direct naar inhoud van 2.1 Wat is onderzocht?
Plan: Buitengebied (aanpassing pingo's)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0025.BPBG12BEHE2-VA01

2.1 Wat is onderzocht?

De raad heeft een nader onderzoek naar de aanwezigheid en bescherming van pingoruïnes uitgevoerd. Het onderzoek is als volgt uitgevoerd:

  • 1. Eerst is in beeld gebracht (aan de hand van kaart 6a POV 'landschapswaarden' alsmede het genoemde rapport en ook eerdere rapporten) waar potentieel pingoruïnes aanwezig zijn. Die inventarisatie is gecontroleerd m.b.v. recente luchtfoto's. Daarbij wordt, -aan de hand van de definities in de rapporten-, nagegaan welke plassen mogelijk als pingo-ruïne aangemerkt kunnen worden.

Resultaat: lijst pingo-ruine's (zeker of mogelijk).

  • 2. Over deze inventarisatie heeft nader overleg plaatsgevonden met de uitgever van het meest recente rapport, de Stichting landschapsbeheer Groningen.

  • 3. Vervolgens is nagegaan welke bestemming is gegeven in het besluit van 1 maart 2010 en of die bestemming op grond van het bij de punten 1 en 2 uitgevoerde onderzoek correct is.
2.1.1 Onderzoek naar voorkomen van pingoruines

Als eerste is bepaald wanneer een landschapselement een pingoruïne is.

Als bron zijn hiervoor de volgende documenten gebruikt:

  • Het rapport: "Dobben en petgaten in het Zuidelijk Westerkwartier", uitgebracht door de Stichting Milieubeheer Zuidelijk Westerkwartier in 1987. De plassen in Marum zijn gecodeerd met een C gevolgd door een nummer.
  • Het rapport "Poelen, dobben en petgaten in het Zuidelijk Westerkwartier"", uitgebracht door Landschapsbeheer Groningen in april 1997. De plassen in Marum zijn gecodeerd met een M gevolgd door een nummer. (In het beroepsschrift van Natuur en Milieufederatie Groningen / Stichting Natuurbeheer Zuidelijk Westerkwartier wordt dit rapport als "betrouwbaar"gekenschetst)
  • de kaart "Overzichtskaart Poelen, dobben en petgaten ZWK, uitgebracht door de provincie Groningen, Dienst Ruimte en Milieu, 9 april 1997. Deze kaart is als bijlage 4 opgenomen in het rapport van Landschapsbeheer en kent dezelfde codering/nummering.
  • Voorts is de luchtfoto-opname van 2010 geraadpleegd.
2.1.1.1 Wat is een pingouine?

Een pingo (Inuktitut voor kleine heuvel) is een bolvormige heuvel die ontstaat in een gebied met permafrost waar door het uitzetten van bevroren / bevriezend grondwater (hydrostatische druk) een laag bevroren grond wordt opgetild.

De kern van een pingo, die soms nauwelijks kleiner is dan de totale pingo zelf, bestaat uit een lensvormig lichaam van zuiver ijs. Pingo's worden tot 90 meter hoog met een doorsnede van soms meer dan 2 kilometer en zijn meestal rond of ovaal van vorm. Als het klimaat warmer wordt, bijvoorbeeld aan het einde van een ijstijd, blijft van een pingo een cirkelvormig meer of krater over die pingoruïne wordt genoemd. Veel pingoruïnes worden na het afsmelten van het ijs langzaam opgevuld met veen. Dit opvullen kan vele duizenden jaren in beslag nemen.

Om te bepalen of landschapselementen, zoals dobben en andere geisoleerde waterpartijen, pingoruïne zijn, zijn de volgende definities zijn gehanteerd:

Het rapport "Dobben en petgaten in het Zuidelijk Westerkwartier" hanteert de volgende definities:

Dobben zijn min of meer ronde, open waterplassen met een langzaam hellende bodem en een diameter variërend van 10 tot ruim 100 meter. Soms ontstaan in een natuurlijke laagte van het landschap, soms echter ook te beschouwen als een relict uit de ijstijd (een zgn. pingo-ruïne). Ze komen het meeste voor op de hogere zandgronden (de "gasten").

