Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Haren - Dilgt, Hemmen en Essen (deelgebied 5 en 6)
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0017.BPHDHB12UITB1-VA01

Artikel 6 Groen - 3

6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Groen - 3’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen;
  2. waardevolle bomen ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom';
met de daarbij behorende:
  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
6.2.2 Overige bouwwerken
Voor het bouwen van overige bouwwerken geldt de volgende regel:
  1. de bouwhoogte van overige bouwwerken mag niet meer dan 2,00 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1,00 meter mag bedragen.
6.3 Specifieke gebruiksregels
  1. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden voor:
    1. parkeervoorzieningen;
    2. uitwegen;
  2. Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
    1. het kappen of rooien van houtwallen, houtsingels en hagen, met dien verstande dat dit verbod niet van toepassing is op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
      1. het normale onderhoud betreffen;
      2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.  
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 Verbod
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
  • het kappen of rooien van bomen ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom'.
6.4.2 Uitzonderingen
Het in artikel 6 lid 4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
  • het normale onderhoud betreffen;
  • reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
6.4.3 Voorwaarden
De in artikel 6 lid 4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden van de gronden.