direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Bedrijventerreinen Hoogezand-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP092HzWest-30va

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Structuurschets "Hart nodig"

In 1993 stelde de gemeenteraad een structuurschets vast, met de veelzeggende ondertitel "Een kernachtige visie op wonen en werken in de toekomst". De schets bestond in de basis uit een kaart van (het noordelijk deel van) de gemeente en een bondige geschreven toelichting. Op die kaart zijn de toenmalige toekomstplannen in beeld gebracht. In hoofdlijnen zijn maatregelen geschetst om sturing te geven en te zorgen voor voldoende werk en woningen. De bedrijventerreinen vallend in dit bestemmingsplan zijn in de structuurschets als industriegebied aangemerkt.

3.3.2 Toekomstvisie Boeg Beelden 2015

Boeg Beelden 2015 (vastgesteld december 2002) is een toekomstvisie met daarin de hoofdlijnen van beleid voor de Gemeente Hoogezand-Sappemeer in de periode tot 2015. Het geeft een breder kader voor zowel fysiek, economisch, sociaal als cultureel beleid.

Hoogezand-Sappemeer wil in 2015 een middelgrote levendige woon- en werkgemeente zijn, volop profiterend van haar unieke positie vlakbij Groningen en tegelijk met een eigen identiteit in een prachtig groene omgeving.

De ambities van de gemeente zijn omgezet in vier richtinggevende thema's:

  • Positie in de regio: schragen en schurken.
  • Bestaansbasis: wonen èn werken.
  • Sfeer en uitstraling: veilig, gezellig en actief.
  • Mens: gevarieerd en samen.

Voor de bedrijventerreinen wordt ingezet op een betere benutting van de bestaande bedrijventerreinen en invulling van nog uit te geven terreinen. Herstructurering en intensivering dienen ervoor te zorgen dat er geen grootschalige uitbreidingen van bedrijventerreinen nodig zijn. Hoogezand-Sappemeer zet zich in voor afstemming en thematisering op regionaal niveau. Hierbij kiest zij voor versterking van hoogwaardige en gemengde bedrijven op de bedrijventerreinen en het verder stimuleren en ruimte geven aan lokale werkgelegenheid in (kleinschalige) zakelijke dienstverlening, startende bedrijven, zorg en toerisme.

3.3.3 Economisch beleidsplan 2010-2014

Begin 2010 is het Economisch beleidsplan 2010-2014 vastgesteld, welke de economische beleidsnota "Hoogezand-Sappemeer werkt Door!" uit 2005 vervangt. De hoofdambitie van dit beleid is om de gewenste economische ontwikkeling in kaart te brengen en de werkgelegenheid te versterken binnen de lokale economie via activiteiten gericht op het direct en indirect faciliteren van het bedrijfsleven. Deze ambitie is verder uitgewerkt in doelstellingen en actiepunten rondom de volgende vier thema's:

  • Woon- werkomgeving: Optimaal benutten en behouden positie;
  • Arbeidsmarkt en scholing: Verhoging arbeidsparticipatie;
  • Economische structuur: benutten van de eigen kracht;
  • Organisatie en communicatie: Versterken verbindingen lokaal versus regionaal.

Op het gebied van bedrijventerreinen is de doelstelling om nu en op de langere termijn voldoende aanbod van goede kwaliteit bedrijventerreinen aan te bieden om ondernemers de ruimte te geven om te starten en door te groeien. Bij deze doelstelling zijn de volgende actiepunten geformuleerd:

  • Verkoop bedrijfskavels Rengers (fase 4) en op termijn ontwikkeling van fase 3.
  • Verkoop bedrijfskavels Foxhol.
  • Bemiddeling bedrijfskavels havengebonden bedrijventerreinen Westerbroek.
  • Bemiddeling bedrijfskavels Avebe.
  • Haalbaarheidsstudie uitvoeren Westerbroek West en woon-werk locatie in Sappemeer voor uitbreiding beschikbare bedrijventerreinen op langere termijn.
  • Participeren in programma bedrijventerreinen van de Regio Groningen-Assen 2030

Onderzoeken of naast bedrijvenpark Rengers ook andere bedrijventerreinen in de gemeente in aanmerking komen voor het keurmerk veilig ondernemen

3.3.4 Woonplan Hoogezand-Sappemeer

Als uitwerking van de ambitie uit de ontwikkelingsvisie "Boegbeelden 2015" om zich verder te ontwikkelen van een werkgemeente naar een woon- èn werkgemeente, is op 18 maart 2003 het Woonplan 2002-2006 vastgesteld. De plaatselijke woningcorporaties Lefier, Talma en Woonzorg Nederland waren betrokken in de projectgroep voor het woonplan, en onderschrijven het beleid. In het kader van de Regiovisie moet de gemeente in de periode 1997-2010 1500 woningen aan de voorraad toevoegen. Tot 2001 zijn er slechts 200 gerealiseerd, tot 2010 ligt er dus nog een opgave van 1300 woningen.

