direct naar inhoud van Artikel 9: Maatschappelijk
Plan: Enumatil - Oostwold
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0022.BPENOW09BEHE1-VA01

Artikel 9: Maatschappelijk

9.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. maatschappelijke voorzieningen;
    • 2. sportvoorzieningen;
    • 3. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
    • 4. horeca ten dienste van de onder 1. genoemde voorzieningen, sportvoorzieningen, detailhandel en een cafetaria/snackbar/lunchroom, ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
    • 5. wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning;
  • c. een begraafplaats, ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
  • d. de bescherming van de functie van de in het aanliggende gebied gesitueerde molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop';

met daaraan ondergeschikt:

  • e. kleinschalige duurzame energiewinning;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. speelvoorzieningen;
  • j. wegen, straten en paden;
  • k. water;

met de daarbijbehorende:

  • l. tuinen, erven en terreinen;
  • m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
9.2. Bouwregels
9.2.1. Gebouwen genoemd in lid 9.1. sub a.

Voor het bouwen van de in lid 9.1. sub a. genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - toren', zal de bouwhoogte van een toren ten hoogste de bestaande hoogte bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' zal de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste de aangegeven hoogte bedragen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' zullen de goot- en bouwhoogte van een gebouw ten hoogste de aangegeven hoogte bedragen.
9.2.2. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal ten hoogste 70 m² bedragen;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen zullen ten minste 3,00 m achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning worden gebouwd;
  • c. de goot- en bouwhoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste de goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw ten hoogste 3,00 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw ten hoogste 5,50 m bedraagt;
  • d. de afstand van aan- of uitbouwen en bijgebouwen tot de perceelgrens zal ten minste 1,00 m bedragen, tenzij het gebouw in de erfgrens wordt geplaatst.
9.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kleinschalige duurzame energiewinning zal ten hoogste 3,00 m hoger bedragen dan het gebouw waarop de bouwwerken zijn gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
9.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

9.4. Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 9.2.2. sub a. in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen wordt vergroot tot ten hoogste 100 m² indien de oppervlakte van het bouwperceel ten hoogste 600 m² bedraagt en na de toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen per bouwperceel niet meer bedraagt dan 200 m², dan wel de bestaande bebouwing indien deze groter is dan 200 m²;
    • 2. het bebouwingspercentage van het bouwperceel ten hoogste 50% bedraagt;
  • b. het bepaalde in lid 9.2.2. sub a. in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen wordt vergroot tot 70 m² vermeerderd met 5% van de oppervlakte van het bouwperceel tot ten hoogste 150 m² indien de oppervlakte van het bouwperceel ten minste 600 m² bedraagt en na de toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen per bouwperceel niet meer bedraagt dan 300 m², dan wel de bestaande bebouwing indien deze groter is dan 300 m²;
  • c. het bepaalde in lid 9.2.2. sub b. in die zin dat aan- en uitbouwen en bijgebouwen minder dan 3,00 m achter de voorgevelrooilijn of op de voorgevelrooilijn worden gebouwd;
  • d. het bepaalde in lid 9.2.2. sub c. in die zin dat de goot- of bouwhoogte van (gedeelten van) een aan- of uitbouw wordt vergroot tot ten hoogste de goot- of bouwhoogte van het hoofdgebouw, mits:
    • 1. de afstand van de aan- of uitbouw tot de perceelgrens ten minste 3,00 m bedraagt.
9.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen bij een bedrijfswoning voor bewoning;
  • b. het gebruik van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning ten behoeve van mantelzorg;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel, tenzij het detailhandel betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 9.1. genoemde doeleinden of het de gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'gemengd', in welk geval detailhandel is toegestaan;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een zelfstandig horecabedrijf.
9.6. Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 9.5 sub a. en b. in die zin dat aan- of uitbouwen of bijgebouwen bij een (bedrijfs)woning worden gebruikt ten behoeve van mantelzorg, mits:
    • 1. de zorgbehoefte objectief aannemelijk is gemaakt;
    • 2. is aangetoond dat in de (bedrijfs)woning geen mogelijkheden zijn voor mantelzorg;
    • 3. mantelzorg plaatsvindt op een oppervlakte van ten hoogste 70 m²;
    • 4. de oppervlakte aan aan- en uitbouwen en bijgebouwen inclusief de oppervlakte ten behoeve van mantelzorg ten hoogste 300 m² bedraagt;
    • 5. het bijgebouw een ruimtelijke eenheid vormt met de woning;
    • 6. verzekerd is dat na beëindiging van de mantelzorg de daarvoor aangewende oppervlakte niet als zelfstandige woning in gebruik wordt genomen.
9.7. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:

  • de bestemming 'Maatschappelijk' wordt gewijzigd in de bestemmingen 'Horeca', 'Wonen - 1', 'Wonen - 2' of 'Wonen - Woongebouw', mits:
    • 1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1';
    • 2. het aantal woningen ten hoogste 16 zal bedragen;
    • 3. parkeren op eigen erf plaatsvindt;
    • 4. een goede ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing wordt gerealiseerd, waarbij wordt aangesloten op de ruimtelijke structuur en de kwaliteiten van de omgeving;
    • 5. voorafgaand aan de ontwikkeling van het gebied in vroegtijdig stadium overleg zal worden gepleegd met het waterschap;
    • 6. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
    • 7. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid, waarbij de bestemming 'Maatschappelijk' wordt gewijzigd in de bestemming(en) 'Horeca', 'Wonen - 1' en/of 'Wonen - 2' de regels van respectievelijk artikel 8, 18 en/of 19van overeenkomstige toepassing zijn;
    • 8. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid, waarbij de bestemming 'Maatschappelijk' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen - Woongebouw' de volgende regels gelden:
      • a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
      • b. de bouwhoogte van een woongebouw zal ten hoogste 11,00 m bedragen.