Petgaten zijn t.b.v. particuliere turfwinning verveende percelen grond, waarna rechthoekige ondiepe waterplasjes ontstonden. Soms moest daarvoor eerst een dun kleidek verwijderd worden; de klei werd gestort op legakkers, waarop de uitgebaggerde turf kon drogen. Petgaten komen vooral in de laaggelegen veengebieden voor."


Hieruit kan geconcludeerd worden, dat alleen plassen die als dobbe gekenmerkt zijn, mogelijk in een aantal gevallen (maar niet alle) te beschouwen zijn als een pingo-ruïne.

Het rapport "Poelen, dobben en petgaten in het Zuidelijk Westerkwartier" hanteert de volgende definities:

"Een poel is een gegraven plas. In de meeste gevallen zijn poelen gegraven als drinkplaats voor het vee. Tegenwoordig hebben ze deze functie veelal verloren"

Conclusie: een gegraven plas kan geen pingo-ruïne zijn (uit de ijstijd)

"Een dobbe is een laagte (depressie) in het landschap, veelal met een deel open water, die door natuurlijke processen is ontstaan. Soms wordt de naam ven gebruikt als aanduiding voor het open wateroppervlak van een dobbe. We vinden ze vooral op de hogere zandgronden. De diameter kan enige tientallen meters bedragen. Dobben zijn veelal ontstaan rond de laatste ijstijd door lokale "uitstuivingen" in het dekzand. In sommige gevallen vormen ze het restant van een pingo en zijn ontstaan door het wegsmelten van een ijslens in de ondergrond. In de laagten bleef het water staan, waarna veenvorming kon plaatsvinden."
Conclusie: een dobbe kan in sommige gevallen als pingo-ruine aangemerkt worden.

"Petgaten vinden we vooral in de lagere veen- en klei op veengebieden. Ze zijn gegraven door de mens om veen (turf) te winnen".

Conclusie: petgaten zijn door de mens gegraven en daarom geen pingoruïne uit de ijstijd.

2.1.1.2 Waar komen pingoruines voor?

Op basis van de hiervoor genoemde definities heeft het onderzoek zich toegespitst op de dobben. Een dobbe kan namelijk een pingoruïne zijn.

Aan de hand van de rapporten over dobben is bepaald waar pingoruïnes voorkomen. De conclusie is dat er nog twaalf dobben voorkomen die waarschijnlijk kunnen worden aangemerkt als pingoruïne. Uit een controle met de luchtfoto's van 2010 blijkt dat deze toen nog allemaal aanwezig waren.

Het gaat om de volgende dobben op de volgende kadastrale percelen.

Nummer   kadastraal  
M 2   Marum E 454  
M 3   Marum E 510  
M 4   Marum D 643  
M 5   Marum D 688  
M 6   Marum D 533/577  
M 7   Marum D 381/683  
M 9   Marum D 680  
M 14   Marum D 529  
M 20   Marum 9672 e.a  
M 24   Marum C 8654  
M 36   Marum F 3729  
M 59   Marum B 3356  

2.1.1.3 Hoe zijn de dobben nu bestemd?

In het geldende bestemmingsplan hebben deze dobben de volgende bestemming toegekend gekregen.

De dobben M 20 en M 59 hebben de bestemming "Natuur " gekregen.

Dobbe M 2 heeft de enkelbestemming "Agrarisch" en de dubbelbestemming " Waarde - Pingo-ruine"

De dobben M 3, M 4, M 6 en M 36 hebben de enkelbestemming " Agrarisch" en de dubbelbestemming "Waarde - Besloten Gebied"

Dobbe M 5 heeft de enkelbestemming "Agrarisch" en de dubbelbestemming " Waarde - Open Gebied".

De dobben M 7, M 9, M 14 en M 24 hebben de bestemming "Agrarisch" gekregen.

