direct naar inhoud van 2.1 Geologische geschiedenis
Plan: Buitengebied, partiële herziening diverse percelen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP098Buitengebied-50oh

2.1 Geologische geschiedenis

De gemeente Hoogezand-Sappemeer maakt deel uit van een uitgestrekt veengebied. Dit veengebied ontstond na de laatste ijstijd, in het Holoceen wanneer door stijging van de zeespiegel het gebied vochtiger werd. Het hoogveen breidde zich uit tot een aaneengesloten hoogveenmoeras: de Oostermoerse Venen. Het huidige veenkoloniale gebied ligt in een brede laagte, het oorspronkelijke dal van de oer-Hunze. Ten zuiden begrenzen de Hondsrug en het Drents Plateau het gebied. De ondergrond van het gebied wordt gevormd door zwak golvende dekzanden die in het dal van de oer-Hunze zijn afgezet. De afwatering van de venen verloopt in het noordwesten via het Drentsche Diep (dat ten zuiden van het Zuidlaardermeer ook wel Hunze of Oostermoersche Vaart wordt genoemd) en het zijriviertje Het Abrams Diepje. Ten zuidoosten van dat afwateringssysteem verloopt de afwatering via de oude E en ten zuidoosten daarvan via de Pekel Aa.

afbeelding "i_NL.IMRO.0018.BP098Buitengebied-50oh_0016.jpg"

Geomorfologische situatie vóór de vervening

Genoemde riviertjes, waaronder de Hunze, zijn van grote betekenis voor de vervening geweest. Zij vormden de toegangswegen voor het moeilijk toegankelijke hoogveencomplex en deden dienst als afwateringskanaal. Het Zuidlaardermeer ontstond uit de afwatering van de Hunze uit het zuiden en de eb- en vloedstromen uit het noorden. Een ander natuurlijk ontstaan water is het Foxholstermeer. Alle genoemde ontwikkelingen leiden er toe dat de volgende grondsoorten voorkomen:

  • Moerige podzolgronden met een veenkoloniaal dek (moerig = venig). Dit dek ontstaat door vermenging van een dunne laag zand, afkomstig uit de wijken en de zwetsloten, met een deel van het onderliggende, teruggestorte losse veen;
  • Veldpodzolgronden, bestaand uit leemarm en zwak lemig fijn zand (een podzolgrond is een grond met lagen waarin stoffen uit de ene laag inspoelen/uitspoelen in/uit de andere laag).

De hoogte in de gemeente varieert van - 2.7 (rond Waterhuizen) tot + 3.4 meter N.A.P. (kleine dekzandwelvingen en dekzandruggen rond Kiel-Windeweer).