direct naar inhoud van Artikel 8: Horeca
Plan: Enumatil - Oostwold
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0022.BPENOW09BEHE1-VA01

Artikel 8: Horeca

8.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. horecabedrijven;
    • 2. een bedrijfswoning;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. wegen, straten en paden;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. speelvoorzieningen;
  • h. water;

met de daarbijbehorende:

  • i. tuinen, erven en terreinen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2. Bouwregels
8.2.1. Gebouwen genoemd in lid 8.1. sub a.

Voor het bouwen van de in lid 8.1. sub a. genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw zal binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. per horecabedrijf zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' zal de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste de aangegeven hoogte bedragen.
8.2.2. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal ten hoogste 70 m² bedragen;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen zullen ten minste 3,00 m achter de voorgevelrooilijn te worden gebouwd;
  • c. de goot- en bouwhoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste de goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw ten hoogste 3,00 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw ten hoogste 5,50 m bedraagt;
  • d. de afstand van aan- of uitbouwen en bijgebouwen tot de perceelgrens zal ten minste 1,00 m bedragen, tenzij het gebouw in de erfgrens wordt geplaatst.
8.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
8.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

8.4. Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 8.2.2. sub a. in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen wordt vergroot tot ten hoogste 100 m² indien de oppervlakte van het bouwperceel ten hoogste 600 m² bedraagt en na de toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen per bouwperceel niet meer bedraagt dan 200 m², dan wel de bestaande bebouwing indien deze groter is dan 200 m²;
    • 2. het bebouwingspercentage van het bouwperceel ten hoogste 50% bedraagt;
  • b. het bepaalde in lid 8.2.2. sub a. in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen wordt vergroot tot ten hoogste 100 m² indien de oppervlakte van het bouwperceel ten minste 600 m² bedraagt en na de toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen per bouwperceel niet meer bedraagt dan 300 m², dan wel de bestaande bebouwing indien deze groter is dan 300 m²;
  • c. het bepaalde in lid 8.2.2. sub b. in die zin dat aan- en uitbouwen en bijgebouwen minder dan 3,00 m achter de voorgevelrooilijn of op de voorgevelrooilijn worden gebouwd;
  • d. het bepaalde in lid 8.2.2. sub c. in die zin dat de goot- of bouwhoogte van (gedeelten van) een aan- of uitbouw wordt vergroot tot ten hoogste de goot- of bouwhoogte van het hoofdgebouw, mits:
    • 1. de afstand van de aan- of uitbouw tot de perceelgrens ten minste 3,00 m bedraagt.
8.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen bij een bedrijfswoning voor bewoning;
  • b. het gebruik van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning ten behoeve van mantelzorg;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een bar of bar-/dancing;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel, tenzij het detailhandel betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 8.1. genoemde doeleinden.
8.6. Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 8.4. sub a. en b. in die zin dat aan- of uitbouwen of bijgebouwen bij een bedrijfswoning worden gebruikt ten behoeve van mantelzorg, mits:
    • 1. de zorgbehoefte objectief aannemelijk is gemaakt;
    • 2. is aangetoond dat in de bedrijfswoning geen mogelijkheden zijn voor mantelzorg;
    • 3. mantelzorg plaatsvindt op een oppervlakte van ten hoogste 70 m²;
    • 4. de oppervlakte aan aan- en uitbouwen en bijgebouwen inclusief de oppervlakte ten behoeve van mantelzorg ten hoogste 300 m² bedraagt;
    • 5. het bijgebouw een ruimtelijke eenheid vormt met de woning;
    • 6. verzekerd is dat na beëindiging van de mantelzorg de daarvoor aangewende oppervlakte niet als zelfstandige woning in gebruik wordt genomen.