2.1.1.4 Bieden deze bestemming voldoende bescherming?

a. bestemming " Natuur"

In de bestemmingsomschrijving is aangegeven dat de gronden bestemd zijn voor: (voorzover hier van belang):

-het behoud, herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden

-het behoud, herstel en de ontwikkeling van cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen

-voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding


Binnen de bestemming is een aanlegvergunning vereist voor onder meer het dempen van kleine geïsoleerde wateren (o.a. dobben, pingo's).



b. bestemming " Agrarisch" met dubbelbestemming "Waarde-Pingoruine"

In deze bestemming zijn de gronden mede bestemd voor:


-het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de aanwezigheid en herkenbaarheid van de pingoruïnes.

Het dempen van kleine geïsoleerde wateren (o.a. dobben, pingo's) wordt als strijdig gebruik aangemerkt binnen deze bestemming (bijlage A bij de planvoorschriften).

c. bestemming "Agrarisch" met dubbelbestemming "Waarde-Besloten Gebied"

In deze bestemming zijn de gronden mede bestemd voor:

-het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de vorm van besloten gebied met houtsingelstructuur, de pingoruïnes, en de daarbij behorende opstrekkende verkaveling.

Het dempen van kleine geïsoleerde wateren (o.a. dobben, pingo's) wordt als strijdig gebruik aangemerkt binnen deze bestemming (bijlage A bij de planvoorschriften).

d. bestemming "Agrarisch" met dubbelbestemming "Waarde-Open Gebied"

In deze bestemming zijn de gronden mede bestemd voor:

-het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke en natuurlijke waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de vorm van grootschalige open weidegebieden met een dicht slotenstelsel en een hoge grondwaterstand.

Het dempen van kleine geïsoleerde wateren (o.a. dobben, pingo's) wordt als strijdig gebruik aangemerkt binnen deze bestemming (bijlage A bij de planvoorschriften).

e. bestemming "Agrarisch".

In de bestemmingsomschrijving is aangegeven dat de gronden bestemd zijn voor:

(voorzover hier van belang):

-bos- en natuurelementen met een oppervlakte van minder dan 2 hectare

-voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding

Binnen de bestemming is (art.3.7) een aanlegvergunning vereist voor een aantal nader omschreven werken (bijlage A bij de planvoorschriften). Door een technische fout is in

de bijlage echter de regel m.b.t. de bestemming Agrarisch weggevallen, waardoor art.3.7 een lege letter is geworden. Bij de correctieve herziening van het plan zal deze omissie worden hersteld. Dit is reeds aangekondigd in het naar de Raad van State gevoerde verweer (de dato 8 juli 2010, onder 1 punt 3 van het verweer).

Conclusie: binnen de enkelbestemming "Natuur" en binnen de dubbelbestemmingen "Waarde - Pingoruïne", "Waarde-Besloten gebied" en "Waarde-Open gebied" is het dempen van pingo's òf expliciet als strijdig gebruik aangemerkt òf pas mogelijk na verlening van een aanlegvergunning.

De bescherming binnen de enkelbestemming "Agrarisch" schiet op dit moment zeker tekort. Dit is reeds bij het verweer bij de Raad van State geconstateerd en reparatie hiervan is toegezegd.

Maar: een pingo-ruïne is meer dan alleen de waterpartij. Daarom is bescherming ook nodig voor "de wal" rondom de pingo-ruïne tegen aantastende activiteiten. Daarbij wordt gedoeld op: afgraven, vergraven, egaliseren, indrijven van voorwerpen in de grond, aanleggen drainage, rooien en planten van houtsingels, e.d. Deze activiteiten zijn in de dubbel-bestemming "Waarde - Pingoruïne" wel aanlegvergunningsplichtig gemaakt.