De Woonvisie 2008-2012 is in oktober 2008 door de gemeenteraad vastgesteld. Nieuwe inzichten in de bevolkingsontwikkeling en woningbehoefte maken dat het aannemelijk is dat de groei in de regio Groningen - Assen lager uitvalt dan eerder verwacht. Ook met de omlaag bijgestelde groeiverwachting blijven de ambities van de gemeente hoog.

Vitaliteit, kwaliteit, variëteit, duurzaamheid en 'mee kunnen doen' zijn de kernwaarden van de woonvisie.

De gemeente wil de variatie aan woonmilieus laten toenemen, bijvoorbeeld door wijkvernieuwing. De gemeente is gebaat bij een meer evenwichtige bevolkingsopbouw. De gemeente groeit en heeft relatief veel mensen met een laag inkomen en een laag opleidingsniveau.

De gemeente kiest er voor om te voorzien in de vraag naar woningen door eerst te bouwen op locaties in bestaand stedelijk gebied en vervolgens op uitbreidingslocaties aan de zuidkant van de gemeente.

3.3.5 Welstandsbeleid

De gemeente voert al sinds lange tijd welstandsbeleid. De beoordeling door de welstandscommissie vindt plaats aan redelijk eisen van welstand. Het welstandstoezicht maakt deel uit van het integrale ruimtelijke kwaliteitsbeleid van de gemeente. In de Welstandsnota (vastgesteld door de gemeenteraad op 27 april 2004) wordt per deelgebied een nadere analyse gegeven van het karakter en staan de welstandscriteria verwoord.

Het welstandstoezicht is met name gericht op het beheer van de bestaande bebouwing. Hier geldt een beleid van respecteren van het bestaande. Bij vernieuwing of nieuwbouw geldt een beleid van incidenteel wijzigen voor zowel plaatsing, hoofdvorm, aanzicht en opmaak.

De nota onderscheidt diverse gebieden in de gemeente. De welstandscriteria voor de bedrijventerreinen zijn per thema de volgende criteria geformuleerd:

Plaatsing

  • zoveel mogelijk respecteren bestaande plaatsing in de voorgevellijn;
  • onderlinge afstand zodanig dat bebouwingsbeeld open blijft;
  • representatieve ruimtes prominent aanwezig en zoveel mogelijk situeren aan de voorzijde;
  • aan de voorzijde gesloten wanden zoveel mogelijk voorkomen.

Hoofdvorm

  • onderling verschil in omvang gebouwen is mogelijk
  • overwegend enkelvoudige geleding
  • plastiek sober tot gemiddeld

Aanzicht

  • eigentijdse (industriële) bouwstijl is mogelijk;
  • zowel horizontale als verticale compositie is mogelijk;
  • detaillering sober tot gemiddeld.

Opmaak

  • gevarieerde kleurstelling;
  • materiaalgebruik overwegend steen, beton en staal;
  • reclame-uitingen worden ingepast in het totaalbeeld .

3.3.6 Verkeers- en vervoersbeleid

De hoofdlijnen van het verkeers- en vervoersbeleid voor Hoogezand-Sappemeer tot 2010 zijn aangegeven in de 'Nota Verkeers- en vervoerbeleid' die is vastgesteld op 30 september 1997.

Centraal in deze nota staat het streven om met dit verkeers- en vervoersbeleid een optimale bereikbaarheid van de Gemeente Hoogezand-Sappemeer te bewerkstelligen, waarbij een goede leefkwaliteit wordt gewaarborgd. Om deze doelstelling te bereiken is samenhangend beleid nodig waarbij we diverse maatregelen op een evenwichtige manier moeten inzetten. Om ook in de toekomst een goede bereikbaarheid van Hoogezand-Sappemeer te garanderen, zal de groei van de automobiliteit beperkt moeten worden. Dat kan alleen als mensen meer gebruik gaan maken van het openbaar vervoer en de fiets. Daarnaast wordt met het oog op autoverkeer, gelet op de aspecten veiligheid en beperking van de milieuhinder. De rode draad in het verkeers- en vervoersbeleid is de verkeersveiligheid.

De gemeente Hoogezand-Sappemeer onderscheidt met betrekking tot de infrastructuur op bedrijventerreinen twee wegcategorieën. De eerste categorie is de gebiedsontsluitingsweg, de tweede categorie betreft het verblijfsgebied (de overige wegen). Bij bedrijven en bedrijfsterreinen is het uitgangspunt dat parkeren op eigen terrein plaatsvindt.

3.3.7 Monumenten en archeologie

In de nota Monumentenbeleid (maart 1995) en in de Beleidsnotitie Monumenten in Hoogezand-Sappemeer is het monumentenbeleid verwoord. Uitgangspunt van het gemeentelijk monumentenbeleid is dat de cultuurhistorische waarde van Hoogezand-Sappemeer niet alleen ligt in een aantal losse waardevolle panden, maar in de historisch gegroeide vorm van de gemeente als geheel. Die groeiwijze is onlosmakelijk verbonden met de veenkoloniale geschiedenis. Het is de samenhang van bebouwing en omgeving die onze gemeente haar specifieke karakter geeft.

In het plangebied komen geen monumenten voor.

3.3.8 Detailhandel

De nota "Detailhandel in beweging" dateert van 26 maart 1996. Ter uitwerking van het detailhandelbeleid is in april 1998 het uitvoeringsplan vastgesteld. Op dit moment wordt het gemeentelijk detailhandelsbeleid geactualiseerd, medio 2010 zal het nieuwe beleid worden vastgesteld.

Het doel van het geldende detailhandelsbeleid is om de kwaliteit van het winkelaanbod in Hoogezand-Sappemeer te verhogen. Hierbij staat het opheffen van de sterke versnippering van de detailhandelstructuur voorop. Hiertoe zijn duidelijk afgebakende winkelgebieden aangewezen, ieder met een eigen functie voor huisvesting van detailhandel:

  • Een hoofdwinkelcentrum met aanloopgebied;
  • twee buurtwinkelcentra, in Sappemeer en Martenshoek;
  • een aantal buurtsteunpunten.

In de nota zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd:

  • de gemeente streeft naar concentratie van perifere detailhandel;
  • alleen de branches die hierboven zijn genoemd, zijn toegestaan;
  • alleen genoemde grootschalige detailhandel (groter dan 1000 m2 bedrijfsvloeroppervlak) mag zich op perifere locaties vestigen;
  • streven naar thematisering;
  • streven naar situering van perifere locaties die zowel goed bereikbaar zijn per openbaar vervoer als per auto;
  • perifere locaties grenzen niet direct aan een bestaand winkelgebied, met uitzondering van het aanloopgebied naar het stadshart en Martenshoek.

Perifere detailhandel is detailhandel uit bepaalde branches die zich perifeer mogen vestigen. Het gaat om detailhandel in volumineuze goederen, zoals de volgende branches: auto's, boten, caravans, bouwmaterialen, keukens en sanitair en woninginrichting.

De ontwikkeling van het 'Winkelpark' aan De Vosholen aan de zuidkant van Hoogezand is in volle gang. Hier is perifere detailhandel in de woninginrichting, keukens, sanitair en bouwmarkten zich aan het concentreren. Een tweetal bouwmarkten heeft hier de ruimte gevonden die niet meer aanwezig was in het bestaande stedelijk gebied, tussen of nabij overwegend woongebieden.

Dit bestemmingsplan maakt door middel van ontheffing nieuwe vestiging van detailhandel in volumineuze goederen mogelijk. Voorwaarde bij het verlenen van de ontheffing is dat de nieuwe ontwikkeling aantoonbaar geen nadelige invloed heeft op de uitgangspunten in dit detailhandelsbeleid.

3.3.9 Waterplan

De gemeente heeft samen met het waterschap Hunze en Aa's haar waterbeleid gevormd en daarvoor het Waterplan opgesteld. Het Waterplan bestaat uit een Visiedeel en een Uitvoeringsplan. Het Visiedeel geeft een doorkijk tot 2015, het Uitvoeringsplan is telkens bedoeld voor een periode van vier jaar (het huidige voor 2007-2010).

Basis van het Waterplan zijn de drietraps-strategieën voor waterkwantiteit: vasthouden - bergen - afvoeren en voor waterkwaliteit: schoonhouden - scheiden - zuiveren. Ruimte voor water en waterbewust bouwen en inrichten vormen belangrijke aandachtspunten voor het omgevingsbeleid. Daarbij moet aandacht zijn en blijven voor de historische, recreatieve en belevingsaspecten van water.

Water moet in de toekomst een volwaardig onderdeel van alle ruimtelijke plannen gaan vormen. Hiervoor is een regulier overleg ingesteld tussen de gemeente en het waterschap. Daarnaast wordt bij projecten de watertoets doorlopen waarmee water stevig in de plannen verankerd wordt. In het bij het waterplan behorende uitvoeringsplan is een aantal concrete projectvoorstellen opgenomen. In een gemeentebrede aanpak zullen alle locaties waar dit probleem optreedt geïnventariseerd worden en wordt in samenspraak met de bevolking gezocht naar bevredigende oplossingen.

Een andere relevant project betreft de berekening van de wateropgave voor de gemeente. Hierbij wordt per wijk/dorp beoordeeld in hoeverre in het watersysteem is toegerust op toekomstige ontwikkelingen. Dit gaat in het bijzonder om de klimatologische veranderingen met bijbehorende grotere neerslaghoeveelheden. Ook wordt beoordeeld in hoeverre in de huidige situatie er al een risico op wateroverlast bestaat. Deze berekeningen kunnen leiden tot een opgave voor aanpassingen in het watersysteem.