvoorzieningen, lichtmasten en overig straatmeubilair: bouwhoogte maximaal 5m;
  • e. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • f. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, oppervlakte maximaal 10 m2;
  • g. kunstwerk: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • h. zonnecollectoren, zonnepanelen: bouwhoogte maximaal 5 meter;
  • i. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Nutsgebouwen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2, onder a, voor een nutsgebouw tot ten hoogste 5 meter hoog en met een oppervlakte tot ten hoogste 50 m2, mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt in de directe omgeving aanvaardbaar is.

Kunstwerken

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2, onder g, ten behoeve van een kunstwerk, zoals een brug, waarbij een bouwhoogte is toegestaan tot maximaal 20 m, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is.

4.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de gronden te gebruiken voor:
    • 1. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
    • 2. het opslaan van gerede en ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
    • 3. het opslaan c.q. stallen van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    • 4. het opslaan of opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.

  • b. Het bepaalde in lid 4.4 onder a. is niet van toepassing op:
    • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming en aanduidingen.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid

additionele gronduitgifte

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Groen' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein' of in de bestemming 'Verkeer', indien in het kader van een verzoek om additionele gronduitgifte positief is beslist en de eigendom van de gronden is overgedragen. Door de wijziging mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen.

Artikel 5 Verkeer

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verhardingen, wegen, ruiter-, fiets- en voetpaden;
  • b. haltevoorzieningen, bermen, reclameobjecten en beplantingen;

alsmede voor:

  • c. water, waterberging, watergangen, waterpartijen;

met daarbij behorende:

  • d. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • e. windmolens, zonnecollectoren, zonnepanelen;
  • f. kunstwerken en kunstobjecten,
  • g. lantaarnpalen, lichtmasten,
  • h. één informatiemast;
  • i. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie;
  • j. voorzieningen voor (ondergrondse) afvalinzameling;
  • k. overige functioneel met de bestemming 'Verkeer' verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • l. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor "Waarde-Archeologie 5", ze mede bestemd zijn voor de bescherming van de archeologische waarde van het gebied en het bepaalde in artikel 8 van toepassing is;
  • m. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Leiding-Hoogspanningsverbinding', ze mede bestemd zijn voor de ter plaatse aanwezige hoogspanningsleiding van 150 kV en het bepaalde in artikel 7 van toepassing is;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - Leiding', het bepaalde in artikel 11.1 tevens van toepassing is.
5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m²;
  • b. lichtmasten, lantaarnpalen, bewegwijzeringsportalen en verkeerslichten: bouwhoogte 9 m;
  • c. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie: bouwhoogte 15 m;
  • d. straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • e. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, (oppervlakte 10 m2);
  • f. kunstwerken: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • g. geluidwerende voorzieningen: bouwhoogte 6 m;
  • h. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 10 m; (oppervlakte maximaal 10 m2);
  • i. één informatiemast ten behoeve van naamgeving van, en informatie over het bedrijventerrein, met een maximum bouwhoogte van 25 meter is toegelaten, mits niet binnen de bestemming Water een informatiemast wordt gerealiseerd;
  • j. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • k. zonnecollectoren, zonnepanelen: bouwhoogte 5 m;
  • l. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.
5.3 Afwijken van de bouwregels

Nutsgebouwen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2, onder a, voor een nutsgebouw tot ten hoogste 5 meter hoog en met een oppervlakte tot ten hoogste 50 m2, mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is.

Kunstwerken

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2, onder f, ten behoeve van een kunstwerk, zoals een brug, waarbij een bouwhoogte is toegestaan tot maximaal 20 m, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is.

5.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Verkeer' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein', indien in het kader van een verzoek om additionele gronduitgifte positief is beslist en de eigendom van de gronden is overgedragen. Door de wijziging mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen.

Artikel 6 Water

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water, waterberging, watergangen, waterpartijen;

met de daarbij behorende:

  • b. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • c. kunstwerken, zoals bruggen, sluizen, keermuren, duikers, steigers en (strek)dammen, welke mede ten dienste mogen zijn van de aangrenzende bestemming;
  • d. verhardingen, ruiter-, voet- en fietspaden;
  • e. straatmeubilair en kunstobjecten;
  • f. oevers en taluds, strand, wateraanvoer en -afvoer;
  • g. bermen en bermsloten;
  • h. één informatiemast;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. overige functioneel met de bestemming 'Water' verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • k. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Leiding-Hoogspanningsverbinding', ze mede bestemd zijn voor de ter plaatse aanwezige hoogspanningsleiding van 150 kV en het bepaalde in artikel 7 van toepassing is;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - Leiding', het bepaalde in artikel 11.1 tevens van toepassing is.

6.2 Bouwregels

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat zijn toegestaan:

  • a. keermuren voor de waterbeheersing, oeverbeschoeiingen, duikers, bruggen en bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen, waarvan de hoogte maximaal 6 m mag bedragen;
  • b. aanlegsteigers, waarvan de hoogte maximaal 1 m, de breedte maximaal 2 m en de oppervlakte maximaal 15 m2 mag bedragen;
  • c. kunstobjecten, waarvan de hoogte maximaal 6 m en de oppervlakte maximaal 10 m2 mag bedragen;
  • d. kunstwerken: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • e. één informatiemast ten behoeve van naamgeving van, en informatie over het bedrijventerrein, met een maximum bouwhoogte van 25 meter is toegelaten, mits niet binnen de bestemming Verkeer een informatiemast wordt gerealiseerd;
  • f. andere overige bouwwerken, waarvan de hoogte maximaal 3 m mag bedragen.
6.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.2, onder d, ten behoeve van een kunstwerk, zoals een brug, waarbij een bouwhoogte is toegestaan tot maximaal 20 m, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is.

 

Artikel 7 Leiding-Hoogspanningsverbinding

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding-Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het transport van elektriciteit door een bovengrondse hoogspanningsverbinding van 150 kV met bijbehorende veiligheidzone.

7.2 Bouwregels

Op de als Leiding-Hoogspanningsverbinding bestemde gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de doeleinden in lid 7.1 gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 2,5 meter waarbij de hoogte van de hoogspanningsmasten niet meer dan 36 m mag bedragen.

7.3 Afwijkingen van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de hoogspanningsverbinding en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder van de hoogspanningsverbinding.

7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde , of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding-Hoogspanningsverbinding zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren:
  • 1. het aanleggen van oppervlakteverhardingen;
  • 2. het aanleggen van watergangen en -partijen;
  • 3. het wijzigen van het maaiveldniveau;
  • 4. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting;
  • 5. het leggen van kabels en leidingen;
  • 6. het plaatsen van onroerende objecten, geen bebouwing zijnde, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.

  • b. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, kan worden verleend mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de hoogspanningsverbinding en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder van de hoogspanningsverbinding.

  • c. Het in lid 7.4 onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden;
  • 1. die reeds in uitvoering zijn op het moment van het van kracht worden van het plan;
  • 2. die het normale onderhoud ten aanzien van de hoogspanningsverbinding en de belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere daar voorkomende bestemming(en) betreffen;
  • 3. die graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten vormen.

7.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming Leiding-Hoogspanningsverbinding uit het plan wordt verwijderd, indien het leidingtransport voor hoogspanning ter plaatse is beëindigd.

Artikel 8 Waarde-Archeologie 5

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde-Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor de bescherming van de aanwezige archeologische waarden in het gebied.

8.2 Bouwregels

Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de in dat lid genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor aanvullend definitief archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn. Ten behoeve van samenvallende bestemmingen mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

8.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 8.2 bedoelde verbod voor bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a. zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. De archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. De archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.

  • c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a. kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.

  • d. De opgravingen, de te treffen maatregelen en de archeologische begeleiding dient c.q. dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door burgemeester en wethouders bij de ontheffing te stellen kwalificaties en eisen.
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde-Archeologie 5', zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het ophogen van de bodem met meer dan 50 cm;
    • 2. het verlagen van de bodem, het uitvoeren van grondwerkzaamheden of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingvergunning is vereist;
    • 3. het uitvoeren van grondwerkzaamheden, ongeacht de diepte ten opzichte van het maaiveld, waartoe ook gerekend wordt egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen, woelen, mengen, diepploegen;
    • 4. het rooien van bos of boomgaard waarbij de stobben worden verwijderd;
    • 5. het aanleggen van bos of boomgaard bestaande uit meer dan 10 bomen;
    • 6. het verlagen van het waterpeil;
    • 7. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
    • 8. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 9. het graven, verbreden en dempen van grachten, vijvers en andere wateren;
    • 10. alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden kunnen aantasten en die niet aan te merken zijn als het normale gebruik van het terrein.
  • b. Het verbod als bedoeld in lid 8.4, onder a, is niet van toepassing op werken of werkzaamheden in het kader van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
  • c. Het verbod als bedoeld in lid 8.4, onder a, is niet van toepassing op werken of werkzaamheden in het kader van het normaal agrarisch landbouwgebruik zoals dat wordt uitgevoerd ten tijde van het vaststellen van dit bestemmingsplan.

  • d. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.

  • e. Aan de vergunning kunnen de volgende voorwaarden worden gekoppeld:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;

  • f. De opgravingen, de te treffen maatregelen en de archeologische begeleiding dient c.q. dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.
8.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde-Archeologie 5' wordt verwijderd, indien het archeologisch waardevol terrein conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie voldoende is onderzocht door middel van een archeologische opgraving of begeleiding en de eventuele bodemvondsten elders zijn onder gebracht.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 9 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 10 Algemene bouwregels

10.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen / bouwgrenzen

De bestemmingsgrenzen en bouwgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door tot gebouwen
behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, serres, entreeportalen, veranda's, overstekken, luifels en afdaken en andere ondergeschikte onderdelen van
gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 3 meter bedraagt, met dien verstande dat:

  • a. voor stoepen, stoeptreden, galerijen, hellingbanen, funderingen, luifels, afdaken en overstekken
    overschrijding over de volledige gevelbreedte is toegestaan;
  • b. voor overige overschrijdingen geldt een maximum van 50% van de gevelbreedte.

