Zandwinning Strandheem te Opende

Tijdelijke ontheffing van het bestemmingsplan

ex artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening

Gemeente Grootegast

Burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast;

gezien de aanvraag ontvangen op 1 september 2010;

waarbij

– om een tijdelijke ontheffing van de bestemmingsplanvoorschriften wordt gevraagd voor het tijdelijk dempen van een deel van de plas Strandheem te Opende, kadastraal bekend gemeente Grootegast, sectie/nummers F4219, 4220, 4889;

dat op de percelen het bestemmingsplan ‘Strandheem’ vastgesteld op 29 april 1999, van toepassing is;

dat de percelen volgens de bij het bestemmingsplan ‘Strandheem’ behorende plankaart bestemd zijn voor:

'Water', waar artikel 10 van de bestemmingsplanvoorschriften op van toepassing is;

dat het tijdelijk dempen van een deel van de plas Strandheem te Opende strijdig is met het geldende bestemmingsplan omdat:

de gronden die door de ontgrondingen reeds zijn toegevoegd aan de doelbestemming 'Water', niet wederom onttrokken mogen worden aan deze bestemming;

dat verzocht wordt om een tijdelijke ontheffing van het bestemmingsplan 'Strandheem';

dat burgemeester en wethouders met het oog op de voorziening in een tijdelijke behoefte voor een bepaalde termijn ontheffing kunnen verlenen van het bestemmingsplan door toepassing van artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening voor de duur van maximaal 5 jaar;

dat de verplaatsing van circa 1.000.000 m3 zand in de voorgenomen periode van 1 oktober 2009 tot 1 april 2010 niet is gelukt vanwege de schorsing van de Raad van State van 22 oktober 2009 tot 8 maart 2010;

dat de Raad van State in het voordeel van de aanvrager heeft beslist, maar deze

niet in staat was om de laatste hoeveelheid zand nog voor 1 april 2010 te verplaatsen naar de plas Strandheem;

dat de werkzaamheden zullen bestaan uit het in depot brengen van de resterende hoeveelheidzand vanuit Ureterp in de plas Strandheem te Opende;

dat er gekozen is voor een manier van in depot brengen, welke naar verwachting minder schadelijk is voor de waterkwaliteit, daar er zand bovengronds wordt opgebracht in plaats van onder de waterspiegel, met inachtnemning van een maximale hoogte van de hoogte van het maaiveld (met een maximale hoogte tot de hoogte van het hart van de Parksterdwarsweg);

dat de tijdelijkheid voldoende is aangetoond, daar Poelman Zandhandel BV heeft verklaard dat de strijdigheid met het bestemmingsplan binnen 5 jaar teniet zal worden gedaan onder last van een dwangsom, met dien verstande dat ten behoeve van de doelbestemming 'Water' de diepte van de plas minimaal 2 meter zal bedragen;

dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende erven niet onevenredig worden belemmerd;

dat het plan vanaf 13 oktober 2010 gedurende zes weken ter inzage heeft gelegen, waarbij een ieder in de gelegenheid is gesteld binnen deze periode zijn of haar zienswijzen aan ons college kenbaar te maken;

dat van deze gelegenheid wel gebruik is gemaakt;

dat een mondelinge zienswijze is ingediend op 4 november 2010 en schriftelijk is bevestigd op 6 november 2010;

dat in de mondelinge zienswijze is aangegeven dat de tekeningen welke bij het ontwerpbesluit zijn gevoegd niet de juiste voorgenomen te realiseren situatie weergeven;

dat het dempen van een groter deel van de plas Strandheem dan aangegeven op de situatietekeningen bij het ontwerp-besluit, weinig impact heeft op de omgeving, mits het zand niet hoger zal komen dan het maaiveld, tevens om stofoverlast te voorkomen;

dat derhalve de mondelinge zienswijze gegrond is verklaard;

dat een schriftelijke zienswijze is ingediend op 22 november 2010;

dat de zienswijze zich voor het overgrote deel richt op de gedane melding in het kader van het Besluit bodemkwaliteit en dat daarnaast in het ontwerpbesluit ten onrechte is gesteld dat bovengronds in depot brengen van zand minder schadelijk is voor de waterkwaliteit en dat ten slotte de ontheffing enkel kan worden verleend bij een gelijktijdige goedkeuring van de inrichtingsverguning Wet milieubeheer van Zandhandel Poelman;

dat in de afweging of een tijdelijke ontheffing verleend kan worden het Besluit bodemkwaliteit juridisch gezien geen rol speelt;

dat het de gemeente er aan gelegen is om de waterkwaliteit van de plas Strandheem optimaal te houden en dat met het verlenen van de tijdelijke ontheffing de waterkwaliteit naar verwachting niet in het geding zal komen;

dat het juridisch gezien geen vereiste is dat een vergunning in het kader van de Wet milieubeheer is goedgekeurd, voordat een tijdelijke ontheffing kan worden verleend;

dat derhalve de ingediende schriftelijke zienswijze ongegrond is verklaard;

dat er een overleg heeft plaatsgevonden tussen de aanvragers van de tijdelijke ontheffing en afgevaardigden van de provincie Groningen, het waterschap Noorderzijlvest en de gemeente Grootegast op 4 oktober 2010;

dat tijdens dit overleg het maximale toe te stane oppervlak van de demping is bepaald en de maximale ophoging (tot maximaal maaiveldniveau) van het te dempen deel van de plas is vastgesteld;

dat op het terrein dat ontstaat na de demping geen zanddepot (opslag boven maaiveldniveau) zal worden gevestigd en dat op het terrein geen andere bedrijfsactiviteiten (bijvoorbeeld opslag van materialen of bouwstoffen, stalling van voertuigen, plaatsen van containers, mengen van verschillende soorten zand) zullen plaatsvinden;

besluiten

tijdelijke ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 10 van de voorschriften van het bestemmingsplan ‘Strandheem’, door toepassing van artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening te verlenen;

de tijdelijke ontheffing te verlenen voor:
- het tijdelijk dempen van een deel van de plas Strandheem te Opende, kadastraal bekend gemeente Grootegast, sectie/nummers F4219, 4220, 4889, conform de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte ruimtelijke onderbouwing en situatietekening van het tijdelijk te dempen deel van de plas Strandheem te Opende;

beide met ingang van 7 oktober 2010 en met een instandhoudingstermijn van 5 jaar tot uiterlijk 1 oktober 2015.

Grootegast,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast,

Namens deze,

E. Paré, Secretaris K.B. Dijkstra, Burgemeester