direct naar inhoud van REGELS
Plan: Buitengebied Leek - Westerdijk 13
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0022.BPBGEN15ONTW1-VA01

REGELS

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen (Artikel 1)

Aan artikel 1 van het bestemmingsplan Buitengebied Leek 17 maart 2010 worden de volgende begrippen toegevoegd, waarbij enkele dienen ter vervanging van het in aanhef gelijkluidende begrip.

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Buitengebied Leek - Westerdijk 13 met identificatienummer NL.IMRO.0022.BPBGEN15ONTW1-VA01 van de gemeente Leek;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;

1.3 plattelandswoning (nieuw)

een agrarische bedrijfswoning welke is gelegen binnen een agrarisch bouwblok welke gebruikt mag worden door derden die geen binding hebben met het agrarisch bedrijf;

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3 (artikel 6)

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied Leek 17 maart 2010 worden binnen de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 6 ongewijzigd van toepassing.

2.1 Bestemmingsomschrijving (6.1)

Aan 6.1 wordt een nieuw sublid o. toegevoegd.

o. een plattelandswoning, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning';

Aan 6.1 onder i. wordt na het woord 'bedrijfsgebouw' de volgende tekst toegevoegd: 'of ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning'';

Aan 6.1 onder j. wordt na het woord 'bedrijfswoning' de volgende tekst toegevoegd: 'of ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning'.

2.2 Bouwregels (6.2)
2.2.1 Gebouwen (6.2.2)

Aan lid 6.2.2 wordt een nieuw sublid m. en n. toegevoegd.

m. de afstand tussen de bestaande hoofdgebouwen aan de Westerdijk 11 en Westerdijk 13 mag niet worden verkleind, dan wel bebouwing worden toegevoegd;

n. in afwijking van het bepaalde onder c tot en met f gelden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandwoning' de volgende bouwregels:

  • 1. een plattelandswoning zal binnen het gebied ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning' worden gebouwd;
  • 2. de oppervlakte, goothoogte, bouwhoogte en dakhelling van een plattelandswoning zal ten minste en ten hoogste de bestaande oppervlakte, goothoogte, bouwhoogte en dakhelling bedragen.
2.2.2 Bedrijfswoningen (6.2.3)

Aan lid 6.2.3 sublid a. onder 2 wordt gewijzigd in:

2. ter plaatse van de aanduiding 'aantal bedrijfswoningen' het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan het op de plankaart aangegeven aantal, met dien verstande dat:

      • ter plaatse van de aanduiding 'relatie' niet meer dan 1 bedrijfswoning is toegestaan op het aangeduide deel;
      • ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning en ter plaatse van de aanduiding 'aantal bedrijfswoningen' niet meer dan 2 woningen zijn toegestaan binnen de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3';
2.3 Specifieke gebruiksregels
2.3.1 Strijdig gebruik (6.5.1)

Aan lid 6.5.1 wordt een nieuw sublid c. toegevoegd.

c. het in gebruik nemen van bijgebouwen als verblijfsruimte, gelegen tussen de bestaande hoofdgebouwen aan de Westerdijk 11 en Westerdijk 13.

Artikel 3 Werking

Het bestemmingsplan zoals dat luidt voorafgaand aan het moment van vaststelling van onderhavig bestemmingsplan, blijft van toepassing op de gronden waaraan in het onderhavige bestemmingsplan geen bestemming is gegeven.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel (van toepassing voor dit bestemmingsplan)

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Overige regels (van toepassing voor dit bestemmingsplan)

5.1 Algemene parkeerbepaling
  • a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden.
  • b. Bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van op dat moment van toepassing zijnde beleidsregels bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid.
  • c. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 1 en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht (van toepassing voor dit bestemmingsplan)

6.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig omgevingsvergunning verlenen van sublid a. voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
  • c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
6.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het

Bestemmingsplan Buitengebied Leek - Westerdijk 13

van de gemeente Leek .

Behorend bij het besluit van .....