10.2 Ondergeschikte bouwonderdelen op daken van gebouwen

Bouwwerken op het dak van een gebouw, zoals installatiecontainers, centrale verwarmings- en luchtbehandelinginstallaties, liftschachten, hekwerken en soortgelijke bouwwerken om installaties uit het zicht te houden worden niet meegerekend bij de bepaling van de hoogte van het gebouw, als zijnde ondergeschikt, mits:

  • a. de hoogte van de bouwwerken vanaf het dak gemeten maximaal 3,5 meter bedraagt, en
  • b. de oppervlakte van deze bouwwerken maximaal 1/3 bedraagt van het grondoppervlak van het gebouw.


Artikel 11 Algemene aanduidingsregels

11.1 Veiligheidszone - Leiding
  • a. Ter plaatse van de aanduiding "Veiligheidszone - Leiding" geldt een veiligheidszone vanwege de indicatieve magneetveldzone van de hoogspanningslijn.
  • b. Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt ter plaatse van de aanduiding als genoemd in artikel 11.1 onder a, in ieder geval gerekend het gebruik van bouwwerken voor langdurig verblijf van kinderen jonger dan 16 jaar, zoals woningen, clubhuizen, scholen, crèches en kinderopvang.

Artikel 12 Algemene afwijkingsregels

12.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 terzake reeds kan worden afgeweken - voor:

  • a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
  • b. overschrijding van bouwgrenzen niet zijnde bestemmingsgrenzen, voorzover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3.00 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  • c. het oprichten van ondergrondse pompgemalen ten behoeve van riooltransportleidingen;
  • d. het bouwen van gebouwen voor nutsvoorzieningen met een lagere bouwhoogte of een lager bebouwingspercentage dan op grond van de bepalingen van het plan minimaal is voorgeschreven;
  • e. kleinschalige windmolens op of aan een hoofdgebouw, mits:
    • 1. de toegestane bouwhoogte voor hoofdgebouw met maximaal 3m wordt overschreden;
    • 2. de rotordiameter maximaal 2 m bedraagt.

12.2 Voorwaarden voor de afwijking

Er wordt niet afgeweken van de bepalingen van het plan, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 13 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet op de ruimtelijke ordening, bevoegd om:

Algemeen

  • a. de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen, voorzover zulks van belang is voor een bouwkundige danwel stedenbouwkundige betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein waarbij het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden vergroot;

Lijst van parkeernormen

  • b. de 3 Lijst van parkeernormen opgenomen als bijlage 3 bij de regels te wijzigen in die zin dat de in de 3 Lijst van parkeernormen opgenomen functies met de daarbij behorende parkeernormen kunnen worden gewijzigd, indien ontwikkelingen daartoe aanleiding geven;

aanduiding Veiligheidszone - Leiding

  • c. de aanduiding Veiligheidszone - Leiding uit het plan wordt verwijderd, indien het leidingtransport voor hoogspanning ter plaatse is beëindigd.

Artikel 14 Overige regels

14.1 Overige regelingen en verordeningen

Indien in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen of verordeningen, dienen deze te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan, tenzij anders bepaald.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 15 Overgangsrecht

15.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
15.2 Afwijking overgangsrecht bouwwerken

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 15.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

15.3 Uitzondering overgangsrecht bouwwerken

Lid 15.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

15.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

15.5 Ander strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 15.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

15.6 Onderbreken gebruik onder overgangsrecht

Indien het gebruik, bedoeld in lid 15.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

15.7 Uitzondering overgangsrecht gebruik

Lid 15.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 16 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Stichtsekant Noord.

 

Bijlagen

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009

SBI-1993   SBI-2008       OMSCHRIJVING           
    nr.     grootste afstand   cat.  
01     -   LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW      
014     0   Dienstverlening ten behoeve van de landbouw:      
014     1   -algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. > 500m²   50   3.1  
014     2   -algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. <= 500m²   30   2  
014     3   -plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m²   50   3.1  
014     4   -plantsoenendiensten en hoeveniersbedrijven: b.o. <= 500m²   30   2  
           
