direct naar inhoud van Artikel 5 Groen
Plan: De Wierden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP1N03-vg01

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. dagrecreatie;
  • c. medegebruik in de agrarische recreatieve sfeer;
  • d. water;

met de daarbij behorende

  • e. verhardingen, voet- en fietspaden,
  • f. in- en uitritten;
  • g. bruggen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. één jongeren ontmoetingsplaats;
  • j. kunstwerken, zoals bruggen die geschikt zijn voor autoverkeer en hulp- en onderhoudsdiensten, sluizen, keermuren, duikers, steigers en (strek)dammen, welke mede ten dienste mogen zijn van de aangrenzende bestemming;
  • k. waterhuishoudings- en (gebouwde) nutsvoorzieningen;
  • l. overige functioneel met de bestemming 'Groen' verbonden voorzieningen, zoals voorzieningen voor groenonderhoud;

met dien verstande dat:

  • m. ter paatse van de aanduiding "verkeer" een verkeersverbinding voor wegverkeer met ten hoogste 2 doorgaande rijstroken, met bijbehorende langzaamverkeerroutes, groen, verblijfsgebied en parkeerplaatsen is toegestaan;
  • n. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Waterstaat-Waterkering', ze mede bestemd zijn voor de waarborging van het belang van de waterkering en het bepaalde in artikel 15 van toepassing is.
  • o. ter plaatse van de aanduidingen "Vrijwaringszone - dijk 1" en "Vrijwaringszone - dijk 2" de gronden tevens bestemd zijn als beschermingszones rondom de primaire waterkering ''Waterstaat-Waterkering''.
5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en groenonderhoud geldt:

  • a. maximum bouwhoogte: 3 meter;
  • b. maximum oppervlakte: 15 m2;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt:

  • c. erf- en terreinafscheidingen grenzend aan de openbare weg: bouwhoogte maximaal 1 meter;
  • d. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 meter;
  • e. sport- en speelvoorzieningen en overig straatmeubilair: bouwhoogte maximaal 6 meter;
  • f. licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 meter;
  • g. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 meter indien gebouwd op de grond en 4 meter indien gebouwd op het dak van een gebouw;
  • h. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 meter;
  • i. bruggen: bouwhoogte maximaal 10 meter;
  • j. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 meter.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Jongerenontmoetingsplaats

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2 voor een gebouw en/of overkapping(en) ten behoeve van een jongerenontmoetingsplaats met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van het gebouw of een overkapping mag ten hoogste 3,5 m bedragen;
  • b. de oppervlakte van een gebouw of een overkappping mag ten hoogste 15 m² bedragen;
  • c. het gebouw en/of de overkapping(en) moeten minimaal 50 m van woonbebouwing worden gerealiseerd;
  • d. binnen een jongerenontmoetingsplaats zijn maximaal één gebouw en/of maximaal 3 overkappingen toegestaan;
  • e. de plaats moet uit oogpunt van sociale veiligheid een open karakter hebben.
5.3.2 Nutsvoorzieningen en groenonderhoud

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2 onder a. en b. voor een gebouw ten behoeve van nutsvoorzieningen en groenonderhoud tot ten hoogste 5 meter hoog en met een oppervlakte tot ten hoogste 50 m2, mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt als ook uit oogpunt van het woongenot in de directe woonomgeving aanvaardbaar is.

5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Verboden gebruik

Tot een gebruik in strijd met de bestemming Groen wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het opslaan van gerede en ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
  • b. het opslaan c.q. stallen van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
  • c. het opslaan of opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.

Het bepaalde in lid 5.4.1 onder a. is niet van toepassing op:

  • d. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
  • e. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming en aanduidingen.
5.5 Wijzigingsbevoegdheid
5.5.1 wijziging ten behoeve van wonen, gemengd-1 en maatschappelijk

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Groen ter plaatse van de 'wro-zone wijzigingsgebied -1', en 'wro-zone wijzigingsgebied -2' te wijzigen in de bestemming Woongebied, Gemengd - 1 en Maatschappelijk.

Hierbij gelden de regels van Artikel 4 Gemengd - 1, Artikel 6 Maatschappelijk en de regels van Artikel 14 Woongebied, waarbij in afwijking van deze artikelen de volgende bouwregels gelden:

  • a. de maximale bouwhoogte voor 'wro-zone wijzigingsgebied -1' bedraagt 10 meter, en de mazimale bouwhoogte voor 'wro-zone wijzigingsbevoegdheid-2 bedraagt 7 meter;
  • b. het maximum aantal woningen bedraagt 40;
  • c. het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 55% van het totale 'wro-zone wijzigingsgebied'.

5.5.2 wijziging ten behoeve van gronduitgifte

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Groen te wijzigen in de bestemming Wonen - 1 danwel Wonen - 2, indien in het kader van een verzoek om additionele gronduitgifte positief is beslist en de eigendom van de gronden is overgedragen. Door de wijziging mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen.