direct naar inhoud van Artikel 20 Leiding - Gas
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP090Buitengebied-31va

Artikel 20 Leiding - Gas

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor gastransportleidingen en gasontvangstations.

20.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde in de andere voorkomende bestemming(en), gelden voor het bouwen van alle bouwwerken de volgende regels:

  • a. alleen bouwwerken voor het leidingtransport van gas zijn toegelaten;
  • b. bouwwerken zijn toegelaten tot een hoogte van 5 meter, waarvan gebouwen elk tot een oppervlak van 20 m2.

20.3 Nadere eisen
20.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen, ter bescherming of verbetering van

  • het straat- en bebouwingsbeeld, en
  • de aanwezige cultuurhistorische, landschaps-, en natuurwaarden, en
  • de woonsituatie, en
  • de verkeersveiligheid, en
  • de sociale veiligheid, en
  • de milieusituatie, en
  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,

nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bebouwing.

20.3.2 Procedure

Voordat toepassing gegeven wordt aan deze bevoegdheid voor het stellen van nadere eisen zal belanghebbenden gedurende twee weken de gelegenheid geboden worden hun zienswijzen omtrent het voornemen naar voren te brengen.

20.4 Ontheffing van de bouwregels
20.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits

  • sprake is van een veilige (verkeers-, sociale en/of externe veiligheid) invulling, en
  • geen sprake is van verslechtering van de milieusituatie, en
  • geen sprake is van een onevenredige beperking van de gebruiksmogelijkheden van de omliggende percelen, en
  • geen onevenredige afbreuk gedaan wordt aan het doelmatig functioneren van de leiding en de veiligheid daarvan,

ontheffing verlenen van:

  • a. de op de plankaart of in de planregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, behalve waarvoor hiernavolgend andere maten en percentages genoemd worden;
  • b. de planregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, als een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • c. het bepaalde onder 20.1 en bouwwerken voor de andere voorkomende bestemming(en) toestaan, mits die bebouwing geen onevenredige afbreuk doet aan het doelmatig functioneren van de leiding en de veiligheid daarvan.
20.4.2 Procedure

Voordat toepassing gegeven wordt aan deze bevoegdheid voor het verlenen van ontheffing, zal belanghebbenden gedurende twee weken de gelegenheid geboden worden hun zienswijzen omtrent het voornemen naar voren te brengen. Een ontheffing kan onder beperkingen verleend worden en aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

20.5 Aanlegvergunning
20.5.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het afgraven of ophogen van gronden;
  • b. het aanbrengen van gesloten verharding;
  • c. het planten van diepwortelende of hoogopgaande beplanting;
  • d. het permanent opslaan van goederen en/of afvalstoffen;
  • e. het aanleggen, dempen of vergraven van watergangen.

20.5.2 Vrijstelling

Het onder het 20.5.1 genoemde verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op de eerste dag van terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
  • c. waarvoor eerder vergunning is verleend dan de eerste dag van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.

20.5.3 Voorwaarden

De vergunning wordt alleen verleend als:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van de leiding en de veiligheid daarvan;
  • b. werken of werkzaamheden geen gevaar voor personen en/of goederen opleveren;
  • c. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de leiding.

20.6 Wijzigingsbevoegdheid
20.6.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' te laten vervallen, mits het gebruik van de leiding permanent is komen te vervallen of de leiding zelf niet meer aanwezig is.

20.6.2 Procedure

Op de voorbereiding van een wijziging van het bestemmingsplan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.