15   10, 11   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN          
151   101, 102   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:          
151   101, 102   1   - slachterijen en pluimveeslachterijen   100   3.2  
151   101   3   - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval   300   4.2  
151   101   4   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m²   100   3.2  
151   101   5   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m²   50   3.1  
151   101   6   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²   50   3.1  
151   101, 102   7   - loonslachterijen   50   3.1  
151   108   8   - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²   50   3.1  
152   102   0   Visverwerkingsbedrijven:          
152   102   2   - conserveren   200   4.1  
152   102   3   - roken   300   4.2  
152   102   4   - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m²   300   4.2  
152   102   5   - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²   100   3.2  
152   102   6   - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²   50   3.1  
1531   1031   0   Aardappelprodukten fabrieken:          
1531   1031   1   - vervaardiging van aardappelproducten   300   4.2  
1531   1031   2   - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²   50   3.1  
1532, 1533   1032, 1039   0   Groente- en fruitconservenfabrieken:          
1532, 1533   1032, 1039   1   - jam   100   3.2  
1532, 1533   1032, 1039   2   - groente algemeen   100   3.2  
1532, 1533   1032, 1039   3   - met koolsoorten   100   3.2  
1532, 1533   1032, 1039   4   - met drogerijen   300   4.2  
1532, 1533   1032, 1039   5   - met uienconservering (zoutinleggerij)   300   4.2  
1541   104101   0   Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:          
1541   104101   1   - p.c. < 250.000 t/j   200   4.1  
1541   104101   2   - p.c. >= 250.000 t/j   300   4.2  
1542   104102   0   Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:          
1542   104102   1   - p.c. < 250.000 t/j   200   4.1  
1542   104102   2   - p.c. >= 250.000 t/j   300   4.2  
1543   1042   0   Margarinefabrieken:          
1543   1042   1   - p.c. < 250.000 t/j   200   4.1  
1543   1042   2   - p.c. >= 250.000 t/j   300   4.2  
1551   1052   0   Zuivelprodukten fabrieken:          
1551   1051   3   - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j   100   3.2  
1551   1051   4   - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j   300   4.2  
1551   1051   5   - overige zuivelprodukten fabrieken   300   4.2  
1552   1052   1   Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²   100   3.2  
1552   1052   2   - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²   30   2  
1561   1061   0   Meelfabrieken:          
1561   1061   1   - p.c. >= 500 t/u   300   4.2  
1561   1061   2   - p.c. < 500 t/u   200   4.1  
1561   1061       Grutterswarenfabrieken   200   4.1  
1562   1062   0   Zetmeelfabrieken:          
1562   1062   1   - p.c. < 10 t/u   200   4.1  
1562   1062   2   - p.c. >= 10 t/u   300   4.2  
1571   1091   0   Veevoerfabrieken:          
1571   1091   3   - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water   300   4.2  
1571   1091   5   - mengvoeder, p.c. < 100 t/u   200   4.1  
1571   1091   6   - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u   300   4.2  
1572   1092       Vervaardiging van voer voor huisdieren   200   4.1  
1581   1071   0   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:          
1581   1071   1   - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens   30   2  
1581   1071   2   - v.c. >= 7500 kg meel/week   100   3.2  
1582   1072       Banket, biscuit- en koekfabrieken   100   3.2  
1583   1081   0   Suikerfabrieken:          
1584   10821   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:          
1584   10821   2   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²   100   3.2  
1584   10821   4   - Suikerwerkfabrieken met suiker branden   300   4.2  
1584   10821   5   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²   100   3.2  
1585   1073       Deegwarenfabrieken   50   3.1  
1586   1083   0   Koffiebranderijen en theepakkerijen:          
1586   1083   2   - theepakkerijen   100   3.2  
1587   108401       Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden   200   4.1  
1589   1089       Vervaardiging van overige voedingsmiddelen   200   4.1  
1589.1   1089       Bakkerijgrondstoffenfabrieken   200   4.1  
1589.2   1089   0   Soep- en soeparomafabrieken:          
1589.2   1089   1   - zonder poederdrogen   100   3.2  
1589.2   1089   2   - met poederdrogen   300   4.2  
1589.2   1089       Bakmeel- en puddingpoederfabrieken   200   4.1  
1591   110101       Destilleerderijen en likeurstokerijen   300   4.2  
1592   110102   0   Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:          
1592   110102   1   - p.c. < 5.000 t/j   200   4.1  
1592   110102   2   - p.c. >= 5.000 t/j   300   4.2  
1596   1105       Bierbrouwerijen   300   4.2  
1597   1106       Mouterijen   300   4.2  
1598   1107       Mineraalwater- en frisdrankfabrieken   100   3.2  
           
16   12   -   VERWERKING VAN TABAK          
160   120       Tabakverwerkende industrie   200   4.1  
           
17   13   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL          
171   131       Bewerken en spinnen van textielvezels   100   3.2  
172   132   0   Weven van textiel:          
172   132   1   - aantal weefgetouwen < 50   100   3.2  
172   132   2   - aantal weefgetouwen >= 50   300   4.2  
173   133       Textielveredelingsbedrijven   50   3.1  
174, 175   139       Vervaardiging van textielwaren   50   3.1  
1751   1393       Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken   200   4.1  
176, 177   139, 143       Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   50   3.1  
           
18   14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT          
181   141       Vervaardiging kleding van leer   50   3.1  
183   142, 151       Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont   50   3.1  
           
19   15   -   VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)          
191   151, 152       Lederfabrieken   300   4.2  
192   151       Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)   50   3.1  
193   152       Schoenenfabrieken   50   3.1  
           
20   16   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.          
2010.1   16101       Houtzagerijen   100   3.2  
2010.2   16102   0   Houtconserveringsbedrijven:          
2010.2   16102   1   - met creosootolie   200   4.1  
2010.2   16102   2   - met zoutoplossingen   50   3.1  
202   1621       Fineer- en plaatmaterialenfabrieken   100   3.2  
203, 204, 205   162   0   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout   100   3.2  
203, 204, 205   162   1   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   50   3.1  
           
21   17   -   VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN          
2111   1711       Vervaardiging van pulp   200   4.1  
2112   1712   0   Papier- en kartonfabrieken:          
2112   1712   1   - p.c. < 3 t/u   50   3.1  
2112   1712   2   - p.c. 3 - 15 t/u   200   4.1  
2112   1712   3   - p.c. >= 15 t/u   300   4.2  
212   172       Papier- en kartonwarenfabrieken   100   3.2  
2121.2   17212   0   Golfkartonfabrieken:          
2121.2   17212   1   - p.c. < 3 t/u   100   3.2  
2121.2   17212   2   - p.c. >= 3 t/u   200   4.1  
           
22   58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA          
2221   1811       Drukkerijen van dagbladen   100   3.2  
2222   1812       Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)   100   3.2  
           
23   19   -   AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.          
2320.2   19202   A   Smeeroliën- en vettenfabrieken   100   3.2  
2320.2   19202   B   Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie   300   4.2  
2320.2   19202   C   Aardolieproduktenfabrieken n.e.g.   300   4.2  
           
24   20   -   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN          
2411   2011   0   Vervaardiging van industriële gassen:          
2412   2012       Kleur- en verfstoffenfabrieken   200   4.1  
2413   2012   0   Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:          
2413   2012   1   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   300   4.2  
2414.1   20141   A0   Organ. chemische grondstoffenfabrieken:          
2414.1   20141   A1   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   300   4.2  
2414.1   20141   B0   Methanolfabrieken:          
2414.1   20141   B1   - p.c. < 100.000 t/j   200   4.1  
2414.1   20141   B2   - p.c. >= 100.000 t/j   300   4.2  
2414.2   20149   0   Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):          
2414.2   20149   1   - p.c. < 50.000 t/j   300   4.2  
242   202   0   Landbouwchemicaliënfabrieken:          
243   203       Verf, lak en vernisfabrieken   300   4.2  
2441   2120   0   Farmaceutische grondstoffenfabrieken:          
2441   2110   1   - p.c. < 1.000 t/j   300   4.2  
2442   2120   0   Farmaceutische produktenfabrieken:          
2442   2120   1   - formulering en afvullen geneesmiddelen   50   3.1  
2451   2041       Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken   300   4.2  
2452   2042       Parfumerie- en cosmeticafabrieken   300   4.2  
2462   2052   0   Lijm- en plakmiddelenfabrieken:          
2462   2052   1   - zonder dierlijke grondstoffen   100   3.2  
2464   205902       Fotochemische produktenfabrieken   100   3.2  
2466   205903   A   Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken   50   3.1  
2466   205903   B   Overige chemische produktenfabrieken n.e.g.   200   4.1  
247   2060       Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken   300   4.2  
           
25   22   -   VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF          
2511   221101       Rubberbandenfabrieken   300   4.2  
2512   221102   0   Loopvlakvernieuwingsbedrijven:          
2512   221102   1   - vloeropp. < 100 m2   50   3.1  
2512   221102   2   - vloeropp. >= 100 m2   200   4.1  
2513   2219       Rubber-artikelenfabrieken   100   3.2  
252   222   0   Kunststofverwerkende bedrijven:          
252   222   1   - zonder fenolharsen   200   4.1  
252   222   2   - met fenolharsen   300   4.2  
252   222   3   - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen   50   3.1  
           
26   23   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN          
261   231   0   Glasfabrieken:          
261   231   1   - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j   100   3.2  
261   231   2   - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j   300   4.2  
261   231   3   - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j   300   4.2  
2615   231       Glasbewerkingsbedrijven   50   3.1  
262, 263   232, 234   0   Aardewerkfabrieken:          
262, 263   232, 234   2   - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW   100   3.2  
264   233   A   Baksteen en baksteenelementenfabrieken   200   4.1  
264   233   B   Dakpannenfabrieken   200   4.1  
2651   2351   0   Cementfabrieken:          
2652   235201   0   Kalkfabrieken:          
2652   235201   1   - p.c. < 100.000 t/j   200   4.1  
2653   235202   0   Gipsfabrieken:          
2653   235202   1   - p.c. < 100.000 t/j   200   4.1  
2661.1   23611   0   Betonwarenfabrieken:          
2661.1   23611   1   - zonder persen, triltafels en bekistingtrille   200   4.1  
2661.1   23611   2   - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d   300   4.2  
2661.2   23612   0   Kalkzandsteenfabrieken:          
2661.2   23612   1   - p.c. < 100.000 t/j   100   3.2  
2661.2   23612   2   - p.c. >= 100.000 t/j   300   4.2  
2662   2362       Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken   100   3.2  
2663, 2664   2363, 2364   0   Betonmortelcentrales:          
2663, 2664   2363, 2364   1   - p.c. < 100 t/u   100   3.2  
2663, 2664   2363, 2364   2   - p.c. >= 100 t/u   300   4.2  
2665, 2666   2365, 2369   0   Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:          
2665, 2666   2365, 2369   1   - p.c. < 100 t/d   100   3.2  
2665, 2666   2365, 2369   2   - p.c. >= 100 t/d   300   4.2  
267   237   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:          
267   237   1   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²   100   3.2  
267   237   2   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²   50   3.1  
267   237   3   - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j   300   4.2  
2681   2391       Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   50   3.1  
2682   2399   A0   Bitumineuze materialenfabrieken:          
2682   2399   A1   - p.c. < 100 t/u   300   4.2  
2682   2399   B0   Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):          
2682   2399   B1   - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j   300   4.2  
2682   2399   B2   - overige isolatiematerialen   200   4.1  
2682   2399   C   Minerale produktenfabrieken n.e.g.   100   3.2  
2682   2399   D0   Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur   200   4.1  
2682   2399   D1   - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur   300   4.2  
           