Binnen de andere genoemde bestemmingen/dubbelbestemmingen is dat niet overal het geval. Gelet hierop is het noodzakelijk te kunnen vaststellen, welke dobben nu daadwerkelijk en onomstotelijk zijn aan te merken als pingo-ruïne. De aanpassing die dan kan plaatsvinden is dat deze pingo-ruines dan alsnog de dubbelbestemming toegekend krijgen.

2.1.1.5 Geen uitgebreid veldonderzoek

Een dobbe is niet automatisch een pingoruïne. Criteria (uit literatuur en veldonderzoek) waaraan een laagte moet voldoen om mogelijk als pingoruïne te worden geclassificeerd zijn:

  • 1. De wanden van de vorm vertonen een steile helling
  • 2. De depressie heeft een veeninvulling (gehad), maar de vulling kan ook grotendeels uit humeuze leem bestaan.
  • 3. Rondom de depressie is een randwal aanwezig (geweest), maar dit is niet noodzakelijk.
  • 4. De vorm van een pingoruïne is vaak min of meer rond van vorm, maar kan ook ovaal van vorm zijn.
  • 5. Voor grotere pingoruïnes komt steeds een vaste sequentie van afzettingen voor, waarvan de dikte niet altijd gelijk is.: a. ondergrond, b. vulling (humeuze leem, waarop een veenlaag ligt), c. een deklaag die meestal antropogeen bewerkt of opgebracht is. Soms ontbreekt de deklaag en loopt het veen tot aan het maaiveld door, som bestaat de deklaag uit water.
  • 6. In het veld is een lichte depressie zichtbaar, vaak, maar zeker niet altijd is er water aanwezig.
  • 7. Mate van gaafheid (na aanvullend veldonderzoek te bepalen)
  • 8. Zichtbaarheid/beleefbaarheid

Om na te gaan of een dobbe een pingoruïne is een veldonderzoek door middel van een booronderzoek noodzakelijk. Een dergelijk uitvoerig onderzoek is hier, gezien de tijdsdruk, niet mogelijk.In de eerder genoemde onderzoeken is gesteld dat het in de hier aan de orde zijnde gevallen gaat om pingoruïnes. Omdat de eerder aangehaalde onderzoeken als betrouwbaar zijn gekwalificeerd is hier aangenomen dat alle dobbes pingoruïnes zijn. Bestudering van de recente luchtfoto bevestigd deze stelling.

2.1.2 Aanpassing van het bestemmingsplan nodig

Zoals hiervoor al geconstateerd schiet de bescherming binnen de enkelbestemming "Agrarisch" op dit moment zeker tekort. Dit is reeds bij het verweer bij de Raad van State geconstateerd en reparatie hiervan is toegezegd. In de op te stellen correctieve herziening (die o.m. ook nodig is als gevolg van de uitspraak van de Raad van State op het beroep van de gemeente tegen de reactieve aanwijzing van GS) zal aan tabel A bij de planvoorschriften de regel voor de bestemming "Agrarisch" worden toegevoegd, waarbij ook hier het dempen van kleine geïsoleerde wateren (o.a. dobben, pingo's) als strijdig gebruik zal worden aangemerkt.

De -op grond van het hiervoor omschreven onderzoek- als pingoruïne aan te merken dobben zullen alsnog de dubbelbestemming "Waarde - Pingoruïne" toegekend moeten krijgen.

In de tussenuitspraak wordt ook gevraagd specifiek nog in te zoomen op 4 locaties. In het voorgaande zijn die reeds behandeld, samenvattend is daar het volgende nog over aan te geven:

  • M3 en M6: deze (waarschijnlijke) pingoruïnes zijn bestemd met de enkelbestemming "Agrarisch" en met de dubbelbestemming "Waarde - Besloten gebied". Als hiervoor aangegeven zal de dubbelbestemming "Waarde - Pingoruine" aan deze pingoruine's worden toegekend.
  • M67 en M70b: in de rapporten zijn deze plassen aangemerkt als "petgat", derhalve een gegraven waterpartij en daarom niet aan te merken als pingoruïne. De bescherming als pingo-ruïne zou hiervoor onterecht zijn.