27   24   -   VERVAARDIGING VAN METALEN          
273   243   0   Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:          
273   243   1   - p.o. < 2.000 m2   300   4.2  
274   244   A0   Non-ferro-metaalfabrieken:          
274   244   A1   - p.c. < 1.000 t/j   300   4.2  
2751, 2752   2451, 2452   0   IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:          
2751, 2752   2451, 2452   1   - p.c. < 4.000 t/j   300   4.2  
2753, 2754   2453, 2454   0   Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:          
2753, 2754   2453, 2454   1   - p.c. < 4.000 t/j   300   4.2  
           
28   25, 31   -   VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)          
281   251, 331   0   Constructiewerkplaatsen:          
281   251, 331   1   - gesloten gebouw   100   3.2  
281   251, 331   1a   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2   50   3.1  
281   251, 331   2   - in open lucht, p.o. < 2.000 m2   200   4.1  
281   251, 331   3   - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2   300   4.2  
2821   2529, 3311   0   Tank- en reservoirbouwbedrijven:          
2821   2529, 3311   1   - p.o. < 2.000 m2   300   4.2  
2822, 2830   2521, 2530, 3311       Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels   200   4.1  
284   255, 331   A   Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven   200   4.1  
284   255, 331   B   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.   100   3.2  
284   255, 331   B1   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2   50   3.1  
2851   2561, 3311   0   Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:          
2851   2561, 3311   1   - algemeen   100   3.2  
2851   2561, 3311   10   - stralen   200   4.1  
2851   2561, 3311   11   - metaalharden   100   3.2  
2851   2561, 3311   12   - lakspuiten en moffelen   100   3.2  
2851   2561, 3311   2   - scoperen (opspuiten van zink)   100   3.2  
2851   2561, 3311   3   - thermisch verzinken   100   3.2  
2851   2561, 3311   4   - thermisch vertinnen   100   3.2  
2851   2561, 3311   5   - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)   100   3.2  
2851   2561,3311   6   - anodiseren, eloxeren   100   3.2  
2851   2561, 3311   7   - chemische oppervlaktebehandeling   100   3.2  
2851   2561, 3311   8   - emailleren   100   3.2  
2851   2561, 3311   9   - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)   100   3.2  
2852   2562, 3311   1   Overige metaalbewerkende industrie   100   3.2  
2852   2562, 3311   2   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2   50   3.1  
287   259, 331   A0   Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:          
287   259, 331   A1   - p.o. < 2.000 m2   200   4.1  
287   259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.   100   3.2  
287   259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2   50   3.1  
           
29   27, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN          
29   27, 28, 33   0   Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:          
29   27, 28, 33   1   - p.o. < 2.000 m2   100   3.2  
29   27, 28, 33   2   - p.o. >= 2.000 m2   200   4.1  
29   28, 33   3   - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW   300   4.2  
           
30   26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS          
30   26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   30   2  
           
31   26, 27, 33   -   VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.          
311   271, 331       Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie   200   4.1  
312   271, 273       Schakel- en installatiemateriaalfabrieken   200   4.1  
313   273       Elektrische draad- en kabelfabrieken   200   4.1  
314   272       Accumulatoren- en batterijenfabrieken   100   3.2  
315   274       Lampenfabrieken   300   4.2  
           
32   26, 33   -   VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.          
321 t/m 323   261, 263, 264, 331       Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d.   50   3.1  
3210   2612       Fabrieken voor gedrukte bedrading   50   3.1  
           
33   26, 32, 33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN          
33   26, 32, 33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie   30   2  
           
34   29       VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS          
341   291   0   Autofabrieken en assemblagebedrijven          
341   291   1   - p.o. < 10.000 m2   200   4.1  
341   291   2   - p.o. >= 10.000 m2   300   4.2  
3420.1   29201       Carrosseriefabrieken   200   4.1  
3420.2   29202       Aanhangwagen- en opleggerfabrieken   200   4.1  
343   293       Auto-onderdelenfabrieken   100   3.2  
           
35   30   -   VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)          
351   301, 3315   0   Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:          
351   301, 3315   1   - houten schepen   50   3.1  
351   301, 3315   2   - kunststof schepen   100   3.2  
351   301, 3315   3   - metalen schepen < 25 m   200   4.1  
352   302, 317   0   Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:          
352   302, 317   1   - algemeen   100   3.2  
352   302, 317   2   - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW   300   4.2  
353   303,3316   0   Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:          
353   303, 3316   1   - zonder proefdraaien motoren   200   4.1  
354   309       Rijwiel- en motorrijwielfabrieken   100   3.2  
355   3099       Transportmiddelenindustrie n.e.g.   100   3.2  
           
36   31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.          
361   310   1   Meubelfabrieken   100   3.2  
361   9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   10   1  
362   321       Fabricage van munten, sieraden e.d.   30   2  
363   322       Muziekinstrumentenfabrieken   30   2  
364   323       Sportartikelenfabrieken   50   3.1  
365   324       Speelgoedartikelenfabrieken   50   3.1  
3663.1   32991       Sociale werkvoorziening   30   2  
3663.2   32999       Vervaardiging van overige goederen n.e.g.   50   3.1  
           
37   38   -   VOORBEREIDING TOT RECYCLING          
372   383202   A0   Puinbrekerijen en -malerijen:          
372   383202   A1   - v.c. < 100.000 t/j   300   4.2  
372   383202   B   Rubberregeneratiebedrijven   300   4.2  
372   383202   C   Afvalscheidingsinstallaties   300   4.2  
           
40   35   -   PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER          
40   35   B0   bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:          
40   35   B1   - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie   100   3.2  
40   35   B2   - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa   100   3.2  
40   35   C0   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:          
40   35   C1   - < 10 MVA   30   2  
40   35   C2   - 10 - 100 MVA   50   3.1  
40   35   C3   - 100 - 200 MVA   100   3.2  
40   35   C4   - 200 - 1000 MVA   300   4.2  
40   35   D0   Gasdistributiebedrijven:          
40   35   D1   - gascompressorstations vermogen < 100 MW   300   4.2  
40   35   D5   - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D   50   3.1  
40   35   E0   Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:          
40   35   E1   - stadsverwarming   100   3.2  
           
41   36   -   WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER          
41   36   A0   Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:          
41   36   A2   - bereiding met chloorbleekloog e.d. of straling   50   3.1  
41   36   B0   Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:          
41   36   B1   - < 1 MW   30   2  
41   36   B2   - 1 - 15 MW   100   3.2  
41   36   B3   - >= 15 MW   300   4.2  
           
45   41, 42, 43   -   BOUWNIJVERHEID          
45   41, 42, 43   0   Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²   100   3.2  
45   41, 42, 43   1   - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²   50   3.1  
45   41, 42, 43   2   Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²   50   3.1  
45   41, 42, 43   3   - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²   30   2  
           
50   45, 47   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS          
501   451       Groothandel in vrachtauto's (incl. import)   100   3.2  
5020.4   45204   A   Autoplaatwerkerijen   100   3.2  
5020.4   45204   C   Autospuitinrichtingen   50   3.1  
5020.5       Autowasserijen   30   2  
503,504       Groothandel in auto- en motorfietsonderdelen en - accessoires   30   2  
           
51   46   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING          
5121   4621   0   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders   50   3.1  
5121   4621   1   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer   300   4.2  
5122   4622       Grth in bloemen en planten   30   2  
5123   4623       Grth in levende dieren   100   3.2  
5124   4624       Grth in huiden, vellen en leder   50   3.1  
5125, 5131   46217, 4631       Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen   50   3.1  
5132, 5133   4632, 4633       Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën   50   3.1  
5134   4634       Grth in dranken   30   2  
5135   4635       Grth in tabaksprodukten   30   2  
5136   4636       Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   30   2  
5137   4637       Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   30   2  
5138, 5139   4638, 4639       Grth in overige voedings- en genotmiddelen   30   2  
514   464, 46733       Grth in overige consumentenartikelen   30   2  
5148.7   46499   0   Grth in vuurwerk en munitie:          
5148.7   46499   1   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton   30   2  
5148.7   46499   2   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton   50   3.1  
5148.7   46499   5   - munitie   30   2  
5151.1   46711   0   Grth in vaste brandstoffen:          
5151.1   46711   1   - klein, lokaal verzorgingsgebied   50   3.1  
5151.2   46712   0   Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:          
5151.2   46712   1   - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3   200   4.1  
5151.2   46712   3   - tot vloeistof verdichte gassen   300   4.2  
5151.3   46713       Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)   100   3.2  
5152.1   46721   0   Grth in metaalertsen:          
5152.1   46721   1   - opslag opp. < 2.000 m2   300   4.2  
5152.2 /.3   46722, 46723       Grth in metalen en -halffabrikaten   100   3.2  
5153   4673   0   Grth in hout en bouwmaterialen:          
5153   4673   1   - algemeen: b.o. > 2000 m²   50   3.1  
5153   4673   2   - algemeen: b.o. <= 2000 m²   30   2  
5153.4   46735   4   zand en grind:          
5153.4   46735   5   - algemeen: b.o. > 200 m²   100   3.2  
5153.4   46735   6   - algemeen: b.o. <= 200 m²   30   2  
5154   4674   0   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:          
5154   4674   1   - algemeen: b.o. > 2.000 m²   50   3.1  
5154   4674   2   - algemeen: b.o. < = 2.000 m²   30   2  
5155.1   46751       Grth in chemische produkten   100   3.2  
5155.2   46752       Grth in kunstmeststoffen   30   2  
5156   4676       Grth in overige intermediaire goederen   30   2  
5157   4677   0   Autosloperijen: b.o. > 1000 m²   100   3.2  
5157   4677   1   - autosloperijen: b.o. <= 1000 m²   50   3.1  
5157.2/3   4677   0   Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²   100   3.2  
5157.2/3   4677   1   - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m²   50   3.1  
518   466   0   Grth in machines en apparaten:          
518   466   1   - machines voor de bouwnijverheid   100   3.2  
518   466   2   - overige   50   3.1  
519   466, 469       Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   30   2  
           
60   49   -   VERVOER OVER LAND          
6021.1   493       Bus-, tram- en metrostations en -remises   100   3.2  
6023   493       Touringcarbedrijven   100   3.2  
6024   494   0   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m²   100   3.2  
6024   494   1   - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²   50   3.1  
603   495       Pomp- en compressorstations van pijpleidingen   30   2  
           
63   52   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER          
6311.1   52241   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen:          
6311.1   52241   2   - stukgoederen   300   4.2  
6311.1   52241   7   - tankercleaning   300   4.2  
6311.2   52242   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:          
6311.2   52241   1   - containers   300   4.2  
6311.2   52242   10   - tankercleaning   300   4.2  
6311.2   52242   2   - stukgoederen   100   3.2  
6311.2   52242   3   - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m²   300   4.2  
6311.2   52242   5   - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u   300   4.2  
6311.2   52242   7   - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2   300   4.2  
6312   52102, 52109   A   Distributiecentra, koelhuizen   50   3.1  
6312   52109   B   Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)   30   2  
6321   5221   2   Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)   100   3.2  
           
64   53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE          
641   531, 532       Post- en koeriersdiensten   30   2  
642   61   A   Telecommunicatiebedrijven   10   1  
           
71   77   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN          
712   7712, 7739       Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   50   3.1  
713   773       Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   50   3.1  
714   772       Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   30   2  
           
72   62   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE          
72   58, 63   B   Datacentra   30   2  
           
74   63, 69tm71, 73,74,77,78, 80tm82   -   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING          
747   812       Reinigingsbedrijven voor gebouwen   50   3.1  
7481.3   74203       Foto- en filmontwikkelcentrales   30   2  
7484.3   82991       Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten   200   4.1  
           
90   37, 38, 39   -   MILIEUDIENSTVERLENING          
9001   3700   A0   RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:          
9001   3700   A1   - < 100.000 i.e.   200   4.1  
9001   3700   A2   - 100.000 - 300.000 i.e.   300   4.2  
9001   3700   B   rioolgemalen   30   2  
9002.1   381   A   Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.   50   3.1  
9002.1   381   B   Gemeentewerven (afval-inzameldepots)   50   3.1  
9002.1   381   C   Vuiloverslagstations   300   4.2  
9002.2   382   A0   Afvalverwerkingsbedrijven:          
9002.2   382   A2   - kabelbranderijen   100   3.2  
9002.2   382   A4   - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)   50   3.1  
9002.2   382   A5   - oplosmiddelterugwinning   100   3.2  
9002.2   382   A6   - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW   300   4.2  
9002.2   382   A7   - verwerking fotochemisch en galvano-afval   30   2  
9002.2   382   B   Vuilstortplaatsen   300   4.2  
9002.2   382   C0   Composteerbedrijven:          
9002.2   382   C3   - belucht v.c. < 20.000 ton/jr   100   3.2  
9002.2   382   C4   - belucht v.c. > 20.000 ton/jr   200   4.1  
9002.2   382   C5   - GFT in gesloten gebouw   200   4.1  
           
93   96   -   OVERIGE DIENSTVERLENING          
9301.1   96011   A   Wasserijen en strijkinrichtingen   50   3.1  
9301.1   96011   B   Tapijtreinigingsbedrijven   50   3.1  
9301.2   96012       Chemische wasserijen en ververijen   30   2  
9301.3   96013   A   Wasverzendinrichtingen   30   2  

Verklaring van gebruikte afkortingen:

< kleiner dan d dag

> groter dan w week

= gelijk aan j jaar

cat. categorie B bodemverontreiniging

e.d. en dergelijke C continue

kl. klasse D divers

n.e.g. niet elders genoemd L luchtverontreiniging

o.c. opslagcapaciteit R risico (Besluit externe veiligheid inrichtingen mogeljk van toepassing )

p.c. productiecapaciteit V vuurwerkbesluit van toepassing

p.o. productieoppervlak G goederenvervoer

v.c. verwerkingscapaciteit P personenvervoer

u uur

Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten

Categorie 1: "lichte horeca"

Bedrijven die beperkte hinder veroorzaken voor omwonenden. Deze bedrijven zijn in beginsel alleen overdag en 's avonds geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden). Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:

1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante lichte horeca (tot en met 250 m2 bedrijfsvloeroppervlak)

  • automatiek;
  • broodjeszaak;
  • cafetaria;
  • croissanterie;
  • koffiebar;
  • lunchroom;
  • ijssalon;
  • snackbar;
  • tearoom;
  • traiteur.

1b. Overige lichte horeca (tot en met 250 m2 bedrijfsvloeroppervlak)

  • bistro;
  • restaurant (zonder bezorg- of afhaalservice);
  • hotel of pension.

1c. Restaurant met bezorg- of afhaalservice tot en met 250 m² bedrijfsvloeroppervlak.

Categorie 2: "middelzware horeca"

Bedrijven die aanzienlijke hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder kan onder andere ontstaan door openingstijden 's nachts of door grote verkeersaantrekkende werking. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:

2a. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking

  • bedrijven genoemd onder subcategorie 1a, 1b of 1c met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 250 m²;

2b. Horeca die in beginstel vooral 's avonds en 's nachts geopend is

  • bar;
  • biljartcentrum;
  • café;
  • proeflokaal;
  • shoarma/grillroom;
  • zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).

Categorie 3: "zware horeca"

Bedrijven die grote hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder kan onder andere ontstaan door een combinatie van openingstijden 's nachts en een grote verkeersaantrekkende werking.

3. Zware horeca

  • dancing;
  • discotheek;
  • nachtclub;
  • partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen)