direct naar inhoud van Regels
Plan: Bestemmingsplan Herziening Bestemmingsregels Wonen 2
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan Herziening Bestemmingsregels Wonen 2 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01 van de gemeente Groningen.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.3 verbeelding:

de verbeelding van het bestemmingsplan Herziening Bestemmingsregels Wonen 2, met het identificatienummer NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01.

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.7 beschermd wonen:

wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.

1.8 bestaand:

      • bestaand legaal gebruik op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
      • een bouwwerk dat op het tijdstip van vaststelling van het bestemmingsplan aanwezig is, in uitvoering is of gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen.
1.9 bestaande legale kamerverhuur:

in afwijking van artikel 1.8 wordt onder bestaande legale kamerverhuur verstaan: het hebben of gebruiken van wooneenheden voor kamerverhuur
- voor zover ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Herziening Bestemmingsregels Wonen 2 legaal en daadwerkelijk aanwezig of
- voor zover nog niet aanwezig, maar wel legaal mogelijk op grond van vóór dat tijdstip verleende specifieke toestemmingen
- en in de op dat moment aanwezige configuratie van het aantal bewoners en het aantal wooneenheden c.q. woningen.

1.10 bestaand beschermd wonen:

in afwijking van artikel 1.8 wordt onder bestaand beschermd wonen verstaan daadwerkelijk gebruik voor beschermd wonen dat plaatsvond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan Herziening Bestemmingsregels Wonen 2 en dat tot dan was toegestaan krachtens de Wet ruimtelijke ordening of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.11 bestemmingsplan Bedrijfsperceel Wolddijk:

het bestemmingsplan Bedrijfsperceel Wolddijk met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP544BedrWolddijk-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 18-03-2015.

1.12 bestemmingsplan Bedrijventerrein Koningsweg:

het bestemmingsplan Bedrijventerrein Koningsweg met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP484bedrKoningswe-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

1.13 bestemmingsplan Beijum:

het bestemmingsplan Beijum met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP505Beijum-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

1.14 bestemmingsplan Bessemoerpark:

het bestemmingsplan Bessemoerpark met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP514Bessemoerpark-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 19-12-2012.

1.15 bestemmingsplan Binnenstad:

het bestemmingsplan Binnenstad met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP526Binnenstad-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-11-2014.

1.16 bestemmingsplan Binnenstad-Oost 2012:

het bestemmingsplan Binnenstad-Oost 2012 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP508BinnenstadOos-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 24-04-2013.

1.17 bestemmingsplan Bodenterrein - UMCG:

het bestemmingsplan Bodenterrein - UMCG met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP459BodenterreinU-oh01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-05-2010.

1.18 bestemmingsplan Buitengebied:

het bestemmingsplan Buitengebied met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP486Buitengebied-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 25-04-2011.

1.19 bestemmingsplan Coendersborg:

het bestemmingsplan Coendersborg met identificatienummer NL.IMRO.00140000450PCPCoendersb-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-10-2009.

1.20 bestemmingsplan Corpus den Hoorn 2008:

het bestemmingsplan Corpus den Hoorn 2008 met identificatienummer NL.IMRO.00140000458PCPCorpusdH-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 17-12-2008.

1.21 bestemmingsplan Cortinghborg:

het bestemmingsplan Cortinghborg met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP477Cortinghborg-oh01, vastgesteld door de raad van de gemeente Gronignen op 30-11-2011.

1.22 bestemmingsplan Cortinghborg II:

het bestemmingsplan Cortinghborg II met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP533Cortinghborg2-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Gronignen op 23-04-2014.

1.23 bestemmingsplan Damsterdiep 269 en 275:

het bestemmingsplan Damsterdiep 269 en 275 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP493Dmstd269en275-oh02, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-09-2011.

1.24 bestemmingsplan De Held I:

het bestemmingsplan De Held I met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP472DeHeldI-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 29-09-2010.

1.25 bestemmingsplan De Held III:

het bestemmingsplan De Held III met identificatienummer NL.IMRO.00140000454PCPdeHeldIII-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 17-06-2009.

1.26 bestemmingsplan De Hunze / Van Starkenborgh:

het bestemmingsplan De Hunze / Van Starkenborgh met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP473DeHunzeVanSta-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 20-10-2010.

1.27 bestemmingsplan De Meeuwen-De Brink 2017:

het bestemmingsplan De Meeuwen-De Brink 2017 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP569MeeuwBrink17-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-06-2017.

1.28 bestemmingsplan De Wijert:

het bestemmingsplan De Wijert met identificatienummer NL.IMRO.00140000455PCPdeWijert-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 27-01-2010.

1.29 bestemmingsplan Friesestraatweg-Hogeweg:

het bestemmingsplan Friesestraatweg - Hogeweg met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP512FrstrwHoogewe-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 30-01-2013.

1.30 bestemmingsplan Ebbingekwartier:

het bestemmingsplan Ebbingekwartier met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP506Ebbingekwarti-oh01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 25-01-2012.

1.31 bestemmingsplan Europapark 2013:

het bestemmingsplan Europapark 2013 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP527Europapar2013-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 25-09-2013.

1.32 bestemmingsplan Friesestraatweg 209:

het bestemmingsplan Friesestraatweg 209 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP581Friesestrw209-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-03-2018.

1.33 bestemmingsplan Grote Markt - Oostwand:

het bestemmingsplan Grote Markt - Oostwand met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP470GroteMarktOos-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 30-11-2011.

1.34 bestemmingsplan Halfweg:

het bestemmingsplan Halfweg met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP553Halfweg-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-06-2017.

1.35 bestemmingsplan Helpermaar 2014:

het bestemmingsplan Helpermaar 2014 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP539Helpermaar-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 18-02-2015.

1.36 bestemmingsplan Helpman:

het bestemmingsplan Helpman met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP471Helpman-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 20-10-2010.

1.37 bestemmingsplan Hoogkerk-Gravenburg:

het bestemmingsplan Hoogkerk-Gravenburg met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP482HoogkerkGrave-oh01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 22-06-2011 en gewijzigd vastgesteld op 18-07-2012.

1.38 bestemmingsplan Hoogkerk-Zuid 2016:

het bestemmingsplan Hoogkerk-Zuid 2016 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP562HoogkrkZd2016-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 29-03-2017.

1.39 bestemmingsplan Hoornse Meer, Hoornse Park en Piccardthof:

het bestemmingsplan Hoornse Meer, Hoornse Park en Piccardthof met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP485HoornseMeerHo-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-09-2011.

1.40 bestemmingsplan Hortusbuurt - Noorderplantsoen:

het bestemmingsplan Hortusbuurt - Noorderplantsoen met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP513HortusbuurtNo-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

1.41 bestemmingsplan Kardinge:

het bestemmingsplan Kardinge met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP530Kardinge-vg02, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-20-2016.

1.42 bestemmingsplan Kempkensberg - Engelse Kamp e.o.:

het bestemmingsplan Kempkensberg - Engelse Kamp e.o. met identificatienummer NL.IMRO.00140000449PCPKempkEngK-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 29-10-2008.

1.43 bestemmingsplan Korrewegwijk-de Hoogte 2009:

het bestemmingsplan Korrewegwijk-de Hoogte 2009 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP467Korrewegwijk-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 20-10-2010.

1.44 bestemmingsplan Kostverloren, Zeeheldenbuurt en Badstratenbuurt:

het bestemmingsplan Kostverloren, Zeeheldenbuurt en Badstratenbuurt met identificatienummer NL.IMRO.00140000427PCPKoZeBa-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 31-05-2006.

1.45 bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark:

het bestemmingsplan Kranenburg - Stadspark met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP504KranenbStadsp-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

1.46 bestemmingsplan La Liberté:

het bestemmingsplan La Liberté met identificatienummer NL.IMRO.00140000457PCPlaLiberte-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-01-2009.

1.47 bestemmingsplan Lewenborg/Ruischerwaard:

het bestemmingsplan Lewenborg/Ruischerwaard met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP497LewenborgRuis-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-03-2012.

1.48 bestemmingsplan Lintdorpen en Ruischerbrug:

het bestemmingsplan Lintdorpen en Ruischerbrug met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP523LintdorpenRui-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

1.49 bestemmingsplan Meerstad-Midden (Slochteren):

het bestemmingsplan Meerstad-Midden met identificatienummer NL.IMRO.0040000433PCPMeerstad, vastgesteld door de raad van de gemeente Slochteren op 20-12-2007.

1.50 bestemmingsplan Meerstad-Midden West:

het bestemmingsplan Meerstad-Midden West met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP568MeerstadMidW-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 31-01-2018.

1.51 bestemmingsplan Melisseweg:

het bestemmingsplan Melisseweg met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP561Melisseweg-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 15-12-2016.

1.52 bestemmingsplan Oosterhoogebrug en Ulgersmaborg:

het bestemmingsplan Oosterhoogebrug en Ulgersmaborg met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP491OosterhbUborg-oh01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 21-12-2011.

1.53 bestemmingsplan Oosterparkwijk:

het bestemmingsplan Oosterparkwijk met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-3-2012.

1.54 bestemmingsplan Oosterpoort:

het bestemmingsplan Oosterpoort met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP480Oosterpoort-vg02, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 29-05-2013.

1.55 bestemmingsplan Oranjebuurt - Noorderplantsoenbuurt:

het bestemmingsplan Oranjebuurt - Noorderplantsoenbuurt met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP532OranjeNoorder-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 17-12-2014.

1.56 bestemmingsplan Oud Zuid:

het bestemmingsplan Oud Zuid met identificatienummer NL.IMRO.00140000439PCPOudZuid-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 27-05-2009.

1.57 bestemmingsplan Paddepoel centrum:

het bestemmingsplan Paddepoel centrum met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP529Paddepoelcent-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

1.58 bestemmingsplan Paddepoel, Selwerd en Tuinwijk:

het bestemmingsplan Paddepoel, Selwerd en Tuinwijk met identificatienummer NL.IMRO.00140000453PCPPaddepoel-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 27-01-2010.

1.59 bestemmingsplan Partiele herziening bestemmingsplan Poelestraat-achterzijde:

het bestemmingsplan Partiele herziening bestemmingsplan Poelestraat-achterzijde met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP540ParthrzPoeles-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 29 oktober 2014.

1.60 Bestemmingsplan Poelestraat-achterzijde:

het bestemmingsplan Poelestraat-achterzijde met identificatienummer NL.IMRO.0014.BPPoelestrac-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 30-11-2016.

1.61 bestemmingsplan Polaris - Pleiadenlaan:

het bestemmingsplan Polaris-Pleiadenlaan met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP564Polaris-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

1.62 bestemmingsplan Pop Dijkemaweg:

het bestemmingsplan Pop Dijkemaweg met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP468PopDijkemaweg-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 30-01-2013.

1.63 bestemmingsplan Reitdiep 2012:

het bestemmingsplan Reitdiep 2012 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP495Reitdiep2012-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 18-07-2012.

1.64 bestemmingsplan Regiotram - tracédelen I en II:

het bestemmingsplan Regiotram - tracédelen I en II met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP490Regiotram1en2-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 18-07-2012.

1.65 bestemmingsplan Ruskenveen 2012:

het bestemmingsplan Ruskenveen 2012 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP522Ruskenveen-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

1.66 bestemmingsplan Schildersbuurt:

het bestemmingsplan Schildersbuurt met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP503Schildersbuur-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 19-12-2012.

1.67 bestemmingsplan Semmelweisstraat:

het bestemmingsplan Semmelweisstraat met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP502Semmelweisstr-oh01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 25-01-2012.

1.68 bestemmingsplan Sontweggebied - Damsterdiep:

het bestemmingsplan Sontweggebied - Damsterdiep met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP521Sontweggebied-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

1.69 bestemmingsplan Trefkoel:

het bestemmingsplan Trefkoel met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP501Trefkoel-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-09-2011.

1.70 bestemmingsplan Vinkhuizen 2007:

het bestemmingsplan Vinkhuizen 2007 met identificatienummer NL.IMRO.00140000430PCPVinkhui07-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 20-06-2007.

1.71 bestemmingsplan Vishoek, Hoekstraat en Muurstraat:

Het bestemmingsplan Vishoek, Hoekstraat en Muurstraat met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP556VisHoekMuurst-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 08-06-2016.

1.72 bestemmingsplan Waterrand Oosterparkwijk:

het bestemmingsplan waterrand Oosterparkwijk met identificatienummer NL.IMRO.00140000448PCPWaterrand-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 30-09-2009.

1.73 bestemmingsplan Westpark:

het bestemmingsplan Westpark met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP517Westpark-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 29-05-2013.

1.74 bestemmingsplan Woningsplitsing:

het bestemmingsplan Woningsplitsing met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP534Woningsplits-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 23-04-2014.

1.75 bestemmingsplan Woonwagenterrein Hoendiep:

het bestemmingsplan Woonwagenterrein Hoendiep met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP456WoonwHoendiep-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-01-2011.

1.76 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.77 gebruiksoppervlakte:

de vloeroppervlakte binnen de bouwmuren bepaald volgens NEN 2580 met dien verstande dat daarbij aangebouwde bergingen, garages en andere niet voor bewoning geschikte ruimtes niet worden meegeteld.

1.78 hoofdgebouw:

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.79 huishouden:

persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; hieronder niet begrepen bewoning in de vorm van kamerverhuur.

1.80 kamerverhuur:

gebruik voor bewoning anders dan door een huishouden of voor beschermd wonen.

1.81 mantelzorg:

intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;

1.82 meergeneratiewoning:

Een woonhuis met meerdere zelfstandige woningen die inpandig zijn verbonden en worden bewoond door huishoudens met een familierelatie, waarbij sprake is van mantelzorg voor ouderen of personen met een beperking.

1.83 onzelfstandige woning:

Een woning die geen zelfstandige woning is.

1.84 uitwerkingsplan De Zeilen:

het uitwerkingsplan De Zeilen met identificatienummer NL.IMRO.0014.UP009DeZeilen-vg01, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen op 21 mei 2019.

1.85 uitwerkingsplan Groenewei:

het uitwerkingsplan Groenewei met identificatienummer NL.IMRO.0014.UP008Groenewei-vg01, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen op 21 mei 2019.

1.86 uitwerkingsplan Meeroevers vlek 3 het Eiland:

het uitwerkingsplan Meeroevers vlek 3 het Eiland met identificatienummer NL.IMRO.0014.UP006Meeroevers3-vg01, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen op 20 september 2018.

1.87 uitwerkingsplan Plutolaan:

het uitwerkingsplan Plutolaan met identificatienummer NL.IMRO.0014.UP001Plutolaan-vg01, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen op 15 maart 2011.

1.88 uitwerkingsplan Reitdiep 2015:

het uitwerkingsplan Reitdiep 2015 met identificatienummer NL.IMRO.0014.UP550Reitdiep2015-vg01, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen op 15 december 2015.

1.89 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.90 zelfstandige woning:

een woning met een eigen afsluitbare toegang die een huishouden kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woonruimte.

Artikel 2 Toepassingsgebied

Dit bestemmingsplan is van toepassing op de in artikel 5 tot en met 74 bij deze regels genoemde bestemmings- en uitwerkingsplannen, voor zover die op de verbeelding zijn opgenomen met een gebiedsaanduiding 'overige zone - herziening', met daarachter de naam van het betreffende bestemmings- of uitwerkingsplan.

Artikel 3 Relatie met de geldende bestemmingsplannen

  • 1. De regels bij de in de artikelen 5 tot en met 74 genoemde bestemmings- en uitwerkingsplannen blijven onverminderd van kracht, met dien verstande dat:
    • a. de doorgehaalde passages komen te vervallen;
    • b. de gekleurd gearceerde tekstdelen worden ingevoegd;
    • c. hernummerde leden zijn gemarkeerd met een gekleurde gearceerde spatie,
    • d. waar in artikel 1 van deze herziening andere of afwijkende begripsbepalingen zijn opgenomen worden die opgenomen c.q. aangepast in de in de artikelen 5 tot en met 74 genoemde bestemmingsplannen, waar nodig onder vernummering van andere in die plannen voorkomende begripsbepalingen;
    • e. in de in de artikelen 5 tot en met 74 genoemde bestemmingsplannen in het hoofdstuk Algemene regels, of als dat niet aanwezig is, het daarmee best vergelijkbare hoofdstuk, wordt de tekst van Artikel 4 Verwijzing naar beleidsregels ingevoegd, voor zover nog niet in die plannen aanwezig, onder vernummering van de hoger genummerde artikelen.
  • 2. Voor zover niet anders bepaald op de verbeelding bij dit bestemmingsplan blijven de verbeeldingen behorende bij de bestemmingsplannen genoemd in artikel 5 tot en met 74 onverminderd van kracht, met dien verstande dat waar in dit bestemmingsplan bouwvlakken en maatvoeringsaanduidingen aanwezig zijn, deze in de plaats treden van de betreffende bouwvlakken zoals die voorkomen in de bestemmingsplannen genoemd in artikel 5 tot en met 74.
  • 3. Voor de in Artikel 2 Toepassingsgebied begrepen gronden vervalt het bestemmingsplan Woningsplitsing, voor zover dat daar van toepassing is.

Artikel 4 Verwijzing naar beleidsregels

4.1 Beleidsregels inzake splitsing en bewoning

Burgemeester en wethouders passen de in Hoofdstuk 2 opgenomen afwijkingsbevoegdheden voor:

  • 1. het gebruik van een woning anders dan door één huishouden;
  • 2. het veranderen en/of vergroten van een bestaande woning tot twee of meer zelfstandige woningen;
  • 3. het stellen van nadere eisen in de onder 1 en 2 genoemde situaties;

toe met inachtneming van met betrekking tot dit onderwerp vastgestelde beleidsregels of, als die er niet zijn, het ruimtelijk relevante deel van de door hen vastgestelde beleidsregels ten aanzien van woningonttrekking en woningvorming, zoals die beleidsregels gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning.

4.2 Beleidsregels inzake het beschermd wonen

Burgemeester en wethouders passen de in Hoofdstuk 2 opgenomen afwijkingsbevoegdheden voor het toestaan van beschermd wonen toe met inachtneming van door hen vastgestelde beleidsregels ten aanzien van beschermd wonen, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning. Hetzelfde geldt voor de in dat hoofdstuk opgenomen bevoegdheden tot het stellen van nadere eisen als die worden toegepast in een situatie waar beschermd wonen aan de orde is.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 5 Bestemmingsplan Bedrijfsperceel Wolddijk

De regels van het bestemmingsplan Bedrijfsperceel Wolddijk worden als volgt gewijzigd. KLAAR

5.1 Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • b. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat per bedrijf maximaal één bedrijfswoning is toegestaan;
  • c.  wonen; zelfstandige woningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen' met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • d.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen, kamerverhuur zelfstandige woningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen', met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • e.  logies met ontbijt, uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'bedrijfswoning' en 'wonen', met dien verstande dat logies met ontbijt uitsluitend is toegestaan in de (bedrijfs)woning en ten behoeve hiervan maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt en het wonen de hoofdfunctie blijft;
  • f. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • g.  ondergeschikte detailhandel;
  • h.  additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a.  lid 4.2.2 onder b voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 3 meter;
  • b. lid 4.1.c.1 en en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • c. lid 4.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • d. lid 4.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter dan 50 m² is.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1 onder a. zijn toegestaan;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan detailhandel als bedoeld onder lid 4.1 onder e;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bewoning, buiten de aanduidingen 'bedrijfswoning' en/of 'wonen';
  • d. het gebruik van de gronden voor recreatief nachtverblijf, anders dan als bedoeld onder lid 4.1 onder d.
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur of beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.f;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.1.c en 4.4.1.d.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a.  lid 4.5 onder a. juncto lid 4.1 onder a voor de vestiging van:
    • 1.  bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
    • 2.  kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten wonen-werken;
  • b. lid 4.5 onder f voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 4.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
5.2 Artikel 8 Algemene bouwregels

Dit artikel vervalt.

Artikel 6 Bestemmingsplan Bedrijventerrein Koningsweg

De regels van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Koningsweg worden als volgt gewijzigd. KLAAR

6.1 Artikel 7 Wonen - 1

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  maatschappelijke dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  • f.  additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

7.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 7.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 7.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 7.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  sublid 7.2.2 onder c, voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e.  sublid 7.2.2, onder d, voor een overschrijding van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • f.  sublid 7.2.3, onder a, onder 1, voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • g.  sublid 7.2.3, onder a, onder 3, voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • h.  sublid 7.2.3, onder a, onder 3, voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • i.  sublid 7.2.3, onder a, onder 4, voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • j.  sublid 7.2.3, onder a, voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. een kap is toegestaan;
  • k.  sublid 7.2.3, onder b, onder 1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • l.  sublid 7.2.3, onder b, onder 2, voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • m.  sublid 7.2.3, onder b, voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk in het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen, waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m² mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • n.  sublid 7.2.3, onder c, voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70 m2, waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • o.  sublid 7.2.3, onder c, voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m2, waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.c;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 7.4.b en c;
  • d.  het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • e.  het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • f.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen voor woonwagens;
  • g.  het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • h.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 7.1 is toegestaan.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 7.5, onder g, voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m²;
  • b. het bepaalde in lid 7.5, onder h, voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken';
  • c. het bepaalde in lid 7.5 onder b voor beschermd wonen.
6.2 Artikel 8 Wonen - 2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • c. zelfstandige woningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen', met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  zakelijke dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - zakelijke dienstverlening';
  • f.  bedrijven als bedoeld in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken' en detailhandel, met uitzondering van detailhandel in meubelen en voedings- en genotmiddelen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf;
  • g.  additionele voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

8.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 8.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 8.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 8.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  sublid 8.2.2 onder c, voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e.  sublid 8.2.2 onder e, voor een overschrijding van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • f.  sublid 8.2.3 onder a, onder 1, voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • g.  sublid 8.2.3, onder a, onder 3, voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • h.  sublid 8.2.3, onder a, onder 3, voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • i.  sublid 8.2.3, onder a, onder 4, voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • j.  sublid 8.2.3, onder a, voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. een kap is toegestaan;
  • k.  sublid 8.2.3, onder b, onder 1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • l.  sublid 8.2.3, onder b, onder 2, voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • m.  sublid 8.2.3, onder b, voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk in het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen, waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • n.  sublid 8.2.3, onder c, voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70 m2, waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • o.  sublid 8.2.3, onder c, voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m2, waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur of beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 8.1.b;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 8.4.b en c;
  • d.  het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • e.  het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning;
  • f.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen voor woonwagens;
  • g.  het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • h.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 8.1 is toegestaan.

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 8.5, onder g, voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m²;
  • b. het bepaalde in lid 8.5, onder h, voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken';
  • c. het bepaalde in lid 8.5 onder b voor beschermd wonen.
6.3 Artikel 9 Wonen - 3

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f.  één horecabedrijf in de categorieën horeca - 1, horeca -2 en horeca - 3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g.  parkeervoorzieningen;
  • h.  groenvoorzieningen en water;
  • i.  ontsluitingswegen, fiets- en voetpaden;
  • j.  additionele voorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

9.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 9.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 9.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 9.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d. het bepaalde in sublid 9.2.2 onder b, voor een overschrijding van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.

9.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 9.1.c;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 9.4. b en c;
  • d.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • e.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 9.1 is toegestaan;
  • f. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

9.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 9.1, onder f ten behoeve van de uitoefening van een horecabedrijf op de verdiepingen, mits het aantal horecabedrijven niet meer dan één bedraagt;
  • b. het bepaalde in lid lid 9.5, onder e, ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfsactiviteiten wonen-werken (bijlage 2);
  • c. het bepaalde in lid 9.5 onder b voor beschermd wonen.

Artikel 7 Bestemmingsplan Beijum

De regels van het bestemmingsplan Beijum worden als volgt gewijzigd. KLAAR

7.1 Artikel 1.51 kamerverhuurpand

Deze begripsbepaling vervalt.

7.2 Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • b. maatschappelijke dienstverlening;
  • c. zakelijke dienstverlening;
  • d.  wonen; zelfstandige woningen met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m² bedraagt, met uitzondering van meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • e. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • f. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • g.  een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  • h.  wegen, fiets- en voetpaden;
  • i.  parkeervoorzieningen;
  • j.  groenvoorzieningen;
  • k.  nutsvoorzieningen;
  • l.  additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen. 

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.1.d.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
  • b. het bepaalde in lid 4.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. het bepaalde in lid 4.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  het bepaalde in lid 4.2.2 onder b voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1 onder a zijn toegestaan;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' detailhandel in motorbrandstoffen zonder lpg is toegestaan;
  • c. het gebruik van de gronden voor recreatief nachtverblijf;
  • d. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.f;
  • e. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • f. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.1 b of lid 4.4.1 c. 

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a.  het bepaalde in lid 4.5 onder a juncto lid 4.1 onder a voor de vestiging van bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie ;
  • b. het bepaalde in lid 4.5 onder e voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 4.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
7.3 Artikel 5 Centrum

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met uitzondering van detailhandel in de vorm van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • c. zakelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • d. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder d is horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 toegestaan in het gehele winkelcentrum Beijum West, met dien verstande dat deze functie ook daar uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f.  wonen, zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. woningen, met uitzondering van de entree, niet zijn toegestaan op de begane grond, behoudens bestaand gebruik voor wonen op de begane grond;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m² bedraagt, met uitzondering van meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • g. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • h. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • i.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • j.  maximaal 2 standplaatsen voor straathandel, met dien verstande dat deze uitsluitend ter plaatse van het winkelcentrum Beijum West zijn toegestaan;
  • k.  wegen, fiets- en voetpaden;
  • l.  parkeervoorzieningen;
  • m.  groenvoorzieningen;
  • n.  recreatieve voorzieningen;
  • o.  nutsvoorzieningen;
  • p.  additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

5.4 Afwijken van de bouwregels

5.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a.  het bepaalde in lid 5.2.2 onder b voor het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met 4 meter;
  • b. het bepaalde in lid 5.1.e.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • c. het bepaalde in lid 5.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • d. het bepaalde in lid 5.2.1.b voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m². 

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a.  het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf;
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1.g;
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • d. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 5.4.1.c of lid 5.4.1.d.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.5.c voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 5.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

7.4 Artikel 6 Gemengd

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van
      meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de
      gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande
      gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande
      gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; 
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  kantoren, uitsluitend in combinatie met de functie wonen zelfstandige woningen;
  • f.  maatschappelijke en zakelijke dienstverlening;
  • g.  bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, uitsluitend op de percelen aan de Heratemaheerd én uitsluitend in combinatie met de functie wonen zelfstandige woningen;
  • h.  bedrijven als bedoeld in de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken, uitsluitend op de percelen aan de Heratemaheerd én uitsluitend in combinatie met de functie wonen zelfstandige woningen;
  • i.  wegen, fiets- en voetpaden;
  • j.  parkeervoorzieningen;
  • k.  groenvoorzieningen;
  • l.  nutsvoorzieningen;
  • m.  additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen. 

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a.  lid 6.2.2 onder c ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • b. lid 6.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
  • c. lid 6.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • d. lid 6.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 6.1 onder g zijn toegestaan;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.c;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • e. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 6.4.1.c of lid 6.4.1.d. 

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken,

  • a.  mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, van het bepaalde in lid 6.1 onder g juncto lid 6.5 onder a voor de vestiging van bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, mits het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • b. van lid 6.5.c voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 6.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
7.5 Artikel 8 Maatschappelijk

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke dienstverlening;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting; detailhandel en ondergeschikte horeca (theetuin) en wonen, ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
  • c.  wonen, zelfstandige woningen, ter plaatse van de aanduidingen 'gemengd' en 'wonen', met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van
      meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de
      gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande
      gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • d. zelfstandige woningen, ter plaatse van de aanduidingen 'gemengd' en 'wonen', met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • f.  horeca-3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g.  een sirenemast, ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie';
  • h.  wegen en paden;
  • i.  parkeervoorzieningen;
  • j.  groenvoorzieningen;
  • k.  nutsvoorzieningen;
  • l.  water;
  • m.  additionele voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

8.4 Afwijken van de bouwregels

8.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 8.1.c.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 8.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 8.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  lid 8.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • e.  lid 8.2.2 onder c voor het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10.

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 8.1.e;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 8.4.1.b of lid 8.4.1.c. 

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.5.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 8.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

7.6 Artikel 11 Wonen

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van
      meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de
      gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande
      gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.   bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur;  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e.  maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  • f.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • g.  additionele voorzieningen.

11.2 Bouwregels

11.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde doeleinden.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garageboxen' mogen uitsluitend garageboxen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20m2 per garagebox.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen uitsluitend bergingen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' mogen tot een hoogte van 3.5 meter geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd.
  • e. Nutsgebouwen mogen worden gebouwd tot een maximale oppervlakte van 25m2 en een maximale hoogte van 4 meter.
  • f. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
  • g. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' woningen of kamerverhuur te realiseren.

11.4 Afwijken van de bouwregels

11.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 11.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 11.2.1.f voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 11.2.1.f voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 11.2.2. onder d voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • e.  lid 11.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • f.  lid 11.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • g.  lid 11.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • h.  lid 11.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. een kap is toegestaan;
  • i.  lid 11.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • j.  lid 11.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • k.  lid 11.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • l.  lid 11.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied tot maximaal 70m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • m.  lid 11.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;

11.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken voor zelfstandige bewoning als afzonderlijke woning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 11.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 11.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 11.4.1.b of lid 11.4.1.c.

11.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 11.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 11.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 11.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 11.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
  • c. lid 11.5 onder f voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 11.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Bestemmingsplan Bessemoerpark

De regels van het bestemmingsplan Bessemoerpark worden als volgt gewijzigd. KLAAR

8.1 Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.   bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen;
  • e.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • f.  additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden;
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 6.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 6.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 6.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

6.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 6.4.1, is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.c;
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • d. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 6.4.1.b of lid 6.4.1.c;
  • e. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

 

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a.  lid 6.5.a voor het gebruik van hoofdgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten wonen-werken;
  • b. lid 6.5.c voor beschermd wonen.

Het bepaalde in lid 6.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 Bestemmingsplan Binnenstad

De regels van het bestemmingsplan Binnenstad worden als volgt gewijzigd.

9.1 Artikel 4 Centrum - 1

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum- 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat:
    • 1. deze functie, met uitzondering van de entree, uitsluitend op de verdiepingen en in de onderbouw is toegestaan;
    • 2. deze ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' tevens op de begane grond is toegestaan;
  • c.  zelfstandige woningen, met inbegrip van logies met ontbijt, met dien verstande dat:
    • 1. de functie woningen, met uitzondering van de entree, niet is toegestaan op de begane grond, behoudens bestaand gebruik voor wonen op de begane grond;
    • 2. logies met ontbijt uitsluitend is toegestaan in de woning en ten behoeve hiervan maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt en het wonen de hoofdfunctie blijft;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 4. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • d.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • f. daghoreca;
  • g. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3', met dien verstande dat:
    • 1. deze functie uitsluitend op de begane grond, dan wel in het souterrain en de daarboven gelegen bouwlaag, is toegestaan;
    • 2. deze functie tevens op de verdiepingen is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functie beperkt blijft tot de bestaande oppervlakte;
  • h. horeca - 1, horeca - 2, horeca - 3 en horeca - 4, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 4', met dien verstande dat:
    • 1. deze functie uitsluitend op de begane grond is toegestaan;
    • 2. deze functie tevens op de verdiepingen is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functie beperkt blijft tot de bestaande oppervlakte;
  • i. horeca - 5 uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5',
  • j. een automatiek, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - automatiek', met dien verstande dat:
    • 1. deze functie uitsluitend op de begane grond is toegestaan;
    • 2. deze functie tevens op de verdiepingen is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft;
  • k. een studentensociëteit, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - studentensociëteit;
  • l. een amusementshal ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - amusementshal';
  • m. cultuur en ontspanning, ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning';
  • n. culturele voorzieningen in de vorm van musea, expositieruimten en galerieën;
  • o. seksinrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting', voor zover het de bestaande seksinrichting betreft;
  • p. parkeergarages, al dan niet ondergronds, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • q. (fiets)parkeervoorzieningen;
  • r. een daktuin, ter plaatse van de aanduiding 'tuin';
  • s. additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.2.2 onder c, voor het overschrijden van de minimale bouwhoogte van de eerste bouwlaag;
  • b. lid 4.2.2 onder d en e, voor een platte afdekking of een bovenbeëindiging van een gebouw, anders dan een kap, mits:
    • 1. de denkbeeldige lijnen van de dakhelling, die volgens deze regels maximaal is toegestaan, niet worden overschreden, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen en dakkapellen van beperkte omvang;
    • 2. de toegestane maximale bouwhoogte in acht wordt genomen;
    • 3. een in stedenbouwkundig opzicht samenhangend straat- en bebouwingsbeeld ontstaat;
    • 4. geen afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van de directe omgeving;
    • 5. een goede verhouding met de overwegend voorkomende kapvorm van de directe omgeving is gewaarborgd;
  • c. lid 4.2.2 onder e, onder 3, voor het toestaan van dakterrassen, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de afstand tussen de omheining van het dakterras en de naar het openbaar gebied gerichte gevel dient minimaal 2 meter te bedragen;
    • 2. de hoogte van de omheining van het dakterras maximaal 1,20 meter bedraagt;
    • 3. het dakterras mag geen afbreuk doen aan de cultuurhistorische waarden van het gebouw dan wel van het straat- en bebouwingsbeeld;
  • d. lid 4.2.2 onder f, voor het samenvoegen van naast elkaar gelegen gebouwen, onder voorwaarde dat:
    • 1. deze afwijkingsbevoegdheid niet mag worden toegepast ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - samenvoegen';
    • 2. er onderzoek is verricht naar de bouw- en cultuurhistorische waarde van de gebouwen;
    • 3. handhaving van waardevolle delen is gewaarborgd;
    • 4. de parcellering na samenvoeging zichtbaar blijft;
    • 5. maximaal 4 naast elkaar gelegen panden worden samengevoegd, waarbij de gezamenlijke straatwandlengte van de samengevoegde panden maximaal 30 meter bedraagt;
    • 6. deze afwijkingsbevoegdheid niet mag worden toegepast voor het samenvoegen van een bestaand horecapand met een aanliggend pand met het oogmerk daarin één horecabedrijf te vestigen;
  • e. lid 4.2.2 onder h, voor het verwijderen van een al dan niet zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen als een gelijkwaardige zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen gewaarborgd is.
  • f.  het bepaalde in lid 4.1.c.3 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
  • g.  het bepaalde in lid 4.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de begane grond van gebouwen voor wonen anders dan toegestaan volgens lid 4.1 onder c sub 1;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • e. het gebruik van de begane grond van gebouwen voor zakelijke en maatschappelijke op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  • f. het gebruik van gebouwen voor horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3';
  • g. het gebruik van gebouwen voor horeca - 4 op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 4';
  • h. het gebruik van de verdiepingen van gebouwen voor horeca - 1, horeca - 2, horeca - 3 en horeca-4, met dien verstande dat dit verbod niet geldt voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functies beperkt blijven tot de bestaande oppervlakte;
  • i. het gebruik van gebouwen voor horeca - 5, op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
  • j. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een amusementshal, op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - amusementshal';
  • k. het gebruik van gebouwen voor een seksinrichting anders dan de bestaande seksinrichting;
  • l. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.d;
  • m. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • n. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 4.4.1.f.
9.2 Artikel 5 Centrum - 2

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat detailhandel op de verdieping(en) uitsluitend is toegestaan als deze functie eveneens op de begane grond is gevestigd;
  • b. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening;
  • c.  zelfstandige woningen, met inbegrip van logies met ontbijt, met dien verstande dat:
    • 1. de functie woningen, met uitzondering van de entree, niet is toegestaan op de begane grond, behoudens bestaand gebruik voor wonen op de begane grond;
    • 2. logies met ontbijt uitsluitend is toegestaan in de woning en ten behoeve hiervan maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt en het wonen de hoofdfunctie blijft;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m2 bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2 en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 4. het aantal woningen met een gebruiksoppervlakte niet groter dan 50 m2, ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', maximaal het op de verbeelding aangegeven aantal wooneenheden bedraagt;
    • 5. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • d.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • f. daghoreca;
  • g. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3', met dien verstande dat:
    • 1. deze functie uitsluitend op de begane grond, dan wel in het souterrain en de daarboven gelegen bouwlaag, is toegestaan;
    • 2. deze functie tevens op de verdiepingen is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functie beperkt blijft tot de bestaande oppervlakte;
    • 3. deze functie ter plaatse van de aanduiding 'horeca uitgesloten' niet is toegestaan;
  • h. horeca - 1, horeca - 2, horeca - 3 en horeca - 4, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 4', met dien verstande dat:
    • 1. deze functie uitsluitend op de begane grond is toegestaan;
    • 2. deze functie tevens op de verdiepingen is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functie beperkt blijft tot de bestaande oppervlakte;
  • i. horeca - 5, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5',
  • j. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende
    Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • k. bedrijven als bedoeld in de categorieën 3.1 en 3.2 van de bij dit plan behorende
    Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidzoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2', met dien verstande dat als categorie 3.2-bedrijf uitsluitend een bedrijf in hout en metaalbewerking (stadswerkplaats) is toegestaan;
  • l. een automatiek, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - automatiek', met dien verstande dat:
    • 1. deze functie uitsluitend op de begane grond is toegestaan;
    • 2. deze functie tevens op de verdiepingen is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft;
  • m. een studentensociëteit, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - studentensociëteit';
  • n. casino's, ter plaatse van de aanduiding 'casino';
  • o. een amusementshal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - amusementshal';
  • p. cultuur en ontspanning, ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning';
  • q. seksinrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting', voor zover het de bestaande seksinrichtingen betreft;
  • r. parkeergarages, al dan niet ondergronds, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • s. (fiets)parkeervoorzieningen;
  • t. nutsvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  • u. culturele voorzieningen in de vorm van musea, expositieruimten en galerieën;
  • v. sport;
  • w. additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

5.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 5.2.2 onder b, voor het overschrijden van de maximaal toegestane goothoogte en bouwhoogte tot maximaal 18 respectievelijk 22 meter, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - afwijkingsgebied';
  • b. lid 5.2.2 onder c, voor het overschrijden van de minimale bouwhoogte van de eerste bouwlaag;
  • c. lid 5.2.2 onder d en e, voor een platte afdekking of een bovenbeëindiging van een gebouw, anders dan een kap, mits:
    • 1. de denkbeeldige lijnen van de dakhelling, die volgens deze regels maximaal is toegestaan, niet worden overschreden, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen en dakkapellen van beperkte omvang;
    • 2. de toegestane maximale bouwhoogte in acht wordt genomen;
    • 3. een in stedenbouwkundig opzicht samenhangend straat- en bebouwingsbeeld ontstaat;
    • 4. geen afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van de directe omgeving;
    • 5. een goede verhouding met de overwegend voorkomende kapvorm van de directe omgeving is gewaarborgd;
  • d. lid 5.2.2 onder e, onder 3, voor het toestaan van dakterrassen, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de afstand tussen de omheining van het dakterras en de naar het openbaar gebied gerichte gevel dient minimaal 2 meter te bedragen;
    • 2. de hoogte van de omheining van het dakterras dient maximaal 1,20 meter te bedragen;
    • 3. het dakterras mag geen afbreuk doen aan de cultuurhistorische waarden van het gebouw dan wel van het straat- en bebouwingsbeeld;
  • e. lid 5.2.2 onder f, voor het samenvoegen van naast elkaar gelegen gebouwen, onder voorwaarde dat:
    • 1. er onderzoek is verricht naar de bouw- en cultuurhistorische waarde van de gebouwen;
    • 2. handhaving van waardevolle delen is gewaarborgd;
    • 3. de parcellering na samenvoeging zichtbaar blijft;
    • 4. maximaal 4 naast elkaar gelegen panden worden samengevoegd, waarbij de gezamenlijke straatwandlengte van de samengevoegde panden maximaal 30 meter bedraagt;
    • 5. deze afwijkingsbevoegdheid niet mag worden toegepast voor het samenvoegen van een bestaand horecapand met een aanliggend pand met het oogmerk daarin één horecabedrijf te vestigen.
  • f. lid 5.2.2 onder g, voor het verwijderen van een al dan niet zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen als een gelijkwaardige zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen gewaarborgd is;
  • g.  het bepaalde in lid 5.1.c.3 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
  • h.  het bepaalde in lid 5.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de begane grond van gebouwen voor wonen anders dan toegestaan volgens lid 5.1 onder c sub 1;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • e. het gebruik van de verdiepingen van gebouwen voor horeca - 1, horeca - 2, horeca - en horeca-4 , met dien verstande dat dit verbod niet geldt voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functies beperkt blijven tot de bestaande oppervlakte;
  • f. het gebruik van gebouwen voor horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3';
  • g. het gebruik van gebouwen ten behoeve van horeca - 4, op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horeca - 4';
  • h. het gebruik van gebouwen voor horeca - 5, op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
  • i. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 5.1 onder j en k zijn toegestaan;
  • j. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van studentensociëteiten op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - studentensociëteit';
  • k. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een amusementshal, op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - amusementshal';
  • l. het gebruik van gebouwen voor een seksinrichting anders dan de bestaande seksinrichtingen;
  • m. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1.e;
  • n. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • o. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 5.4.1.h.
9.3 Artikel 6 Gemengd - 1

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke en zakelijke dienstverlening met dien verstande dat deze functies op de verdieping(en) uitsluitend zijn toegestaan als deze functies eveneens op de begane grond zijn gevestigd;
  • b.  zelfstandige woningen, met inbegrip van logies met ontbijt, met dien verstande dat:
    • 1. logies met ontbijt uitsluitend is toegestaan in de woning en ten behoeve hiervan maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt en het wonen de hoofdfunctie blijft;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • c.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; uitsluitend in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers ;
  • d. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • e. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • f. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3', met dien verstande dat:
    • 1. deze functie uitsluitend op de begane grond, dan wel in het souterrain en de daarboven gelegen bouwlaag, is toegestaan;
    • 2. deze functie tevens op de verdieping is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functie beperkt blijft tot de bestaande oppervlakte;
  • g. horeca - 1, horeca - 2, horeca - 3 en horeca - 4, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 4', met dien verstande dat:
    • 1. deze functie uitsluitend op de begane grond is toegestaan;
    • 2. deze functie tevens op de verdiepingen is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functie beperkt blijft tot de bestaande oppervlakte;
  • h. horeca - 5, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5',
  • i. een café-restaurant uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 1';
  • j. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende
    Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • k. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1, 2 en 3.1 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1', met dien verstande dat als categorie 3.1-bedrijf uitsluitend een maquettebouwbedrijf is toegestaan;
  • l. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1, 2 en 3.2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2', met dien verstande dat als categorie 3.2-bedrijf uitsluitend een koffiebranderij is toegestaan;
  • m. culturele voorzieningen in de vorm van musea, expositieruimten, ateliers en galerieën;
  • n. seksinrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting', voor zover het de bestaande seksinrichtingen betreft;
  • o. een studentensociëteit, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - studentensociëteit';
  • p. sport;
  • q. recreatie;
  • r. parkeergarages, al dan niet ondergronds, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • s. (fiets)parkeervoorzieningen;
  • t. nutsvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening'.
  • u. additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 6.2.2 onder c, voor het overschrijden van de minimale bouwhoogte van de eerste bouwlaag;
  • b. lid 6.2.2 onder d en e, voor een platte afdekking of een bovenbeëindiging van een gebouw, anders dan eenkap, mits:
    • 1. de denkbeeldige lijnen van de dakhelling, die volgens deze regels maximaal is toegestaan, niet worden overschreden, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen en dakkapellen van beperkte omvang;
    • 2. de toegestane maximale bouwhoogte in acht wordt genomen;
    • 3. een in stedenbouwkundig opzicht samenhangend straat- en bebouwingsbeeld ontstaat;
    • 4. geen afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van de directe omgeving;
    • 5. een goede verhouding met de overwegend voorkomende kapvorm van de directe omgeving is gewaarborgd;
  • c. lid 6.2.2 onder e, onder 3, voor het toestaan van dakterrassen, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de afstand tussen de omheining van het dakterras en de naar het openbaar gebied gerichte gevel dient minimaal 2 meter te bedragen;
    • 2. de hoogte van de omheining van het dakterras dient maximaal 1,20 meter te bedragen;
    • 3. het dakterras mag geen afbreuk doen aan de cultuurhistorische waarden van het gebouw dan wel van het straat- en bebouwingsbeeld;
  • d. lid 6.2.2 onder f, voor het samenvoegen van naast elkaar gelegen gebouwen, onder voorwaarde dat:
    • 1. er onderzoek is verricht naar de bouw- en cultuurhistorische waarde van de gebouwen;
    • 2. handhaving van waardevolle delen is gewaarborgd;
    • 3. de parcellering na samenvoeging zichtbaar blijft;
    • 4. maximaal 4 naast elkaar gelegen panden worden samengevoegd, waarbij de gezamenlijke straatwandlengte van de samengevoegde panden maximaal 30 meter bedraagt;
    • 5. deze afwijkingsbevoegdheid niet mag worden toegepast voor het samenvoegen van een bestaand horecapand met een aanliggend pand met het oogmerk daarin één horecabedrijf te vestigen.
  • e. lid 6.2.2 onder g, voor het verwijderen van een al dan niet zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen als een gelijkwaardige zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen gewaarborgd is;
  • f.  het bepaalde in lid 6.1.b.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
  • g.  het bepaalde in lid 6.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 6.1 onder i en j zijn toegestaan;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • e. het gebruik van gebouwen voor horeca - 4 op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 4';
  • f. het gebruik van de verdiepingen van gebouwen voor horeca - 1, horeca - 2, horeca - 3 en horeca-4, met dien verstande dat dit verbod niet geldt voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functies beperkt blijven tot de bestaande oppervlakte;
  • g. het gebruik van gebouwen voor horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3';
  • h. het gebruik van gebouwen voor horeca - 5, op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5'
  • i. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • j. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van amusement, op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - amusementshal';
  • k. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van studentensociëteiten, anders dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - studentensociëteit';
  • l. het gebruik van gebouwen voor een seksinrichting anders dan de bestaande seksinrichtingen;
  • m. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.d;
  • n. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • o. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 6.4.1.g.
9.4 Artikel 7 Gemengd - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke en zakelijke dienstverlening met dien verstande dat deze functies op de verdieping(en) uitsluitend zijn toegestaan als deze functies eveneens op de begane grond zijn gevestigd;
  • b.  zelfstandige woningen, met inbegrip van logies met ontbijt, met dien verstande dat:
    • 1. logies met ontbijt uitsluitend is toegestaan in de woning en ten behoeve hiervan maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt en het wonen de hoofdfunctie blijft;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m2 bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2 en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de uitzondering uit lid 2 niet van toepassing is op Visserstraat 60b;
    • 4. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • c.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • d. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • e. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • f. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3', met dien verstande dat:
    • 1. deze functie uitsluitend op de begane grond, dan wel in het souterrain en de daarboven gelegen bouwlaag, is toegestaan;
    • 2. deze functie tevens op de verdiepingen is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functie beperkt blijft tot de bestaande oppervlakte;
  • g. horeca - 5, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
  • h. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende
    Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • i. bedrijven als bedoeld in categorieën 1, 2 en 3.1 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1', met dien verstande dat als categorie 3.1-bedrijf uitsluitend een garagebedrijf is toegestaan;
  • j. culturele voorzieningen in de vorm van musea, expositieruimten, ateliers en galerieën;
  • k. seksinrichtingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting', voor zover het de bestaande seksinrichtingen betreft;
  • l. parkeergarages, al dan niet ondergronds, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • m. (fiets)parkeervoorzieningen;
  • n. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 7.2.2 onder c, voor het overschrijden van de minimale bouwhoogte van de eerste bouwlaag;
  • b. lid 7.2.2 onder d en e, voor een platte afdekking of een bovenbeëindiging van een gebouw, anders dan een kap, mits:
    • 1. de denkbeeldige lijnen van de dakhelling, die volgens deze regels maximaal is toegestaan, niet worden overschreden, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen en dakkapellen van beperkte omvang;
    • 2. de toegestane maximale bouwhoogte in acht wordt genomen;
    • 3. een in stedenbouwkundig opzicht samenhangend straat- en bebouwingsbeeld ontstaat;
    • 4. geen afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van de directe omgeving;
    • 5. een goede verhouding met de overwegend voorkomende kapvorm van de directe omgeving is gewaarborgd;
  • c. lid 7.2.2 onder e, onder 3, voor het toestaan van dakterrassen, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de afstand tussen de omheining van het dakterras en de naar het openbaar gebied gerichte gevel dient minimaal 2 meter te bedragen;
    • 2. de hoogte van de omheining van het dakterras dient maximaal 1,20 meter te bedragen;
    • 3. het dakterras mag geen afbreuk doen aan de cultuurhistorische waarden van het gebouw dan wel van het straat- en bebouwingsbeeld;
  • d. lid 7.2.2 onder f, voor het samenvoegen van naast elkaar gelegen gebouwen, onder voorwaarde dat:
    • 1. er onderzoek is verricht naar de bouw- en cultuurhistorische waarde van de gebouwen;
    • 2. handhaving van waardevolle delen is gewaarborgd;
    • 3. de parcellering na samenvoeging zichtbaar blijft;
    • 4. maximaal 4 naast elkaar gelegen panden worden samengevoegd, waarbij de gezamenlijke straatwandlengte van de samengevoegde panden maximaal 30 meter bedraagt;
    • 5. deze afwijkingsbevoegdheid niet mag worden toegepast voor het samenvoegen van een bestaand horecapand met een aanliggend pand met het oogmerk daarin één horecabedrijf te vestigen;
  • e. lid 7.2.2 onder g, voor het verwijderen van een al dan niet zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen als een gelijkwaardige zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen gewaarborgd is;
  • f.  het bepaalde in lid 7.1.b.2 en i n een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
  • g.  het bepaalde in lid 7.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • d. het gebruik van gebouwen voor horeca - 4;
  • e. het gebruik van de verdiepingen van gebouwen voor horeca - 1, horeca - 2 en horeca, met dien verstande dat dit verbod niet geldt voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functies beperkt blijven tot de bestaande oppervlakte;
  • f. het gebruik van gebouwen voor horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3';
  • g. het gebruik van gebouwen voor horeca - 5 op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
  • h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel'.
  • i. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 7.1 onder h en i zijn toegestaan;
  • j. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van amusement, op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - amusementshal';
  • k. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van studentensociëteiten;
  • l. het gebruik van gebouwen voor een seksinrichting anders dan de bestaande seksinrichtingen;
  • m. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.d;
  • n. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • o. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 7.4.1.g.
9.5 Artikel 18 Algemene bouwregels

Dit artikel vervalt.

Artikel 10 Bestemmingsplan Binnenstad-Oost 2012

De regels van het bestemmingsplan Binnenstad-Oost 2012 worden als volgt gewijzigd.

10.1 Artikel 4 Centrum - 1

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m² bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4' en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. dat deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. is de functie woningen tevens toegestaan op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • c. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • d.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend  bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • f. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • g. detailhandel met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h. dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond; tevens is deze functie toegestaan in hogere bouwlagen als het dezelfde functie als op de begane grond betreft;
  • i. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten', met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • j. horeca - 1 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • k. horeca - 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • l. horeca - 3 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • m. horeca -2 en/of horeca-3 zowel op de begane grond als op de eerste verdieping ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-a';
  • n. studentensociëteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-studentensociëteit';
  • o. een garagebox, dan wel opslag, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum-garageboxen' op de begane grond;
  • p. verkeer;
  • q. additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen;
  • c. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.2.2 onder a voor overschrijding van het bouw- en/of maatvoeringsvlak met maximaal 2 meter;
  • b.  het bepaalde in lid 4.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
  • c.  het bepaalde in lid 4.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 4.1 is toegestaan;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1 onder e;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • g. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 4.4.1 onder c.
10.2 Artikel 5 Centrum - 2

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m2 bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4' en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. detailhandel tot een maximum van 200 m 2 verkoopvloeroppervlakte, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f. dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond; tevens is deze functie toegestaan in hogere bouwlagen als het dezelfde functie als op de begane grond betreft;
  • g. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten', met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h. horeca -1 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • i. horeca - 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • j. horeca - 3 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • k. horeca -2 en/of horeca-3 zowel op de begane grond als op de eerste verdieping ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-a';
  • l. een garagebox, dan wel opslag, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum-garageboxen' op de begane grond;
  • m. verkeer;
  • n. additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen;
  • c. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

5.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 5.2.2 onder a voor overschrijding van het bouw- en/of maatvoeringsvlak met maximaal 2 meter;
  • b. het bepaalde in lid 5.1.a en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
  • c. lid 5.2.2 onder d. voor het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • d.  het bepaalde in lid 5.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 5.1 is toegestaan;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1 onder c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden.
  • g. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 5.4.1 onder d.
10.3 Artikel 11 Wonen

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f. detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot een maximum oppervlak van 200 m² verkoopvloeroppervlakte;
  • g. een atelier ter plaatse van de aanduiding 'atelier' echter uitsluitend op de begane grond;
  • h. studentensociëteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-studentensociëteit';
  • i. een garagebox, dan wel opslag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-garageboxen', echter uitsluitend op de begane grond;
  • j. verkeer en parkeervoorzieningen;
  • k. additionele voorzieningen.

11.2 Bouwregels

11.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde doeleinden.
  • b. Ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1' is in afwijking van het bepaalde in de leden 11.2.2 ondere a, 11.2.3 en 11.2.4 tevens een ondergrondse parkeergarage toegestaan;
  • c. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

11.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. het bepaalde in lid 11.1.a en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
  • b. lid 11.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • c. lid 11.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • d. lid 11.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • e. lid 11.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidings- constructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 een kap is toegestaan;
  • f. lid 11.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • g. lid 11.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • h. lid 11.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • i. lid 11.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • j. lid 11.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd
  • k.  het bepaalde in lid 11.2.1.c:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

11.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 11.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 11.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden.

Artikel 11 Bestemmingsplan Bodenterrein - UMCG

De regels van het bestemmingsplan Bodenterrein - UMCG worden als volgt gewijzigd.

11.1 Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat:
    . deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
    . detailhandel in volumineuze goederen, grootschalige detailhandel in meubels en woninginrichting, bouwmarkten, tuincentra en detailhandel in motorbrandstoffen niet zijn toegestaan;
    . detailhandel in de vorm van een supermarkt niet is toegestaan;
  • b. horeca, echter uitsluitend in de vorm van horeca-5 met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
  • c. kantoren, maatschappelijke dienstverlening, zakelijke dienstverlening, en (overige) dienstverlening, echter uitsluitend op de begane grond, met dien verstande dat ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding-1 deze functies tevens op de verdieping zijn toegestaan;
  • d. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten die, in afwijking van het bepaalde in artikel 1, ook zijn toegestaan zonder de combinatie met de woonfunctie - echter uitsluitend mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
    - deze activiteiten komen voor op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken (bijlage 2), en
    - maximaal milieucategorie 2 als bedoeld in bijlage 1, en
    - op de begane grond, en
    - tot een maximum van 150 m² bruto vloeroppervlakte per vestiging;
  • e. recreatie, echter uitsluitend op de begane grond;
  • f. speur- en ontwikkelingswerk, echter uitsluitend tot maximaal milieucategorie 2 als bedoeld in bijlage 1;
  • g. sport, echter uitsluitend op de begane grond;
  • h.  zelfstandige woningen, ter plaatse van de aanduiding wonen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • i.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • j. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • k. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in de woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • l. autoverhuur, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf-autoverhuur;
  • m. garagebedrijf, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding garage;
  • n. speelvoorzieningen;
  • o. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  • p. additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • 1. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • 2. Binnen de hele bestemming zijn gebouwde parkeervoorzieningen toegestaan, met dien verstande dat:
    - bovengrondse gebouwde parkeervoorzieningen - vrijstaand of geïntegreerd in bebouwing erboven- zijn toegestaan onafhankelijk van het bebouwingspercentage, echter uitsluitend:
    binnen de bouwgrenzen en op een afstand van minimaal 3.5 meter tot de bouwgrenzen en tot een maximale hoogte van 3.50 meter gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, c.q. afdekking;
    - halfverdiepte gebouwde parkeervoorzieningen zijn toegestaan onafhankelijk van het bebouwingspercentage, echter uitsluitend: binnen de bouwgrenzen; tot een maximale hoogte van ten hoogste 1.20 meter gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, cq. afdekking;
    - ondergrondse parkeervoorzieningen zijn toegestaan onafhankelijk van het bebouwingspercentage en de bouwgrenzen, echter uitsluitend: mits de hoogte gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, cq. afdekking, zich maximaal ter hoogte van de aangrenzende weg bevindt.
  • 3. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 4.2.2 onder b indien middels een akoestisch onderzoek wordt aangetoond dat er voldaan wordt aan het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer of een gesteld maatwerkvoorschrift in het kader van dit besluit;
  • b. het bepaalde in lid 4.1.h en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • c. het bepaalde in lid 4.2.1.3:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d. het bepaalde in lid 4.2.2 onder d ten behoeve van het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • 1. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.j;
  • 2. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • 3. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 4.4.1.c.
11.2 Artikel 9 Wonen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen , zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;  
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in de woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten die, in afwijking van het bepaalde in artikel 1, ook zijn toegestaan zonder de combinatie met de woonfunctie - echter uitsluitend mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
    - deze activiteiten komen voor op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken (bijlage 2), en
    - maximaal milieucategorie 2 als bedoeld in bijlage 1, en
    - op de begane grond, en
    - tot een maximum van 150 m² bruto vloeroppervlakte per vestiging;
  • f. wegen, fiets- en voetpaden;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. additionele voorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

9.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 9.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met maximaal 3 meter;
  • b. het bepaalde in lid 9.2.2 onder c ten behoeve van het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • c. het bepaalde in lid 9.1.a en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • d. het bepaalde in lid 9.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

9.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 9.1 is toegestaan;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 9.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 9.4.1.d.

Artikel 12 Bestemmingsplan Buitengebied

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied worden als volgt gewijzigd.

12.1 Artikel 16 Wonen

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen, met uitzondering van kamerverhuur; woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  garage/bergingen ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • f.  de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', zoals beschreven in de bij dit plan behorende cultuurwaardenkaarten in de bijlage bij de toelichting;
  • g.  additionele voorzieningen.

16.2 Bouwregels

16.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 16.1 genoemde doeleinden. Hiervoor geldt dat het aantal woningen maximaal één, vrijstaande woning per bestemmingsvlak bedraagt, dan wel het op de kaart aangegeven maximum aantal woningen;
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

16.4 Afwijken van de bouwregels

16.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken verlenen van:

  • a. lid 16.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 16.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 11.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d. het bepaalde in lid 16.2.2 onder b en c voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte van de hoofdgebouwen tot maximaal respectievelijk 7 en 11 meter;
  • e.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder a.1, a.2 en a.3 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • f.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder a.4 voor het vergroten van de toegestane diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw tot maximaal 7 meter;
  • g.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder a.5 voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • h.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. een kap is toegestaan;
  • i.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder b.3 voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • j.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3,50 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 5 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • k.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder c voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot maximaal 100 m²;
  • l.  het bepaalde in lid 16.2.4 onder c tot maximaal 12 meter, met dien verstande dat reclame-uitingen niet hoger dat 6 meter mogen zijn;

16.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gebouwen voor kamerverhuur;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning en verblijfsrecreatie;
  • c. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 16.1 is toegestaan;
  • g. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van reclamedoeleinden;
  • h. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 16.1.c;
  • i. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • j. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 16.4.1.b of lid 16.4.1.c.

16.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 16.5 onder e voor het gebruik van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 100m². Het gestelde in lid 16.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. het bepaalde in lid 16.5 onder f voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 100 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten in bijlage 2. Het gestelde in lid 16.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. het bepaalde in lid 16.5 onder b, voor het realiseren van maximaal twee eenheden ten behoeve van verblijfsrecreatie in bestaande bijbehorende bouwwerken, voor zover gelegen aan het Pieterpad (de Paddepoelsterweg);
  • d. het bepaalde in lid 16.5 onder i voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing

Artikel 13 Bestemmingsplan Coendersborg

De regels van het bestemmingsplan Coendersborg worden als volgt gewijzigd.

13.1 Artikel 15 Wonen-1

15.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor wonen 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie niet meer dan twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f.  garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • g.  additionele voorzieningen, waaronder nutsvoorzieningen.

15.2 Bouwregels

15.2.1 Algemene bouwregels

  • a. er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 15.1 genoemde doeleinden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen uitsluitend garageboxen en bergingen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m2 per garagebox;
  • c. nutsgebouwen mogen worden gebouwd tot een maximale oppervlakte van 30 m2 en een maximale hoogte van 4 meter;
  • d. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen;
  • e. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' woningen of kamerverhuur te realiseren.

15.4 Ontheffing van de bouwregels

15.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. lid 15.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 15.2.1.d voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 15.2.1.d voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  het bepaalde in lid 15.2.2 onder b voor overschrijding van het maximale bebouwingspercentage met ten hoogste het getal 10;
  • e.  het bepaalde in lid 15.2.2 onder d voor vergroting van de maximale goot- en/of bouwhoogte met ten hoogste 4 meter;
  • f.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen (uitbreiding hoofdgebouw) op het achtererf met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw 5 meter bedraagt;
    • 3. het achtererf voor maximaal 50% wordt bebouwd;
  • g.  het bepaalde in lid 15.2.2 onder a en/of b of het bepaalde in lid 15.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan-, uitbouwen (uitbreiding hoofdgebouw) en/of bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte van de aan- of uitbouw 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale goothoogte van het bijgebouw 3 meter bedraagt;
    • 3. de maximale breedte van de aan- of uitbouw 4 meter bedraagt;
    • 4. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    • 5. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
  • h.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder b voor het vergroten van de maximale bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen op het achtererf tot 4,50 meter met dien verstande dat de goothoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen;
  • i.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder a of b voor het verkleinen van de afstand tot de zij- en achtererfscheiding en daarmee het bouwen van bijgebouwen tot op de perceelsgrens;
  • j.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder c voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot ten hoogste 70m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd.

15.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 15.1 is toegestaan;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 15.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 15.4.1.b of lid 15.4.1.c.

15.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 7.10, lid 1 van Wet ruimtelijke ordening juncto lid 15.5 onder d voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 15.4 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. het bepaalde in lid 7.10, lid 1 van Wet ruimtelijke ordening juncto lid 15.5 onder e voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 15.4 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. het bepaalde in lid 15.5 onder g voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 15.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
13.2 Artikel 16 Wonen - 2

16.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie niet meer dan twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  kantoren, zakelijke dienstverlening en medische instellingen, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  • f.  garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • g.  additionele voorzieningen, waaronder nutsvoorzieningen.

16.2 Bouwregels

16.2.1 Algemene bouwregels

  • a. er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 16.1 genoemde doeleinden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen uitsluitend garageboxen en bergingen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m2 per garagebox;
  • c. nutsgebouwen mogen worden gebouwd tot een maximale oppervlakte van 30 m2 en een maximale hoogte van 4 meter;
  • d. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

16.4 Ontheffing van de bouwregels

16.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. lid 16.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 16.2.1.d voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 16.2.1.d voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat niet kleiner is dan 50 m²;
  • d.  het bepaalde in lid 16.2.2 onder c voor vergroting van de maximale goot- en/of bouwhoogte met ten hoogste 4 meter;
  • e.  het bepaalde in lid 16.2.2 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen (uitbreiding hoofdgebouw) op het achtererf met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw 5 meter bedraagt;
    • 3. het achtererf voor maximaal 50% wordt bebouwd.
  • f.  het bepaalde in lid 16.2.2 onder a en/of b of het bepaalde in lid 16.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan-, uitbouwen (uitbreiding hoofdgebouw) en/of bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte van de aan- of uitbouw 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale goothoogte van het bijgebouw 3 meter bedraagt;
    • 3. de maximale breedte van de aan- of uitbouw 4 meter bedraagt;
    • 4. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    • 5. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
  • g.  het bepaalde in lid 16.2.2 onder d, e en f voor het ondergronds oprichten van gebouwen met een diepte, gemeten vanaf peil tot de onderkant van de onderste vloerlaag, van maximaal één bouwlaag, met dien verstande dat minimaal 50% van het perceel onbebouwd blijft;
  • h.  het bepaalde in lid 16.2.2 onder e voor het verkleinen van de afstand van de gebouwen tot één van de twee zijdelingse perceelgrenzen tot niet minder dan 3 meter met dien verstande dat de afstand tot de andere zijdelingse perceelgrens met een even grote afstand in meters wordt vergroot;
  • i.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder b voor het vergroten van de maximale bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen op het achtererf tot 4,50 meter met dien verstande dat de goothoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen;
  • j.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder a of b voor het verkleinen van de afstand tot de zij- en achtererfscheiding en daarmee het bouwen van bijgebouwen tot op de perceelsgrens;
  • k.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder c voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot ten hoogste 70 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd.

16.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van Wet ruimtelijke ordening lid 7.10, lid 1 van Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 16.1 is toegestaan;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 16.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 16.4.1.b of lid 16.4.1.c.

16.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 7.10, lid 1 van Wet ruimtelijke ordening juncto 16.5 onder d voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. het bepaalde in lid 7.10, lid 1 van Wet ruimtelijke ordening juncto 16.5 onder e voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. het bepaalde in lid 16.5 onder g voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Bestemmingsplan Corpus den Hoorn 2008

De regels van het bestemmingsplan Corpus den Hoorn 2008 worden als volgt gewijzigd.

14.1 Artikel 4 Centrum

4.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, - met uitzondering van detailhandel in brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in volumineuze goederen - met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot maximaal milieucategorie 2; echter, de functie maatschappelijke dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'm' is tevens toegestaan in de hogere bouwlagen;
  • c. bedrijven en instellingen voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen wonen-werken' (bijlage 2), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot maximaal milieucategorie 2;
  • d.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 4. zelfstandige woningen zijn toegestaan met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
      • minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • f.  horeca-1, horeca-2 en/of horeca-3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot een maximum van 2 vestigingen;
  • g.  standplaatsen;
  • h.  een periodieke markt;
  • i.  wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  • j.  additionele voorzieningen.

4.2 Bouwvoorschriften

4.2.1 Algemene bouwvoorschriften

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

4.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

4.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. lid 4.1.d.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 4.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 4.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d. het bepaalde in lid 4.2.2 onder b voor het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 3 meter;

4.5 Specifieke gebruiksbepalingen

4.5.1 Nadere regeling van de in lid 4.1 genoemde doeleinden

Een horecavestiging, zoals bedoeld in lid 4.1, mag een maximale oppervlakte hebben van ten hoogste 150 m² bruto vloeroppervlakte.

4.5.2 Verboden gebruik

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.e;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.1.b of lid 4.4.1.c.

4.5.3 Vrijstelling van de gebruiksbepalingen

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a.  van het bepaalde in lid 4.1 onder b en c en toestaan dat de bedoelde instellingen en bedrijven worden gevestigd in een hogere categorie dan 2, terwijl de activiteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met een instelling of bedrijf die/dat is genoemd in bijlage 1 en/of bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
  • b.  het bepaalde in lid 4.1 voor het toestaan van één extra vestiging ten behoeve van horeca 1, 2 of 3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot een maximale oppervlakte van 150 m² bruto vloeroppervlakte.
  • c. het bepaalde in lid 4.5.2.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 4.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
14.2 Artikel 6 Dienstverlening

6.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor dienstverlening aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zakelijke dienstverlening;
  • b. maatschappelijke dienstverlening,
    dit met dien verstande dat:
    . voorzieningen van levensbeschouwelijke aard, scholen, medische kinderdagverblijven, ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen niet zijn toegestaan;
    . ter plaatse van het perceel met de aanduiding '(zoh)' tevens een zorghotel is toegestaan;
    . in afwijking van het vorenstaande ter plaatse van het perceel met de aanduiding '(os)' de functie onderwijs is toegestaan;
  • c. kantoren;
  • d. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2 van de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen (bijlage 1) ter plaatse van de aanduiding (b), met dien verstande dat deze bedrijven uitsluitend zijn toegestaan voorzover het betreft: uitgeverijen c.a. (SBI 22), vervaardiging van kantoormachines en computers (SBI 30), vervaardiging van audio-, video-, telecomapparatuur e.d.(SBI 323), vervaardiging van medische en optische apparaten c.a. (SBI 33), post en telecommunicatie (SBI 64), verhuur van transportmiddelen etc. (SBI 71), computerservice- en informatietechnologie (SBI 72), speur- en ontwikkelingswerk (SBI 73), overige zakelijke dienstverlening (SBI 74), openbaar bestuur c.a. (SBI 75), auto- en motorrijscholen (SBI 8041);
  • e.  wonen; zelfstandige woningen, ter plaatse van de aanduiding '(w)', met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 3. zelfstandige woningen zijn toegestaan met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
      • minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • f. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • g.  detailhandel, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zoekgebied detailhandel' (zdh)' en tot een maximum van in totaal 500 m² v.v.o.;
  • h.  overige dienstverlening, waaronder kapperszaken en schoonheidsinstituten, echter uitsluitend ten westen van de Van Swietenlaan;
  • i.  horecabedrijven, uitsluitend in de vorm van maximaal één horeca-5-vestiging ter plaatse van de aanduiding (h);
  • j.  wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  • k.  additionele voorzieningen.

6.2 Bouwvoorschriften

6.2.1 Algemene bouwvoorschriften

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

6.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

6.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. lid 6.1.e.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 6.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 6.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  het bepaalde in lid 6.2.2 onder a voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak met een totale oppervlakte van ten hoogste 50 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3 meter;
  • e.  het bepaalde in lid 6.2.2 onder b voor het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met ten hoogste het getal 10 en/ of de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 3 meter.

6.5 Specifieke gebruiksbepalingen

6.5.1 Nadere regeling van de in lid 6.1 genoemde doeleinden

  • 1. De maximale bruto vloeroppervlakte van de functie 'sportvoorzieningen, zoals bedoeld in lid 6.1 onder b mag ten hoogste 150 m² bedragen.
  • 2. De maximale bruto vloeroppervlakte van de functie 'overige dienstverlening', zoals bedoeld in lid 6.1 onder f h mag ten hoogste 100 m² bedragen.

6.5.2 Verboden gebruik

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.f;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 6.4.1.b of lid 6.4.1.c.

6.5.3 Vrijstelling van de gebruiksbepalingen

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • 1. het bepaalde in lid 6.1 onder d en toestaan dat de bedoelde bedrijven worden gevestigd in een hogere categorie dan 3.2, terwijl de activiteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met een bedrijf dat is genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2;
  • 2. het bepaalde in lid 6.1 onder g voor het toestaan van maximaal één extra horecavestiging, met dien verstande dat:
    - deze uitsluitend is toegestaan ten westen van de Van Swietenlaan, en
    - uitsluitend horeca-1, horeca-2 of horeca-3 is toegestaan, en
    - de bruto vloeroppervlakte ten hoogste 150 m² bedraagt;
  • 3. lid 6.5.2.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 6.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
14.3 Artikel 7 Gemengd

7.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • c.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 3.   bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur;   zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
      • minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • d. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • e.  zakelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f.  bedrijven en instellingen voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen wonen-werken' (bijlage 2), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot maximaal milieucategorie 2;
  • g.  horeca-1, horeca-2 en/of horeca-3, met dien verstande dat maximaal 1 vestiging is toegestaan, echter uitsluitend aan de Paterswoldseweg en uitsluitend op de begane grond;
  • h.  sport, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • i.  detailhandel - met uitzondering van een supermarkt en/of detailhandel in brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in volumineuze goederen- met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • j.  recreatie, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • k.  wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  • l.  additionele voorzieningen.

7.2 Bouwvoorschriften

7.2.1 Algemene bouwvoorschriften

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

7.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

7.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. lid 7.1.c.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 7.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 7.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  het bepaalde in lid 7.2.2 onder b voor het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 4 meter;
  • e.  het bepaalde in lid 7.2.3 onder b voor het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 3 meter. 

7.5 Specifieke gebruiksbepalingen

7.5.2 Verboden gebruik

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.d;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 7.4.1.b of lid 7.4.1.c.

7.5.3 Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 7.1 onder f en toestaan dat de bedoelde bedrijven worden gevestigd in een hogere categorie dan 2, terwijl de activiteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met een bedrijf dat is genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
  • b. lid 7.5.2.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 7.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
14.4 Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke dienstverlening tot maximaal milieucategorie-2, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding ziekenhuis '(zkh)' maximaal milieucategorie-4 is toegestaan;
  • b.  wonen, zelfstandige woningen, ter plaatse van de aanduiding '(w)', met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 3. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
      • minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  • e.  groenvoorzieningen;
  • f.  water;
  • g.  additionele voorzieningen.

10.2 Bouwvoorschriften

10.2.1 Algemene bouwvoorschriften

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 10.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

10.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

10.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. lid 10.1.b.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 10.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 10.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  het bepaalde in lid 10.2.2 onder a voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak met een totale oppervlakte van ten hoogste 50 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3 meter;
  • e.  het bepaalde in lid 10.2.2 onder b voor het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met ten hoogste het getal 10 en/ of de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 4 meter;
  • f.  het bepaalde in lid 10.2.3 onder a voor het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 3 meter.
  • g.  het bepaalde in lid 10.2.3 onder b voor het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 3 meter. 

10.5 Specifieke gebruiksbepalingen

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 10.1 onder a en toestaan dat de bedoelde instellingen worden gevestigd in een hogere categorie dan de daar vermelde categorie 2 respectievelijk - ter plaatse van de aanduiding ziekenhuis - 4, indien de activiteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met een instelling als bedoeld in lid 10.1 onder a.

10.6 Verboden gebruik

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 10.1.c;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 10.4.1.b of lid 10.4.1.c.

10.7 Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.6.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 10.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

14.5 Artikel 16 Wonen

16.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen - al dan niet in combinatie met aan huis verbonden beroepen - in een woning en/of de daarbij behorende aan- of uitbouwen (inclusief aangebouwde bijgebouwen), met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 3.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
      • minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • b. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • c.  garageboxen, ter plaatse van de aanduiding '(ga)';
  • d.  bijgebouwen, ter plaatse van de aanduiding '(bg)';
  • e.  dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding '(dv)', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f.  bedrijven, als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen', met uitzondering van geluidzoneringplichtige inrichtingen, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding (b);
  • g.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie niet meer dan twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • h.  wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  • i.  additionele voorzieningen.

16.2 Bouwvoorschriften

16.2.1 Algemene bouwvoorschriften

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 16.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

16.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

16.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. lid 16.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 16.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 16.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  het bepaalde in lid 16.2.2 onder b. voor het vergroten van de maximaal toegestane bouw- dan wel goothoogte met ten hoogste 4 meter;
  • e.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder a1 voor het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met ten hoogste 0.5 meter;
  • f.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder a2 voor het vergroten van de maximaal toegestane diepte met ten hoogste 1 meter;
  • g.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder a3 voor het bouwen tot op de perceelsgrens;
  • h.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder b voor het vergroten van de maximale bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen op het achtererf tot 4.5 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • i.  het bepaalde in lid 16.2.3 voor het oprichten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    - de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen maximaal 4 meter bedraagt;
    - de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen maximaal 3.50 meter bedraagt;
    - een kap is toegestaan;
    - de breedte maximaal 4 meter bedraagt;
    - de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    - het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
  • j.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder c. juncto lid 16.2.4 onder d voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot ten hoogste 70 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit overeenkomstig bijlage 2 in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% mag worden bebouwd;
  • k.  het bepaalde in lid 16.2.4 onder c. tot ten hoogste 10 meter.

16.5 Specifieke gebruiksbepalingen

  • a. De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep mag niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende aan- of uitbouwen, tot een maximum van 45 m².
  • b. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 16.2.1 juncto lid 20.1 wordt in ieder geval gerekend:
    • 1. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
    • 2. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
    • 3. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
    • 4. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
    • 5. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 16.1 is toegestaan;
    • 6. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 16.1.b;
    • 7. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
    • 8. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 16.4.1.b of lid 16.4.1.c;
  • c. Overtreding van het bepaalde onder b is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a, onder 2°, van de Wet op de economische delicten.

16.6 Vrijstelling van de gebruiksbepalingen

  • a. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 16.5 onder a voor het vergroten van de gezamenlijke bruto vloeroppervlakte ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m², met dien verstande dat:
    de totale bruto vloeroppervlakte ten behoeve van een aan huis verbonden beroep en/of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit per perceel niet meer mag bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende gebouwen, en niet meer dan 70 m².
    Het gestelde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 16.2.1 juncto lid 20.1 en lid 16.5 onder b4 voor het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan tot een maximum van 70 m², met dien verstande dat:
    de totale bruto vloeroppervlakte ten behoeve van een aan huis verbonden beroep en/of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit per perceel niet meer mag bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende gebouwen, en niet meer dan 70 m².
    Het gestelde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 16.2.1 juncto lid 20.1 en lid 16.5 onder b5 voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van Bedrijfstypen wonen-werken (bijlage 2), met dien verstande dat:
    de totale bruto vloeroppervlakte ten behoeve van een aan huis verbonden beroep en/of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit per perceel niet meer mag bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende gebouwen, en niet meer dan 70 m².
  • d. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.5.b.7 voor beschermd wonen.

Het gestelde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15 Bestemmingsplan Cortinghborg

De regels van het bestemmingsplan Cortinghborg worden als volgt gewijzigd.

15.1 Artikel 6 Wonen - 1

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. wegen, fiets- en voetpaden;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 6.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 6.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen voor woonwagens;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroepen;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 6.1 is toegestaan.
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • h. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 6.4.b.
15.2 Artikel 7 Wonen - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. wegen, fiets- en voetpaden;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 7.2.2 onder a voor het overschrijden van de bouwgrens met 2 meter;
  • b. lid 7.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
  • c. lid 7.2.2. onder f als anderszins voldaan kan worden aan de normen van de Wet geluidhinder;
  • d. lid 7.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen voor woonwagens;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 7.1 is toegestaan;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.c;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • e. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 7.4.1.d;
  • f. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

Artikel 16 Bestemmingsplan Cortinghborg II

De regels van het bestemmingsplan Cortinghborg II worden als volgt gewijzigd.

16.1 Artikel 6 Wonen - 1

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. wegen, fiets- en voetpaden;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 6.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 6.2.2 onder a voor het overschrijden van de bouwgrens met 2 meter;
  • c. lid 6.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 6.1 is toegestaan;
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.c;
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • d. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 6.4.1.c;
  • e. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.
16.2 Artikel 7 Wonen - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. naast wonen is eveneens zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, sport, horeca en detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'gemengd', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e. wegen, fiets- en voetpaden;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 7.1.a.1 en toestaan dat de gebruiksoppervlakte van een woning minimaal 40 m2 bedraagt;
  • b. lid 7.2.2 onder a voor het overschrijden van het bouwvlak met 2 meter;
  • c. lid 7.2.2 onder e als anderszins voldaan kan worden aan de normen van de Wet geluidhinder;
  • d. lid 7.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 16.4 is toegestaan.
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.c;
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • d. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 7.4.1.d; het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 16.4 is toegestaan
  • e. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.
16.3 Artikel 8 Wonen - 3

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' en een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. fiets- en voetpaden;
  • e. additionele voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

8.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 8.2.2 onder d als anderszins voldaan kan worden aan de normen van de Wet geluidhinder;
  • b. lid 8.2.2onder b waarbij het maatvoeringsvlak binnen het bouwvlak mag worden verschoven;
  • c. lid 8.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • d. lid 8.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 8.1 is toegestaan;
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 8.1.c;
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • d. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 8.4.1.d;
  • e. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

Artikel 17 Bestemmingsplan Damsterdiep 269 en 275

De regels van het bestemmingsplan Damsterdiep 269 en 275 worden als volgt gewijzigd.

17.1 Artikel 5 Wonen

5.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.   wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.   bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  parkeervoorzieningen;
  • e.  groenvoorzieningen;
  • f.  additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

5.4 Afwijken van de bouwregels

5.4.1 Afwijkingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 5.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
      • als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
      • ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 5.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 5.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  het bepaalde in lid 5.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • e.  het bepaalde in lid 5.2.3 onder a.2 voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens.

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • d. het gebruik van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 5.1 is toegestaan;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1 onder c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 5.4.1.b of lid 5.4.1.c.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. Het bepaalde in lid 5.5 onder e voor het gebruik van hoofdgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 5.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing.
  • b. het bepaalde in lid 5.5 onder g voor beschermd wonen.

Artikel 18 Bestemmingsplan De Held I

De regels van het bestemmingsplan De Held I worden als volgt gewijzigd.

18.1 Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; 
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  • f.  dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  • g.  standplaatsen voor woonwagens, ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats';
  • h.  additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a. er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' mogen uitsluitend woonwagens en de daarbij behorende bijgebouwen worden gebouwd;
  • c. het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

7.4 Ontheffing van de bouwregels

7.4.1. Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. lid 7.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 7.2.1.c voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 7.2.1.c voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  het bepaalde in lid 7.2.2 onder c voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e.  het bepaalde in lid 7.3.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4 meter;
  • f.  het bepaalde in lid 7.3.3 onder a.2 voor het vergroten van de de toegestane diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw tot maximaal 5 meter;
  • g.  het bepaalde in lid 7.3.3 onder a.3 voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • h.  het bepaalde in lid 7.3.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen maximaal 4 meter bedraagt;
    • 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen maximaal 3,50 meter bedraagt;
    • 3. een kap is toegestaan;
    • 4. de breedte maximaal 4 meter bedraagt;
    • 5. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    • 6. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
  • i.  het bepaalde in lid 7.3.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • j.  het bepaalde in lid 7.3.3 onder b.2 voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • k.  het bepaalde in lid 7.3.3 onder c voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot maximaal 70 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd;
  • l.  het bepaalde in lid 7.3.3 onder d voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4 meter.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen, met uitzondering van de gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats';
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van woonhuizen, ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats';
  • e. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten;
  • g. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.c;
  • h. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • i. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 7.4.1.c.

7.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 7.5 onder e voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 7.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. het bepaalde in lid 7.5 onder f voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 7.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. het bepaalde in lid 7.5 onder h voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 7.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 19 Bestemmingsplan De Held III

De regels van het bestemmingsplan De Held III worden als volgt gewijzigd.

19.1 Artikel 6 Gemengd

6.1 Doeleindenomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bouwbedrijven en aannemersbedrijven met werkplaats;
  • b. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen', met uitzondering van geluidzoneringplichtige inrichtingen;
  • c. maatschappelijke dienstverlening;
  • d.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • e. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • f. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; 
  • g.  zakelijke dienstverlening;
  • h.  additionele voorzieningen.

6.2 Bouwvoorschriften

6.2.1 Algemene bouwvoorschriften

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen. 

6.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

6.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. lid 6.1.d.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 6.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 6.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d. het bepaalde in lid 6.2.2 onder a. ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane oppervlakte van de gebouwen met 10%.

6.5 Gebruiksvoorschriften

6.5.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 6.5.1, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:

  • a. vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • d. de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.f;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 6.4.1.b of lid 6.4.1.c.

6.5.3 Vrijstelling voor het meest doelmatige gebruik

  • a.  Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 6.5.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen voor van het bepaalde in lid 6.5.2.f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 6.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
19.2 Artikel 11 Woongebied

11.1 Doeleindenomschrijving

De voor 'woongebied' aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen waaronder tevens begrepen begeleid wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  verkeer en verblijf, met dien verstande dat de buurtontsluitingswegen uitsluitend mogen ontsluiten op de hoofdontsluitingsstructuur op de gronden met de bestemming 'verkeer' of 'water';
  • e.  groenvoorzieningen;
  • f.  nutsvoorzieningen;
  • g.  parkeervoorzieningen;
  • h.  bescherming van archeologische waarden;
  • i.  dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  • j.  een rioolleiding, ter plaatse van de aanduiding 'rioolleiding';
  • k.  additionele voorzieningen.

11.2 Bouwvoorschriften

11.2.1 Algemene bouwvoorschriften

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde doeleinden;
  • b. Indien ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden' een reguliere bouwvergunning wordt aangevraagd met een grotere oppervlakte dan 100 m2 en een grotere diepte dan 0,30 meter beneden maaiveld:
    • 1. dient de aanvrager in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
    • 2. kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan de bouwvergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
  • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
  • de verplichting tot het doen van opgravingen;
  • de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties;
  • c. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

11.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

11.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. lid 11.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 11.2.1.c, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 11.2.1.c, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  het bepaalde in lid 11.2.2 onder 1.a. voor overschrijding van de bouwgrens, mits de daaruit voortkomende geluidbelasting de voorkeursgrenswaarde niet overschrijdt;
  • e.  het bepaalde in lid 11.2.2 onder 1.b. ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met 3m;
  • f.  het bepaalde in lid 11.2.2 onder 2.a. voor het bouwen tot aan de voorgevellijn;
  • g.  het bepaalde in lid 11.2.2 onder 2.b. voor het vergroten van de maximale oppervlakte aan bijgebouwen tot maximaal 60 m2 met dien verstande dat het totale bebouwingspercentage niet meer dan 50% van het perceel mag bedragen;
  • h.  het bepaalde in lid 11.2.2 onder 3.a.I. voor het vergroten van het maximale bebouwingspercentage met het getal 10;
  • i.  het bepaalde in lid 11.2.2 onder 5 voor het bouwen van gebouwen op een afstand van minimaal 35 meter uit het hart van de hoogspanningslijn indien dit uit stedenbouwkundige overwegingen gewenst is en aanvaardbaar uit het oogpunt van volksgezondheid;
  • j.  het bepaalde in lid 11.2.2 onder 4 en 11.2.3 onder 4 voor het bouwen van gebouwen respectievelijk bouwwerken geen gebouw zijnde, na voorafgaand overleg met de leidingbeheerder.

11.6 Gebruiksvoorschriften

11.6.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 11.6.1, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:

  • a. vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. bijgebouwen ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten;
  • e. de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • f. de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen';
  • g. de gronden ten behoeve van de ontsluiting voor autoverkeer anders dan vanaf de gronden met de bestemming 'verkeer' of 'water';
  • h. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 11.1.c;
  • i. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • j. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 11.4.1.b of lid 11.4.1.c.

11.6.3 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde onder:

  • a. lid 11.6.2 sub c. voor het gebruik van bijgebouwen voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep;
  • b. lid 11.6.2 sub d. voor het gebruik van bijgebouwen voor de uitoefening van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen wonen en werken'. Het bepaalde in lid 11.4.2 sub b. t/m f. is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 11.6.i voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 11.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 20 Bestemmingsplan De Hunze / Van Starkenborgh

De regels van het bestemmingsplan De Hunze / Van Starkenborgh worden als volgt gewijzigd.

20.1 Artikel 12 Wonen-1

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  wegen en paden;
  • f.  groenvoorzieningen;
  • g.  additionele voorzieningen.

12.2 Bouwregels

12.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 12.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

12.4 Ontheffing van de bouwregels

12.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. lid 12.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 12.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 12.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.   het bepaalde het bepaalde in lid 12.3.2 onder a voor overschrijding van het bouwvlak ten behoeve van een opbouw op een aangebouwd bijgebouw tot een totale hoogte van 8 meter;
  • e.  het bepaalde in lid 12.3.2 onder b voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • f.  het bepaalde in lid 12.3.2 onder d voor vergroting van de maximale dakhelling van hoofdgebouwen tot maximaal 80° dan wel verkleining van de minimale dakhelling tot 0°;
  • g.  het bepaalde in lid 12.3.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4 meter;
  • h.  het bepaalde in lid 12.3.3 onder a.2 voor het vergroten van de de toegestane diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw tot maximaal 5 meter;
  • i.  het bepaalde in lid 12.3.3 onder a.3 voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • j.  het bepaalde in lid 12.3.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen maximaal 4 meter bedraagt;
    • 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen maximaal 3,50 meter bedraagt;
    • 3. een kap is toegestaan;
    • 4. de breedte maximaal 4 meter bedraagt;
    • 5. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    • 6. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
  • k.  het bepaalde in lid 12.3.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • l.  het bepaalde in lid 12.3.3 onder b.2 voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • m.  het bepaalde in lid 12.3.3 onder e voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot maximaal 70 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd.

12.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 12.1 is toegestaan.
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 12.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 12.4.1.b of lid 12.4.1.c.

12.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 12.5 onder e voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep: tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 12.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. het bepaalde in lid 12.5 onder e voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen. Het gestelde in lid 12.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. het bepaalde in lid 12.5 onder g voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 12.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing. 
20.2 Artikel 13 Wonen-2

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  • f.  onderdoorgang, ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  • g.  wegen en paden;
  • h.  groenvoorzieningen;
  • i.  additionele voorzieningen.

13.2 Bouwregels

13.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 12.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

13.4 Ontheffing van de bouwregels

13.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. lid 13.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 13.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 13.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  het bepaalde het bepaalde in lid 13.2.2 onder a voor overschrijding van het bouwvlak ten behoeve van een opbouw op een aangebouwd bijgebouw tot een totale hoogte van 8 meter;
  • e.  het bepaalde in lid 13.2.2 onder b voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • f.  het bepaalde in lid 13.2.2 onder b voor vergroting van de maximale dakhelling van hoofdgebouwen tot maximaal 80°;
  • g.  het bepaalde in lid 13.2.2 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4 meter;
  • h.  het bepaalde in lid 13.2.3 onder a.2 voor het vergroten van de de toegestane diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw tot maximaal 5 meter;
  • i.  het bepaalde in lid 13.2.3 onder a.3 voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • j.  het bepaalde in lid 13.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen maximaal 4 meter bedraagt;
    • 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen maximaal 3,50 meter bedraagt;
    • 3. een kap is toegestaan;
    • 4. de breedte maximaal 4 meter bedraagt;
    • 5. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    • 6. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
  • k.  het bepaalde in lid 13.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • l.  het bepaalde in lid 13.2.3 onder b.2 voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • m.  het bepaalde in lid 13.2.3 onder f voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot maximaal 70 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd;
  • n.  het bepaalde in lid 13.2.3 onder c tot maximaal 10 meter, met uitzondering van reclamemasten hoger dan 6 meter.

13.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 13.1 is toegestaan;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 13.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 13.4.1.b of lid 13.4.1.c .

13.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 13.5 onder e voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 13.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. het bepaalde in lid 13.5 onder e voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen. Het gestelde in lid 13.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. het bepaalde in lid 13.5 onder g voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 13.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 21 Bestemmingsplan De Meeuwen-De Brink 2017

De regels van het bestemmingsplan De Meeuwen - De Brink 2017 worden als volgt gewijzigd.

21.1 Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c.  bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  begeleid wonen;  dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', echter uitsluitend op de begane grond;
  • e.  detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', met dien verstande dat:
    . deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot maximaal 300 m² bedrijfsvloeroppervlakte;
    . deze functie niet is toegestaan, indien het gaat om detailhandel in volumineuze goederen, in brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen en/of in de vorm van een supermarkt;
  • f.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • g.  parkeervoorzieningen, echter deels verdiepte en ondergrondse parkeervoorzieningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • h.  additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. In afwijking van het bepaalde in sublid 7.2.2 is een overbouwing toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-overbouwing'.
  • c. Voor het bouwen van deels verdiepte en ondergrondse parkeergarages gelden de volgende bepalingen:
    a. de hoogte van deels verdiepte of ondergrondse parkeervoorzieningen mag, gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, ten hoogste 1.5 meter boven peil bedragen;
    b. overige bebouwingseisen van lid 7.2 zijn niet van toepassing op een deels verdiepte of ondergrondse parkeervoorziening.
  • d. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

7.4 Afwijken van de bouwregels

7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a.  sublid 7.2.3 onder c voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • b. lid 7.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • c. lid 7.2.1.d voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • d. lid 7.2.1.d voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 7.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 7.4.1.c of lid 7.4.1.d.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 7.1 onder e voor het vergroten van de bedrijfsvloeroppervlakte tot maximaal 500 m²;
  • b. lid 7.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m². Het gestelde in lid 7.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 7.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 7.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • d. lid 7.5 onder f voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 7.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

21.2 Artikel 14 Algemene bouwregels

Lid 14.1 Woningsplitsing vervalt.

Artikel 22 Bestemmingsplan De Wijert

De regels van het bestemmingsplan De Wijert worden als volgt gewijzigd.

22.1 Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • b.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. woningen niet zijn toegestaan op de begane grond;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • c. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • d. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; 
  • e.  verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  • f.  additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

4.4 Ontheffing van de bouwregels

4.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1.b.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 4.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 4.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 4.2.2 onder b voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1 onder a zijn toegestaan;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.d;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • e. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.1.b of lid 4.4.1.c.

4.6 Ontheffing van de gebruiksregels

  • a.  Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 4.5 onder a. juncto lid 4.1 onder a voor de vestiging van bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, mits het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5.d voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 4.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
22.2 Artikel 5 Centrum

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond;
  • c.  zelfstandige woningen wonen, met dien verstande dat:
    • 1. woningen niet zijn toegestaan op de begane grond;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • d. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • f.  horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g.  additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

5.4 Ontheffing van de bouwregels

5.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. lid 5.1.c.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 5.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 5.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 5.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met 4 meter.

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a.  het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf gerekend;
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1.e;
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • d. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 5.4.1.b of lid 5.4.1.c. 

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.5.c voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 5.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

22.3 Artikel 7 Gemengd

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zelfstandige woningen wonen, met dien verstande dat:
    • 1. deze functie niet is woningen niet zijn toegestaan op de begane grond;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; 
  • d.  detailhandel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e.  zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond;
  • f.  horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g.  bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h.  parkeervoorzieningen;
  • i.  additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

7.4 Ontheffing van de bouwregels

7.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. lid 7.1.a.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 7.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 7.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 7.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.c;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 7.4.1.b of lid 7.4.1.c.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.5.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 7.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

22.4 Artikel 16 Wonen -1

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  maatschappelijke en zakelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f.  maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g.  maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-1';
  • h.  garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • i.  carports op het voorerf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1';
  • j.  bergingen op het voorerf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-2';
  • k.  carports én bergingen op het voorerf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-3' en 'specifieke bouwaanduiding-4';
  • l.  een parkeerdek, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerdek';
  • m.  additionele voorzieningen, waaronder nutsvoorzieningen.

16.2 Bouwregels

16.2.1 Algemene bouwregels

  • a. er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 16.1 genoemde doeleinden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen uitsluitend garageboxen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m² per garagebox;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1' mag uitsluitend 1 carport per woning op het voorerf worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m² per carport;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-2' mag uitsluitend 1 berging per woning op het voorerf worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 10 m² per berging;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-3' mag uitsluitend 1 carport én 1 berging per woning op het voorerf worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m² per carport en 10 m2 per berging;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-4' mag uitsluitend 1 carport én 1 berging per woning op het voorerf worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m² per carport en 20 m2 per berging;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerdek' mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van parkeervoorzieningen worden gebouwd met een maximale hoogte van 2 meter;
  • h. nutsgebouwen mogen worden gebouwd tot een maximale oppervlakte van 30 m2 en een maximale hoogte van 4 meter;
  • i. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

16.4 Ontheffing van de bouwregels

16.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. lid 16.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 16.2.1.i, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 16.2.1.i, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d. het bepaalde in lid 16.2.2 onder a voor het bouwen buiten het bouwvlak, uitsluitend voor zover het een uitbreiding van het hoofdgebouw op het achtererf betreft;
  • e. het bepaalde in lid 16.2.2 onder b voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • f. het bepaalde in lid 16.2.2 onder c voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • g. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4 meter;
  • h. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a.2 voor het vergroten van de de toegestane diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw tot maximaal 5 meter;
  • i. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a.3 voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • j. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen maximaal 4 meter bedraagt;
    • 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen maximaal 3,50 meter bedraagt;
    • 3. een kap is toegestaan;
    • 4. de breedte maximaal 4 meter bedraagt;
    • 5. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    • 6. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
  • k. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a voor het oprichten van uitbouwen op het voorerf, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte maximaal 4 meter bedraagt;
    • 2. de oppervlakte per woning maximaal 20 m2 bedraagt;
    • 3. deze ontheffingsmogelijkheid uitsluitend kan worden toegepast bij grondgebonden woningen in de Wijert-zuid (het plangebied ten zuiden van de Van Ketwich Verschuurlaan);
  • l. het bepaalde in lid 16.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • m. het bepaalde in lid 16.2.3 onder b.2 voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • n. het bepaalde in lid 16.2.3 onder c voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot maximaal 70 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd.

16.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 16.1 is toegestaan;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 16.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 16.4.1.b of lid 16.4.1.c.

16.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 16.5 onder e voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 16.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. het bepaalde in lid 16.5 onder e voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 16.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 16.5.g voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
22.5 Artikel 17 Wonen-2

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c.   bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie niet meer dan twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-1';
  • f.  additionele voorzieningen.

17.2 Bouwregels

17.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 17.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

17.4 Ontheffing van de bouwregels

17.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. lid 17.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. ls een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 17.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 17.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d. het bepaalde in lid 17.2.2 onder c voor vergroting van de maximale goothoogte met ten hoogste 4 meter;
  • e. het bepaalde in lid 17.2.2 onder e voor het verkleinen van de afstand van vrijstaande hoofdgebouwen tot één van de twee zijdelingse perceelsgrenzen tot minimaal 3 meter met dien verstande dat de afstand tot de andere zijdelingse perceelgrens met een even grote afstand in meters wordt vergroot;
  • f. het bepaalde in lid 17.2.2 onder f voor het verkleinen van de afstand van twee aaneengebouwde hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens tot minimaal 3 meter;
  • g. het bepaalde in lid 17.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zijerf met dien verstande dat:
    • 1. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    • 2. de totale oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zij- en achtererf maximaal 100 m² bedraagt;
    • 3. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
  • h. het bepaalde in lid 17.2.3 onder a voor het oprichten van uitbouwen op het voorerf, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte maximaal 4 meter bedraagt;
    • 2. de oppervlakte per woning maximaal 20 m2 bedraagt;
    • 3. deze ontheffingsmogelijkheid uitsluitend kan worden toegepast bij grondgebonden woningen in de Wijert-zuid (het plangebied ten zuiden van de Van Ketwich Verschuurlaan);
  • i. het bepaalde in lid 17.2.3 onder a3 en b2 voor het bouwen tot op de perceelsgrens;
  • j. het bepaalde in lid 17.2.3 onder c voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot ten hoogste 100 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd.

17.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 17.1 is toegestaan;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 17.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 17.4.1.b of lid 17.4.1.c.

17.6 Ontheffing van de gebruiksvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 17.5 onder e voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 17.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. het bepaalde in lid 17.5 onder e voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 17.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 17.5.g voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 17.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 23 Bestemmingsplan Ebbingekwartier

De regels van het bestemmingsplan Ebbingekwartier worden als volgt gewijzigd.

23.1 Artikel 4 Centrum

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4' en van een meergeneratiewoning, meer dan 50m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de uitzondering uit lid 1 niet van toepassing is op Bloemstraat 8;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend  bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a. en b. is wonen ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' niet toegestaan in de eerste bouwlaag (op de begane grond);
  • e. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • f. detailhandel - met uitzondering van detailhandel in de vorm van een autoverkoopbedrijf of ten behoeve van de verkoop van motorbrandstoffen -, met dien verstande dat:
    - deze functie uitsluitend is toegestaan in de eerste bouwlaag (op de begane grond), en
    - tot een maximum van 200 m² verkoopvloeroppervlak; echter, dit maximum is niet van toepassing ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van detailhandel-1;
  • g. maatschappelijke dienstverlening, echter uitsluitend in de eerste bouwlaag (op de begane grond); tevens is deze functie toegestaan in een hogere dan de eerste bouwlaag:
    * indien het betreft dezelfde functie als op de begane grond, alsmede
    * ter plaatse van de aanduidingen 'maatschappelijk' en/of 'dienstverlening' en/of 'gemengd';
    Dit met dien verstande dat geluidsgevoelige objecten ten behoeve van maatschappelijke dienstverlening, behalve voor onderwijs, niet mogen worden gevestigd voor zover zij direct grenzen aan het Boterdiep, de Kolendrift, de Bloemsingel en/of de Bloemstraat.
  • h. zakelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan in de eerste bouwlaag (op de begane grond).
    Zakelijke dienstverlening is tevens toegestaan in een hogere dan de eerste bouwlaag:
    * indien het betreft dezelfde functie als op de begane grond, alsmede
    * ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' en/of 'gemengd';
  • i. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten' (bijlage 1), met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen; dit, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan in de eerste bouwlaag (op de begane grond).
    De hier bedoelde bedrijven zijn tevens toegestaan in een hogere dan de eerste bouwlaag:
    * indien het betreft dezelfde functie als in de eerste bouwlaag (de begane grond), alsmede
    * ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
  • j. horeca - 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
  • k. horeca - 3 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
  • l. horeca - 4 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4';
  • m. horeca - 5 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' zijn tevens toegestaan:
    * horeca-5 tot maximaal 550 m2 bedrijfsvloeroppervlakte en
    * horeca-2, echter uitsluitend op de begane grond tot maximaal 320  m2 bedrijfsvloeroppervlakte;
  • o. een garagebox, groothandel danwel opslag, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum-garageboxen' op de begane grond;
  • p. nutsvoorzieningen;
  • q. openbaar-vervoersvoorzieningen, waaronder onderstations;
  • r. verkeer en ondergrondse parkeervoorzieningen;
  • s. additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Een ondergrondse parkeergarage is ook buiten het bouwvlak toegestaan.
  • c. Onderstations zijn, ook buiten het bouwvlak, toegestaan tot een maximum oppervlakte van maximaal 50 m² en een maximale hoogte van 3.50 meter, echter uitsluitend beneden peil. Dit, met dien verstande dat aan het Boterdiep een onderstation ook bovengronds is toegestaan.
  • d. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
  • e. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.2.1 onder c voor vergroting van de oppervlakte van een onderstation tot maximaal 100 m² en de bouwhoogte tot maximaal 5 meter;
  • b. lid 4.2.2 onder a voor overschrijding van het bouwvlak met maximaal 10 meter en voor zover van toepassing het maatvoeringsvlak met maximaal 5 meter;
  • c. lid 4.2.2 onder c. voor het verlagen van de minimaal toegestane bouwhoogte met maximaal 5 meter;
  • d. lid 4.2.2 onder d. voor het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage: met maximaal het getal 10, met dien verstande dat het bebouwingspercentage tot 100 % mag worden verhoogd bij hoekpanden van gesloten bouwblokken; bij toepassing van deze afwijking voor hoekpanden wordt het bepaalde in lid 4.2.2 onder e. buiten beschouwing gelaten;
  • e. lid 4.2.2 onder e. voor het vergroten van de vloerindex met maximaal 20%;
  • f. lid 4.2.2 onder f., waarbij het richtgetal voor de korrelgrootte maximaal mag worden verdubbeld of gehalveerd, met dien verstande dat de nieuwe korrelgrootte de bestaande parcellering niet aantast qua uitstraling;
  • g.  het bepaalde in lid 4.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaagniet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • h.  het bepaalde in lid 4.2.1.d:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 4.1 is toegestaan;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • e. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van detailhandel in motorbrandstoffen danwel in de vorm van een autoverkoopbedrijf;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • h. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 4.4.1.h.
23.2 Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m2 bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. maatschappelijke dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan in de eerste bouwlaag (op de begane grond);
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. verkeer en ondergrondse parkeervoorzieningen;
  • h. additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
  • b. Een ondergrondse parkeergarage is ook buiten het bouwvlak toegestaan.
  • c. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 6.2.2 onder a voor overschrijding van het bouwvlak met maximaal 10 meter;
  • b. lid 6.2.2 onder c. voor het verlagen van de maximaal respectievelijk minimaal toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • c. het bepaalde in lid 6.2.2 onder d. voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage: met maximaal het getal 10;
  • d. het bepaalde in lid 6.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • e. het bepaalde in lid 6.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • f. het bepaalde in lid 6.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • g. het bepaalde in lid 6.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. een kap is toegestaan;
  • h. het bepaalde in lid 6.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • i. het bepaalde in lid 6.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • j. het bepaalde in lid 6.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied tot maximaal 70 m2, waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • k. het bepaalde in lid 6.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m2, waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • l. het bepaalde in lid 6.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • m. het bepaalde in lid 6.2.1.c:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 6.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • g. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 6.4.1.m.
23.3 Artikel 7 Woongebied

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50m2 bedraagt, en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend  bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. verkeer en ondergrondse parkeervoorzieningen;
  • h. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Een ondergrondse parkeergarage is ook buiten het bouwvlak toegestaan.
  • c. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 7.2.2 onder a voor overschrijding van het bouwvlak met maximaal 10 meter;
  • b. lid 7.2.2 onder c. voor het verlagen van de maximaal respectievelijk minimaal toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • c. lid 7.2.2 onder d. voor het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10, met dien verstande dat het bebouwingspercentage tot 100% mag worden verhoogd bij hoekpanden van gesloten bouwblokken; bij toepassing van deze afwijking voor hoekpanden wordt het bepaalde in lid 7.2.2 onder e. buiten beschouwing gelaten;
  • d. lid 7.2.2 onder e. voor het vergroten van de vloerindex met maximaal 20%;
  • e. lid 7.2.2 onder f., waarbij het richtgetal voor de korrelgrootte maximaal mag worden verdubbeld of gehalveerd, met dien verstande dat de nieuwe korrelgrootte de bestaande parcellering niet aantast qua uitstraling;
  • f.  het bepaalde in lid 7.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • g.  het bepaalde in lid 7.2.1.c:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 7.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • g. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 7.4.1.g.

Artikel 24 Bestemmingsplan Europapark 2013

De regels van het bestemmingsplan Europapark 2013 worden als volgt gewijzigd.

24.1 Artikel 16 Wonen - 1

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. additionele voorzieningen.

16.2 Bouwregels

16.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 16.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

16.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. sublid 16.2.3, onder a, onder 3, voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • b. sublid 16.2.3, onder a, onder 3, voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • c. sublid 16.2.3, onder a, onder 4, voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • d. sublid 16.2.3, onder a, voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale bouwhoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,30 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
  • e. sublid 16.2.3, onder b, onder 2, voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • f. sublid 16.2.3, onder b, voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de bouwhoogte maximaal 4 meter bedraagt;
    • 3. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 4. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • g. sublid 16.2.3, onder c, voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • h. sublid 16.2.3, onder c, voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • i.  het bepaalde in lid 16.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • j. lid 16.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

16.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een standplaats voor een woonwagen;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 16.1 is toegestaan;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 16.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • h. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 16.4.j.
24.2 Artikel 17 Wonen - 2

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. additionele voorzieningen.

17.2 Bouwregels

17.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 17.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

17.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 17.1.a en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. sublid 17.2.3, onder a, onder 1, en a, onder 2, voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • c. sublid 17.2.3, onder a, onder 3, voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • d. sublid 17.2.3, onder a, onder 3, voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • e. sublid 17.2.3, onder a, onder 4, voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • f. sublid 17.2.3, onder a, voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,30 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 een kap is toegestaan;
  • g. sublid 17.2.3, onder b, onder 1, voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • h. sublid 17.2.3, onder b, onder 2, voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • i. sublid 17.2.3, onder b, voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • j. sublid 17.2.3, onder c, voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • k. sublid 17.2.3, onder c, voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • l. het bepaalde in lid 17.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

17.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik gronden en bouwwerken ten behoeve van een standplaats voor een woonwagen;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 17.1 is toegestaan;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 17.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • h. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 17.4.l.
24.3 Artikel 18 Wonen - 3

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; 
  • d. woon-werkcombinaties;
  • e.   bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • f. kantoren, zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. additionele voorzieningen.

18.2 Bouwregels

18.2.1 Algemene bouwregels

Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 18.1 genoemde doeleinden.

18.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan de op de verbeelding aangegeven maximale bouwhoogte bedragen;
  • c. het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

18.4 Afwijken van de bouwregels

18.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 18.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 18.2.2.c voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 18.2.2.c voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

18.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 18.4.1, is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 

18.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een standplaats voor een woonwagen;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 18.1 is toegestaan;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 18.1.c;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • e. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 18.4.1.b of lid 18.4.1.c.;
  • f. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

18.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.5.d voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 18.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 25 Bestemmingsplan Friesestraatweg - Hoogeweg

De regels van het bestemmingsplan Friesestraatweg - Hoogeweg worden als volgt gewijzigd.

25.1 Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen; 
  • b.  zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  • c.  maatschappelijke dienstverlening in de vorm van universitair en hoger beroepsonderwijs;
  • d.  parkeerplaatsen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  • e.  additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

5.5 Specifieke gebruiksregels

  • a. Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
    • 1. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid artikel 5 lid 1 is toegestaan;
    • 2. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen;
    • 3. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
    • 4. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning.
  • b. Geluidgevoelige bebouwing mag pas in gebruik worden genomen ten behoeve van het wonen (alsmede kamerverhuur) als de geluidbelasting op de gevel vanwege het wegverkeer niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde, met dien verstande dat:
    • 1. de toegepaste maatregelen in stand worden gehouden, tenzij uit akoestisch onderzoek is gebleken dat de geluidbelasting op de gevel voldoet aan de voorkeursgrenswaarde dan wel de verkregen hogere grenswaarde;
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' mag, naast het gestelde in artikel 5.5 sub a, ten hoogste 750 m2 gezamenlijk vloeroppervlak ten behoeve van zakelijke en maatschappelijke dienstverlening worden gebruikt.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.5.a.3 voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 5.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 26 Bestemmingsplan Friesestraatweg 209

De regels van het bestemmingsplan Friesestraatweg 209 worden als volgt gewijzigd.

26.1 Artikel 5 Woongebied

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zelfstandige woningen, met bijbehorende tuinen en erven, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 3. maximaal 24 kleinere zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m² zijn toegestaan;
  • b. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • c.  wegen, fiets- en voetpaden;
  • d.  groenvoorzieningen;
  • e.  speelvoorzieningen;
  • f.  nutsvoorzieningen;
  • g.  (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
  • h.  additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen in de vorm van hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

5.4 Afwijken van de bouwregels

5.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 5.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 5.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 5.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 5.2.2 voor vergroting van de maatvoeringen met 10%;
  • e.  lid 5.2.2 onder d ten behoeve van het toestaan van een extra bouwlaag van maximaal 3,5 meter;
  • f.  lid 5.2.2 onder e en toestaan dat woningen worden voorzien van een kap.

5.5 Specifieke gebruiksregels

5.5.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een
    aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 5.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1.b;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 5.4.1.b of lid 5.4.1.c.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 5.5.2 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m2. Het gestelde in lid 5.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 5.5.2 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m2 en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in artikel 5.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing.
  • c. lid 5.5.2.f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 5.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 27 Bestemmingsplan Grote Markt - Oostwand

De regels van het bestemmingsplan Grote Markt - Oostwand worden als volgt gewijzigd. NB de wijzigingen die in dit plan zijn aangebracht door het bestemmingsplan Partiële herziening bestemmingsplan Grote Markt-Oostwand zijn hieronder verwerkt.

27.1 Artikel 4 Centrum

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. horecabedrijven;
  • c. dienstverlening met een publieksgericht karakter, zoals een bank met een baliefunctie of reisbureau;
  • d. cultuur en ontspanning;
  • e. een studentensociëteit, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - studentensociëteit';
  • f. maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
  • g. kantoren, met dien verstande dat deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
  • h.  wonen, met inbegrip van bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur, zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. woningen niet zijn toegestaan op de begane grond;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • i. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • j. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • k. een ondergrondse fietsenstalling;
  • l. terrassen, warenmarkten en evenementen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.5, onder b;
  • m.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan in de woning en ten behoeve hiervan niet meer dan twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • n.  fiets- en voetpaden, verblijfsgebied, toegangs- en ontsluitingswegen en openbaar vervoersvoorzieningen;
  • o.  additionele voorzieningen.

4.2. Bouwregels

4.2.1. Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

4.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1, onder d, en sublid 4.2.1 ten behoeve van een automaten-/ amusementshal met dien verstande dat
      • het aantal automaten-/ amusementshallen niet meer mag bedragen dan 1;
      • zij deze bevoegdheid uitsluitend mogen uitoefenen ten behoeve van de verplaatsing van een in de binnenstad reeds bestaande automaten-/ amusementshal;
      • een automaten-/amusumentshal niet is toegestaan op de begane grond;
  • b. lid 4.1, onder f, en sublid 4.2.1 ten behoeve van de uitoefening van de aldaar bedoelde functie op de begane grond;
  • c. sublid 4.2.2, onder b, onder 2, ten behoeve van een luchtbrug, mits:
    • 1. de hoogte van de luchtbrug minimaal twee bouwlagen bedraagt, met dien verstande dat de hoogte, gerekend vanaf peil tot aan de onderzijde van de luchtbrug, in geen geval minder dan 8 meter mag bedragen;
    • 2. de breedte van een luchtbrug niet meer dan 4 meter bedraagt;
  • d. sublid 4.2.2, onder b, onder 2, ten behoeve van een overbouwde doorgang, mits:
    • 1. de breedte van de doorgang minimaal 6 meter bedraagt;
    • 2. de hoogte van de onderdoorgang minimaal twee bouwlagen bedraagt, met dien verstande dat de hoogte, gerekend vanaf peil tot aan de onderzijde van de overbouwing, in geen geval minder dan 8 meter mag bedragen;
    • 3. de (stedenbouwkundige) uitgangspunten in de (sub)paragrafen 3.2.3 en 4.3 van het beeldkwaliteitsplan, met name met betrekking tot de inval van daglicht in een overbouwde doorgang, zoals opgenomen in de bijlage van deze regels, in acht worden genomen;
  • e. sublid 4.2.2, onder f, ten aanzien van het terugleggen van de extra bouwlaag met dien verstande dat de extra bouwlaag tot minder dan 2 meter uit de gevel van de onderliggende bouwlaag dan wel in de gevellijn van de onderliggende bouwlaag mag worden geplaatst;
  • f. sublid 4.2.2, onder f, voor een verlaging van de hoogte van de eerste bouwlaag;
  • g. sublid 4.2.2., onder d, ten aanzien van de maximale bouwhoogte ten behoeve technische ruimten, zoals een liftmachineruimte of een luchtbehandelingsruimte, of reclame-uitingen met ten hoogste 3 meter;
  • h. sublid 4.2.3, onder b, ten behoeve van een overschrijding van de maximaal toegestane bouwhoogte met ten hoogste 3 meter;
  • i. lid 4.1.h.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag kleiner is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • j. lid 4.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • k. lid 4.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bouwwerken zonder de instandhouding van de overeenkomstig sublid 4.2.2, onder b, gerealiseerde doorgang(en), waaronder in ieder geval wordt begrepen het afsluiten of afsluitbaar maken van de doorgangen;
  • b. het gebruik van de overeenkomstig artikel 4.2.2, onder b, gerealiseerde doorgang(en) voor de uitstalling van waren, als terras, als standplaats voor straathandel of voor de opslag van voorwerpen, stoffen of materialen, niet noodzakelijk ten behoeve van het normale onderhoud van gronden en bouwwerken;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.j;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • e. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 4.4.j;
  • f. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning. 

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1, onder d, en artikel 9, onderdeel b, ten behoeve van een automaten-/ amusementshal met dien verstande dat
      • het aantal automaten-/ amusementshallen niet meer mag bedragen dan 1;
      • zij deze bevoegdheid uitsluitend mogen uitoefenen ten behoeve van de verplaatsing van een in de binnenstad reeds bestaande automaten-/ amusementshal;
      • een automaten-/amusumentshal niet is toegestaan op de begane grond;
  • b. lid 4.1, onder f, ten behoeve van de uitoefening van de aldaar bedoelde functie op de begane grond;
  • c. lid 4.5 onder d voor beschermd wonen.

4.7 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken van de regels met toepassing van de leden 4.4 en 4.6 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 28 Bestemmingsplan Halfweg

De regels van het bestemmingsplan Halfweg worden als volgt gewijzigd.

28.1 Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  waaronder bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend hoofdgebouwen, bestaande bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

7.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 7.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 7.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 7.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een
    aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 7.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 7.4.b of lid 7.4.c.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 7.4 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m². Het gestelde in lid 7.3 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 7.4 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 7.3 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 7.5 onder f voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 7.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
28.2 Artikel 13 Algemene bouwregels

De leden 13.4 Woningsplitsing en de daarmee samenhangende leden 13.5 Afwijkingebevoegdheid, 13.6 Voorwaarden voor afwijken en 13.7 Specifieke gebruiksregels vervallen.

Artikel 29 Bestemmingsplan Helpermaar 2014

De regels van het bestemmingsplan Helpermaar worden als volgt gewijzigd.

29.1 Artikel 7 Wonen-1

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  additionele voorzieningen, waaronder verkeer en parkeren.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

7.4 Afwijken van de bouwregels

7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 7.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 7.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 7.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 7.2.2 onder b voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • e.  lid 7.2.3 onder a.1 en a.2 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • f.  lid 7.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • g.  lid 7.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 een kap is toegestaan;
  • h.  lid 7.2.3 onder b voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • i.  lid 7.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • j.  lid 7.2.3 onder c en lid 7.2.4 onder d voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • k.  lid 7.2.3 onder c en 7.2.4 onder d voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 7.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 7.4.1.b of lid 7.4.1.c.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 7.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m². Het gestelde in lid 7.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 7.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 7.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 7.5 onder f voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 7.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
29.2 Artikel 8 Wonen-2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  additionele voorzieningen, waaronder verkeer en parkeren.

8.2 Bouwregels

8.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

8.4 Afwijken van de bouwregels

8.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 8.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 8.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 8.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 8.2.2 onder d voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • e.  lid 8.2.2 onder e voor vergroting van het maximale bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • f.  lid 8.2.3 onder a.1 en a.2 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • g.  lid 8.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • h.  lid 8.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • i.  lid 8.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 een kap is toegestaan;
  • j.  lid 8.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • k.  lid 8.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • l.  lid 8.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • m.  lid 8.2.3 onder c en lid 8.2.4 onder d voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • n.  lid 8.2.3 onder c en lid 8.2.4 onder d voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 8.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 8.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 8.4.1.b of lid 8.4.1.c.

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 8.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 8.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 8.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 8.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 8.5 onder f voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 8.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
29.3 Artikel 9 Wonen-3

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen-3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  wegen voor langzaam verkeer ter plaatse van de aanduiding 'verkeer';
  • f.  additionele voorzieningen, waaronder verkeer en parkeren.

9.2 Bouwregels

9.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

9.4 Afwijken van de bouwregels

9.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 9.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 9.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 9.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 9.2.2 onder a voor overschrijding van het bouwvlak ten behoeve van erkers aan de voorgevel met dien verstande dat de diepte gemeten vanaf de gevel maximaal 1,5 meter bedraagt, de breedte maximaal 5 meter bedraagt en de hoogte maximaal 9 meter bedraagt;
  • e.  lid 9.2.2 onder b voor vergroting van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • f.  lid 9.2.3 onder a.1 en a.2 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • g.  lid 9.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • h.  lid 9.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 een kap is toegestaan;
  • i.  lid 9.2.3 onder b voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • j.  lid 9.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • k.  lid 9.2.3 onder c en lid 9.2.4 onder d voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied, voor zover het betreft het gedeelte van de gronden buiten het bouwvlak waarop hoofdgebouwen mogen worden opgericht, tot maximaal 70 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

9.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 9.1 is toegestaan.
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 9.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 9.4.1.b of lid 9.4.1.c.

9.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 9.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m². Het gestelde in lid 9.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 9.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 9.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 9.5 onder f voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 9.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
29.4 Artikel 10 Wonen-4

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen-4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  wegen voor langzaam verkeer ter plaatse van de aanduiding 'verkeer';
  • f.  additionele voorzieningen, waaronder verkeer en parkeren.

10.2 Bouwregels

10.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 10.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

10.4 Afwijken van de bouwregels

10.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 10.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 10.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 10.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 10.2.2 onder e voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • e.  lid 10.2.2 onder f voor vergroting van het maximale bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • f.  lid 10.2.3 onder a.1 en a.2 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • g.  lid 10.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • h.  lid 10.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • i.  lid 10.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 een kap is toegestaan;
  • j.  lid 10.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • k.  lid 10.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • l.  lid 10.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • m.  lid 10.2.3 onder c en lid 10.2.4 onder d voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • n.  lid 10.2.3 onder c en lid 10.2.4 onder d voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

10.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 10.1 is toegestaan.
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 10.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 10.4.1.b of lid 10.4.1.c.

10.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 10.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 10.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 10.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 10.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 10.5 onder f voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 10.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
29.5 Artikel 11 Wonen-5

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen-5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e.  een ondergrondse parkeervoorziening ter plaatse van de aanduiding 'parkeren';
  • f.  additionele voorzieningen, waaronder verkeer en parkeren.

11.2 Bouwregels

11.2.1 Algemene bouwregels

  • 1. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde doeleinden.
  • 2. Voor het bouwen van de ondergrondse parkeergarage gelden de volgende bepalingen:
    a. de hoogte van de ondergrondse parkeergarage mag tot een hoogte, gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, ten hoogste 1,20 meter boven peil bedragen;
    b. overige bebouwingseisen van lid 11.2 zijn niet van toepassing op de ondergrondse parkeergarage.
  • 3. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

11.4 Afwijken van de bouwregels

11.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 11.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 11.2.1.3 voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 11.2.1.3 voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 11.2.2 onder a voor overschrijding van het bouwvlak voor het toestaan van
    bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, tot in totaal maximaal 100 m2 per hoofdgebouw en met een maximale bouwhoogte van 3 meter;
  • e.  lid 11.2.2 onder b voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter, met dien verstande dat deze afwijkingsbevoegheid niet mag worden toegepast voor zover het de gronden betreft gelegen ten zuiden van de op de verbeelding aangegeven gastransportleiding;
  • f.  lid 11.2.2 onder b voor verlaging van de minimaal toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • g.  lid 11.2.2 onder c voor vergroting van het maximale bebouwingspercentage met maximaal het getal 10.

11.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten.
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 11.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 11.4.1.b of lid 11.4.1.c.

11.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in

  • a.  lid 11.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 11.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing.
  • b. lid 11.5 onder f voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 11.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
29.6 Artikel 16 Algemene bouwregels

Dit artikel vervalt.

Artikel 30 Bestemmingsplan Helpman

De regels van het bestemmingsplan Helpman worden als volgt gewijzigd.

30.1 Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Lijst, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a een bedrijf in categorie 3 van de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3' en uitsluitend voor een hoefijzerfabriek;
  • c. detailhandel in ingezamelde, bewerkte en herstelde goederen (een kringloopbedrijf), ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kringloopbedrijf';
  • d. detailhandel in motorbrandstoffen inclusief een wasstraat, uitsluitend voor zover aan de gronden op de kaart de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' is gegeven;
  • e.  zelfstandige woningen:
    1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1', met dien verstande dat deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
    2. ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
    3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' in de vorm van één bedrijfswoning;
    met dien verstande dat de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
  • f.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; uitsluitend in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • g. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • h. additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden;
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - doorzicht' dient er bij nieuwbouw:
    • 1. om de 40 meter bebouwingslengte een doorzicht met een minimale breedte van 5 meter vanaf de Helper West- respectievelijk Oostsingel naar het Helperdiep te worden gerealiseerd;
    • 2. een bebouwingsafstand tot het Helperdiep van minimaal 5 meter te bestaan;
  • c. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

4.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 4.2.1 onder b voor het vergroten van de maximale bebouwingslengte en/of voor het verkleinen van de minimale breedte van het doorzicht en/of voor het verkleinen van de minimale bebouwingsafstand tot het Helperdiep, met dien verstande dat de bebouwingsafstand tot de feitelijke waterlijn minimaal 5 meter blijft;
  • b. het bepaalde in lid 4.1.e en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • c. het bepaalde in lid 4.2.2 onder c voor een verkoopvloeroppervlakte van maximaal 120 m2;
  • d. het bepaalde in lid 4.2.1.c:
    • 1.  voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      - de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m2, en
      - de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m2.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1 onder a zijn toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3' een hoefijzerfabriek, behorende tot categorie 3 van de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, is toegestaan;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kringloopbedrijf' detailhandel in ingezamelde, bewerkte en herstelde goederen is toegestaan en met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' detailhandel in motorbrandstoffen is toegestaan;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bewoning, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' bewoning op bovengelegen verdiepingen is toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' bewoning is toegestaan, maar geen zelfstandige bewoning in aangebouwde bijgebouwen;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' bewoning in de vorm van één bedrijfswoning is toegestaan;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.g;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • g. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 4.4.1.d.
30.2 Artikel 5 Centrum

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • c. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • d.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    2. deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
  • e.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; uitsluitend in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • f. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder a detailhandel (tevens op bovengelegen verdiepingen), ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • h. in afwijking van het bepaalde onder b maatschappelijke dienstverlening (tevens op bovengelegen verdiepingen), ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  • i. in afwijking van het bepaalde onder d wonen (tevens op de begane grond), ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • j. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • k. additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

5.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 5.1.d.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. het bepaalde in lid 5.2.2 onder b voor het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10.
  • c. het bepaalde in lid 5.2.1.b:
    • 1.  voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      - de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m2, en
      - de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m2.

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en gebouwen voor de uitoefening van een autoverkoopbedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor logies met ontbijt;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1.f;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • e. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 5.4.1.c.
30.3 Artikel 7 Gemengd - 1

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b zakelijke en maatschappelijke dienstverlening (tevens op bovengelegen verdiepingen), ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  • d. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Lijst van, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • f. bedrijven als bedoeld in de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen;
  • g.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • h.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; uitsluitend in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • i. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • j. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • k. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
  • c. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

7.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 7.1.g en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. het bepaalde in lid 7.2.2 onder b voor het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • c. het bepaalde in lid 7.2.1.b:
    • 1.  voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      - de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m2, en
      - de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m2.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor logies met ontbijt;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 7.1 onder f zijn toegestaan;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.i;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • e. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 7.4.1.c.
30.4 Artikel 8 Gemengd - 2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Lijst van, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • c. bedrijven als bedoeld in de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen;
  • d.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m2 dient te bedragen, met uitzondering van een meergeneratiewoning, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de uitzondering uit lid 1 niet van toepassing is op Van Schendelstraat 18 en Jullensstraat 5 en 5a;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • f.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; uitsluitend in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • g. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • h. additionele voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

8.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 8.1.d en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. het bepaalde in lid 8.2.2 onder b voor het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • c. het bepaalde in lid 8.2.1.b:
    • 1.  voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      - de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m2, en
      - de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m2.

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor logies met ontbijt;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 8.1 onder b zijn toegestaan;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 8.1.e;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • e. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 8.4.1.c.
30.5 Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke dienstverlening;
  • b.  zelfstandige woningen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen', met dien verstande dat:
    • 1. deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. het aantal woningen met een gebruiksoppervlakte niet groter dan 50 m2, ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', maximaal het op de verbeelding aangegeven aantal wooneenheden bedraagt;
    • 4. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • c.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; uitsluitend in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • d. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • e. wegen en paden;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. water;
  • j. additionele voorzieningen, waaronder nutsvoorzieningen.

11.2 Bouwregels

11.2.1 Algemene bouwregels

  • a. er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde doeleinden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - doorzicht' dient er bij nieuwbouw:
    • 1. om de 40 meter bebouwingslengte een doorzicht met een minimale breedte van 5 meter vanaf de Helper West- respectievelijk Oostsingel naar het Helperdiep te worden gerealiseerd;
    • 2. een bebouwingsafstand tot het Helperdiep van minimaal 5 meter te bestaan.
  • c. nutsgebouwen mogen worden gebouwd tot een maximale oppervlakte van 30 m2 en een maximale hoogte van 4 meter.
  • d. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

11.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 11.2.1 onder b voor het vergroten van de maximale bebouwingslengte en/of voor het verkleinen van de minimale breedte van het doorzicht en/of voor het verkleinen van de minimale bebouwingsafstand tot het Helperdiep, met dien verstande dat de bebouwingsafstand tot de feitelijke waterlijn minimaal 5 meter blijft;
  • b. het bepaalde in lid 11.2.2 onder a voor het bouwen van gebouwen buiten het op de kaart aangegeven bouwvlak met een maximale oppervlakte van 100 m2 en een maximale hoogte van 4 meter;
  • c. het bepaalde in lid 11.1.b.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • d. het bepaalde in lid 11.2.1.d:
    • 1.  voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      - de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m2, en
      - de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m2.
  • e. het bepaalde in lid 11.2.2 onder b voor het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10.

11.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 11.1.d.;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • c. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 11.4.1.d.
30.6 Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; uitsluitend in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder d zakelijke en maatschappelijke dienstverlening (tevens op bovengelegen verdiepingen), ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - 1';
  • g. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h. detailhandel, zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'gemengd', met dien verstande dat deze functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond;
  • i. een bioscoop, ter plaatse van de aanduiding 'bioscoop';
  • j. additionele voorzieningen, waaronder nutsvoorzieningen.

14.2 Bouwregels

14.2.1 Algemene bouwregels

  • a. er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 14.1 genoemde doeleinden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen uitsluitend garageboxen en/of bergingen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m2 per garagebox en/of berging;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bioscoop' mag binnen de woonbestemming een bioscoop worden gebouwd met een maximale oppervlakte van 300 m2;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' mogen tot een hoogte van 3.5 meter geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - doorzicht' dient er bij nieuwbouw:
    • 1. om de 40 meter bebouwingslengte een doorzicht met een minimale breedte van 5 meter vanaf de Helper West- respectievelijk Oostsingel naar het Helperdiep te worden gerealiseerd;
    • 2. een bebouwingsafstand tot het Helperdiep van minimaal 5 meter te bestaan;
  • f. nutsgebouwen mogen worden gebouwd tot een maximale oppervlakte van 40 m2 en een maximale hoogte van 4 meter;
  • g. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen;
  • h. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

14.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 14.2.1 onder e voor het vergroten van de maximale bebouwingslengte en/of voor het verkleinen van de minimale breedte van het doorzicht en/of voor het verkleinen van de minimale bebouwingsafstand tot het Helperdiep, met dien verstande dat de bebouwingsafstand tot de feitelijke waterlijn minimaal 5 meter blijft;
  • b. het bepaalde in lid 14.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • c. het bepaalde in lid 14.2.1.g:
    • 1.  voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      - de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m2, en
      - de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m2.
  • d. het bepaalde in lid 14.2.2 onder c voor het vergroten van de toegestane goothoogte aan de achterzijde tot maximaal de bouwhoogte;
  • e. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4 meter;
  • f. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a.2 voor het vergroten van de toegestane diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw, tot maximaal 5 meter;
  • g. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a.3 voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • h. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen maximaal 4 meter bedraagt;
    • 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen maximaal 3,50 meter bedraagt;
    • 3. een kap is toegestaan;
    • 4. de breedte maximaal 4 meter bedraagt;
    • 5. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    • 6. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
  • i. het bepaalde in lid 14.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • j. het bepaalde in lid 14.2.3 onder c voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot maximaal 70 m² uitsluitend voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd;
  • k. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het zijerf, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 5 meter bedraagt.

14.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor logies met ontbijt;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor standplaatsen;
  • e. het gebruik van bijgebouwen voor een aan huis verbonden beroep;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 14.1 is toegestaan;
  • g. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 14.1.c;
  • h. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • i. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 14.4.1.c.

Artikel 31 Bestemmingsplan Hoogkerk-Gravenburg

De regels van het bestemmingsplan Hoogkerk-Gravenburg worden als volgt gewijzigd.

31.1 Artikel 7 Centrum

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. dienstverlening;
  • c.  wonen zelfstandige woningen, op de adressen die staan aangegeven op de bij dit plan behorende Bijlage 3, lijst van bestaande woonfuncties, met dien verstande dat:
    • 1.  alleen vervangende nieuwbouw mogelijk is en dat het aantal nieuwe woningen vanwege de Wet geluidhinder en de gemaakte (IMR) afspraken met Suiker Unie niet mag toenemen;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • d. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • f.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • g.  horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h.  parkeervoorzieningen;
  • i.  additionele voorzieningen, waaronder infrastructurele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemen bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

7.4 Afwijken van de bouwregels

7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 7.1.c.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 7.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 7.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  het bepaalde in lid 7.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van het bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e.  het bepaalde in lid 7.2.4 onder b ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met 2 meter, met dien verstande dat dit niet geldt voor reclamemasten: deze mogen op grond van de Provinciale Omgevingsverordening niet hoger zijn dan 6 meter.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor logies met ontbijt;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.e;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • e. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 7.4.1.b of lid 7.4.1.c.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.5 onder d voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 7.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

31.2 Artikel 8 Gemengd

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b.  wonen zelfstandige woningen, op de adressen die staan aangegeven op de bij dit plan behorende Bijlage 3, lijst van bestaande woonfuncties, met dien verstande dat:
    • 1.  alleen vervangende nieuwbouw mogelijk is en dat het aantal nieuwe woningen vanwege de Wet geluidhinder en de (IMR) afspraken met de Suiker Unie niet mag toenemen;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • c. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • d. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • e.    ter plaatse van de aanduiding (sgd-sw) op de kaart: bijzondere vormen van huisvesting zoals begeleid wonen; logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • f.  dienstverlening;
  • g.  horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h.  sport;
  • i.  detailhandel;
  • j.  recreatie;
  • k.  bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Lijst van Bedrijfstypen', met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • l.  bedrijven als bedoeld in de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen wonen-werken';
  • m.  garageboxen met een maximale hoogte van 3 meter, ter plaatse van de aanduiding (sgd-gb) op de kaart;
  • n.  parkeervoorzieningen;
  • o.  nutsvoorzieningen;
  • p.  additionele voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

8.4. Afwijken van de bouwregels

8.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 8.1.b.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 8.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 8.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  het bepaalde in lid 8.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van het bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e.  het bepaalde in lid 8.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met 2 meter, met dien verstande dat dit niet geldt voor reclamemasten: deze mogen op grond van de Provinciale Omgevingsverordening niet hoger zijn dan 6 meter.

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor logies met ontbijt;
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 8.1.d;
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • d. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 8.4.1.b of lid 8.4.1.c.

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het bepaalde in lid 8.5 onder c voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 8.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

31.3 Artikel 15 Wonen

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  bedrijf ter plaatse van de aanduiding (sw-b) op de kaart;
  • f.  detailhandel ter plaatse van de aanduiding (sw-dh) op de kaart;
  • g.  garageboxen met een hoogte van maximaal 3 meter ter plaatse van de aanduiding (sw-gb) op de kaart;
  • h.  nutsvoorzieningen;
  • i.  additionele voorzieningen.

15.2 Bouwregels

15.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 15.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

15.4 Afwijken van de bouwregels

15.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 15.1.a onder 2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 15.2.1 onder b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 15.2.1 onder b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  het bepaalde in lid 15.2.2 onder b voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e.  het bepaalde in lid 15.2.2 onder c voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 2 meter;
  • f.  het bepaalde in lid 15.2.2 onder d voor verkleining van de minimale dakhelling van hoofdgebouwen tot niet minder dan 45° c.q. voor het geheel of gedeeltelijk voorzien van een hoofdgebouw van een plat dak;
  • g.  het bepaalde in lid 15.2.2 onder d voor vergroting van de maximale dakhelling van hoofdgebouwen tot maximaal 75°;
  • h.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte ven een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • i.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder a.2 3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa tot maximaal 5 meter;
  • j.  het bepaalde in 15.2.3 onder a.2 3 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • k.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder a.3 4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • l.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. een kap is toegestaan;
  • m.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • n.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • o.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,5 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen, waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevelrooilijn voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen, waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevelrooilijn voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;het bepaalde in lid 15.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied tot maximaal 70 m2 waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • p.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m2 waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.
  • q.  het bepaalde in lid 15.2.4 onder c tot maximaal 10 meter, met dien verstande dat niet geldt voor reclamemasten: deze mogen op grond van de Provinciale Omgevingsverordening niet hoger zijn dan 6 meter.

15.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 15.1.c;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • e. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 15.4.1.b of lid 15.4.1 c.
  • f.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • g.  het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • h.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 15.1 is toegestaan.

15.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 15.5 onder e h voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 15.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. het bepaalde in lid 15.5 onder e h voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen. Het gestelde in lid 15.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. het bepaalde in lid 15.5 onder d voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 15.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 32 Bestemmingsplan Hoogkerk-Zuid 2016

De regels van het bestemmingsplan Hoogkerk Zuid 2016 worden als volgt gewijzigd.

32.1 Artikel 1 Begrippen

1.89 woon-werkcombinaties:

het wonen zelfstandige woningen in combinatie met aan de woonfunctie ondergeschikte kantoor- en werkfuncties in de vorm van aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.

32.2 Artikel 6 Centrum

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat:
    . deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond,
    . detailhandel in volumineuze goederen en detailhandel in brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen niet is toegestaan, en
    . detailhandel in de vorm van een supermarkt, uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt' op de begane grond en overige detailhandel tot maximaal 100 m² verkoopvloeroppervlakte per vestiging;
  • b. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening;
  • c. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 ter plaatse van de aanduiding 'horeca', echter uitsluitend op de begane grond en tot in totaal ten hoogste 225 m²;
  • d. warenmarkten;
  • e.   wonen, zelfstandige woningen, met dien verstande dat
    • 1. deze functie niet is toegestaan op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum-1';
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 4. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2 zijn toegestaan, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
      • minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • f. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • g. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • h.  wegen en paden;
  • i.  parkeervoorzieningen;
  • j.  groenvoorzieningen;
  • k.  additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden;
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 6.1.e.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 6.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 6.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 6.2.2 onder a. voor overschrijding van de bouwgrens met maximaal 2 meter
  • e.  lid 6.2.2 onder b. voor vergroting van de maximaal toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter, met dien verstande dat deze afwijkingsbevoegdheid niet mag worden toegepast ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-4';

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoop- bedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.f;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • e. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 6.4.1.b of lid 6.4.1.c. 

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a.  het bepaalde in lid 6.1 voor het toestaan van een terras bij een horecagelegenheid;
  • b. het bepaalde in lid 6.5 onder d voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 6.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
32.3 Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke dienstverlening;
  • b.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • c.  bijzondere vormen van huisvesting; zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • d. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • e.  wegen en paden;
  • f.  parkeervoorzieningen;
  • g.  groenvoorzieningen;
  • h.  additionele voorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde doeleinden;
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

9.4 Afwijken van de bouwregels

9.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 9.1.b.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 9.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 9.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 9.2.2 onder a. voor overschrijding van de bouwgrens met maximaal 2 meter;
  • e.  lid 9.2.2 onder b. voor het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • f.  lid 9.2.2 onder b. voor het vergroten van de maximaal toegestane goothoogte met maximaal 4 meter.

9.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 9.1 is toegestaan;
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 9.1.d;
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • d. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 9.4.1.b of lid 9.4.1.c.

9.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.5 onder c voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 9.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

32.4 Artikel 12 Wonen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen; met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bestaande kamerverhuur; zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c.  begeleid wonen bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d. woon-werkcombinaties in de vorm van een kapper en/of schoonheidsspecialist en/of nagelstudio;
  • e. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening en de functies genoemd in bijlage 2
    Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f. detailhandel en dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'gemengd', met dien verstande dat:
    . deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond,
    . een supermarkt en/of detailhandel in volumineuze goederen en/of detailhandel in brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen niet is toegestaan;
  • g. maatschappelijke dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  • h. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • i. additionele voorzieningen, met dien verstande dat uitsluitend garageboxen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'garageboxen'.

12.2 Bouwregels

12.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 12.1 genoemde doeleinden.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'garageboxen' mag de bouwhoogte maximaal 3 meter bedragen;
  • c. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

12.4 Afwijken van de bouwregels

12.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 12.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 12.2.1.c voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 12.2.1.c voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 12.2.2 onder e. voor vergroting van de toegestane goothoogte met maximaal 3 meter;
  • e.  lid 12.2.3 aanhef voor het oprichten van bijbehorende bouwwerken in het voorerfgebied met dien verstande dat dit uitsluitend is toegestaan achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, en tot een oppervlakte van maximaal 20 m² en met inachtneming van het bepaalde in lid 12.2.3 a. t/m e.

12.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een
    aan huis verbonden beroepen, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 12.1 is toegestaan;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 12.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 12.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 12.4.1.b of 12.4.1.c.

12.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 12.1 onder e. en f. juncto lid 12.5 onder d. ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken' zijn opgenomen in een hogere dan de aldaar genoemde categorieën, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 4.1, sub a, genoemde categorieën, mits het niet betreft geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen;
  • b. lid 12.1 onder e. en f. ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die niet in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven en milieucategorieën, zoals bedoeld in lid 12.1 onder e. juncto 'Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken', mits het niet betreft geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen;
  • c. lid 12.5 onder c. voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m². Het gestelde in lid 12.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • d. lid 12.5 onder d. voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 12.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • e. lid 12.5 onder f voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 12.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
32.5 Artikel 20 Algemene bouwregels

Lid 20.1 Woningsplitsing vervalt

 

Artikel 33 Bestemmingsplan Hoornse Meer, Hoornse Park en Piccardthof

De regels van het bestemmingsplan Hoornse Meer, Hoornse Park en Piccardthof worden als volgt gewijzigd.

33.1 Artikel 4 Centrum

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met uitzondering van detailhandel in brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in volumineuze goederen;
  • b. dienstverlening;
  • c. bedrijven en instellingen voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen wonen-werken' (bijlage 1), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot maximaal milieucategorie 2;
  • d.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • e. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • f. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • g.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • h.  horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3;
  • i.  wegen en paden;
  • j.  additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van

  • a. lid 4.1 d onder 2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 4.2.1 onder b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 4.2.1 onder b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d. het bepaalde in lid 4.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a.  het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt gerekend;
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.f;
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • d. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.1.b. of lid 4.4.1.c.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a.  het bepaalde in lid 4.1 onder c voor het toestaan van de vestiging van bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken, mits het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • b. het bepaalde in lid 4.5 onder c voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 4.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
33.2 Artikel 11 Wonen - 1

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen - al dan niet in combinatie met aan huis verbonden beroepen - in een woning en/of de aangebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur;
  • e.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • f.  maatschappelijke dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g.  dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h.  kantoor ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • i.  ter plaatse van de aanduiding 'gemengd': detailhandel - met uitzondering van detailhandel in brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in volumineuze goederen -, maatschappelijke dienstverlening echter uitsluitend in de vorm van een buurtcentrum, bedrijven en instellingen voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen wonen-werken' (bijlage 1) tot maximaal milieucategorie 2 en kantoor, met dien verstande dat deze functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond;
  • j.  additionele voorzieningen.

11.2 Bouwregels

11.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

11.4 Afwijken van de bouwregels

11.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 11.1 a onder 1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 11.2.1 onder b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 11.2.1 onder b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  het bepaalde in lid 11.2.2 onder c voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e.  het bepaalde in lid 11.2.2 onder f voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • f.  het bepaalde in lid 11.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • g.  het bepaalde in lid 11.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • h.  het bepaalde in lid 11.2.3 onder a.3 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, mits deze oorspronkelijk een functioneel onderdeel vormt van het hoofdgebouw, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • i.  het bepaalde in lid 11.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • j.  het bepaalde in lid 11.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. een kap is toegestaan;
    • 5. de afstand tot het voorerfgebied ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-9' 2 meter bedraagt en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-10' 4 meter;
  • k.  het bepaalde in lid 11.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • l.  het bepaalde in lid 11.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • m.  het bepaalde in lid 11.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • n.  het bepaalde in lid 11.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied tot maximaal 70 m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • o.  het bepaalde in lid 11.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

11.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 11.1.c;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 11.4.1.b of lid 11.4.1.c;
  • d.  het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • e.  het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • f.  het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • g.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 11.1 is toegestaan.

11.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 11.1 ten behoeve van maximaal 1 vestiging van horeca-1 en/of horeca-2 en/of horeca-3 echter uitsluitend:
    - ter plaatse van de aanduiding 'gemengd',
    - op de begane grond, en
    - tot een maximum van in totaal 150 m² bedrijfsvloeroppervlakte;
  • b. het bepaalde in lid 11.1 onder i voor het toestaan van de vestiging van bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken, mits het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • c. het bepaalde in lid 11.1 onder a juncto 11.5 onder f. voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m². Het gestelde in lid 11.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • d. het bepaalde in lid 11.5 onder g voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 11.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • e. het bepaalde in lid 11.5 onder b voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 11.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
33.3 Artikel 12 Wonen - 2

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen - al dan niet in combinatie met aan huis verbonden beroepen - in een woning en/of de aangebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur;
  • e.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • f.  additionele voorzieningen.

12.2 Bouwregels

12.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 12.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

12.4 Afwijken van de bouwregels

12.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 12.1 a onder 1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 12.2.1 onder b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 12.2.1 onder b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  het bepaalde in lid 12.2.2 onder c voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e.  het bepaalde in lid 12.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4 meter;
  • f.  het bepaalde in lid 12.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de de toegestane diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw tot maximaal 5 meter;
  • g.  het bepaalde in lid 12.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • h.  het bepaalde in lid 12.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het voorerfgebied tot maximaal 70 m², waarbij het voorerfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

12.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 12.1.c;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 12.4.1.b of lid 12.4.1.c;
  • d.  het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • e.  het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • f.  het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • g.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 12.1 is toegestaan.

12.6 Afwijken van de gebruiksregel

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 12.1 onder a. juncto lid 12.5 onder f voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m². Het gestelde in lid 12.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. het bepaalde in lid 12.5 onder g voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 12.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. het bepaalde in lid 12.5 onder b voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 12.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
33.4 Artikel 13 Wonen - 3

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen-3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen - al dan niet in combinatie met aan huis verbonden beroepen - in een woning en/of de aangebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur;
  • e.  maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • f.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • g.  nutsvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  • h.  additionele voorzieningen.

13.2 Bouwregels

13.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 13.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

13.4 Afwijken van de bouwregels

13.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 13.1 a onder 1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 13.2.1 onder b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 13.2.1 onder b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  het bepaalde in lid 13.2.2 onder b voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e.  het bepaalde in lid 13.2.2 onder c voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter.

13.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 13.1.c;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 13.4.1 b of lid 13.4.1.c;
  • d.  het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • e.  het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • f.  het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • g.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 13.1 is toegestaan.

13.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.5 onder b voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 13.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 34 Bestemmingsplan Hortusbuurt - Noorderplantsoen

De regels van het bestemmingsplan Hortusbuurt - Noorderplantsoen worden als volgt gewijzigd.

34.1 Artikel 6 Centrum - 1

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met uitzondering van detailhandel in de vorm van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • c. horecabedrijven, uitsluitend in de categorieen horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c is de functie horeca tevens op de eerste verdieping toegestaan, ter plaatse van de adressen Turfsingel 6 en Nieuwe Ebbingestraat 74;
  • e.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m2 dient te bedragen, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' en meergeneratiewoning, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de uitzondering uit lid 2 niet van toepassing is op Nieuwe Ebbingestraat 53-55;
    • 4. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • f.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • g. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • h. in afwijking van het bepaalde onder e is de functie wonen tevens op de begane grond toegestaan, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • i. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • j. parkeervoorzieningen, ook voor fietsen;
  • k. voet- en fietspaden;
  • l. additionele voorzieningen, waaronder terrassen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
  • c. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.


6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a.  het bepaalde in lid 6.1.e.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 6.2.2 onder c voor het verhogen van het maximale bebouwingspercentage met 5 procent;
  • c.  het bepaalde in lid 6.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf;
  • b. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van wonen op de begane grond, anders dan die welke volgens lid 6.1 onder e is toegestaan;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • d. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.g;
  • e. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • f. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 6.4.1.c.
34.2 Artikel 7 Centrum - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum Centrum-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met uitzondering van detailhandel in de vorm van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • c. kantoren;
  • d. sport en recreatie;
  • e. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder e, bestaande bedrijven van een hogere categorie;
  • g. bedrijven als bedoeld in de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken;
  • h. horecabedrijven, uitsluitend in de categorieen horeca - 1, horeca 2 en horeca - 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • i.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • j.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • k. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • l. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • m. voet- en fietspaden;
  • n. parkeervoorzieningen, ook voor fietsen;
  • o. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
  • c. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a.  het bepaalde in lid 7.1.i.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 7.2.2 onder c voor het verhogen van het maximale bebouwingspercentage met 5 procent;
  • c.  het bepaalde in lid 7.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.k;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • e. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 7.4.1.c.
34.3 Artikel 9 Gemengd

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening;
  • c. horecabedrijven, uitsluitend in de categorieen horeca - 1, horeca 2 en horeca - 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c is de functie horeca tevens op de eerste verdieping toegestaan, ter plaatse van het adres Spil sluizen 9;
  • e. sport en recreatie;
  • f. detailhandel, met uitzondering van detailhandel in de vorm van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en met dien verstande dat deze functie maximaal 200 m2 bruto mag bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de bestaande oppervlakte geldt;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder f is de functie detailhandel niet toegestaan, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel uitgesloten';
  • h. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • i. bedrijven als bedoeld in de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • j. een studentensociëteit, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - studentensociëteit';
  • k.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m2 bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. het aantal woningen met een gebruiksoppervlakte niet groter dan 50 m2, ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', maximaal het op de verbeelding aangegeven aantal wooneenheden bedraagt;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • l.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • m. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • n. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw met een woonfunctie en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • o. voet- en fietspaden;
  • p. parkeervoorzieningen, ook voor fietsen;
  • q. additionele voorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
  • c. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

9.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 9.1.k en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 9.2.2 onder c voor het verhogen van het maximale bebouwingspercentage met 5 procent;
  • c.  het bepaalde in lid 9.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

9.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca - 1, horeca 2 en horeca - 3 op andere locaties dan volgens lid 9.1 onder c is toegestaan;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 9.1 onder g zijn toegestaan;
  • f. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • g. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 9.1.m;
  • h. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • i. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 9.4.1.c.
34.4 Artikel 16 Wonen - 1

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e. horeca - 2 en horeca - 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f. bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g. een garage, ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • h. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. additionele voorzieningen.

16.2 Bouwregels

16.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 16.1 genoemde doeleinden.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garageboxen' mogen uitsluitend garageboxen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m2 per garagebox.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'garage' mag uitsluitend een garage worden gebouwd tot de op de verbeelding aangegeven afmetingen.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' mogen tot een hoogte van 2,5 meter geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder d geldt voor de onderdoorgangen van de Violenhof en de onderdoorgang aan de Grote Kruisstraat naar het kringloopbedrijf dat tot een hoogte van 4 meter geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen worden gebouwd.
  • f. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen;
  • g. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

16.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. het bepaalde in lid 16.1.a en toestaan dat de gebruiksoppervlakte van een woning minimaal 40 m2 bedraagt;
  • b. lid 16.2.2 onder c voor het verhogen van het maximale bebouwingspercentage met 5 procent;
  • c.  het bepaalde in lid 16.2.1.f:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

16.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 16.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 16.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • h. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 16.4.1.c.

34.5 Artikel 17 Wonen - 2

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. additionele voorzieningen.

17.2 Bouwregels

17.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 17.1 genoemde doeleinden.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' mogen tot een hoogte van 2,5 meter geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd.
  • c. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
  • d. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

17.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 17.2.3 onder a.1 en a.2 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • b. lid 17.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • c. lid 17.2.3 onder a.3 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
  • d. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
  • e. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • f. lid 17.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • g. lid 17.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
  • h. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
  • i. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • j. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
  • k. in afwijking van het bepaalde onder 2 een kap is toegestaan;
  • l. lid 17.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • m. lid 17.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • n. lid 17.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
  • o. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
  • p. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
  • q. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • r. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • s. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • t. lid 17.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • u.  het bepaalde in lid 17.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • v.  het bepaalde in lid 17.2.1.c:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

17.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 17.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 17.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • h. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 17.4.1.k.

Artikel 35 Bestemmingsplan Kardinge

De regels van het bestemmingsplan Kardinge worden als volgt gewijzigd.

35.1 Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur;zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  additionele voorzieningen.

14.2 Bouwregels

14.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 14.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

14.4 Afwijken van de bouwregels

14.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 14.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 14.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 14.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 14.2.2 onder d voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter.

14.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een
    aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 14.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 14.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 14.4.1.b of lid 14.4.1.c.

14.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 14.5 onder d voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 14.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 14.5 onder e voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 14.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing.
  • c. lid 14.5 onder f voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 14.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 36 Bestemmingsplan Kempkensberg - Engelse Kamp e.o.

De regels van het bestemmingsplan Kempkensberg - Engelse Kamp e.o. worden als volgt gewijzigd.

36.1 Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • c. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie niet meer dan twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  de bescherming van archeologische verwachtingswaarden ter plaatse van de aanduiding "archeologische verwachtingswaarden";
  • f.  additionele voorzieningen.

14.2 Bouwvoorschriften

14.2.1 Algemene bouwvoorschriften

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid genoemde doeleinden.
  • b. Indien een reguliere bouwvergunning wordt aangevraagd
    • 1. dient de aanvrager in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport over te leggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
    • 2. kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan de bouwvergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
      • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
      • de verplichting tot het doen van opgravingen;
      • de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  • c. Het bepaalde onder b is niet van toepassing op bouwwerken met een oppervlakte kleiner dan 50 m2 of een diepte kleiner dan 30 centimeter beneden maaiveld.
  • d. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

14.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

14.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in:

  • a. lid 14.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 14.2.1.d, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 14.2.1.d, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  het bepaalde in lid 14.2.2, onder b en/of f, voor het oprichten van aan- en uitbouwen op het achtererf met dien verstande dat:
    - de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    - de maximale dakhelling 80º bedraagt;
    - de maximale diepte vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw 4 meter bedraagt;
    - de afstand tot de zijerfgrens minimaal 1 meter bedraagt;
    - het achtererf voor maximaal 50% wordt bebouwd.
  • e.  het bepaalde in lid 14.2.3, onder a en/of b, voor het oprichten van aan-, uitbouwen en/of bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    - de maximale goothoogte van de aan- of uitbouw 4 meter bedraagt;
    - de maximale goothoogte van het bijgebouw 3 meter bedraagt;
    - de maximale breedte van de aan- of uitbouw 4 meter bedraagt;
    - de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    - de afstand tot de zijerfgrens minimaal 1 meter bedraagt;
    - het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd.
  • f.  het bepaalde in lid 14.2.3, onder e, voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot ten hoogste 70 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% mogen worden bebouwd.

14.5 Specifieke gebruiksvoorschriften

Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, zoals bedoeld in artikel 21, lid 21.1, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten,voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 14.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 14.1.b;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 14.4.1.b of lid 14.4.1.c.

14.6 Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften

14.6.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in:

  • a. lid 14.5, sub c, voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep: tot een maximum van 70 m²;
  • b. lid 14.5, sub d, voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende "Lijst van bedrijfstypen wonen-werken";
  • c. lid 14.5.f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 14.6.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
36.2 Artikel 15 Wonen - Woongebouw

15.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor Wonen - Woongebouw aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  een ondergrondse parkeergarage ter plaatse van de aanduiding "ondergrondse parkeergarage";
  • e.  maatschappelijke dienstverlening;
  • f.  het behoud en/of het herstel van bodemkundig-hydrologische waarden;
  • g.  ontsluitingswegen;
  • h.  voet- en fietspaden;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j.  groenvoorzieningen;
  • k.  water;
  • l.  additionele voorzieningen.

15.2 Bouwvoorschriften

15.2.1 Algemene bouwvoorschriften

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 15.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

15.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

15.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in:

  • a. lid 15.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 15.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 15.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  lid 15.2.2, onder a, voor een overschrijding van de bouwgrenzen mits dat ter verhoging van de stedenbouwkundige of architectonische kwaliteit, het woonprogramma of ter vergroting van de gebruiksmogelijkheden van de (woon)gebouwen wenselijk is en de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer niet hoger is dan de voorkeursgrenswaarde of de door burgemeester en wethouders vastgestelde hogere grenswaarde, dan wel, indien de in acht te nemen grenswaarde wordt overschreden, een dove gevel wordt toegepast;
  • e.  lid 15.2.2, onder b, indien de geluidsbelasting van de gevel niet meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde of de door burgemeester en wethouders vastgestelde hogere grenswaarde;
  • f.  lid 15.2.2, onder c, voor het vergroten van het op de kaart aangegeven bebouwingspercentage met het getal 10;
  • g.  lid 15.2.2, onder d, voor het vergroten van de op de kaart aangegeven bouwhoogte met ten hoogste 4 meter;
  • h.  lid 15.2.3, onder b en c, voor het bouwen van een ondergrondse parkeergarage met 2 bouwlagen, mits:
    • 1. de ruimtelijk-visuele en landschappelijke kwaliteit, de gebruikswaarde en toegankelijkheid van de binnen de bestemming Kantoor aan te leggen stadstuin voldoende worden gewaarborgd;
    • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de beleving van de stadstuin vanaf de Helperzoom en de Kempkensberg-zuidzijde;
    • 3. het ondergronds bouwen niet leidt tot onaanvaardbare gevolgen voor de grondwaterstanden in het Sterrebos;
  • i.  lid 15.2.4, onder b, voor het vergroten van de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, tot ten hoogste 10 meter.

15.5 Specifieke gG ebruiksvoorschriften

15.5.1 Specifieke gebruiksvoorschriften

Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, zoals bedoeld in artikel 21, lid 21.1, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 15.1 is toegestaan;
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 15.1.c;
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • d. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 15.4.1.b of lid 15.4.1.c.;
  • e. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

15.5.2 Afwijking gebruiksvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 15.5.1.c voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 15.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

36.3 Artikel 17 Wonen - Woongebied

17.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor Woongebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie niet meer dan twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  een (ondergrondse) parkeergarage;
  • f.  het behoud en/of het herstel van bodemkundig-hydrologische waarden;
  • g.  buurtontsluitingswegen;
  • h.  voet- en fietspaden;
  • i.  parkeervoorzieningen;
  • j.  groenvoorzieningen;
  • k.  water;
  • l.  additionele voorzieningen.

17.2 Bouwvoorschriften

17.2.1 Algemene bouwvoorschriften

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 17.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

17.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

17.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in:

  • a. lid 17.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 17.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 17.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  lid 17.2.2, onder c, indien de geluidsbelasting van de gevel niet meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde of de door burgemeester en wethouders vastgestelde hogere grenswaarde;
  • e.  lid 17.2.2, onder d, voor het vergroten van het op de kaart aangegeven bebouwingspercentage met het getal 10;
  • f.  lid 17.2.2, onder e, voor het vergroten van de op de kaart aangegeven hoogte met ten hoogste 4 meter;
  • g.  het bepaalde in lid 17.2.3 , a en/of b, voor het oprichten van aan- en uitbouwen op het achtererf met dien verstande dat:
    - de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    - de maximale dakhelling 80º bedraagt;
    - de maximale diepte vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw 4 meter bedraagt;
    - de afstand tot de zijerfgrens minimaal 1 meter bedraagt;
    - het achtererf voor maximaal 50% wordt bebouwd.
  • h.  het bepaalde in lid 17.2.3, onder a en/of b, voor het oprichten van aan-, uitbouwen en/of bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    - de maximale goothoogte van de aan- of uitbouw 4 meter bedraagt;
    - de maximale goothoogte van het bijgebouw 3 meter bedraagt;
    - de maximale breedte van de aan- of uitbouw 4 meter bedraagt;
    - de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    - de afstand tot de zijerfgrens minimaal 1 meter bedraagt;
    - het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd.
  • i.  het bepaalde in lid 17.2.3, onder e, voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot ten hoogste 70 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% resp. 70% worden bebouwd;
  • j. lid 17.2.5, onder b, voor het vergroten van de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, tot ten hoogste 10 meter.

17.5 Specifieke gebruiksvoorschriften

Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, zoals bedoeld in artikel 21, lid 21.1, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 17.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 17.4.1.b of lid 17.4.1.c.

17.6 Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften

17.6.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in:

  • a. lid 17.5 sub c. voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m²;
  • b. lid 17.5 sub d. voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende lijst van bedrijfstypen wonen-werken;
  • c. lid 17.5.f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 17.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 37 Bestemmingsplan Korrewegwijk-de Hoogte 2009

De regels van het bestemmingsplan Korrewegwijk-de Hoogte 2009 worden als volgt gewijzigd.

37.1 Artikel 5 Centrum

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat:
    . deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond,
    . detailhandel in volumineuze goederen en detailhandel in motorbrandstoffen niet zijn toegestaan, en
    . detailhandel in de vorm van een supermarkt, uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt' op de begane grond;
  • b. dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond, echter ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-3' tevens op de verdieping;
  • c. bedrijven, echter uitsluitend in de categorieën 1 en 2 als bedoeld in de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen;
  • d.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 7' en meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' geen woningen zijn toegestaan;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • e.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers ;
  • f. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • g. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • h. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 tot een maximum van 150 m2 bedrijfsvloeroppervlakte per vestiging, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-a', 'specifieke vorm van horeca-b' en 'specifieke vorm van horeca-c', echter uitsluitend:
    - op de begane grond, met dien verstande dat indien tevens de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-2' op de kaart is aangegeven, ter plaatse van de aanduiding tevens horeca-2 is toegestaan op de verdieping;
    - tot een maximum van 1 vestiging ter plaatse van het bestemmingsvlak met de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-a', tot een maximum van 2 vestigingen ter plaatse van het bestemmingsvlak met de aanduiding 'specifieke vorm van horeca- b', tot een maximum van 3 vestigingen ter plaatse van het bestemmingsvlak met de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-c'.
  • i. additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
  • c. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 6' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

5.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 5.2.2 onder a voor het overschrijden van het op de kaart aangegeven bouwvlak met maximaal 3,00 meter;
  • b. het bepaalde in lid 5.2.2 onder a voor het toestaan van gebouwen buiten het op de kaart aangegeven bouwvlak tot een maximum oppervlakte van 30 m² en een hoogte van maximaal 3 meter;
  • c. het bepaalde in lid 5.1.d.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • d. het bepaalde in lid 5.2.2 onder c voor het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e. het bepaalde in lid 5.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m2, en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m2;

 5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1.f;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 5.4.1.e.

5.6 Ontheffing van de gebruiksregels

5.6.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 5.1 onder a ten behoeve van de vestiging van maximaal één extra supermarkt tot maximaal 1000 m², echter uitsluitend aan het Floresplein;
  • b. het bepaalde in lid 5.1 onder c ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die in de 'Lijst van bedrijfstypen' zijn opgenomen in een hogere dan de aldaar genoemde categorieën, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 5.1 onder c genoemde categorieën, mits het niet betreft geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen;
  • c. het bepaalde in lid 5.1 onder c, ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die niet in de 'Lijst van bedrijfstypen' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 5.1 onder c genoemde categorieën, mits het niet betreft geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen;
  • d. het bepaalde in lid 5.1 onder f, ten behoeve van de vestiging van horeca - 1, horeca - 2 en/of horeca - 3 op andere plaatsen of in grotere aantallen per bestemmingsvlak dan daar is toegestaan, echter uitsluitend:
    - op de begane grond,
    - tot een maximum van 150 m2 bedrijfsvloeroppervlakte per vestiging, en
    - tot een maximum van 2 vestigingen waarvan maximaal 1 vestiging is toegestaan ter plaatse van het Floreshuis en maximaal 1 vestiging is toegestaan ter plaatse van de noordzijde van het Floresplein;
  • e. het bepaalde in lid 5.5 onder b voor beschermd wonen.

5.5.2 Voorwaarden voor ontheffing

  • a. De ontheffing bedoeld in lid 5.6.1 onder b en c wordt niet verleend dan nadat een advies van een onafhankelijke deskundige op het gebied van het milieu is ingewonnen.
  • b. Ontheffing van de regels, als bedoeld in lid 5.6.1 onder e is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de woonsituatie;
    • 2. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de sociale veiligheid;
    • 5. de milieusituatie;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 5.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

37.2 Artikel 7 Gemengd -1

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren tot een maximum van 500 m2 bruto vloeroppervlakte per perceel;
  • b. maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' geluidgevoelige objecten - waaronder scholen, medische kinderdagverblijven, verpleeg- en verzorgingshuizen - niet zijn toegestaan;
  • c. zakelijke dienstverlening;
  • d. produktiebedrijven, bedrijven in de bouwnijverheid en bedrijven ten behoeve van de verhuur van roerende goederen en dienstverlenende bedrijven met uitzondering van kantoren, met dien verstande dat:
    * deze bedrijven uitsluitend zijn toegestaan in de categorieën 1 en 2 als bedoeld in de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, echter met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen,
    * maximaal 50% van het bruto vloeroppervlak van de bebouwing mag bestaan uit kantoorruimte ten dienste van het ter plaatse gevestigde bedrijf;
  • e. recreatie;
  • f. sport;
  • g.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m2 bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 7' en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' de functie wonen niet is toegestaan;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • h.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • i. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • j. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • k. detailhandel, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding detailhandel, met dien verstande dat:
    - de hier bedoelde detailhandel uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
    - detailhandel in volumineuze goederen en detailhandel in motorbrandstoffen niet zijn toegestaan,
    - detailhandel in de vorm van een supermarkt uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding supermarkt;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

7.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 7.2.2 onder a voor het overschrijden van het op de kaart aangegeven bouwvlak met maximaal 3,00 meter, met dien verstande dat deze ontheffing niet mag worden toegepast voor overschrijding van de bouwgrens die evenwijdig aan het Van Starkenborghkanaal is gesitueerd;
  • b. het bepaalde in lid 7.2.2 onder a voor het toestaan van gebouwen buiten het op de kaart aangegeven bouwvlak tot een maximum oppervlakte van 30 m² en een hoogte van maximaal 3 meter, met dien verstande dat deze ontheffing niet mag worden toegepast voor overschrijding van de bouwgrens die evenwijdig aan het Van Starkenborghkanaal is gesitueerd;
  • c. het bepaalde in lid 7.1.g.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • d. het bepaalde in lid 7.2.2 onder c voor het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e. het bepaalde in lid 7.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m2, en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m2.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.i;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 7.4.1.e.

7.6 Ontheffing van de gebruiksregels

7.6.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 7.1 onder d ten behoeve van de vestiging van de daar genoemde bedrijven, die in de 'Lijst van bedrijfstypen' zijn opgenomen in een hogere dan de aldaar genoemde categorieën, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 7.1 onder d genoemde categorieën, mits het geen geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • b. het bepaalde in lid 7.1 onder d ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die niet in de 'Lijst van bedrijfstypen' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 7.1 onder d genoemde categorieën, mits het geen geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • c. het bepaalde in lid 7.5 onder b voor beschermd wonen.

7.6.2 Voorwaarden voor ontheffing

  • a. De ontheffing bedoeld in lid 7.6.1 onder a en b wordt niet verleend dan nadat een advies van een onafhankelijke deskundige op het gebied van het milieu is ingewonnen.
  • b. Ontheffing van de regels, als bedoeld in lid 7.6.1 onder c is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de woonsituatie;
    • 2. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de sociale veiligheid;
    • 5. de milieusituatie;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 7.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

37.3 Artikel 8 Gemengd -2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren tot een maximum van 500 m2 bruto vloeroppervlakte per perceel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • c. zakelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • d. produktiebedrijven, bedrijven in de bouwnijverheid en bedrijven ten behoeve van de verhuur van roerende goederen en dienstverlenende bedrijven met uitzondering van kantoren, met dien verstande dat:
    * deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond, en
    * deze bedrijven uitsluitend zijn toegestaan in de categorieën 1 en 2 als bedoeld in de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, echter met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen, en
    * maximaal 50% van het bruto vloeroppervlak van de bebouwing mag bestaan uit kantoorruimte ten dienste van het ter plaatse gevestigde bedrijf;
  • e. recreatie, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f. sport, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • h.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • i. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • j. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • k. detailhandel, met dien verstande dat:
    - detailhandel uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
    - detailhandel in volumineuze goederen en detailhandel in motorbrandstoffen niet zijn toegestaan;
    - detailhandel in de vorm van een supermarkt niet is toegestaan;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. additionele voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

8.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 8.2.2 onder a voor het overschrijden van het op de kaart aangegeven bouwvlak met maximaal 3,00 meter;
  • b. het bepaalde in lid 8.2.2 onder a voor het toestaan van gebouwen buiten het op de kaart aangegeven bouwvlak tot een maximum oppervlakte van 30 m² en een hoogte van maximaal 3 meter;
  • c. het bepaalde in lid 8.1.g.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • d. het bepaalde in lid 8.2.2 onder c voor het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e. het bepaalde in lid 8.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m2, en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m2.

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 8.1.i;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 8.4.1.e.

8.6 Ontheffing van de gebruiksregels

8.6.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 8.1 onder d ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die in de 'Lijst van bedrijfstypen' zijn opgenomen in een hogere dan de aldaar genoemde categorieën, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 8.1 onder d genoemde categorieën, mits het geen geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • b. het bepaalde in lid 8.1 onder d ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die niet in de 'Lijst van bedrijfstypen' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 8.1 onder d genoemde categorieën, mits het geen geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • c. het bepaalde in lid 8.1 onder g voor het toestaan van de functie woningen op de begane grond;
  • d. lid 8.5.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 8.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

8.6.2 Voorwaarden voor ontheffing

  • a. De ontheffing bedoeld in lid 8.6.1 onder a en b wordt niet verleend dan nadat een advies van een onafhankelijke deskundige op het gebied van het milieu is ingewonnen.
  • b. Ontheffing van de regels, als bedoeld in lid 8.6.1 onder d is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de woonsituatie;
    • 2. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de sociale veiligheid;
    • 5. de milieusituatie;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 8.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

37.4 Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zelfstandige woningen - al dan niet in combinatie met aan huis verbonden beroepen in een woning en/of de daarbij behorende aan- of uitbouwen (inclusief aangebouwde bijgebouwen) - met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m2 bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 7' en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de functie woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-1' niet is toegestaan op de begane grond;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in de woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. detailhandel - met uitzondering van een supermarkt, detailhandel in volumineuze goederen en detailhandel in motorbrandstoffen - ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • f. dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • g. garage in de vorm van een autostalling ter plaatse van de aanduiding 'garage', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • h. bedrijven van de categorie van 1 en 2 van de Lijst van bedrijfstypen, dienstverlening, dienstverlenende bedrijven, kantoren, en detailhandel - met uitzondering van een supermarkt, detailhandel in volumineuze goederen en detailhandel in motorbrandstoffen - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd -1' en 'specifieke vorm van gemengd -2', met dien verstande dat deze functies uitsluitend mogen worden uitgeoefend op de begane grond;
  • i. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 tot een maximum van 150 m2 bedrijfsvloeroppervlakte per vestiging ter plaatse van de aanduiding 'horeca' , met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • j. kantoren ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond; dit met dien verstande dat indien tevens de 'specifieke bouwaanduiding-1' op de kaart is aangegeven, ter plaatse van deze aanduiding tevens de functie kantoor is toegestaan op de verdieping;
  • k. maatschappelijke dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • l. zakelijke dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - zakelijke dienstverlening', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • m. horeca - 2 tot een maximum van 150 m2 bedrijfsvloeroppervlakte ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van wonen-horeca' en 'recreatie', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • n. horeca - 3 tot een maximum van 150 m2 bedrijfsvloeroppervlakte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-horeca', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • o. horeca-2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
  • p. recreatie ter plaatse van de aanduiding 'recreatie', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • q. wegen, fiets- en voetpaden;
  • r. groenvoorzieningen;
  • s. nutsvoorzieningen;
  • t. parkeervoorzieningen;
  • u. additionele voorzieningen.

14.2 Bouwregels

14.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 14.1 genoemde doeleinden.
  • b. Binnen de hele bestemming zijn - onafhankelijk van het bebouwingspercentage en de bouwgrenzen - ten behoeve van ondergronds/ halfverdiept parkeren gebouwde parkeervoorzieningen toegestaan, met dien verstande dat de hoogte, gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, c.q. afdekking, maximaal 1,20 meter bedraagt.
  • c. Garageboxen zijn uitsluitend toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 3,5 meter.
  • d. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
  • e. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 6' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren;

14.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 14.2.2 onder a voor het overschrijden van de bouwgrens met maximaal 10% van de toegestane oppervlakte voor hoofdgebouwen op het betreffende perceel;
  • b. het bepaalde in lid 14.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • c. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4 meter;
  • d. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a.2 voor het vergroten van de toegestane diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw tot maximaal 5 meter;
  • e. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a.2 voor het realiseren van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen achter een oorspronkelijke uitbouw, met dien verstande dat de diepte achter de oorspronkelijke uitbouw maximaal 4 meter bedraagt en de maximale breedte niet meer dan die van de oorspronkelijke uitbouw bedraagt; het bepaalde in lid 14.2.3 onder c blijft hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • f. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a.3 voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • g. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen maximaal 4 meter bedraagt;
    • 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen maximaal 3,50 meter bedraagt;
    • 3. een kap is toegestaan;
    • 4. de breedte maximaal 4 meter bedraagt;
    • 5. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    • 6. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
  • h. het bepaalde in lid 14.2.3 onder b1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • i. het bepaalde in lid 14.2.3 onder b2 voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • j. het bepaalde in lid 14.2.3 onder c en/of 14.4.2 onder d voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot maximaal 70 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd;
  • k. het bepaalde in lid 14.2.4 onder a voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het zijerf, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 5 meter bedraagt;
  • l. het bepaalde in lid 14.2.1.d:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

14.5 Specifieke gebruiksregels

  • 1. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:
    a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
    b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
    c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
    d. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
    e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 14.1 is toegestaan.
  • 2. Indien de functie horeca-3 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-horeca' als bedoeld in lid 14.1 onder m gedurende minimaal 1 jaar is gewijzigd in een andere volgens het plan toegelaten functie, wordt het opnieuw wijzigen in de functie horeca-3 aangemerkt als verboden gebruik.
  • 3. Indien de functie recreatie ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' als bedoeld in lid 14.1 onder o gedurende minimaal 1 jaar is gewijzigd in een andere volgens het plan toegelaten functie, wordt het opnieuw wijzigen in de functie recreatie aangemerkt als verboden gebruik;
  • 4. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 14.1.c;
  • 5. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • 6. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 14.4.1.l.
37.5 Artikel 15 Woongebied

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 7' en een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in de woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. de functies genoemd in de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, echter uitsluitend:
    - tot maximaal milieucategorie 2 als bedoeld in bijlage 1;
    - op de begane grond;
    - tot een maximum van 150 m² bruto vloeroppervlakte per vestiging;
  • f. wegen, fiets- en voetpaden;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. additionele voorzieningen.

15.2 Bouwregels

15.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 15.1 genoemde doeleinden.
  • b. Binnen de hele bestemming zijn met inachtneming van het bebouwingspercentage gebouwde parkeervoorzieningen toegestaan - vrijstaand of geïntegreerd in bebouwing erboven- tot een maximale hoogte van 3,25 meter. Dit met dien verstande dat ten behoeve van ondergronds/ halfverdiept parkeren gebouwde parkeervoorzieningen zijn toegestaan tot een maximale hoogte van 1.20 meter onafhankelijk van het bebouwingspercentage en de bouwgrenzen.
  • c. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

15.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 15.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 3,50 meter, met dien verstande dat ter plaatse van de beide locaties aan de Oosterhamrikkade de bouwhoogte ter plaatse van het maatvoeringsvlak met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-5' met maximaal 0.75 meter en ter plaatse van het maatvoeringsvlak met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-4' met maximaal 1.5 meter incidenteel mag worden vergroot ten behoeve van bijzondere kapconstructies en/of groene daken;
  • b. het bepaalde in lid 15.2.2 onder b2 ten behoeve van het verhogen van het percentage met 5% indien dit noodzakelijk is in verband met een betere woningplattegrond;
  • c. bepaalde in lid 15.2.2 onder c ten behoeve van het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • d. het bepaalde in lid 15.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • e. het bepaalde in lid 15.2.1.c:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m2, en
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m2
        2. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning.

15.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrechtr en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 15.1.c;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • c. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 15.4.1.e;
  • d. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

Artikel 38 Bestemmingsplan Kostverloren, Zeeheldenbuurt en Badstratenbuurt

De regels van het bestemmingsplan Kostverloren, Zeeheldenbuurt en Badstratenbuurt worden als volgt gewijzigd. KLAAR

38.1 Artikel 7 Woondoeleinden

7.1 Doeleindenomschrijving

De op de kaart voor woondoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen, met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. detailhandel, met dien verstande dat
    • 1. deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend voor zover de gronden op de kaart als zodanig zijn aangeduid;
    • 2. deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grondverdieping;
  • e. dienstverlening, met dien verstande dat
    • 1. deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend voor zover de gronden op de kaart als zodanig zijn aangeduid;
    • 2. deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grondverdieping;
  • f. maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend voor zover de gronden op de kaart als zodanig zijn aangeduid;
  • g. bedrijven als bedoeld in categorie 1 en 2 van de bij deze voorschriften behorende 'Lijst van Bedrijfstypen' (bijlage 1), met uitzondering van geluidzoneringplichtige inrichtingen, met dien verstande dat
    • 1. deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend voor zover de gronden op de kaart als zodanig zijn aangeduid;
    • 2. deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grondverdieping;
  • h. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwvoorschriften

7.2.1. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 1 genoemde doeleinden.
7.2.2. Het op de kaart aangegeven maximale bebouwingspercentage, de minimale en maximale hoogte, de maximale goothoogte, de vloerindex en de korrelgrootte dienen in acht te worden genomen.

7.2.3. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen de op de kaart aangegeven bouwgrenzen worden gebouwd;
  • b. daar waar op de kaart een structuurbepalende bouwgrens is aangegeven, dient in deze bouwgrens te worden gebouwd;
  • c. in afwijking van het gestelde in lid 7.2.2. is voor uit- en aanbouwen een hoogte toegestaan van maximaal 3m maar niet meer dan 0,25m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw.

7.2.4. Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijgebouwen mogen uitsluitend op het achtererf worden gebouwd;
  • b. aangebouwde bijgebouwen mogen een maximale diepte hebben van 4m;
  • c. de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer dan 3m bedragen;
  • d. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bebouwing op het achtererf niet meer dan 50m² bedragen, en mag het achtererf voor niet meer dan 50% zijn bebouwd.

7.2.5. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. voorzover het niet erf- of perceelafscheidingen betreft mogen de bouwwerken, geen gebouw zijnde, uitsluitend op het achtererf worden gebouwd;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen op het voorerf ten hoogste 1m mag bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag ten hoogste 5m bedragen;
  • d. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bebouwing op het achtererf niet meer dan 50m² bedragen, en mag het achtererf voor niet meer dan 50% zijn bebouwd.

7.2.a. Algemene bouwregels

  • 1. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
  • 2. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

7.4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften

7.4.1 Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 7.2.2. voor overschrijding van het maximale bebouwingspercentage met het getal 10;
  • b. het bepaalde in lid 7.2.2. voor vergroting van het maximale bebouwingspercentage op hoekpercelen tot 100;
  • c. het bepaalde in lid 7.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • d. het bepaalde in lid 7.2.2. voor het ten hoogste verdubbelen van het getal van de korrelgrootte;
  • e. het bepaalde in lid 7.2.2. voor het ten hoogste vergroten van het getal van de vloerindex met 20%;
  • f. het bepaalde in lid 7.2.3.onder a. en b. voor het bouwen van ondergrondse parkeervoorzieningen buiten de bouwgrenzen, mits de hoogte daarvan, gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag c.q afdekking, minder dan 1.20m bedraagt;
  • g. het bepaalde in lid 7.2.4. onder d. voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van aan-, uit- en bijgebouwen tot ten hoogste 70m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep in bijgebouwen of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in het hoofdgebouw en bijgebouwen;
  • h. het bepaalde in lid 7.2.a.1:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m2, en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m2.

7.5 Gebruiksvoorschriften

7.5.1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming.

7.5.2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.1., wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van woonwagenstandplaatsen;
  • e. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten.
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • h. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.c;
  • i. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 7.4.h.
38.2 Artikel 10 Gemengde doeleinden

10.1 Doeleindenomschrijving

De op de kaart voor gemengde doeleinden aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. maatschappelijke dienstverlening;
  • c. dienstverlening;
  • d. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Lijst van Bedrijfstypen', met uitzondering van geluidzoneringplichtige inrichtingen en autobedrijven, met dien verstande dat deze laatste functie uitsluitend is toegestaan voorzover de gronden op de kaart als zodanig zijn aangeduid;
  • e.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m2 bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. het aantal woningen met een gebruiksoppervlakte niet groter dan 50 m2, ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', maximaal het op de verbeelding aangegeven aantal wooneenheden bedraagt;
    • 3. deze functie niet is toegestaan op de begane grond van de Paulus Potterstraat 4 t/m 64;
    • 4. deze functie niet is toegestaan voor zover de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding 'wonen niet toegestaan';
    • 5. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • f.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • g. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • h. horeca-1, -2 en -3 voor zover de gronden op de kaart als zodanig zijn aangeduid en uitsluitend op de begane grond;
  • i. detailhandel voor zover de gronden op de kaart als zodanig zijn aangeduid en uitsluitend op de begane grond;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. additionele voorzieningen.

10.2 Bouwvoorschriften

10.2.1. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 1 genoemde doeleinden.

10.2.2. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen.

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het als zodanig op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. daar waar op de kaart een structuurbepalende bouwgrens is aangegeven, dient in deze bouwgrens te worden gebouwd;
  • c. het op de kaart is aangegeven maximale bebouwingspercentage, de minimale en maximale hoogte, de maximale goothoogte, de vloerindex en de maximale korrelgrootte mogen niet worden overschreden.

10.2.3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen.

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag voor de voorgevelbouwgrens niet meer dan 1m bedragen en achter de voorgevelbouwgrens niet meer dan 2m;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer dan 5m bedragen.

10.2.a. Algemene bouwregels

  • 1. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
  • 2. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

10.4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 10.1.e.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. het bepaalde in lid 10.2.a.1:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m2, en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m2.
  • c. het bepaalde in lid 10.2.3. onder a. ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane hoogte tot 3m bij de functies genoemd onder lid 10.1. onder a. tot en met d.;
  • d. het bepaalde in lid 10.2.2. voor het ten hoogste vergroten van het getal van de vloerindex met 20%;

mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de verblijfssituatie;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de milieusituatie;
- de sociale veiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 10.3.2. is hierbij van overeenkomstige toepassing.

10.5 Gebruiksvoorschriften

10.5.1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

10.5.2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 10.5.1., wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan die welke zijn genoemd in de 'Lijst van Bedrijfstypen' onder de categorieën 1 en 2;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van een autobedrijf.
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • d. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 10.1 onder g;
  • e. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 10.4.b.


10.5.3. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 10.1. sub d. juncto 10.5.2.sub a. voor de vestiging van bedrijven die in de 'Lijst van Bedrijfstypen' zijn opgenomen in een hogere dan de aldaar genoemde categorie, maar naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die voorkomen in de in lid 1, sub d. genoemde categorieën, mits het geen geluidzoneringplichtige inrichtingen zijn.
  • b. het bepaalde in lid 10.1. sub 4. juncto 10.5.2.sub a. voor de vestiging van bedrijven, die niet in de 'Lijst van bedrijfstypen' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 10.1, sub d. genoemde categorieën, mits het niet betreft geluidzoneringplichtige inrichtingen;
  • c. lid 10.1 onder e, juncto lid 10.5.2 onder c, voor beschermd wonen.
38.3 Artikel 11 Centrumdoeleinden

11.1 Doeleindenomschrijving

De op de kaart voor centrumdoeleinden aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat autoverkoopbedrijven niet zijn toegestaan;
  • b. dienstverlening;
  • c.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • d.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • f. horeca 1, 2 en 3, met dien verstande dat
    • 1. aan de Paterswoldseweg deze functie uitsluitend is toegestaan voor zover de gronden op de kaart als zodanig zijn aangeduid;
    • 2. deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij deze voorschriften behorende 'Lijst van Bedrijfstypen' (bijlage 1), met uitzondering van geluidzoneringplichtige inrichtingen en autobedrijven, en uitsluitend voor zover de gronden op de kaart als zodanig zijn aangeduid;
  • h. additionele voorzieningen.

11.2 Bouwvoorschriften

11.2.1. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 1 genoemde doeleinden.

11.2.2. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen.

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen de op de kaart aangegeven bouwgrenzen worden gebouwd;
  • b. daar waar op de kaart een structuurbepalende bouwgrens is aangegeven, dient in deze bouwgrens te worden gebouwd;
  • c. het maximale bebouwingspercentage, de maximale hoogte, de maximale goothoogte, de vloerindex en de korrelgrootte mogen niet meer bedragen dan op de kaart is aangegeven.

11.2.3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen.

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag voor de voorgevelbouwgrens niet meer dan 1m bedragen en achter de voorgevelbouwgrens niet meer dan 2,5m;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer dan 5m bedragen.

11.2.a Algemene bouwregels

  • 1. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
  • 2. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

11.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 11.1.c en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. het bepaalde in lid 11.2.2. sub c. voor vergroting van het maximale bebouwingspercentage in hoeksituaties tot 100;
  • c. het bepaalde in lid 11.2.a.1:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m2, en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m2;

mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de verblijfssituatie;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de milieusituatie;
- de sociale veiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 11.3.2. is hierbij van overeenkomstige toepassing.

11.5 Gebruiksvoorschriften

11.5.1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

11.5.2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 11.5.1., wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan die welke zijn genoemd in de 'Lijst van Bedrijfstypen' onder de categorieën 1 en 2;
  • b. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een sexinrichting;
  • c. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf.
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door een één huishouden;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 11.1.e;
  • f. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 11.4.c.


11.5.3. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 11.1. sub g. juncto 11.5.2. sub a. voor de vestiging van bedrijven die in de 'Lijst van Bedrijfstypen' zijn opgenomen in een hogere dan de aldaar genoemde categorie, maar naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die voorkomen in de in lid 11.1. sub g. genoemde categorieën, mits het geen geluidzoneringplichtige inrichtingen zijn.
  • b. het bepaalde in lid 11.1. sub g. juncto 11.5.2. sub a. voor de vestiging van bedrijven, die niet in de 'Lijst van bedrijfstypen' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 11.1, sub g. genoemde categorieën, mits het niet betreft geluidzoneringplichtige inrichtingen;
  • c. lid 11.1 onder c, juncto lid 11.5.2 onder d, voor beschermd wonen.

Artikel 39 Bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark

De regels van het bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark worden als volgt gewijzigd.

39.1 Artikel 14 Wonen - 1

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' (b) in het gebied van de Peizer Driehoek (begrensd door Zuiderweg, Eemsgolaan en Peizerweg) bij woningen bedrijven zijn toegestaan die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidzoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor (k)' in het gebied van de Peizer Driehoek bij woningen kantoren en/of dienstverlening zijn toegestaan, met dien verstande dat deze functie minimaal 20% van de oppervlakte van het gebouw moet bedragen en maximaal 50% mag bedragen.
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. additionele voorzieningen.
  • f. wonen met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten voor het gebied van de Peizer Driehoek (begrensd door Zuiderweg, Eemsgolaan en Peizerweg), met uitzondering van geluidzonderingplichtige en risicovolle inrichtingen ter plaatse met de aanduiding 'bedrijf' (b);
  • g. wonen met kantoor en/of dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor (k) voor het gebied van de Peizer Driehoek, met dien verstande dat deze functie minimaal 20% van de oppervlakte van het gebouw moet bedragen en maximaal 50% van de oppervlakte van het gebouw mag bedragen.

14.2 Bouwregels

14.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 14.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

14.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De afstand tussen vrijstaande hoofdgebouwen en de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 meter, tenzij de bestaande afstand minder bedraagt, in welk geval de bestaande afstand geldt.
  • c. De afstand tussen twee aaneengebouwde hoofdgebouwen en één van beide zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt minimaal 3 meter, tenzij de bestaande afstand minder bedraagt, in welk geval de bestaande afstand geldt;
  • d. De bouw- en/of goothoogte mogen maximaal de op de kaart aangegeven bouw- en/of goothoogte bedragen;
  • e. De dakhelling bedraagt maximaal 60°.

14.4 Afwijken van de bouwregels

14.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 14.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 14.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 14.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 14.2.2 onder d voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • e.  lid 14.2.2 onder e voor vergroting van de maximale dakhelling van hoofdgebouwen tot maximaal 80°;
  • f.  lid 14.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • g.  lid 14.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • h.  lid 14.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • i.  lid 14.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. een kap is toegestaan;
  • j.  lid 14.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • k.  lid 14.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • l.  lid 14.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • m.  lid 14.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied tot maximaal 70m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • n.  lid 14.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

14.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen voor woonwagens;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 14.1 is toegestaan;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 14.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 14.4.1.b of lid 14.4.1.c.

14.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 14.5 onder d voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 14.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 14.5 onder e voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 14.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing.
  • c. lid 14.5.g voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 14.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
39.2 Artikel 15 Wonen - 2

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  additionele voorzieningen.

15.2 Bouwregels

15.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 15.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

15.4 Afwijken van de bouwregels

15.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 15.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 15.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 15.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  lid 15.2.2 onder c voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • e.  lid 15.2.3 onder a. en b. voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • f.  lid 15.2.3 onder c. voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • g.  lid 15.2.3 onder d. voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • h.  lid 15.2.3 onder e. voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

15.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen voor woonwagens;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 15.1 is toegestaan;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 15.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 15.4.1.b of lid 15.4.1.c.

15.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 15.5 onder d voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 15.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 15.5 onder e voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 15.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 15.5.g voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 15.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 40 Bestemmingsplan La Liberté

De regels van het bestemmingsplan La Liberté worden als volgt gewijzigd.

40.1 Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen, zelfstandige woningen, echter uitsluitend in de vijfde bouwlaag en hoger, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c.   bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en woonzorgcombinaties, echter uitsluitend in de vijfde bouwlaag en hoger en met uitsluiting van kamerverhuur   bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  kantoren, echter uitsluitend in onderste drie bouwlagen;
  • e.  maatschappelijke dienstverlening, echter uitsluitend in onderste drie bouwlagen, en met uitzondering van onderwijs, medische kinderdagverblijven en bijzondere woonvormen, zoals verpleeg- en verzorgingshuizen;
  • f.  zakelijke dienstverlening, echter uitsluitend in onderste drie bouwlagen;
  • g.  bedrijven en instellingen voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'lijst van bedrijfstypen wonen-werken' (bijlage 1), echter uitsluitend op de begane grond en tot maximaal milieucategorie 1;
  • h.  een tuinscherm;
  • i.  een ondergrondse parkeergarage, alsmede hellingbanen;
  • j.  een moerriool, ter plaatse van de aanduiding 'leiding-riool';
  • k.  een middenspanningsleiding, ter plaatse van de aanduiding 'leiding-middenspanning';
  • l.  additionele voorzieningen, met dien verstande dat ten behoeve van additionele voorzieningen, zoals vergader- en ontmoetingsruimtes behorende bij de functies genoemd onder a tot en met g, tevens de vierde bouwlaag mag worden gebruikt.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
  • b. Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'leiding-riool' mogen binnen een strook van 1 meter ter weerszijden van het hart van de leiding geen bouwwerken worden opgericht.
  • c. Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'leiding-middenspanning' mogen binnen een strook van 1 meter ter weerszijden van het hart van de leiding geen bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden opgericht.
  • d. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

6.4 Ontheffing van de bouwregels

6.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. lid 6.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 6.2.1.d, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 6.2.1.d, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  het bepaalde in lid 6.2.1 onder b en/of c indien vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de leiding;
  • e.  het bepaalde in lid 6.2.2 onder a juncto 6.2.2 onder b, voor een overschrijding van de bouwgrenzen mits dat ter verhoging van de stedenbouwkundige of architectonische kwaliteit, het woonprogramma of ter vergroting van de gebruiksmogelijkheden van de (woon)gebouwen wenselijk is en de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer niet hoger is dan de voorkeursgrenswaarde of de door burgemeester en wethouders vastgestelde hogere grenswaarde, dan wel, indien de in acht te nemen grenswaarde wordt overschreden, een dove gevel wordt toegepast;
  • f.  het bepaalde in lid 6.2.2 onder b, indien de geluidsbelasting van de gevel niet meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde of de door burgemeester en wethouders vastgestelde hogere grenswaarde;
  • g.  het bepaalde in lid 6.2.2 onder c voor het vergroten van de op de kaart aangegeven bouwhoogte met ten hoogste 4 meter;
  • h.  het bepaalde in lid 6.2.4 onder b voor het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 3 meter;
  • i.  het bepaalde in lid 6.2.5 onder c voor het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 3 meter; dit met dien verstande dat deze ontheffing niet wordt verleend ten behoeve van reclamemasten.

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 10.1, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 10.1 is toegestaan.
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 6.4.1.b of lid 6.4.1.c.

6.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 10.1 juncto lid 6.1 onder a en lid 6.2.1 onder a voor het gebruik van de onderste vier bouwlagen van de hoofdgebouwen ten behoeve van de functie wonen zelfstandige woningen, indien de geluidsbelasting van de gevel niet meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde of de door burgemeester en wethouders vastgestelde hogere grenswaarde, dan wel indien een dove gevel wordt aangebracht;
  • b. het bepaalde in lid 10.1 juncto lid 6.1 onder b en lid 6.2.1 onder a voor het gebruik van de onderste vier bouwlagen van de hoofdgebouwen ten behoeve van bijzondere vormen van huisvesting, zoals beschermd wonen en woonzorgcombinaties, maar niet kamerverhuur anders dan bestaande legale kamerverhuur, indien de geluidsbelasting van de gevel niet meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde of de door burgemeester en wethouders vastgestelde hogere grenswaarde, dan wel indien een dove gevel wordt aangebracht;
  • c. het bepaalde in lid 10.1 juncto lid 6.1 onder d en lid 6.2.1 onder a voor het gebruik van de onderste vier bouwlagen van de hoofdgebouwen ten behoeve van onderwijs, medische kinderdagverblijven en bijzondere woonvormen, zoals verpleeg- en verzorgingshuizen, indien de geluidsbelasting van de gevel niet meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde of de door burgemeester en wethouders vastgestelde hogere grenswaarde, dan wel indien een dove gevel wordt aangebracht;
  • d. artikel 6.1 onder f voor gevallen, waarin vergunning wordt gevraagd voor:
    - een activiteit die niet in de Lijst van Bedrijfstypen wonen-werken voorkomt, of
    - vergunning wordt gevraagd voor een activiteit die in de Lijst van Bedrijfstypen
    wonen-werken is vermeld in een categorie die in principe niet is toegestaan,
    terwijl de activiteit naar aard en invloed op de omgeving wel passend is;
  • e. lid 6.5.f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 6.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 41 Bestemmingsplan Lewenborg/Ruischerwaard

De regels van het bestemmingsplan Lewenborg/Ruischerwaard worden als volgt gewijzigd.

41.1 Artikel 4 Centrum

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. dienstverlening;
  • c.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. woningen niet zijn toegestaan op de begane grond;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • d. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • f.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • g.  horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h.  additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen;
  • c. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' woningen of kamerverhuur te realiseren, met uitzondering van de bestaande woningen binnen deze aanduiding.

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1.c.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 4.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 4.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 4.2.2 onder b. voor het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met 4 meter.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.e;
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • d. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.1.b of lid 4.4.1.c. 

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5.c voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 4.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

41.2 Artikel 6 Gemengd

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen' met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • e.  bedrijven als bedoeld in de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen wonen-werken';
  • f.  zakelijke dienstverlening;
  • g.  maatschappelijke dienstverlening;
  • h.  detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', met dien verstande dat een supermarkt niet is toegestaan;
  • i.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • j.  gemalen, ter plaatse van de aanduiding 'gemaal';
  • k.  parkeervoorzieningen;
  • l.  additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 6.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 6.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 6.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²; 
  • d.  het bepaalde in lid 6.2.2 onder b voor het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e.  het bepaalde in lid 6.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 6.1 onder d zijn toegestaan;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.c;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • e. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 6.4.1.b of lid 6.4.1.c.

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a.  lid 6.1 onder d en e juncto lid 6.5 onder a voor de vestiging van bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, mits het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie;
  • b. lid 6.5.d voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 6.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
41.3 Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke dienstverlening;
  • b.  wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen': zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • c. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • d. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • e. nutsvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  • f. overbouwingen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing';
  • g. wegen en paden;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. water;
  • k. additionele voorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen. 

9.4 Afwijken van de bouwregels

9.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 9.1.b.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 9.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 9.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  lid 9.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • e.  lid 9.2.2 onder c voor het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10.

9.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 9.1.d;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 9.4.1.b of lid 9.4.1.c.

9.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.5.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 9.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

9.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsbevoegdheid 2' wordt gewijzigd in:

  • a. de bestemming Groen, waarbij het bepaalde in artikel 7 van overeenkomstige toepassing is;
  • b. de bestemming Wonen, waarbij op de kaart nieuwe bouwvlakken worden aangegeven, waarin een maximale bouwhoogte van 11 meter geldt en het bepaalde in artikel 13 van overeenkomstige toepassing is.

De bovenstaande wijzigingsbevoegdheid kan slechts worden toegepast, mits:

  • de geluidbelasting vanwege het wegverkeer van geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
  • het plaatsgebonden risico vanwege inrichtingen en het transport van gevaarlijke stoffen voor (beperkt) kwetsbare objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde;
  • de oriëntatiewaarde van het groepsrisico zoals vermeld in het BEVI en in de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen niet wordt overschreden, en blijkens onderzoek en een advies van de regionale brandweer blijkt dat er voldoende mogelijkheden zijn tot zelfredzaamheid en voor de bereikbaarheid voor hulpverlening en rampenbestrijding;
  • geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 9.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing

41.4 Artikel 13 Wonen

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen; zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e. maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan in de onderste twee bouwlagen;
  • f. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • g. onderdoorgangen, ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  • h. het behoud van de historische structuren ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarde';
  • i. wegen en paden;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. additionele voorzieningen.

13.2 Bouwregels

13.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 13.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

13.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a.  Aangebouwde bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend aan de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale bouwhoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. de afstand tot de zij- en achtererfgrens, indien deze grenst aan het openbaar toegankelijk gebied, minimaal 1 meter bedraagt;
  • b.  Vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op het achtererfgebied worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale bouwhoogte 3 meter bedraagt;
    • 2. de afstand tot de zij- en achtererfgrens, indien deze grenst aan het openbaar toegankelijk gebied, minimaal 1 meter bedraagt;

tenzij:

  • er op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan bijbehorende bouwwerken aanwezig zijn in het voorerfgebied waarvoor een vergunning is verkregen, in welk geval voor alle woningen van hetzelfde type aan één straat de maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken in het voorerfgebied 10 m² en de maximale bouwhoogte 3,50 meter bedraagt;\
  • er op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan overkappingen aanwezig zijn in het voorerfgebied waarvoor een vergunning is verkregen, in welk geval voor alle woningen van hetzelfde type aan één straat de maximale oppervlakte van overkappingen in het voorerfgebied 15 m² en de maximale bouwhoogte 3,50 meter bedraagt;
  • c.  door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bebouwing in het voor- en achtererfgebied maximaal 50 m² bedragen, met dien verstande dat het achtererfgebied voor maximaal 50% mag zijn bebouwd.

13.4 Afwijken van de bouwregels

13.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 13.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 13.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 13.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m². 
  • d.  het bepaalde in lid 13.2.2 onder a 1 en 2 voor het verkleinen van de minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens tot 0 meter;
  • e.  het bepaalde in lid 13.2.2 onder b voor het vergroten van toegestane bouwhoogte tot maximaal 7 meter, echter uitsluitend in die gevallen waar op de kaart geen goothoogte is aangegeven maar wel een bouwhoogte van 4 meter;
  • f.  het bepaalde in lid 13.2.2 onder b voor het vergroten van toegestane bouwhoogte tot maximaal 11 meter, echter uitsluitend in die gevallen waar op de kaart geen goothoogte is aangegeven maar wel een bouwhoogte van 7 meter;
  • g.  het bepaalde in lid 13.2.2 onder b voor het vergroten van de toegestane goot- en bouwhoogte tot maximaal 11 respectievelijk 13 meter, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1';
  • h.  het bepaalde in lid 13.2.2 onder c voor vergroting van de maximale dakhelling van hoofdgebouwen tot maximaal 80°;
  • i.  het bepaalde in lid 13.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • j.  het bepaalde in lid 13.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw tot maximaal 5 meter;
  • k.  het bepaalde in lid 13.2.3 onder a en b voor het vergroten van de toegestane oppervlakte van bijbehorende bouwwerken en overkappingen in het voorerfgebied met maximaal 5 m²;
  • l.  het bepaalde in lid 13.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • m.  het bepaalde in lid 13.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. een kap is toegestaan;
  • n.  het bepaalde in lid 13.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • o.  het bepaalde in lid 13.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • p.  het bepaalde in lid 13.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • q.  het bepaalde in lid 13.2.3 onder c voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het voor- en achtererfgebied tot maximaal 70 m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • r.  het bepaalde in lid 13.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het voor- en achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

13.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 13.1 is toegestaan;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 13.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 13.4.1.b of lid 13.4.1.c. 

13.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 13.5.g voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 13.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b.  het bepaalde in lid 13.5 onder d voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m². Het gestelde in lid 13.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c.  het bepaalde in lid 13.5 onder e voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 13.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 42 Bestemmingsplan Lintdorpen en Ruischerbrug

De regels van het bestemmingsplan Lintdorpen en Ruischerbrug worden als volgt gewijzigd.

42.1 Artikel 1 Begrippen

1.86 woon-werkcombinaties:

het wonen zelfstandige woningen in combinatie met aan de woonfunctie ondergeschikte kantoor- en werkfuncties in de vorm van aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.

42.2 Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • b. bedrijven die zijn genoemd in categorie 3 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3' waarbij per adres, naast een categorie 1 of 2 bedrijf uitsluitend het volgende categorie 3-bedrijf is toegestaan:
    • 1. ter plaatse van Groningerweg 39 een bedrijf in het vervaardigen van veren;
    • 2. ter plaatse van Groningerweg 42 een garagebedrijf;
    • 3. ter plaatse van Middelberterweg 44 een handelsonderneming in shovels;
    • 4. ter plaatse van Engelberterweg 79 een transportbedrijf;
  • c. bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 tot en met 4 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4';
  • d. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat per bedrijf maximaal één bedrijfswoning is toegestaan;
  • e. garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garageboxen';
  • f. woon-werkcombinaties, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonwerkcombinatie', met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2 zijn toegestaan, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt;
      • en minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 4. de woning als zelfstandige woning bewoond wordt, tenzij er sprake is van bestaande legale kamerverhuur
  • g. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • h.  ondergeschikte detailhandel;
  • i.  instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', zoals beschreven in de cultuurwaardenkaart in de bijlage bij de toelichting;
  • j.  additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen. 

5.4 Afwijken van de bouwregels

5.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 5.1.f.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 5.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 5.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  lid 5.2.2 onder b en e voor het vergroten van de toegestane goot- en bouwhoogte met maximaal 3 meter;
  • e.  lid 5.2.2 onder d sub 2 voor het vergroten van de maximale oppervlakte tot 230 m2;
  • f.  lid 5.2.2 onder d sub 6 voor het vergroten van de oppervlakte tot maximaal 525 m2, met dien verstande dat de afstandseisen tot de zijdelings perceelsgrenzen, zoals genoemd in lid 5.2.2 onder d sub 7, juncto lid 5.4.1 sub d, van toepassing blijven;
  • g.  lid 5.2.2 onder d sub 7 voor het verkleinen van de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens tot minimaal 3 meter;
  • h.  lid 5.2.2 onder e voor het veranderen van de dakhelling.

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 5.1 onder a. zijn toegestaan;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel anders dan detailhandel als bedoeld in lid 5.1 onder h;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bewoning anders dan als een bedrijfswoning;
  • d. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1.g;
  • e. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • f. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 5.4.1.b of lid 5.4.1.c.
  • g.  het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • h.  het gebruik van bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • i.  het gebruik van de gronden voor recreatief nachtverblijf.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 5.5.e voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 5.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
  • b.  het bepaalde in lid 5.1 onder f voor het vestigen van een woning zonder bedrijfsruimte op het meest westelijke perceel, waarbij het gestelde onder 5.2.2 onder d sub 2 van overeenkomstige toepassing is;
  • c.  het bepaalde in lid 5.5 onder a. juncto lid 5.1 onder a voor de vestiging van bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, mits het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie.
42.3 Artikel 6 Detailhandel

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • c. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • d. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • e.  instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', zoals beschreven in de cultuurwaardenkaart in de bijlage bij de toelichting;
  • f.  parkeervoorzieningen;
  • g.  additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 6.1.b.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 6.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 6.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m². 
  • d.  lid 6.2.2 onder e en d voor verkleining van de minimale dakhelling van hoofdgebouwen tot niet minder dan 20° c.q. voor het geheel of gedeeltelijk voorzien van een hoofdgebouw van een plat dak, met dien verstande dat bij een platte afdekking de goothoogte de maximale bouwhoogte is;
  • e.  lid 6.2.2 onder e en d voor vergroting van de maximale dakhelling van hoofdgebouwen tot maximaal 80°;
  • f. lid 6.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane goot- en bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot de op de verbeelding aangegeven goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw;
  • g.  lid 6.2.3 onder a.2 voor het verkleinen van de minimale dakhelling tot 0º, met dien verstande dat bij een platte afdekking de goothoogte de maximale bouwhoogte is;
  • h.  lid 6.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 6 meter;
  • i.  lid 6.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • j.  lid 6.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de goot- en bouwhoogte maximaal de bestaande goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw, dan wel de op de verbeelding aangegeven goot- en bouwhoogte bedraagt;
    • 2. de dakhelling minimaal 20 en maximaal 80º bedraagt;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 5 meter bedraagt;
    • 4. de afstand tot de zij- en achtererfgrens, indien deze grenst aan het openbaar toegankelijk gebied, minimaal 1 meter bedraagt.
  • k.  lid 6.2.3 onder b.2 voor het verkleinen van de minimale dakhelling van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot 0º, met dien verstande dat bij een platte afdekking de goothoogte de maximale bouwhoogte is;
  • l.  lid 6.2.3 onder b.3 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • m.  lid 6.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goot- en bouwhoogte maximaal de bestaande goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw, dan wel de op de verbeelding aangegeven goot- en bouwhoogte bedraagt;
    • 3. de dakhelling minimaal 20 en maximaal 80º bedraagt;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • n.  lid 6.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 100m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.d;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • e. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 6.4.1.b of lid 6.4.1.c;
  • f.  het gebruik van de gronden voor recreatief nachtverblijf.

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.5.d voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 6.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

42.4 Artikel 8 Horeca

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horecabedrijven in de categorieën horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3;
  • b.  wonen zelfstandige woningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen', met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2 zijn toegestaan, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt;
      • en minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt; 
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  parkeervoorzieningen;
  • e.  additionele voorzieningen

8.2 Bouwregels

8.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen. 

8.4 Afwijken van de bouwregels

8.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 8.1.b.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 8.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 8.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²; 
  • d. lid 8.2.2 onder b voor het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10.

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 8.1.c;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 8.4.1.b of lid 8.4.1.c.

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.5.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 8.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

42.5 Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke dienstverlening;
  • b.  wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen': zelfstandige woningen, met dien verstande dat: 
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2 zijn toegestaan, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt;
      • en minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  begraafplaats, ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' en rond de bestaande kerken van Middelbert en Engelbert;
  • e.  speeltuin, ter plaatse van de aanduiding 'speeltuin';
  • f.  wegen en paden;
  • g.  parkeervoorzieningen;
  • h.  groenvoorzieningen;
  • i.  water;
  • j.  additionele voorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

9.4 Afwijken van de bouwregels

9.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 9.1.b.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 9.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 9.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 9.2.2 onder b voor het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e.  lid 9.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.

9.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 9.1.c;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 9.4.1.b of lid 9.4.1.c.

9.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.5.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 9.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

42.6 Artikel 15 Wonen - 1

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen -1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.   bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen;
  • e.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • f.  de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', zoals beschreven in de bij dit plan behorende cultuurwaardenkaarten in de bijlage bij de toelichting;
  • g.  additionele voorzieningen.

15.2 Bouwregels

15.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 15.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

15.4 Afwijken van de bouwregels

15.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 15.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 15.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 15.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m². 
  • d.  lid 15.2.2 onder d en f voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 2 meter;
  • e.  lid 15.2.2 onder e en f voor verkleining van de minimale dakhelling van hoofdgebouwen tot niet minder dan 20° c.q. voor het geheel of gedeeltelijk voorzien van een hoofdgebouw van een plat dak;
  • f.  lid 15.2.2 onder e en f voor vergroting van de maximale dakhelling van hoofdgebouwen tot maximaal 80°;
  • g.  lid 15.2.3 onder a.1 en a.2 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • h. lid 15.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • i. lid 15.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • j.  lid 15.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 een kap is toegestaan;
  • k.  lid 15.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • l.  lid 15.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • m.  lid 15.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • n.  lid 15.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

15.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 15.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van hoofdgebouwen voor meer dan één woning per hoofdgebouw, tenzij het bestaande aantal woningen in een hoofdgebouw groter is dan één. Dan geldt het bestaande aantal;
  • f. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 15.4.1.b of lid 15.4.1.c;
  • g. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 15.1.c;
  • h. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden.

15.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 15.5 onder d voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 15.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 15.5 onder e voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 15.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 15.5.h voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 15.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
42.7 Artikel 16 Wonen - 2

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c.   bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; 
  • d.  bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
  • e.  bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat per bedrijf één bedrijfswoning is toegestaan;
  • f.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • g.  garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garageboxen';
  • h.  de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', zoals beschreven in de bij dit plan behorende cultuurwaardenkaarten in de bijlage bij de toelichting;
  • i.  wegen, paden en structuren met een cultuurhistorische en/of landschappelijke waarde, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarde' zoals beschreven in de bij dit plan behorende cultuurwaardenkaarten in de bijlage bij de toelichting;
  • j.  additionele voorzieningen.

16.2 Bouwregels

16.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 16.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen;
  • c. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' woningen of kamerverhuur te realiseren.

16.4 Afwijken van de bouwregels

16.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 16.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 16.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 16.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  lid 16.2.2 onder d en f voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 2 meter;
  • e.  lid 16.2.2 onder e en f voor verkleining van de minimale dakhelling van hoofdgebouwen tot niet minder dan 20° c.q. voor het geheel of gedeeltelijk voorzien van een hoofdgebouw van een plat dak;
  • f.  lid 16.2.2 onder e en f voor vergroting van de maximale dakhelling van hoofdgebouwen tot maximaal 80°;
  • g.  lid 16.2.3 onder a.1 en a.2 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • h.  lid 16.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • i. lid 16.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • j.  lid 16.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 een kap is toegestaan;
  • k.  lid 16.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • l.  lid 16.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • m.  lid 16.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 80 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • n.  lid 16.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 80m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

16.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 16.1 is toegestaan;
  • e. het veranderen van het profiel van de wegen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  • f. het gebruik van hoofdgebouwen voor meer dan één woning per hoofdgebouw, tenzij het bestaande aantal woningen in een hoofdgebouw groter is dan één. Dan geldt het bestaande aantal;
  • g. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 16.1.c;
  • h. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • i. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 16.4.1.b of lid 16.4.1.c.

16.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 16.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 16.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 16.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 16.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 16.5.h voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
42.8 Artikel 17 Wonen - 3

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; 
  • d.  paardenbakken, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardenbak';
  • e.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • f.  garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garageboxen';
  • g.  de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', zoals beschreven in de bij dit plan behorende cultuurwaardenkaarten in de bijlage bij de toelichting;
  • h.  paardenstapmolens, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardenstapmolen';
  • i.  additionele voorzieningen.

17.2 Bouwregels

17.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 17.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen;
  • c. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' woningen of kamerverhuur te realiseren.

17.4 Afwijken van de bouwregels

17.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 17.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 17.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 17.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 17.2.2 onder d en f voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 2 meter;
  • e.  lid 17.2.2 onder e en f voor verkleining van de minimale dakhelling van hoofdgebouwen tot niet minder dan 20° c.q. voor het geheel of gedeeltelijk voorzien van een hoofdgebouw van een plat dak, met dien verstande dat bij een platte afdekking de goothoogte de maximale bouwhoogte is;
  • f.  lid 17.2.2 onder e en f voor vergroting van de maximale dakhelling van hoofdgebouwen tot maximaal 80°;
  • g.  lid 17.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane goot- en bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot de op de verbeelding aangegeven goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw;
  • h.  lid 17.2.3 onder a.2 voor het verkleinen van de minimale dakhelling tot 0º, met dien verstande dat bij een platte afdekking de goothoogte de maximale bouwhoogte is;
  • i.  lid 17.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 6 meter;
  • j.  lid 17.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • k.  lid 17.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de goot- en bouwhoogte maximaal de bestaande goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw, dan wel de op de verbeelding aangegeven goot- en bouwhoogte bedraagt;
    • 2. de dakhelling minimaal 20 en maximaal 80º bedraagt;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 5 meter bedraagt;
    • 4. de afstand tot de zij- en achtererfgrens, indien deze grenst aan het openbaar toegankelijk gebied, minimaal 1 meter bedraagt.
  • l.  lid 17.2.3 onder b.2 voor het verkleinen van de minimale dakhelling van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot 0º, met dien verstande dat bij een platte afdekking de goothoogte de maximale bouwhoogte is;
  • m.  lid 17.2.3 onder b.3 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • n.  lid 17.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goot- en bouwhoogte maximaal de bestaande goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw, dan wel de op de verbeelding aangegeven goot- en bouwhoogte bedraagt;
    • 3. de dakhelling minimaal 20 en maximaal 80º bedraagt;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • o.  lid 17.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 100m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

17.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 17.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van hoofdgebouwen voor meer dan één woning per hoofdgebouw, tenzij het bestaande aantal woningen in een hoofdgebouw groter is dan één. Dan geldt het bestaande aantal;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 17.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 17.4.1.b of lid 17.4.1.c.

17.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 17.5 onder c en d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van:
    • 1. een aan huis verbonden beroep;
    • 2. dienstverlenende bedrijven;
    • 3. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken;
    • 4. bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2, of naar aard en schaal daarmee te vergelijken bedrijven in categorie 3, van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;

met dien verstande dat:

      • a. de oppervlakte van de functies genoemd onder a sub 1 tot en met sub 4 van dit lid maximaal 150 m² bedraagt;
      • b. de woonfunctie nadrukkelijk in het hoofdgebouw aanwezig blijft;
      • c. de bedrijvigheid alleen in de gebouwen wordt gehuisvest en er geen opslag van goederen en materialen buiten de gebouwen plaatsvindt;
  • b. lid 17.5 onder e voor het gebruik van hoofdgebouwen voor maximaal 2 woningen per hoofdgebouw, met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte per woning niet meer dan 200 m2 bedraagt, tenzij de bestaande oppervlakte van de woning groter is. Dan geldt de bestaande oppervlakte;
    • 2. de woonfunctie beperkt blijft tot het bestaande hoofdgebouw, behoudens geringe uitwendige aanpassingen.

Het gestelde in lid 17.4.2 onder b, c, e en f is van overeenkomstige toepassing.

  • c. lid 17.5.g voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 17.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
42.9 Artikel 18 Wonen - 4

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  paardenbakken, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardenbak'.
  • e.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • f.  garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garageboxen';
  • g.  de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', zoals beschreven in de bij dit plan behorende cultuurwaardenkaarten in de bijlage bij de toelichting;
  • h.  paardenstapmolens, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardenstapmolen';
  • i.  additionele voorzieningen.

18.2 Bouwregels

18.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 18.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen. 

18.4 Afwijken van de bouwregels

18.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 18.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 18.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 18.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d. lid 18.2.2 onder d en f voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 2 meter;
  • e.  lid 18.2.2 onder e en f voor verkleining van de minimale dakhelling van hoofdgebouwen tot niet minder dan 20° c.q. voor het geheel of gedeeltelijk voorzien van een hoofdgebouw van een plat dak, met dien verstande dat bij een platte afdekking de goothoogte de maximale bouwhoogte is;
  • f.  lid 18.2.2 onder e en f voor vergroting van de maximale dakhelling van hoofdgebouwen tot maximaal 80°;
  • g.  lid 18.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane goot- en bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot de op de verbeelding aangegeven goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw;
  • h.  lid 18.2.3 onder a.2 voor het verkleinen van de minimale dakhelling tot 0º, met dien verstande dat bij een platte afdekking de goothoogte de maximale bouwhoogte is;
  • i.  lid 18.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 7 meter;
  • j. lid 18.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • k.  lid 18.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de goot- en bouwhoogte maximaal de bestaande goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw, dan wel de op de verbeelding aangegeven goot- en bouwhoogte bedraagt;
    • 2. de dakhelling minimaal 20 en maximaal 80º bedraagt;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 5 meter bedraagt;
    • 4. de afstand tot de zij- en achtererfgrens, indien deze grenst aan het openbaar toegankelijk gebied, minimaal 1 meter bedraagt.
  • l. lid 18.2.3 onder b.2 voor het verkleinen van de minimale dakhelling van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot 0º, met dien verstande dat bij een platte afdekking de goothoogte de maximale bouwhoogte is;
  • m.  lid 18.2.3 onder b.3 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • n.  lid 18.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goot- en bouwhoogte maximaal de bestaande goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw, dan wel de op de verbeelding aangegeven goot- en bouwhoogte bedraagt;
    • 3. de dakhelling minimaal 20 en maximaal 80º bedraagt;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 120 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • o.  lid 18.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 120m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

18.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroepen;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 18.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van hoofdgebouwen voor meer dan één woning per hoofdgebouw, tenzij het bestaande aantal woningen in een hoofdgebouw groter is dan één. Dan geldt het bestaande aantal;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 18.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 18.4.1.b of lid 18.4.1.c.

18.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a.  lid 18.5 onder c en d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van:
    • 1. een aan huis verbonden beroep;
    • 2. dienstverlenende bedrijven;
    • 3. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken;
    • 4. bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2, of naar aard en schaal daarmee te vergelijken bedrijven in categorie 3, van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;

met dien verstande dat:

  • de oppervlakte van de functies genoemd onder 1 tot en met 4 van dit lid maximaal 170 m² bedraagt;
  • de woonfunctie nadrukkelijk in het hoofdgebouw aanwezig blijft;
  • de bedrijvigheid alleen in de gebouwen wordt gehuisvest en er geen opslag van goederen en materialen buiten de gebouwen plaatsvindt.
  • b.  lid 18.5 onder e voor het gebruik van hoofdgebouwen voor maximaal 2 woningen per hoofdgebouw, met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte per woning niet meer dan 200 m² bedraagt, tenzij de bestaande oppervlakte van de woning groter is. Dan geldt de bestaande oppervlakte;
    • 2. de woonfunctie beperkt blijft tot het bestaande hoofdgebouw, behoudens geringe uitwendige aanpassingen;

Het gestelde in lid 18.4.2 onder b, c, e en f is van overeenkomstige toepassing.

  • c. lid 18.5.g voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 18.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 43 Bestemmingsplan Meerstad-Midden (Slochteren)

Het bestemmingsplan Meerstad-Midden van de voormalige gemeente Slochteren wordt, voor zover nog geldend binnen het grondgebied van de gemeente Groningen, gewijzigd als volgt.

43.1 Artikel 1 Begripsbepalingen

72. woon-werkcombinaties:

het wonen een zelfstandige woning in combinatie met aan de woonfunctie ondergeschikte kantoor- en werkfuncties in de vorm van aan huis verbonden beroepen alsmede kleinschalige bedrijfsactiviteiten;

43.2 Artikel 4 Woongebied (uit te werken)

4.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor Woongebied (uit te werken) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, op ten minste 300 meter van het plandeel met de bestemming "Recreatieve doeleinden, categorie R(d) en R(v)" voor het Grunopark, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², op ten minste 300 meter van het plandeel met de bestemming "Recreatieve doeleinden, categorie R(d) en R(v)" voor het Grunopark, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur, op ten minste 300 meter van het plandeel met de bestemming "Recreatieve doeleinden, categorie R(d) en R(v)" voor het Grunopark;
  • d.  woon-werkcombinaties, op ten minste 300 meter van het plandeel met de bestemming "Recreatieve doeleinden, categorie R(d) en R(v) voor het Grunopark;
  • e.  natuurdoeleinden (waaronder agrarisch medegebruik);
  • f.  water en waterhuishoudkundige doeleinden, exclusief noodwaterberging;
  • g.  voorzieningen ten behoeve van toekomstige noodwaterberging;
  • h.  verkeers- en verblijfsdoeleinden ten behoeve van de ontsluitingswegen, waaronder tramwegen;
  • i.  maatschappelijke voorzieningen;
  • j.  bedrijfsdoeleinden uitgezonderd risicovolle inrichtingen, waaronder worden verstaan bedrijven als genoemd in categorie 1 en 2 van de lijst van bedrijven zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze voorschiften, dan wel bedrijven die naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de aangegeven categorieën;
  • k.  detailhandel;
  • l.  dienstverlening;
  • m.  horeca;
  • n.  agrarische doeleinden, uitgezonderd intensieve veehouderij;
  • o.  recreatieve doeleinden;
  • p.  groenvoorzieningen;
  • q.  sportdoeleinden;
  • r.  geluidsreducerende maatregelen;

met de daarbij behorende additionele voorzieningen.


4.6 Gebruiksvoorschriften

4.6.3. Zolang en voorzover voor gronden geen uitwerkingsplan in werking is getreden, is het verboden (gebruiksverbod) de gronden te gebruiken of te laten gebruiken voor:

  • a. bedrijfsdoeleinden, waaronder worden verstaan bedrijven als genoemd in categorie 1 en 2 van de lijst van bedrijven zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze voorschiften, dan wel bedrijven die naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de aangegeven categorieën;
  • b. maatschappelijke voorzieningen;
  • c. detailhandel;
  • d. dienstverlening;
  • e. horeca;
  • f. agrarische doeleinden, waaronder intensieve veehouderij;
  • g. verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • h. sportdoeleinden;
  • i. gebruik van water ten behoeve van ligplaatsen en waterwoningen;
  • j. kamerverhuur, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.c;
  • k. bewoning van een woning anders dan door één huishouden;
  • l. gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning;
  • m. het gebruik van aanbouwen en aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning.

43.3 Artikel 6 Woondoeleinden

6.1 Bestemmingsomschrijving

6.1.1. De op de plankaart voor Woondoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  woon-werkcombinaties;
  • e.  de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden;

met de daarbij behorende additionele voorzieningen.


6.1.2. Indien een bestemmingsvlak op de plankaart is voorzien van de aanduiding "Kamerverhuur toegestaan", is een woonhuis is tevens bestemd als kamerverhuurpand.


6.2 Bouwvoorschriften

6.2.4 Woningsplitsing

Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

6.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

6.4.1. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 6.2.2.c en, onverminderd het bepaalde onder 6.2.2.d, toestaan dat een hoofdgebouw gedeeltelijk, en een aanbouw, een uitbouw of een aangebouwd bijgebouw geheel of gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het bouwvlak;
  • b. het bepaalde in lid 6.2.2.c en toestaan dat een vrijstaand bijgebouw geheel of gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het bouwvlak;
  • c. het bepaalde in lid 6.2.2.f en toestaan dat de goothoogte van een hoofdgebouw wordt vergroot tot niet meer dan 6 meter;
  • d. het bepaalde in lid 6.2.2.f en toestaan dat de dakhelling van hoofdgebouwen wordt verkleind tot minder dan 35°;
  • e. lid 6.1.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • f. lid 6.2.4 voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • g. lid 6.2.4 voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

6.6 Gebruiksvoorschriften

6.6.2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van de gronden als woonwagenstandplaats;
  • c. het gebruik van gronden, bouwwerken, voertuigen, vaartuigen en andere al dan niet drijvende constructies ten behoeve van een sexinrichting;
  • d. de opslag van aan hun gebruik onttrokken voer- of vaartuigen, werktuigen of machines of onderdelen daarvan, verpakkingsmaterialen, bouwmaterialen, bagger en grondspecie, afval, puin, grind of brandstoffen, anders dan in verband met normaal onderhoud of ter verwezenlijking van de bestemming;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 6.4.1.f en 6.4.1.g;
  • h. het gebruik van aanbouwen en aangebouwde bigebouwen als afzonderlijke woning.


6.6.4 Afwijken van de gebruiksvoorschriften


Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.6.2 onder f voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 6.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 44 Bestemmingsplan Meerstad-Midden West

De regels van het bestemmingsplan Meerstad-Midden West worden als volgt gewijzigd.

44.1 Artikel 7 Gemengd - 1

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een zelfstandige woning, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoning meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2 zijn toegestaan, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt;
      • en minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 4. bij de woning aan-huis-verbonden beroepen mogen worden uitgeoefend;
    • 5. bij de woning een logies met ontbijt gedreven mag worden, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal drie (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • b. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • c.  zakelijke dienstverlening;
  • d.  maatschappelijke dienstverlening;
  • e.  bedrijven onder de milieucategorieën 1 en 2 die zijn genoemd in de bij de regels behorende Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten, hieronder niet begrepen geluidszoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle inrichtingen;
  • f.  behoud en herstel van de hoofdvorm van karakteristieke en beeldbepalende panden, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';

met daaraan ondergeschikt:

  • g.  groenvoorzieningen;
  • h.  nutsvoorzieningen;
  • i.  water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j.  verhardingen;
  • k.  parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende tuinen, erven en additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mag de uitwendige hoofdvorm, bestaande uit oppervlakte, goot- en bouwhoogte en dakhelling, van de zodanig aangeduide (delen van) gebouwen, niet meer dan 10% afwijken van de bestaande maatvoering.
  • c. Gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • d. Woningen mogen uitsluitend als hoofdgebouw of onderdeel van een hoofdgebouw (inpandig) worden gebouwd.
  • e. De goot- en bouwhoogte en dakhelling van gebouwen en overkappingen mogen niet meer c.q. niet minder bedragen dan in het volgende bouwschema is bepaald, tenzij ter plaatse anders is aangeduid, met dien verstande dat:
    • 1. bij een platte afdekking de bouwhoogte maximaal de goothoogte is;
    • 2. topgevels, lijstgevels, dakkappellen en schoorstenen hiervan zijn uitgezonderd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01_0003.png"

  • f. Maximaal 300 m² van het bebouwd oppervlak mag worden gebruikt voor de (bedrijfs)woning inclusief bijbehorende bijgebouwen.
  • g. Per bouwvlak is maximaal 1 woning toegestaan. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.
  • h. De afstand tussen gebouwen en/of overkappingen op een bouwperceel is minimaal 1 meter, tenzij de gebouwen en/of overkappingen aaneen worden gebouwd.
  • i. De afstand tussen een woning en andere geluidsgevoelige objecten en de weg is minimaal de bestaande afstand.

7.4 Afwijken van de bouwregels

7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 7.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b.  lid 7.2.1 onder b voor een grotere afwijking van de bestaande maatvoering in samenhang met de in lid 7.6 genoemde vergunning en voldaan wordt aan de overige bouwregels die ter plaatse van toepassing zijn;
  • c.  lid 7.2.1 onder e voor het vergroten van de maximum goothoogte van een hoofdgebouw tot maximaal 6 meter;
  • d.  lid 7.2.1 onder e en toestaan dat de goothoogte van een hoofdgebouw maximaal 4,50 meter bedraagt;
  • e. lid 7.2.1.g, tweede volzin, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • f. lid 7.2.1.g, tweede volzin, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m². 
  • g.  lid 7.2.2 ten behoeve van gehele of gedeeltelijke vervanging van één of meerdere bijgebouwen en overkappingen waarvan de gezamenlijke oppervlakte meer bedraagt dan 100 m2, door één of meerdere vrijstaande bijgebouwen, met dien verstande dat:
    • 1. de vervanging bijdraagt aan een aanmerkelijke verbetering van de landschappelijke situatie ter plaatse waarbij voorzien wordt in een goede landschappelijke inpassing;
    • 2. de vervanging van de bebouwing uitsluitend is bedoeld ten behoeve van de doeleinden genoemd in lid 7.1 sub a tot en met f;
    • 3. met de vervanging een vermindering (sanering) van de oppervlakte plaatsvindt, voor zover die oppervlakte meer bedraagt dan 100 m2 tot een oppervlakte van 50% van het meerdere.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 7.1 onder e zijn toegestaan;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bewoning anders dan als een bedrijfswoning;
  • d. het gebruik van de gronden voor recreatief nachtverblijf, tenzij het recreatief nachtverblijf betreft zoals genoemd in lid 7.1;
  • e. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.b;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 7.4.1.e of lid 7.4.1.f
  • i. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.5.g voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 7.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

44.2 Artikel 20 Wonen

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zelfstandige woningen, al dan niet in combinatie met dien verstande dat: 
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2 zijn toegestaan, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt;
      • en minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 4. bij de woning mogen worden uitgeoefend:
      •  aan-huis-verbonden beroepen;
      •  een logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal drie (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
      •  bestaande kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
      •  kamerverhuur in het hoofdgebouw, ter plaatse van de aanduiding 'kamerverhuur';
  • b. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • c. behoud en herstel van de hoofdvorm van karakteristieke en beeldbepalende panden, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';

met daaraan ondergeschikt:

  • d.  fiets- en voetpaden;
  • e.  groenvoorzieningen;
  • f.  nutsvoorzieningen;
  • g.  parkeervoorzieningen;
  • h.  water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • i.  additionele voorzieningen, waaronder speelvoorzieningen en bruggen.

20.2 Bouwregels

20.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 20.1 genoemde doeleinden.
  • b. Per bestemmingsvlak is maximaal 1 woning toegestaan, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', in welk geval maximaal het aangegeven aantal is toegestaan. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen. 
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mag de uitwendige hoofdvorm, bestaande uit oppervlakte, goot- en bouwhoogte en dakhelling, van de zodanig aangeduide (delen van) gebouwen, niet meer dan 10% afwijken van de bestaande maatvoering.
  • d. Als binnen een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangegeven mogen gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • e. De afstand tussen een hoofdgebouw en de weg is minimaal de bestaande afstand tussen de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw en de bestemming Verkeer.
  • f. Voor gebouwen en overkappingen gelden de in het schema vermelde maten en percentages. Als een tabelvak leeg is, is de betreffende regel niet van toepassing.

    afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01_0004.png"

20.4 Afwijken van de bouwregels

20.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 20.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 20.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 20.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 20.2.1 onder c voor een grotere afwijking van de bestaande maatvoering in samenhang met de in lid 20.7 genoemde vergunning en voldaan wordt aan de overige bouwregels die ter plaatse van toepassing zijn;
  • e.  lid 20.2.1 onder d voor het gedeeltelijk bouwen van een hoofdgebouw of het geheel of gedeeltelijk bouwen van een aanbouw, uitbouw of bijgebouw buiten het bouwvlak, mits de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen maximaal de oppervlakte van het bouwvlak is;
  • f.  lid 20.2.1 onder f voor het vergroten van de maximum goothoogte van een hoofdgebouw tot maximaal 6 meter;
  • g.  lid 20.2.1 onder f voor het verkleinen van de dakhelling van hoofdgebouwen minder dan 35°.

20.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor reclamedoeleinden (waaronder mede begrepen reclamemasten), met uitzondering van een bord met een oppervlakte van ten hoogste 0,75 m² op de gevel van een gebouw, ten behoeve van een op dat perceel gevestigd gebruik;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 20.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 20.1.a.4 en lid 20.1.b;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 20.4.1.b of lid 20.4.1.c;
  • h. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

20.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 20.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m².
  • b. lid 20.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de lijst in Bijlage 2;
  • c. lid 20.5.f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 20.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
44.3 Artikel 21 Woongebied - 1

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zelfstandige woningen, al dan niet in combinatie met met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2 zijn toegestaan, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt;
      • en minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 4. bij de woning mogen worden uitgeoefend:
      •  aan-huis-verbonden beroepen;
      •  een logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal drie (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
      •  bestaande kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
      • al dan niet in combinatie met: 
    • 5. aan-huis-verbonden beroepen;
    • 6. bestaande kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
    • 7. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • b. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • c.  wegen, fiets- en voetpaden;
  • d.  groenvoorzieningen;
  • e.  nutsvoorzieningen;
  • f.  parkeervoorzieningen, met dien verstande dat bij vrijstaande en twee-aaneen gebouwde woningen ten minste twee opstelplaatsen voor auto's, niet zijnde garages, op eigen erf naast of achter het hoofdgebouw aanwezig dienen te zijn;
  • g.  water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h.  additionele voorzieningen, waaronder speelvoorzieningen en bruggen.

21.2 Bouwregels

21.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 21.1 genoemde doeleinden.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' worden de voorgevels van hoofdgebouwen gericht op deze lijn.
  • c. De goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw zijn maximaal de ter plaatse van de aanduidingen 'maximum goothoogte (m)' en 'maximum bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van hoofdgebouwen met een plat dak ten hoogste 7 m bedraagt;
    • 2. bij toepassing van een plat dak, naast het gestelde onder 1, een extra etage is toegestaan ter plaatse waar een 'maximum goothoogte (m)' van meer dan 3,5 meter is aangegeven, mits de extra etage ten hoogste 60% van de oppervlakte van het hoofdgebouw bedraagt en de bouwhoogte maximaal 10,5 meter bedraagt;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - toren' een toren op het hoofdgebouw is toegestaan met een oppervlakte van maximaal 25 m2 en een bouwhoogte van maximaal 21 meter;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' appartementengebouwen mogen worden gebouwd met een goot- en bouwhoogte van maximaal 11 meter en 17 meter.
  • d. Rijenwoningen mogen niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - wierde' en ter plaatse waar een maximum goothoogte van 3,5 m is aangegeven.
  • e. Voor gebouwen en overkappingen gelden de in het schema vermelde maten en percentages. Als een tabelvak leeg is is de betreffende regel niet van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01_0005.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01_0006.png"

* met dien verstande dat collectieve parkeergarages bij appartementsgebouwen die voorzien zijn van een dak met beplanting bij dit percentage niet worden meegerekend

** met dien verstande dat:

- de afstand van de achtergevel tot aan de waterlijn minimaal 6 meter bedraagt en van de zijgevel tot aan de waterlijn minimaal 4 meter bedraagt

- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dijkwoningen' de afstand van gebouwen tot de zij- en achtergrens minimaal 4 meter bedraagt

en met dien verstande dat tot op de perceelgrens mag worden gebouwd op de zijdelingse perceelgrenzen waar woonhuizen aaneen gebouwd zijn of waar woonhuizen door middel van aan- en uitbouwen of bijgebouwen met andere woonhuizen zijn verbonden

*** tenzij de gronden zijn aangeduid met 'gestapeld', dan geldt een afstand van 3 meter.

  • f. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen. 

21.4 Afwijken van de bouwregels

21.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 21.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b.  lid 21.2.1 onder c voor het vergroten van de goothoogte van hoofdgebouwen;
  • c.  lid 21.2.1 onder c voor het verhogen van de gevel van platte daken met ten hoogste 1 m ten behoeve van een borstwering bij een dakterras;
  • d.  lid 21.2.1 onder d voor het bouwen van rijwoningen;
  • e.  lid 21.2.1 onder e voor het verhogen van het bebouwingspercentage ten behoeve van collectieve parkeergarages bij appartementsgebouwen die voorzien zijn van een dak met beplanting;
  • f.  lid 21.2.1 onder e voor een andere goothoogte van hoofdgebouwen;
  • g. lid 21.2.1 onder e voor het bouwen van de voorgevel van gebouwen op een kortere afstand uit of op de perceelgrens als dit noodzakelijk is om de gebruiksmogelijkheden van het bouwperceel te vergroten;
  • h.  lid 21.2.1 onder e voor de bouw van hoofdgebouwen tot ten hoogste 300 m²; mits het bebouwingspercentage genoemd in lid 21.2.1 onder e niet wordt overschreden;
  • i.  lid 21.2.1 onder e voor de bouw van hoofdgebouwen tot ten hoogste 300 m²; mits het bebouwingspercentage genoemd in lid 21.2.1 onder e niet wordt overschreden;
  • j. lid 21.2.1.f, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • k. lid 21.2.1.f, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • l.  lid 21.2.2 onder a voor de bouw van aan- en uitbouwen of bijgebouwen tot maximaal 150 m², mits het bebouwingspercentage genoemd in lid 21.2.1 onder e niet wordt overschreden en de oppervlakte niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
  • m.  lid 21.2.2 onder a voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op minder dan 3 meter achter de voorgevels met het oog op een goede ruimtelijke inpassing van een garage op het perceel en/of de gebruiksmogelijkheden van het bouwperceel;
  • n.  lid 21.2.2 onder a voor de bouw van veranda's en erkers voor de voorgevel van een hoofdgebouw worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. een veranda of erker maximaal 3 meter uit de gevel van het hoofdgebouw wordt gebouwd;
    • 2. de bouwhoogte maximaal 3,5 meter bedraagt, met dien verstande dat deze hoger mag zijn indien de overkapping respectievelijk het dak deel uitmaken van de kap van het hoofdgebouw;
    • 3. bij aaneengebouwde woningen mogen veranda's alleen voor de voor-gevel worden gebouwd als ze worden gebouwd bij alle woningen van dat blok van aaneengebouwde woningen;
    • 4. de bouwhoogte van de balustrade van een veranda maximaal 1,5 meter bedraagt, eventueel vermeerderd met de tot de veranda behorende vloerhoogte.

21.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor reclamedoeleinden (waaronder mede begrepen reclamemasten), met uitzondering van een bord met een oppervlakte van ten hoogste 0,75 m² op de gevel van een gebouw, ten behoeve van een op dat perceel gevestigd gebruik;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 21.1 is toegestaan
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 21.1.b;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 21.4.1.j of lid 21.4.1.k;
  • h. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

21.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 21.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m².
  • b. lid 21.1 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en aan-, uit- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de lijst in Bijlage 2;
  • c. lid 21.5.f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 21.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
44.4 Artikel 22 Woongebied - 2

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zelfstandige woningen, al dan niet in combinatie met met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2 zijn toegestaan, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt;
      • en minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 4. bij de woning mogen worden uitgeoefend:
      •  aan-huis-verbonden beroepen;
      •  een logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal drie (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
      •  bestaande kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
      • al dan niet in combinatie met: 
  • b. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • c.  wegen, fiets- en voetpaden;
  • d.  groenvoorzieningen;
  • e.  nutsvoorzieningen;
  • f.  parkeervoorzieningen, met dien verstande dat bij vrijstaande woningen ten minste twee opstelplaatsen voor auto's, niet zijnde garages, op eigen erf naast of achter het hoofdgebouw aanwezig dienen te zijn;
  • g.  water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h.  additionele voorzieningen, waaronder speelvoorzieningen en bruggen.

22.2 Bouwregels

22.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 22.1 genoemde doeleinden.
  • b. De goothoogte van een hoofdgebouw is maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' aangegeven hoogte.
  • c. De bouwhoogte van een hoofdgebouw is maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte.
  • d. De hoofdgebouwen worden gebouwd met een kap.
  • e. Voor gebouwen en overkappingen gelden de in het schema vermelde maten en percentages. Als een tabelvak leeg is, is de betreffende regel niet van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01_0007.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01_0008.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01_0009.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01_0010.png"

* met dien verstande dat twee aaneen gebouwde woningen niet mogen worden gebouwd op:

1. percelen die met de zijdelingse perceelgrens grenzen aan openbaar toegankelijk gebied, dan wel;

2. percelen die grenzen aan andere bouwpercelen waar twee aaneen gebouwde woningen zijn of worden gebouwd.

  • f. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

22.4 Afwijken van de bouwregels

22.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 22.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 22.2.1 onder c b voor het vergroten van de goothoogte van hoofdgebouwen;
  • c.  lid 22.2.1 onder d en e voor het geheel of gedeeltelijk bouwen zonder kap tot een maximale bouwhoogte van maximaal 11 meter;
  • d.  lid 22.2.1 onder e voor de bouw van twee-aaneen of in rijen gebouwde woningen, ter plaatse van de aanduidingen 'vrijstaand', 'twee-aaneen', 'specifieke bouwaanduiding - vrijstaand 1', 'specifieke bouwaanduiding - vrijstaand 2', 'specifieke bouwaanduiding - vrijstaand 3', 'specifieke bouwaanduiding - vrijstaand 4' of 'specifieke bouwaanduiding - vrijstaand 5';
  • e.  lid 22.2.1 onder e voor de bouw van hoofdgebouwen tot ten hoogste 300 m², mits het bebouwingspercentage genoemd in lid 22.2.1 onder e niet wordt overschreden;
  • f. lid 22.2.1.f, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • g. lid 22.2.1.f, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • h.  lid 22.2.2 onder a voor de bouw van aan- en uitbouwen of bijgebouwen tot maximaal 150 m², mits het bebouwingspercentage genoemd in lid 22.2.1 onder e niet wordt overschreden en de oppervlakte niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
  • i.  lid 22.2.2 onder a voor de bouw van veranda's en erkers voor de voorgevel van een hoofdgebouw worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. een veranda of erker maximaal 3 meter uit de gevel van het hoofdgebouw wordt gebouwd;
    • 2. de bouwhoogte maximaal 3,5 meter bedraagt, met dien verstande dat deze hoger mag zijn indien de overkapping respectievelijk het dak deel uitmaken van de kap van het hoofdgebouw;
    • 3. bij aaneengebouwde woningen mogen veranda's alleen voor de voor-gevel worden gebouwd als ze worden gebouwd bij alle woningen van dat blok van aaneengebouwde woningen;
    • 4. de bouwhoogte van de balustrade van een veranda maximaal 1,5 meter bedraagt, eventueel vermeerderd met de tot de veranda behorende vloerhoogte.

22.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor reclamedoeleinden (waaronder mede begrepen reclamemasten), met uitzondering van een bord met een oppervlakte van ten hoogste 0,75 m² op de gevel van een gebouw, ten behoeve van een op dat perceel gevestigd gebruik;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 22.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 22.1.b;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 22.4.1.f of lid 22.4.1.g;
  • h. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

22.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 22.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m²;
  • b. lid 22.1 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en aan-, uit- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de lijst in Bijlage 2;
  • c. lid 22.5.f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 22.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
44.5 Artikel 23 Woongebied - 3

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zelfstandige woningen, al dan niet in combinatie met met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2 zijn toegestaan, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt;
      • en minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 4. bij de woning mogen worden uitgeoefend:
      •  aan-huis-verbonden beroepen;
      •  een logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal drie (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
      •  bestaande kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • c.  wegen, fiets- en voetpaden;
  • d.  groenvoorzieningen;
  • e.  nutsvoorzieningen;
  • f.  parkeervoorzieningen, met dien verstande dat bij vrijstaande en twee-aaneen gebouwde woningen ten minste twee opstelplaatsen voor auto's, niet zijnde garages, op eigen erf naast of achter het hoofdgebouw aanwezig dienen te zijn;
  • g.  water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h.  additionele voorzieningen, waaronder speelvoorzieningen en bruggen.

23.2 Bouwregels

23.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 23.1 genoemde doeleinden.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bouwwerken' mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
  • c. De goothoogte van een hoofdgebouw is maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' aangegeven hoogte.
  • d. De bouwhoogte van een hoofdgebouw is maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte.
  • e. De hoofdgebouwen worden gebouwd met een kap.
  • f. Voor gebouwen en overkappingen gelden de in het schema vermelde maten en percentages. Als een tabelvak leeg is is de betreffende regel niet van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01_0011.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01_0012.png"

* Met uitzondering van percelen waarvan het achterste deel een bestemming 'Groen - 2' heeft, in welk geval geen minimale afstand geldt.

** Met dien verstande dat twee aaneen gebouwde woningen niet mogen worden gebouwd op percelen die met de zijdelingse perceelgrens grenzen aan openbaar toegankelijk gebied.

  • g. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

23.4 Afwijken van de bouwregels

23.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 23.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 23.2.1 onder c voor het vergroten van de goothoogte van hoofdgebouwen;
  • c.  lid 23.2.1 onder d en e voor het geheel of gedeeltelijk bouwen zonder kap tot een maximale bouwhoogte van maximaal 11 meter;
  • d.  lid 23.2.1 onder f voor de bouw van in twee-aaneen of in rijen gebouwde woningen;
  • e.  lid 23.2.1 onder f voor de bouw van hoofdgebouwen tot ten hoogste 300 m²; mits het bebouwingspercentage genoemd in lid 23.2.1 onder f niet wordt overschreden;
  • f. lid 23.2.1.g, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • g. lid 23.2.1.g, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • h.  lid 23.2.2 onder a voor de bouw van veranda's en erkers voor de voorgevel van een hoofdgebouw worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. een veranda of erker maximaal 3 meter uit de gevel van het hoofdgebouw wordt gebouwd;
    • 2. de bouwhoogte maximaal 3,5 meter bedraagt, met dien verstande dat deze hoger mag zijn indien de overkapping respectievelijk het dak deel uitmaken van de kap van het hoofdgebouw;
    • 3. bij aaneengebouwde woningen mogen veranda's alleen voor de voor-gevel worden gebouwd als ze worden gebouwd bij alle woningen van dat blok van aaneengebouwde woningen;
    • 4. de bouwhoogte van de balustrade van een veranda maximaal 1,5 meter bedraagt, eventueel vermeerderd met de tot de veranda behorende vloerhoogte.

23.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor reclamedoeleinden (waaronder mede begrepen reclamemasten), met uitzondering van een bord met een oppervlakte van ten hoogste 0,75 m² op de gevel van een gebouw, ten behoeve van een op dat perceel gevestigd gebruik;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 23.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 23.1.b;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 23.4.1.f of lid 23.4.1.g;
  • h. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

23.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 23.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m².
  • b. lid 23.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en aan-, uit- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de lijst in Bijlage 2;'
  • c. lid 23.5.f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 23.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
44.6 Artikel 24 Woongebied - 4

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zelfstandige woningen, al dan niet in combinatie met met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2 zijn toegestaan, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt;
      • en minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 4. bij de woning mogen worden uitgeoefend:
      •  aan-huis-verbonden beroepen;
      •  een logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal drie (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
      •  bestaande kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • c.  wegen, fiets- en voetpaden;
  • d.  groenvoorzieningen;
  • e.  nutsvoorzieningen;
  • f.  parkeervoorzieningen, met dien verstande dat bij vrijstaande en twee-aaneen gebouwde woningen ten minste twee opstelplaatsen voor auto's, niet zijnde garages, op eigen erf naast of achter het hoofdgebouw aanwezig dienen te zijn;
  • g.  water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h.  additionele voorzieningen, waaronder speelvoorzieningen en bruggen.

24.2 Bouwregels

24.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 24.1 genoemde doeleinden.
  • b. De goothoogte van een hoofdgebouw is maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' aangegeven hoogte.
  • c. De bouwhoogte van een hoofdgebouw is maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte, met dien verstande dat de bouwhoogte van een gebouw met een plat dak maximaal 7 meter bedraagt, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1'.
  • d. De hoofdgebouwen worden gebouwd met een kap.
  • e. De voorgevel van een hoofdgebouw dient evenwijdig aan de achtergrens van het bouwperceel te worden geplaatst, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding 2'.
  • f. Voor gebouwen en overkappingen gelden de in het schema vermelde maten en percentages. Als een tabelvak leeg is is de betreffende regel niet van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01_0013.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01_0014.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01_0015.png"

* met uitzondering van de zijdelingse perceelsgrenzen waar twee-aaneen gebouwde en in rijen gebouwde woningen aaneen gebouwd zijn, daar mag tot op de perceelsgrens worden gebouwd.

  • g. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

24.4 Afwijken van de bouwregels

24.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 24.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b.  lid 24.2.1 onder f voor de bouw van in rijen gebouwde woningen;
  • c.  lid 24.2.1 onder b voor het vergroten van de goothoogte van hoofdgebouwen;
  • d.  lid 24.2.1 onder c voor het verhogen van de gevel van platte daken met maximaal 1 meter ten behoeve van een borstwering bij een dakterras;
  • e.  lid 24.2.1 onder c en d voor het geheel of gedeeltelijk bouwen zonder kap tot een maximale bouwhoogte van maximaal 11 meter;
  • f.  lid 24.2.1 onder e voor het afwijken van de ligging van de voorgevel;
  • g.  lid 24.2.1 onder f voor de bouw van hoofdgebouwen tot ten hoogste 300 m²; mits het bebouwingspercentage genoemd in lid 24.2.1 onder f niet wordt overschreden;
  • h.  lid 24.2.1 onder f voor de bouw van hoofdgebouwen op minimaal 2 meter uit de zijdelingse perceelgrens indien de woning aan openbaar groen grenst aan die zijde;
  • i.  lid 24.2.1 onder f voor de bouw van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen op minimaal 2 meter uit de zijdelingse perceelgrens;
  • j. lid 24.2.1 onder f voor het bouwen van de voorgevel van hoofdgebouwen op een afstand van minder dan 5 meter uit de perceelgrens als dit noodzakelijk is om de gebruiksmogelijkheden van het bouwperceel te vergroten;
  • k. lid 24.2.1.g, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • l. lid 24.2.1.g, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • m.  lid 24.2.2 onder a voor de bouw van aan- en uitbouwen of bijgebouwen tot maximaal 150 m², mits het bebouwingspercentage genoemd in lid 24.2.1 onder f niet wordt overschreden en de oppervlakte niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
  • n. lid 24.2.2 onder a voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op minder dan 3 meter achter de voorgevels van hoekwoningen, met het oog op een goede ruimtelijke inpassing van een garage op het perceel en/of de gebruiks-mogelijkheden van het bouwperceel;
  • o.  lid 24.2.2 onder a voor de bouw van veranda's en erkers voor de voorgevel van een hoofdgebouw worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. een veranda of erker maximaal 3 meter uit de gevel van het hoofdgebouw wordt gebouwd;
    • 2. de bouwhoogte maximaal 3,5 meter bedraagt, met dien verstande dat deze hoger mag zijn indien de overkapping respectievelijk het dak deel uitmaken van de kap van het hoofdgebouw;
    • 3. bij aaneengebouwde woningen mogen veranda's alleen voor de voor-gevel worden gebouwd als ze worden gebouwd bij alle woningen van dat blok van aaneengebouwde woningen;
    • 4. de bouwhoogte van de balustrade van een veranda maximaal 1,5 meter bedraagt, eventueel vermeerderd met de tot de veranda behorende vloerhoogte.

24.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor reclamedoeleinden (waaronder mede begrepen reclamemasten), met uitzondering van een bord met een oppervlakte van ten hoogste 0,75 m² op de gevel van een gebouw, ten behoeve van een op dat perceel gevestigd gebruik;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 24.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 24.1.b;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 24.4.1.k of lid 24.4.1.l;
  • h. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

24.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 24.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m².
  • b. lid 24.5 onder c voor het gebruik van hoofdgebouwen en aan-, uit- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de lijst in Bijlage 2;
  • c. lid 24.5.f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 24.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
44.7 Artikel 25 Woongebied - 5

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zelfstandige woningen, al dan niet in combinatie met met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2 zijn toegestaan, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt;
      • en minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 4. bij de woning mogen worden uitgeoefend:
      •  aan-huis-verbonden beroepen;
      •  een logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal drie (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
      •  bestaande kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • c.  wegen, fiets- en voetpaden;
  • d.  groenvoorzieningen;
  • e.  nutsvoorzieningen;
  • f.  parkeervoorzieningen, met dien verstande dat bij vrijstaande en twee-aaneen gebouwde woningen ten minste twee opstelplaatsen voor auto's, niet zijnde garages, op eigen erf naast of achter het hoofdgebouw aanwezig dienen te zijn;
  • g.  water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h.  additionele voorzieningen, waaronder speelvoorzieningen en bruggen.

 

25.2 Bouwregels

25.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 25.1 genoemde doeleinden.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - gebouwen' mogen geen gebouwen worden gebouwd.
  • c. De goothoogte van een hoofdgebouw is maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' aangegeven hoogte.
  • d. De bouwhoogte van een hoofdgebouw is maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte.
  • e. De hoofdgebouwen worden gebouwd met een kap.
  • f. Voor gebouwen en overkappingen gelden de in het schema vermelde maten en percentages. Als een tabelvak leeg is is de betreffende regel niet van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01_0016.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01_0017.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01_0018.png"

* tot op de perceelgrens mag worden gebouwd:

- aan openbare paden uitsluitend bedoeld voor langzaam verkeer die grenzen aan de achterperceelgrens

- op de zijdelingse perceelgrenzen waar woonhuizen aaneengebouwd zijn of waar woonhuizen door middel van aan- en uitbouwen of bijgebouwen met andere woonhuizen zijn verbonden

** met dien verstande dat hoofdgebouwen ter plaatse van deze aanduiding ook twee-aaneengebouwd mogen worden indien:

- deze niet op de koppen van een eiland en op de hoek van twee wegen worden gebouwd

- deze uitsluitend tussen percelen met vrijstaande woningen worden gebouwd

  • g. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen. 

25.4 Afwijken van de bouwregels

25.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 25.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b.  lid 25.2.1 onder f voor de bouw van twee-aaneen of in rijen gebouwde woningen;
  • c.  lid 25.2.1 onder c voor het vergroten van de goothoogte van hoofdgebouwen;
  • d.  lid 25.2.1 onder d en e voor het geheel of gedeeltelijk bouwen zonder kap tot een maximale bouwhoogte van maximaal 11 meter;
  • e.  lid 25.2.1 onder f voor de bouw van hoofdgebouwen tot ten hoogste 300 m²; mits het bebouwingspercentage genoemd in lid 25.2.1 onder f niet wordt overschreden;
  • f. lid 25.2.1.g, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • g. lid 25.2.1.g, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • h.  lid 25.2.2 onder a voor de bouw van aan- en uitbouwen of bijgebouwen tot maximaal 150 m², mits het bebouwingspercentage genoemd in lid 25.2.1 onder f niet wordt overschreden en de oppervlakte niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
  • i.  lid 25.2.2 onder a voor het bouwen van aan- en uit- of bijgebouwen op een afstand van minder dan 3 meter achter de voorgevel van een hoofdgebouw (of het ver-lengde daarvan).
  • j.  lid 25.2.2 onder a voor de bouw van veranda's en erkers voor de voorgevel van een hoofdgebouw worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. een veranda of erker maximaal 3 meter uit de gevel van het hoofdgebouw wordt gebouwd;
    • 2. de bouwhoogte maximaal 3,5 meter bedraagt, met dien verstande dat deze hoger mag zijn indien de overkapping respectievelijk het dak deel uitmaken van de kap van het hoofdgebouw;
    • 3. bij aaneengebouwde woningen mogen veranda's alleen voor de voor-gevel worden gebouwd als ze worden gebouwd bij alle woningen van dat blok van aaneengebouwde woningen;
    • 4. de bouwhoogte van de balustrade van een veranda maximaal 1,5 meter bedraagt, eventueel vermeerderd met de tot de veranda behorende vloerhoogte.

25.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor reclamedoeleinden (waaronder mede begrepen reclamemasten), met uitzondering van een bord met een oppervlakte van ten hoogste 0,75 m² op de gevel van een gebouw, ten behoeve van een op dat perceel gevestigd gebruik;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 25.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 25.1.b;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 25.4.1.f of lid 25.4.1.g; het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

25.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 25.5 onder d voor het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m².
  • b. lid 25.5 onder e voor het gebruik van hoofdgebouwen en aan-, uit- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de lijst in Bijlage 2;
  • c. lid 25.5.f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 25.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
44.8 Artikel 26 Woongebied - Waterwoningen 1

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - Waterwoningen 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen in waterwoningen voor zelfstandige bewoning, al dan niet in combinatie met met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. bij de woning mogen worden uitgeoefend:
      •  aan-huis-verbonden beroepen;
      •  een logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal drie (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • b. wegen, fiets- en voetpaden;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. voorzieningen ten behoeve van toekomstige noodwaterberging;
  • h. additionele voorzieningen, waaronder speelvoorzieningen en bruggen.

26.2 Bouwregels

26.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 26.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen. 

26.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:

  • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
  • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.

26.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van het dak van de hoogste verdieping van waterwoningen als terras;
  • b. het gebruik van drijvende terrassen met een groter oppervlak of andere afmetingen dan is toegestaan volgens de bouwregels, dan wel een verleende afwijking als bedoeld in lid 26.6.1;
  • c. het gebruik van openbare terreinen (kade) voor privé-woondoeleinden zoals terrassen, opslag of speelvoorzieningen met bijbehorende bouwwerken;
  • d. het gebruik van gronden ten behoeve van ligplaatsen voor varende schepen met een verblijfsfunctie en bedrijfsschepen;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning.

26.6 Afwijken van de gebruiksregels

26.5.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.5 onder b voor de bouw/gebruik van terrassen met een grotere diepte dan 3 meter uit de gevel van de waterwoning.

26.6.2 Voorwaarden voor afwijking

Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 26.6.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
44.9 Artikel 27 Woongebied - Waterwoningen 2

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - Waterwoningen 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen in waterwoningen voor zelfstandige bewoning in met riet begroeide water- en/of oevergebieden, al dan niet in combinatie met met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. bij de woning mogen worden uitgeoefend:
      •  aan-huis-verbonden beroepen;
      •  een logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal drie (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • b. wegen, fiets- en voetpaden;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. voorzieningen ten behoeve van toekomstige noodwaterberging;
  • h. additionele voorzieningen, waaronder speelvoorzieningen en bruggen.

27.2 Bouwregels

27.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 27.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

27.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 27.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:

  • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
  • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.

27.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van het dak van de hoogste verdieping van waterwoningen als terras;
  • b. het gebruik van openbare terreinen (kade) voor privé-woondoeleinden zoals terrassen, opslag of speelvoorzieningen met bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van de in lid 27.2.2 genoemde bijgebouwen;
  • c. het gebruik van gronden ten behoeve van ligplaatsen voor varende schepen met een verblijfsfunctie en bedrijfsschepen;
  • d. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen;
  • e. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • f. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning.
44.10 Artikel 36 Algemene bouwregels

Lid 36.2 Woningsplitsing vervalt.

Artikel 45 Bestemmingsplan Melisseweg

De regels van het bestemmingsplan Melisseweg worden als volgt gewijzigd.

45.1 Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden zelfstandige woningen met bijbehorende parkeergelegenheid, met dien verstande dat de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
  • b. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. bermen en beplantingen;
  • e. waterlopen en waterpartijen;
  • f. taluds, bruggen, dammen en duikers;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. fiets- en voetpaden;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. ter hoogte van de aanduiding 'verkeer': tevens voor wegen en openbare parkeervoorzieningen;
  • k. additionele voorzieningen.

6.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn uitsluitend toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

6.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 6.1 onder a en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 6.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een
    aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor kamerverhuur en beschermd wonen;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 6.1 is toegestaan;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden.

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 6.4 onder d voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m². Het gestelde in lid 6.3 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 6.4 onder f voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 6.3 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. het bepaalde in lid 6.5 onder g voor beschermd wonen.

Artikel 46 Bestemmingsplan Oosterhoogebrug en Ulgersmaborg

De regels van het bestemmingsplan Oosterhoogebrug en Ulgersmaborg worden als volgt gewijzigd.

46.1 Artikel 8 Gemengd

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1) met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • b. bedrijven als bedoeld in de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken (bijlage 2);
  • c. kantoren;
  • d. maatschappelijke dienstverlening;
  • e.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • f. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • g. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • h.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • i.  zakelijke dienstverlening;
  • j.  horeca - 1 en horeca - 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2';
  • k.  horeca - 5, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
  • l.  detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', met dien verstande dat hier een supermarkt niet is toegestaan evenmin als detailhandel in volumineuze goederen;
  • m.  garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - garageboxen';
  • n.  parkeervoorzieningen;
  • o.  additionele voorzieningen.

8.2. Bouwregels

8.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen;
  • c. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' woningen of onzelfstandige woningen te realiseren, met uitzondering van bestaande woningen binnen deze aanduiding.

8.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen.

  • a. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Het bebouwingspercentage en de bouwhoogte mogen maximaal het aangegeven percentage en de aangegeven bouwhoogte bedragen.
  • c. De bouwhoogte van garageboxen mag maximaal 3 meter bedragen.
  • d. Nieuwe woningen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'hoofdgebouw';
  • e.  Ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding hoofdgebouw mogen de gebouwen uitsluitend gebouwd worden met een kap en een nokrichting die haaks op de Rijksweg staat.

8.4 Afwijken van de bouwregels

8.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 8.1.e.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 8.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 8.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  het bepaalde in lid 8.2.2 onder b voor het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e.  het bepaalde in lid 8.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, in strijd met het bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 8.1 onder a. zijn toegestaan;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor logies met ontbijt;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 8.1.g;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • e. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 8.4.1.b of lid 8.4.1.c.

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, bij een omgevingsvergunning afwijken van

  • a. het bepaalde in lid 8.1 onder a juncto lid 8.5 onder a voor de vestiging van bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1), mits het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • b. het bepaalde in lid 8.1 onder a, juncto lid 8.5 onder a, ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 8.1 onder a genoemde categorieën, mits het niet betreft geluidszoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen;
  • c. het bepaalde in lid 8.5 onder d voor beschermd wonen.
46.2 Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke dienstverlening;
  • b.   bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur wegen en paden;
  • c.  parkeervoorzieningen;
  • d.  groenvoorzieningen;
  • e.  water;
  • f.  additionele voorzieningen.
46.3 Artikel 13 Wonen

13.1 Wonen

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen;
  • e.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • f.  een bedrijf als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Staat van' (bijlage 2), met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
  • g.  garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garageboxen';
  • h.  additionele voorzieningen.

13.2 Bouwregels

13.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 13.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

13.4 Afwijken van de bouwregels

13.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 13.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 13.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 13.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 13.2.2 onder d voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • e.  lid 13.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • f.  lid 13.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • g.  lid 13.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • h.  lid 13.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. een kap is toegestaan;
  • i.  lid 13.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • j.  lid 13.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • k.  lid 13.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • l.  lid 13.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied tot maximaal 70m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • m.  lid 13.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

13.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van kleinschalige bedrijfsmatige voor zover dit al niet is toegestaan op grond van artikel 13, lid 1 onder d.
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 13.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 13.4.1.b of lid 13.4.1.c.

13.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 13.5 onder d voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 13.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. het bepaalde in lid 13.5 onder e voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken (bijlage 2). Het gestelde in lid 13.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. het bepaalde in lid 13.5 onder g voor beschermd wonen.

Artikel 47 Bestemmingsplan Oosterparkwijk

De regels van het bestemmingsplan Oosterparkwijk worden als volgt gewijzigd.

47.1 Artikel 5 Centrum

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met uitzondering van detailhandel in de vorm van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. dienstverlening;
  • c. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • d.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • e.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • f. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • g. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

5.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.1.d.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. het bepaalde in lid 5.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1.f;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • e. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 5.4.1.b.
47.2 Artikel 6 Dienstverlening

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zakelijke dienstverlening;
  • b. maatschappelijke dienstverlening;
  • c. kantoren;
  • d.  zelfstandige woningen op de bovengelegen verdieping(en), ter plaatse van de aanduiding 'wonen', met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m2 bedraagt, met uitzondering van een meergeneratiewoning, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • e.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • f. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot.
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' mogen tot een hoogte van 3.5 meter geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd;
  • c. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 6.1.d.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. het bepaalde in lid 6.2.1.c d:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • c. het bepaalde in lid 6.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • d. het bepaalde in lid 6.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • e. het bepaalde in lid 6.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • f. het bepaalde in lid 6.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. een kap is toegestaan;
  • g. het bepaalde in lid 6.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • h. het bepaalde in lid 6.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • i. het bepaalde in lid 6.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevelrooilijn voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • j. het bepaalde in lid 6.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied tot maximaal 70m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

6.6 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

    • 1. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.f.;
    • 2. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
    • 3. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 6.4.1.b.
47.3 Artikel 7 Gemengd

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. maatschappelijke dienstverlening;
  • c. zakelijke dienstverlening;
  • d. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e. horecabedrijven in de categorie horeca - 5, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
  • f. detailhandel;
  • g. recreatie;
  • h. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorendeStaat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • i. bedrijven als bedoeld in de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken;
  • j.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • k. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • l. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot ;
  • m. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • n. parkeervoorzieningen;
  • o. nutsvoorzieningen;
  • p. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' mogen tot een hoogte van 3.5 meter geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd;
  • c. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 7.1.j en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. het bepaalde in lid 7.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • c. het bepaalde in lid 7.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • d. het bepaalde in lid 7.2.3 onder a.3 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • e. het bepaalde in lid 7.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • f. het bepaalde in lid 7.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. een kap is toegestaan;
  • g. het bepaalde in lid 7.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • h. het bepaalde in lid 7.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • i. het bepaalde in lid 7.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevelrooilijn voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • j. het bepaalde in lid 7.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied tot maximaal 70m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • k. het bepaalde in lid 7.2.1.c:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 7.1.l zijn toegestaan;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.l;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • e. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 7.4.1.k.
47.4 Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m2 bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', met dien verstande dat deze functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond;
  • g. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening en detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'gemengd', met dien verstande dat deze functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond;
  • h. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, zakelijke en maatschappelijke dienstverlening en detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'horeca', met dien verstande dat deze functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. additionele voorzieningen.

14.2 Bouwregels

14.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 14.1 genoemde doeleinden.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garageboxen' mogen uitsluitend garageboxen en bergingen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m2 per garagebox of berging.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' mogen tot een hoogte van 3.5 meter geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd.
  • d. Nutsgebouwen mogen worden gebouwd tot een maximale oppervlakte van 50 m2 en een maximale hoogte van 4 meter;
  • e. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

14.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 14.2.2 voor het toestaan van ondergrondse of halfverdiepte parkeervoorzieningen, onafhankelijk van de op de kaart aangegeven bouwgrenzen, met dien verstande dat deze afwijkingsbevoegdheid niet mag worden toegepast voor het perceel Zaagmuldersweg 1 (Zaagdam);
  • b. het bepaalde in lid 14.1.a en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • c. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • d. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • e. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a.3 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • f. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • g. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. een kap is toegestaan;
  • h. het bepaalde in lid 14.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • i. het bepaalde in lid 14.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • j. het bepaalde in lid 14.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevelrooilijn voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • k. het bepaalde in lid 14.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied tot maximaal 70m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • l. het bepaalde in lid 14.2.1.e:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

14.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 7.1.l is toegestaan;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 14.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • h. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 14.4.1.l.

Artikel 48 Bestemmingsplan Oosterpoort

De regels van het bestemmingsplan Oosterpoort worden als volgt gewijzigd.

48.1 Artikel 5 Centrum

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond én met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan tot een maximale oppervlakte van 650 m2;
  • b. detailhandel, tevens op bovengelegen verdiepingen, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan tot een maximale oppervlakte van 500 m2;
  • c. maatschappelijke en zakelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • d. maatschappelijke dienstverlening, tevens op bovengelegen verdiepingen, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  • e. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. deze functie ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' op de begane grond niet is toegestaan;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • h. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • i. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • j. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • k. additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dienen de gronden tot een hoogte van 3 meter vrij te blijven van bebouwing, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' aan de Griffeweg de gronden tot een hoogte van 5 meter vrij dienen te blijven van bebouwing.
  • c. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

5.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.1.g en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. het bepaalde in lid 5.2.2 onder c voor vergroting van de maximale dakhelling van hoofdgebouwen tot maximaal 75°;
  • c. het bepaalde in lid 5.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • d. het bepaalde in lid 5.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • e. het bepaalde in lid 5.2.3 onder a.3 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • f. het bepaalde in lid 5.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • g. het bepaalde in lid 5.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. een kap is toegestaan;
  • h. het bepaalde in lid 5.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • i. het bepaalde in lid 5.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • j. het bepaalde in lid 5.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevelrooilijn voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • k. het bepaalde in lid 5.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied tot maximaal 70m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • l. het bepaalde in lid 5.2.1.c:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 5.1 onder f zijn toegestaan;
  • f. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf;
  • g. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1.i;
  • h. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • i. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 5.4.1.l.
48.2 Artikel 7 Dienstverlening

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening;
  • b. kantoren;
  • c.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. deze functie ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' op de begane grond niet is toegestaan;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • d.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • f. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • g. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h. groenvoorzieningen en tuinen;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 7.2.2 onder a voor het oprichten van bijbehorende bouwwerken op het achtererfgebied (buiten het bouwvlak), met dien verstande dat de oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken per perceel maximaal 30 m2 bedraagt, de goot- en bouwhoogte maximaal 3 respectievelijk 4,5 meter bedragen en het bepaalde in artikel 18 (Beschermd Stadsgezicht Zuiderpark) in acht wordt genomen;
  • b. het bepaalde in lid 7.2.2 onder b voor het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • c. het bepaalde in lid 7.1.c.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • d. het bepaalde in lid 7.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.e;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • g. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 7.4.1.d.
48.3 Artikel 8 Gemengd

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke en zakelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. detailhandel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan tot een maximale oppervlakte van 650 m2;
  • c. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • d. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e. bedrijven als bedoeld in de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. deze functie ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' op de begane grond niet is toegestaan;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • g.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • h. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • i. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • j. additionele voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde doeleinden.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dienen de gronden tot een hoogte van 3 meter vrij te blijven van bebouwing.
  • c. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen;
  • d. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

8.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 8.2.2 onder b voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • b. het bepaalde in lid 8.1.f.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • c. het bepaalde in lid 8.2.2 onder c voor vergroting van de maximale dakhelling van hoofdgebouwen tot maximaal 75°;
  • d. het bepaalde in lid 8.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • e. het bepaalde in lid 8.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • f. het bepaalde in lid 8.2.3 onder a.3 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • g. het bepaalde in lid 8.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • h. het bepaalde in lid 8.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. een kap is toegestaan;
  • i. het bepaalde in lid 8.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • j. het bepaalde in lid 8.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • k. het bepaalde in lid 8.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevelrooilijn voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • l. het bepaalde in lid 8.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied tot maximaal 70m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • m. het bepaalde in lid 8.2.1.c:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 8.1 onder d zijn toegestaan;
  • f. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf;
  • g. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 8.1.h;
  • h. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • i. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 8.4.1.m.
48.4 Artikel 15 Wonen

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g. horeca - 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h. horeca - 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • i. maatschappelijke en zakelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • j. maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • k. additionele voorzieningen, waaronder nutsvoorzieningen en recreatieve voorzieningen.

15.2 Bouwregels

15.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 15.1 genoemde doeleinden.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen uitsluitend garageboxen en bergingen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m2 per garagebox/berging.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen uitsluitend bergingen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter.
  • d. Nutsgebouwen mogen worden gebouwd tot een maximale oppervlakte van 30 m2 en een maximale goothoogte van 4 meter.
  • e. Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dienen de gronden tot een hoogte van 3 meter vrij te blijven van bebouwing, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' aan de Duikerstraat de gronden tot een hoogte van 5 meter vrij dienen te blijven van bebouwing.
  • f. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen;
  • g. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

15.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 15.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. het bepaalde in lid 15.2.2 onder c voor vergroting van de maximale dakhelling van hoofdgebouwen tot maximaal 75°;
  • c. het bepaalde in lid 15.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • d. het bepaalde in lid 15.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • e. het bepaalde in lid 15.2.3 onder a.3 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • f. het bepaalde in lid 15.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • g. het bepaalde in lid 15.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. een kap is toegestaan;
  • h. het bepaalde in lid 15.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • i. het bepaalde in lid 15.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • j. het bepaalde in lid 15.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevelrooilijn voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • k. het bepaalde in lid 15.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied tot maximaal 70m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • l. het bepaalde in lid 15.2.1.f:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

14.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 15.1 is toegestaan;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 15.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • h. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 15.4.1.l.

Artikel 49 Bestemmingsplan Oranjebuurt - Noorderplantsoenbuurt

De regels van het bestemmingsplan Oranjebuurt - Noorderplantsoenbuurt worden als volgt gewijzigd.

49.1 Artikel 4 Centrum

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel - met uitzondering van supermarkten en detailhandel in auto's, boten en caravans - met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. een supermarkt ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
  • c. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • d. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e. bedrijven als bedoeld in de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken,
    met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f. horeca-2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g. horeca - 3 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • i. in afwijking van het bepaalde onder h is de functie woningen tevens op de begane grond toegestaan, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • j. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • k. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • l. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • m. verkeer;
  • n. additionele voorzieningen, waaronder terrassen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.1.h.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand; ;
  • b. het bepaalde in lid 4.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1 onder d zijn toegestaan;
  • c. het gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van wonen op de begane grond, anders dan die welke volgens lid 4.1 onder i is toegestaan;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.k;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • g. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 4.4.1.b.
49.2 Artikel 5 Gemengd

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel - met uitzondering van supermarkten en detailhandel in auto's, boten en caravans - met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en met dien verstande dat deze functie maximaal 200 m2  bruto mag bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de bestaande oppervlakte geldt;
  • b. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening;
  • c. kantoren;
  • d. bedrijven, als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e. bedrijven als bedoeld in de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f. horecabedrijven, echter uitsluitend op de begane grond en tot maximaal 150 m² bruto vloeroppervlak, met dien verstande dat uitsluitend zijn toegestaan:
    - (voor zover binnen de bestemming Gemengd) ter plaatse van de Kerklaan -inclusief Grachtstraat 71- : maximaal 2 horeca-1-vestigingen, maximaal 3 horeca-2-vestigingen en
    maximaal 3 horeca-3-vestigingen;
    - ter plaatse van de Moesstraat maximaal 3 horeca-2-vestigingen;
    - ter plaatse van de Prinsesseweg in de categorieën horeca - 1, horeca 2 en horeca - tot in totaal maximaal 2 vestigingen, en
    - ter plaatse van de Koninginnelaan in de categorieën horeca - 1, horeca 2 en horeca tot in totaal maximaal 1 vestiging;
  • g. horeca-5 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5', echter uitsluitend op de begane grond;
  • h.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-niet begane grond' de functie woningen op de begane grond niet is toegestaan;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • i. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • j. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • k. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • l. garage ten behoeve van autostalling danwel opslag ter plaatse van de aanduiding 'garage', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • m. verkeer;
  • n. additionele voorzieningen, waaronder terrassen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' mogen tot een hoogte van minimaal 3 meter geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd.
  • c. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

5.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a.  het bepaalde in lid 5.1.h en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 5.2.3 onder a.1 en a.2 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • c. lid 5.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • d. lid 5.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • e. lid 5.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 een kap is toegestaan;
  • f. lid 5.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • g. lid 5.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • h. lid 5.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • i.  het bepaalde in lid 5.2.1.c:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 5.1 onder d zijn toegestaan;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • d. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1.j;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • h. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 5.4.1.i.
49.3 Artikel 8 Tuin

Er wordt, onder vernummering van de huidige artikelen 8 tot en met 20 in 9 tot en met 21, een nieuw artikel 8 Tuin ingevoegd, dat als volgt luidt.

8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.

8.2 Bouwregels

8.2.1. Algemene bouwregels

Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde doeleinden.

8.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen.

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 4 meter bedragen.
49.4 Artikel 11 Wonen

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m2 bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. detailhandel - met uitzondering van supermarkten en detailhandel in auto's, boten en caravans -
    ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en met dien verstande dat deze functie maximaal 200 m2 bruto mag bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de bestaande oppervlakte geldt;
  • f. een supermarkt, ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g. dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h. maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
    in afwijking van het vorenstaande is de functie maatschappelijke dienstverlening tevens toegestaan op de verdieping ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk -1';
  • i. cultuur en ontspanning, ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • j. bedrijven, als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • k. horeca-2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot maximaal 150 m² bruto vloeroppervlak;
  • l. horeca - 3 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot maximaal 150 m² bruto vloeroppervlak;
  • m. groothandel en opslag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'groothandel', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • n. een garage ten behoeve van autostalling dan wel opslag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • o. een garagebox, dan wel opslag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-garageboxen', met dien verstande dat ter plaatse de maximale bouwhoogte 3 meter mag bedragen; bergingen, ter plaatse van de specifieke vorm van wonen - bergingen, met dien verstande dat de maximale bouwhoogte van een berging 3 meter bedraagt.
  • p. verkeer;
  • q. additionele voorzieningen.

11.2 Bouwregels

11.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde doeleinden.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' mogen tot een hoogte van minimaal 3 meter geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd.
  • c. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

11.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De afstand tussen vrijstaande hoofdgebouwen en de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 meter, tenzij de bestaande afstand minder bedraagt, in welk geval de bestaande afstand geldt. Deze bepaling is niet van toepassing ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding-3.
  • c. De afstand tussen twee aaneengebouwde hoofdgebouwen en één van beide zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt minimaal 3 meter, tenzij de bestaande afstand minder bedraagt, in welk geval de bestaande afstand geldt. Deze bepaling is niet van toepassing ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding-3.
  • d. Daar waar een bebouwingspercentage op de verbeelding is aangegeven mag het bebouwingspercentage maximaal het aangegeven percentage bedragen.
  • e. De bouw- en goothoogte mogen maximaal de op de verbeelding aangegeven bouw- en goothoogte bedragen; de maximum goothoogte wordt uitsluitend berekend over een diepte van 5 meter, gemeten vanaf de naar de straatzijde gekeerde gevel tot (de denkbeeldige evenwijdige lijn) 5 meter daarachter.
  • f. Daar waar een maximum dakhelling op de verbeelding is aangegeven, mag de dakhelling maximaal de aangegeven helling bedragen.
  • g. Ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding-2' bedraagt de gemiddelde minimale hoogte van een bouwlaag 3 meter.
  • h. Ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding-4' zijn dakterrassen niet toegestaan.

11.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a.  het bepaalde in lid 11.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 11.2.3 onder a.1 en a.2 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • c. lid 11.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • d. lid 11.2.3 onder a.3 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • e. lid 11.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • f. lid 11.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 een kap is toegestaan;
  • g. lid 11.2.3 onder a voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
    - de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
    - de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • h. lid 11.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • i. lid 11.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • j. lid 11.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • k. lid 11.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • l. lid 11.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • m.  het bepaalde in lid 11.2.1.c:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

11.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 11.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 11.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • h. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 11.4.1.m.

Artikel 50 Bestemmingsplan Oud Zuid

De regels van het bestemmingsplan Oud Zuid worden als volgt gewijzigd.

50.1 Artikel 6 Centrumdoeleinden

6.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor centrumdoeleinden aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. dienstverlening;
  • c.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • d.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • f. horeca-1, 2 en 3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garageboxen';
  • h. bescherming van archeologische verwachtingswaarden, ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarden 1', 'archeologische verwachtingswaarden 2' en 'archeologische verwachtingswaarden 3';
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

  • a. er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'garageboxen' mogen uitsluitend garageboxen worden gebouwd met een maximale hoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m2 per garagebox;
  • c. indien voor het gebied ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarden 1' een reguliere bouwvergunning wordt aangevraagd voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m2 en een diepte groter dan 30 centimeter beneden maaiveld:
    • 1. dient de aanvrager in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
    • 2. kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan de bouwvergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
      • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
      • de verplichting tot het doen van opgravingen;
      • de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties;
  • d. indien voor het gebied ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarden 2' een reguliere bouwvergunning wordt aangevraagd voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m2 en een diepte groter dan 50 centimeter beneden maaiveld:
    • 1. dient de aanvrager in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
    • 2. kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan de bouwvergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
      • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
      • de verplichting tot het doen van opgravingen;
      • de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties;
  • e. indien voor het gebied ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarden 3' een reguliere bouwvergunning wordt aangevraagd voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m2 en een diepte groter dan 50 centimeter beneden maaiveld:
    • 1. dient de aanvrager in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
    • 2. kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan de bouwvergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
      • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
      • de verplichting tot het doen van opgravingen;
      • de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  • f. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
  • g. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

6.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. lid 6.2.2 onder a voor het bouwen van gebouwen met een oppervlakte van maximaal 50 m2 buiten het bouwvlak;
  • b. het bepaalde in lid 6.1.c en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • c. het bepaalde in lid 6.2.3 onder b voor het vergroten van de maximaal toegestane hoogte tot 10 meter;
  • d.  het bepaalde in lid 6.2.1.f:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m2, en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m2.
50.2 Artikel 9 Gemengde doeleinden

9.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor gemengde doeleinden aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. dienstverlening;
  • c. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Lijst van Bedrijfstypen, met uitzondering van geluidzoneringplichtige inrichtingen en met uitzondering van risicovolle inrichtingen;
  • d.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. deze functie niet is toegestaan op de begane grondverdieping ter plaatse van de aanduiding 'wonen op de begane grond niet toegestaan';
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m2 bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. het aantal woningen met een gebruiksoppervlakte niet groter dan 50 m2, ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', maximaal het op de verbeelding aangegeven aantal wooneenheden bedraagt;
    • 4. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • e.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • f. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • g. horeca-1, 2 en 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grondverdieping;
  • h. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grondverdieping;
  • i. bedrijven als bedoeld in categorie 3 van de bij dit plan behorende Lijst van Bedrijfstypen, met uitzondering van geluidzoneringplichtige inrichtingen en met uitzondering van risicovolle, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf categorie 3';
  • j. bescherming van archeologische verwachtingswaarden, ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarden 1' en 'archeologische verwachtingswaarden 2';
  • k. parkeervoorzieningen;
  • l. additionele voorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.2.1 Algemene bouwregels

  • a. er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde doeleinden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'overbouwing' mogen tot een hoogte van 3.5 meter geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd;
  • c. indien voor het gebied ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarden 1' een reguliere bouwvergunning wordt aangevraagd voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m2 en een diepte groter dan 30 centimeter beneden maaiveld:
    • 1. dient de aanvrager in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
    • 2. kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan de bouwvergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
      • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
      • de verplichting tot het doen van opgravingen;
      • de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties;
  • d. indien voor het gebied ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarden 2' een reguliere bouwvergunning wordt aangevraagd voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m2 en een diepte groter dan 50 centimeter beneden maaiveld:
    • 1. dient de aanvrager in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
    • 2. kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan de bouwvergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
      • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
      • de verplichting tot het doen van opgravingen;
      • de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  • e. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen;
  • f. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

9.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. het bepaalde in lid 9.1.d.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. het bepoaalde in lid 9.2.2 onder c voor het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met het getal 10;
  • c. het bepaalde in lid 9.2.2 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen (onderdeel van het hoofdgebouw) op het achtererf met dien verstande dat:
    - de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    - de maximale diepte vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw 5 meter bedraagt;
    - het achtererf voor maximaal 50% wordt bebouwd.
  • d. het bepaalde in lid 9.2.3 onder b voor vergroting van de maximale bouwhoogte van bijgebouwen op het achtererf tot 4,5 meter, met dien verstande dat de maximale goothoogte 3 meter mag bedragen;
  • e. het bepaalde in lid 9.2.2 onder a en/of b of het bepaalde in lid 9.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan-, uitbouwen (onderdeel van het hoofdgebouw) en/of bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    - de maximale goothoogte van de aan- of uitbouw 4 meter bedraagt;
    - de maximale hoogte van het bijgebouw 4,5 meter bedraagt;
    - de maximale breedte van de aan- of uitbouw 4 meter bedraagt;
    - de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    - het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd.
  • f. het bepaalde in lid 9.2.4 onder c voor het vergroten van de maximaal toegestane hoogte tot 10 meter;
  • g. het bepaalde in lid 9.2.1.e:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m2, en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m2.
50.3 Artikel 12 Maatschappelijke doeleinden

12.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor maatschappelijke doeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke dienstverlening;
  • b. een begraafplaats, ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
  • c. een dienstwoning, ter plaatse van de aanduiding 'dienstwoning';
  • d.  zelfstandige woningen ter plaatse van Koeriersterweg 26, met dien verstande dat:
    1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' en meergeneratiewoningen, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    2. het aantal woningen met een gebruiksoppervlakte niet groter dan 50 m2, ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', maximaal het op de verbeelding aangegeven aantal wooneenheden bedraagt;
    3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • e.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • f. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • g. bescherming van archeologische verwachtingswaarden, ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarden 1', 'archeologische verwachtingswaarden 2' en 'archeologische verwachtingswaarden 3';
  • h. bescherming van archeologische waarden, ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden';
  • i. wegen en paden;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. water;
  • m. additionele voorzieningen.

12.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. lid 12.2.2 onder a voor het bouwen van gebouwen met een oppervlakte van maximaal 50 m2 en een hoogte van maximaal 3 meter buiten het bouwvlak;
  • b. lid 12.2.2 onder b voor het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met 4 meter;
  • c. lid 12.2.2 onder c voor het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met het getal 10;
  • d. het bepaalde in lid 12.1.d.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • e.  het bepaalde in lid 12.2.1.b:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m2, en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m2.
50.4 Artikel 15 Woondoeleinden

15.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor woondoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie niet meer dan twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. detailhandel of dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening of detailhandel' en met dien verstande dat deze functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grondverdieping;
  • f. dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grondverdieping;
  • g. horeca-1, 2 en 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grondverdieping;
  • h. maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijke voorzieningen' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grondverdieping;
  • i. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garageboxen';
  • j. bescherming van archeologische verwachtingswaarden, ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarden 1', 'archeologische verwachtingswaarden 2' en 'archeologische verwachtingswaarden 3';
  • k. al dan niet gebouwde parkeervoorzieningen;
  • l. additionele voorzieningen.

15.2 Bouwregels

15.2.1 Algemene bouwregels

  • a. er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 15.1 genoemde doeleinden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bebouwing niet toegestaan' zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet toegestaan buiten de bouwvlakken, met uitzondering van de reeds bestaande bebouwing op het moment dat het bestemmingsplan vastgesteld wordt;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'garageboxen' mogen uitsluitend garageboxen worden gebouwd met een maximale hoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m2 per garagebox;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerdek' mogen bouwwerken ten behoeve van parkeervoorzieningen worden gebouwd met een maximale hoogte van 4 meter;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'ondergronds parkeren' mogen uitsluitend gebouwde parkeervoorzieningen (parkeergarage) worden gebouwd met een hoogte, gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag c.q. afdekking, van maximaal 1.20 meter;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'overbouwing' mogen tot een hoogte van 3 meter geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd;
  • g. indien voor het gebied ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarden 1' een reguliere bouwvergunning wordt aangevraagd voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m2 en een diepte groter dan 30 centimeter beneden maaiveld:
    • 1. dient de aanvrager in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
    • 2. kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan de bouwvergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
      • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
      • de verplichting tot het doen van opgravingen;
      • de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties;
  • h. indien voor het gebied ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarden 2' een reguliere bouwvergunning wordt aangevraagd voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m2 en een diepte groter dan 50 centimeter beneden maaiveld:
    • 1. dient de aanvrager in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
    • 2. kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan de bouwvergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
      • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
      • de verplichting tot het doen van opgravingen;
      • de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties;
  • i. indien voor het gebied ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarden 3' een reguliere bouwvergunning wordt aangevraagd voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m2 en een diepte groter dan 50 centimeter beneden maaiveld:
    • 1. dient de aanvrager in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
    • 2. kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan de bouwvergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
      • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
      • de verplichting tot het doen van opgravingen;
      • de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  • j. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
  • k. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

15.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 15.2.2 onder b voor overschrijding van het maximale bebouwingspercentage met ten hoogste het getal 10;
  • b. het bepaalde in lid 15.1.a en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • c. het bepaalde in lid 15.2.2 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen (onderdeel van het hoofdgebouw) op het achtererf met dien verstande dat:
    - de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    - de maximale diepte vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw 5 meter bedraagt;
    - het achtererf voor maximaal 50% wordt bebouwd;
  • d. het bepaalde in lid 15.2.2 onder g voor vergroting van de maximale goothoogte aan de achterzijde tot maximaal de bouwhoogte;
  • e. het bepaalde in lid 15.2.3 onder b voor vergroting van de maximale bouwhoogte van bijgebouwen op het achtererf tot 4,5 meter, met dien verstande dat de maximale goothoogte 3 meter mag bedragen;
  • f. het bepaalde in lid 15.2.2 onder a en/of b of het bepaalde in lid 15.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan-, uitbouwen (onderdeel van het hoofdgebouw) en/of bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    - de maximale goothoogte van de aan- of uitbouw 4 meter bedraagt;
    - de maximale hoogte van het bijgebouw 4,5 meter bedraagt;
    - de maximale breedte van de aan- of uitbouw 4 meter bedraagt;
    - de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    - het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd.
  • g. het bepaalde in lid 15.2.3 onder a en d voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen op het achtererf of zijerf tot ten hoogste 70m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd;
  • h. het bepaalde in lid 15.2.4 onder c voor het vergroten van de maximaal toegestane hoogte tot 10 meter;
  • i. het bepaalde in lid 15.2.1.j:
    • 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    • 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaande te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m2, en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m2.
50.5 Artikel 18 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 7.10, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • 1. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • 2. het gebruik van gronden voor de opslag van aan hun gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen, werktuigen of machines of onderdelen daarvan, verpakkingsmaterialen, schroot- en afbraak- en bouwmaterialen, bagger en grondspecie, afval, puin, grind of brandstoffen, anders dan in verband met het normale onderhoud of ter verwezenlijking van de bestemming;
  • 3. binnen de bestemming Bedrijfsdoeleinden het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 5.1 onder a zijn toegestaan of ten behoeve van detailhandel, bewoning of recreatief nachtverblijf;
  • 4. binnen de bestemming Gemengde doeleinden het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning, het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning en het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 9.1 onder c en g zijn toegestaan;
  • 5. binnen de bestemming Maatschappelijke doeleinden het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bewoning, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 12.1 onder c is toegestaan;
  • 6. binnen de bestemming Verkeersdoeleinden het gebruik van de gronden ten behoeve van standplaatsen;
  • 7. binnen de bestemming Woondoeleinden het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning, het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning, het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen, het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep en het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 15.1 is toegestaan;
  • 8. binnen de bestemming Woondoeleinden het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • 9. binnen de bestemming Woondoeleinden het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 15.1.c;
  • 10. binnen de bestemming Centrumdoeleinden het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • 11. binnen de bestemming Centrumdoeleinden het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.e;
  • 12. binnen de bestemming Gemengde doeleinden het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • 13. binnen de bestemming Gemengde doeleinden het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 9.1.f;
  • 14. binnen de bestemming Maatschappelijke doeleinden het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • 15. binnen de bestemming Maatschappelijke doeleinden het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 12.1.f.;
  • 16. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 15.4.1.i, 6.4.1.d, 9.4.1.g en 12.4.1.e.

Artikel 51 Bestemmingsplan Paddepoel centrum

De regels van het bestemmingsplan Paddepoel-Centrum worden als volgt gewijzigd.

51.1 Artikel 4 Centrum

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. zakelijke dienstverlening;
  • c.  wonen, zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 3.  deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
  • d. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • f.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • g.  horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, inclusief daarbij behorende terrassen, met dien verstande dat deze functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond;
  • h.  additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1.c.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 4.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 4.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 4.2.2 onder b. voor het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met 4 meter.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • d. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning .
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.e;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.1.b of lid 4.4.1.c.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.5 onder a voor een showroom ten behoeve van de verkoop van auto's;
  • b. lid 4.5 onder b voor het gebruik van woningen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat;
  • c. lid 4.5 onder f voor beschermd wonen.

Het gestelde in lid 4.3 onder a, b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 52 Bestemmingsplan Paddepoel, Selwerd en Tuinwijk

De regels van het bestemmingsplan Paddepoel, Selwerd en Tuinwijk worden als volgt gewijzigd.

52.1 Artikel 6 Centrum

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. dienstverlening;
  • c.  wonen, zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • d. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • f.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning, ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt, en deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
  • g.  horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot een maximum van 200 m2 bruto vloeroppervlak;
  • h.  één standplaats zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening;
  • i.  additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

6.4 Ontheffing van de bouwregels

6.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a.  lid 6.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 3 meter;
  • b. lid 6.1.c.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • c. lid 6.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • d. lid 6.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a.  het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf;
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.e;
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • d. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 6.4.1.c of lid 6.4.1.d.

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.5.c voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 6.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

52.2 Artikel 8 Gemengd

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. maatschappelijke dienstverlening;
  • c.  wonen, zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, ten minste 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • d. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • f.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw, ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt, en deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
  • g.  zakelijke dienstverlening;
  • h.  horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3;
  • i.  detailhandel;
  • j.  bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Lijst van' en 'Lijst', met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • k.  nutsvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  • l.  garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • m.  parkeervoorzieningen;
  • n.  additionele voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

8.4 Ontheffing van de bouwregels

8.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a.  lid 8.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 3 meter;
  • b. lid 8.1.c.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • c. lid 8.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • d. lid 8.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en begeleid wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 8.1.e;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 8.4.1.c of lid 8.4.1.d.

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.5.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 8.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

52.3 Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke dienstverlening;
  • b. bijzondere vormen van huisvesting;
  • c.  wonen, zelfstandige woningen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen', met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • d. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • f.  een begraafplaats, ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
  • g.  een uitvaartcentrum, ter plaatse van de aanduiding 'uitvaartcentrum';
  • h.  een windturbine, ter plaatse van de aanduiding 'windturbine';
  • i.  wegen en paden;
  • j.  parkeervoorzieningen;
  • k.  groenvoorzieningen;
  • l.  water;
  • m.  additionele voorzieningen.

11.2 Bouwregels

11.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

11.4 Ontheffing van de bouwregels

11.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a.  het bepaalde in lid 11.2.2 onder b voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 3,50 meter en het bebouwingspercentage met maximaal het getal 10. Vergroting van de bouwhoogte is evenwel niet toegestaan voor het perceel Park Selwerd 1.
  • b. lid 11.1.c.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • c. lid 11.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • d. lid 11.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

11.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 11.1.e;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 11.4.1.c of lid 11.4.1.d.

11.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.5.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 11.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

11.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'wijzigingsgebied 3':

  • a. de bestemming Maatschappelijk kan worden gewijzigd in de bestemming Wonen, Groen en/of Verkeer, met dien verstande dat:
    • 1. een oppervlakte van maximaal 2500 m2 mag worden gewijzigd naar de bestemming Wonen; hierbinnen mag maximaal 1200 m2 gebouwd worden tot maximaal 11 meter hoog, waarbij de bijgebouwenregeling van de bestemming Wonen van toepassing is voor het onbebouwde deel.
  • b. binnen de bestemming Maatschappelijk:
    • 1. 60% van het bestemmingsvlak tot 4 meter hoog mag worden bebouwd;
    • 2. binnen dit percentage:
      • een oppervlakte van maximaal 1000 m2 tot 25 meter hoog mag worden gebouwd;
      • een oppervlakte van maximaal 800 m2 tot 50 meter hoog mag worden gebouwd;
    • 3.  de functie wonen kan zelfstandige woningen kunnen worden toegestaan.
  • c. de geluidbelasting vanwege het weg- en railverkeer van geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
  • d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 11.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

52.4 Artikel 16 Wonen

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • f.  een parkeerdek, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerdek';
  • g.  maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h.  nutsvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  • i.  additionele voorzieningen.

16.2 Bouwregels

16.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 16.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het bebouwingspercentage en de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen mogen maximaal het aangegeven percentage en de aangegeven bouwhoogte bedragen.
  • c. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

16.4 Ontheffing van de bouwregels

16.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. lid 16.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 16.2.1.c, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 16.2.1.c, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  het bepaalde in lid 16.2.2 onder b voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e.  het bepaalde in lid 16.2.2 onder c voor vergroting van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • f.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4 meter;
  • g.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder a.3 voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • h.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen maximaal 4 meter bedraagt;
    • 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen maximaal 3,50 meter bedraagt;
    • 3. een kap is toegestaan;
    • 4. de breedte maximaal 4 meter bedraagt;
    • 5. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    • 6. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
  • i.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder b voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • j.  het bepaalde in lid 16.2.3 onder c voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot maximaal 70 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd.

16.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 16.1 is toegestaan;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 16.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 16.4.1.b of lid 16.4.1.c.

16.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 16.5 onder d voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 16.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. het bepaalde in lid 16.5 onder e voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen - werken. Het gestelde in lid 16.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 16.5.g voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 53 Bestemmingsplan Partiele herziening bestemmingsplan Poelestraat-achterzijde

De regels van het bestemmingsplan Partiele herziening bestemmingsplan Poelestraat-achterzijde worden als volgt gewijzigd.

53.1 Artikel 4 Centrum

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.1.1 Doeleinden

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn, met inachtneming van het in sublid 4.1.2 bepaalde, bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. horecabedrijven in de categorieën horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3;
  • c. dienstverlening met een publieksgericht karakter, zoals een bank met een baliefunctie of reisbureau;
  • d. cultuur en ontspanning;
  • e.  wonen, zelfstandige woningen, met inbegrip van logies en ontbijt, met dien verstande dat de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • f.  met inbegrip van bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur, zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • g. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; en logies met ontbijt;
  • h.  maatschappelijke dienstverlening;
  • i.  kantoren;
  • j.  fiets- en voetpaden en verblijfsgebied;
  • k.  additionele voorzieningen.

4.1.2 Nadere regeling doeleinden

  • a. De functies bedoeld in sublid 4.1.1, onder a tot en met d, zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum-horeca verdieping' horecabedrijven tevens in de tweede bouwlaag zijn toegestaan.
  • b. De functies bedoeld in sublid 4.1.1, onder e tot en met g i, zijn uitsluitend toegestaan op de verdiepingen.
  • c. De functie logies met ontbijt mag uitsluitend worden uitgeoefend in een woning, ten behoeve waarvan maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met de doeleinden, zoals deze in lid 4.1 zijn geregeld;
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

4.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 4.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • b. lid 4.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • c.  het bepaalde in sublid 4.2.2, onder b, ten aanzien van het ononderbroken bouwen in de bouwgrens;
  • d.  het bepaalde in sublid 4.2.2, onder c, voor een onder- respectievelijk overschrijding van het minimum- en maximum-aantal bouwlagen met ten hoogste één bouwlaag, met dien verstande dat uitsluitend voor zover het betreft een bijbehorend bouwwerk op een niet aan de weg grenzend achter- of zijerf het aantal bouwlagen mag worden verlaagd tot één bouwlaag;
  • e.  het bepaalde in sublid 4.2.2, onder d, voor een overschrijding van de hoogte van een bouwlaag met maximaal 10%;
  • f.  het bepaalde in sublid 4.2.2, onder f, met dien verstande dat de korrelgrootte niet meer dan het dubbele en niet minder dan de helft van deze maat mag bedragen;
  • g.  het bepaalde in sublid 4.2.2, onder g, voor een overschrijding van de vloerindex met ten hoogste 20%;
  • h.  het bepaalde in lid 4.2.3, onder b, voor een overschrijding van de toegestane bouwhoogte met maximaal 3 meter.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a.  het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor logies met ontbijt;
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur of beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.1.g;
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • d. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.a of lid 4.4.b.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in sublid 4.1.1, onder b, voor de uitoefening van horeca - 4 en horeca - 5 uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone – afwijkingsgebied';
  • b. het bepaalde in sublid 4.1.2 onder a, eerste zinsnede, ten behoeve van de uitoefening van de in sublid 4.1.1, onder a tot en met d, bedoelde functies in de hoger gelegen bouwlagen;
  • c. het bepaalde in sublid 4.1.2, onder b, voor de uitoefening van de functies bedoeld in sublid 4.1.1, onder f en g, op de begane grond.
  • d. het bepaalde in lid 4.5 onder c voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 4.7 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 54 Bestemmingsplan Poelestraat-achterzijde

De regels van het bestemmingsplan Poelestraat-achterzijde worden als volgt gewijzigd.

54.1 Artikel 4 Centrum - 1

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.1.1 Doeleinden

De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn, met inachtneming van het in sublid 4.1.2 bepaalde, bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. horecabedrijven;
  • c. dienstverlening met een publieksgericht karakter, zoals een bank met een baliefunctie of reisbureau;
  • d. cultuur en ontspanning;
  • e.  wonen, met inbegrip van bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur, en logies met ontbijt zelfstandige woningen, met inbegrip van logies en ontbijt, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • f. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • g. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • h.  maatschappelijke dienstverlening;
  • i.  kantoren;
  • j.  fiets- en voetpaden en verblijfsgebied;
  • k.  voorzieningen ten behoeve van een (ondergrondse) fietsenstalling;
  • l.  additionele voorzieningen.

4.1.2 Nadere regeling doeleinden

  • a. De functies bedoeld in sublid 4.1.1, onder a tot en met d, zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond, met dien verstande dat
    • 1. horecabedrijven uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum-horeca verdieping' horecabedrijven in alle bouwlagen zijn toegestaan;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' uitsluitend detailhandel is toegestaan.
  • b. De functies bedoeld in sublid 4.1.1, onder e tot en met g i, zijn uitsluitend toegestaan op de verdiepingen, met dien verstande dat de functie wonen woningen ter plaatse van de aanduiding 'wonen' tevens op de begane grond is zijn toegestaan.
  • c. De functie logies met ontbijt mag uitsluitend worden uitgeoefend in een woning, ten behoeve waarvan maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met de doeleinden, zoals deze in lid 4.1 zijn geregeld.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

4.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 4.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • b. lid 4.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • c.  het bepaalde in sublid 4.1.2, onder a, aanhef, en sublid 4.2.1 voor het bouwen van een horecabedrijf op de verdiepingen;
  • d.  het bepaalde in sublid 4.1.2, onder a, sub 1, en sublid 4.2.1 voor het bouwen van een horecabedrijf op andere percelen dan de gronden ter plaatse van de aanduiding 'horeca', mits het aantal horecabedrijven gelijk blijft;
  • e.  het bepaalde in sublid 4.1.2, onder b, en sublid 4.2.1 voor het bouwen ten behoeve van de functies bedoeld in lid 4.1, onder f en g, op de begane grond, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • f.  het bepaalde in sublid 4.1.2, onder a, sub 3, voor het bouwen ten behoeve van de functies bedoeld in lid 4.1, onder b tot en met d en f h en g i, op gronden ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', met dien verstande dat, onverminderd het bepaalde in lid 4.7,
      • slechts toepassing aan de afwijkingsbevoegdheid mag worden gegeven indien het gebruik voor detailhandel een onafgebroken periode van ten minste een jaar gestaakt is geweest;
      • het bepaalde onder b, laatste zinsnede, in acht dient te worden genomen;
  • g.  het bepaalde in sublid 4.2.2, onder b, ten aanzien van het ononderbroken bouwen in de bouwgrens;
  • h.  het bepaalde in sublid 4.2.2 onder c, voor een onder- respectievelijk overschrijding van het minimum- en maximum-aantal bouwlagen met ten hoogste één bouwlaag, met dien verstande dat het aantal bouwlagen van een bijbehorend bouwwerk op een niet aan de weg grenzend achter- of zijerf mag worden verlaagd tot één bouwlaag;
  • i.  het bepaalde in sublid 4.2.2, onder f, met dien verstande dat de korrelgrootte niet meer dan het dubbele en niet minder dan de helft van deze maat mag bedragen;
  • j.  het bepaalde in sublid 4.2.2, onder g, voor een overschrijding van de vloerindex met 20%;
  • k.  het bepaalde in sublid 4.2.2, onder g, voor hoekpanden, waarvan de gevels langs twee straten grenzen, die een hoek vormen, met dien verstande dat de vloerindex gelijk mag zijn aan het maximale aantal bouwlagen;
  • l.  het bepaalde in lid 4.2.3 onder b, voor een overschrijding van de maximaal toegestane bouwhoogte met 3 meter.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a.  het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor logies met ontbijt.
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur of beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.1.g;
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • d. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.a of lid 4.4.b.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in sublid 4.1.2, onder a, aanhef, ten behoeve van de uitoefening van het horecabedrijf op de verdiepingen;
  • b. het bepaalde in sublid 4.1.2, onder a, sub 1, ten behoeve van de uitoefening van het horecabedrijf op andere percelen dan de gronden ter plaatse van de aanduiding 'horeca', mits het aantal horecabedrijven gelijk blijft;
  • c. het bepaalde in sublid 4.1.2, onder b, voor de uitoefening van de functies bedoeld in lid 4.1, onder f en g, op de begane grond, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • d. het bepaalde in sublid 4.1.2, onder a, sub 3, ten behoeve van de uitoefening van functies bedoeld in lid 4.1, onder b tot en met d en f h en g i, op gronden ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', met dien verstande dat, onverminderd het bepaalde in lid 4.7,
      • slechts toepassing aan de afwijkingsbevoegdheid mag worden gegeven indien het gebruik voor detailhandel gedurende een onafgebroken periode van ten minste een jaar gestaakt is geweest;
      • het bepaalde onder b, laatste zinsnede, in acht dient te worden genomen.
  • e. het bepaalde in lid 4.5 onder c voor beschermd wonen. 
54.2 Artikel 5 Centrum - 2

5.1. Bestemmingsomschrijving

5.1.1 Doeleinden

De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn, met inachtneming van het in sublid 5.1.2 bepaalde, bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. horecabedrijven in de categorieën horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3;
  • c. dienstverlening met een publieksgericht karakter, zoals een bank met een baliefunctie of reisbureau;
  • d. cultuur en ontspanning;
  • e.  wonen, met inbegrip van bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur, en logies met ontbijt; zelfstandige woningen, met inbegrip van logies en ontbijt, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • f. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • g. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • h.  maatschappelijke dienstverlening;
  • i.  kantoren;
  • j.  fiets- en voetpaden en verblijfsgebied;
  • k.  voorzieningen ten behoeve van een (ondergrondse) fietsenstalling;
  • l.  additionele voorzieningen.

5.1.2 Nadere regeling doeleinden

  • a. De functies bedoeld in sublid 5.1.1, onder a tot en met d, zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum-horeca verdieping' horecabedrijven in alle bouwlagen zijn toegestaan.
  • b. De functies bedoeld in sublid 5.1.1, onder e tot en met g i, zijn uitsluitend toegestaan op de verdiepingen.
  • c. De functie logies met ontbijt mag uitsluitend worden uitgeoefend in een woning, ten behoeve waarvan maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met de doeleinden, zoals deze in lid 5.1 zijn geregeld.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

5.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 5.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • b. lid 5.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • c. het bepaalde in sublid 5.1.1, onder b, en sublid 5.2.1 voor de uitoefening van horeca - 4 en horeca - 5.
  • d. het bepaalde in sublid 5.1.2, onder a, eerste zinsnede, en sublid 5.2.1 voor het bouwen ten behoeve van de in sublid 5.1.1, onder a tot en met d, bedoelde functies op de verdiepingen;
  • e. het bepaalde in sublid 5.1.2, onder b, en sublid 5.2.1 voor het bouwen ten behoeve van de in sublid 5.1.1., onder f h en g i, bedoelde functies op de begane grond;
  • f. sublid 5.2.2, onder b, voor een onder- , respectievelijk overschrijding van het minimum- en maximum-aantal bouwlagen met ten hoogste één bouwlaag, met dien verstande dat het aantal bouwlagen van een bijbehorend bouwwerk op een niet aan de weg grenzend achter- of zijerf mag worden verlaagd tot één bouwlaag;
  • g. het bepaalde in sublid 5.2.2., onder e, met dien verstande dat de korrelgrootte niet meer dan het dubbele en niet minder dan de helft van deze maat mag bedragen;
  • h. het bepaalde in sublid 5.2.2, onder f, voor een overschrijding van de vloerindex met 20%;
  • i. het bepaalde in sublid 5.2.2, onder f, voor hoekpanden, waarvan de gevels langs twee straten grenzen, die een hoek vormen, met dien verstande dat de vloerindex gelijk mag zijn aan het maximale aantal bouwlagen;
  • j. het bepaalde in sublid 5.2.3, onder b, voor een overschrijding van de maximaal toegestane bouwhoogte met ten hoogste 3 meter.

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a.  het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor logies met ontbijt.
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur of beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1.1.g;
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • d. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 5.4.a of lid 5.4.b.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in sublid 5.1.2 onder a, eerste zinsnede, ten behoeve van de uitoefening van de in sublid 5.1.1, onder a tot en met d, bedoelde functies op de verdiepingen;
  • b. het bepaalde in sublid 5.1.2, onder b, ten behoeve van de uitoefening van de in sublid 5.1.1, onder f h en g i, bedoelde functies op de begane grond;
  • c. het bepaalde in sublid 5.1.1, onder b, voor de uitoefening van horeca - 4 en horeca - 5.
  • d. het bepaalde in lid 5.5 onder c voor beschermd wonen. 

Artikel 55 Bestemmingsplan Polaris-Pleiadenlaan

De regels van het bestemmingsplan Polaris-Pleiadenlaan worden als volgt gewijzigd.

55.1 Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen;
  • b.  begeleid wonen; kantoor, maatschappelijke dienstverlening, zakelijke dienstverlening, bedrijven die worden genoemd in de bij dit plan behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken' (bijlage 1), alsmede horeca-2 en horeca-3, met dien verstande dat de hier genoemde functies uitsluitend zijn toegestaan in de eerste bouwlaag (de begane grond);
  • c.  additionele voorzieningen, waaronder wegen, paden, groen- en parkeervoorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

7.4 Afwijken van de bouwregels

7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 7.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • b.  lid 7.2.2 onder b voor vergroting van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • c.  lid 7.2.2 onder c voor vergroting van het maximale bebouwingspercentage met maximaal het getal 20.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 7.1 is toegestaan;
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen;
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • d. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 7.4.1.a.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a.  lid 7.1 juncto lid 7.5 voor het toestaan van bedrijven en instellingen in de eerste bouwlaag die niet in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten Wonen-werken' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven en instellingen, die behoren tot de in lid 7.1 onder b bedoelde milieucategorieën zoals aangegeven in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken', mits het niet betreft geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen. Het gestelde in lid 7.3 onder a, b, d, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing.
  • b. lid 7.5.c voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 7.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 56 Bestemmingsplan Pop Dijkemaweg

De regels van het bestemmingsplan Pop Dijkemaweg worden als volgt gewijzigd.

56.1 Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1. Bestemmingsomschrijving

  • a. bedrijven en handel in de categorieën 1 en 2 als bedoeld in de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen, met dien verstande dat:
    1. handel uitsluitend is toegestaan in de vorm van groothandel en tevens, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', in de vorm van handel in auto's, aanhangers, motorfietsen, boten en caravans in de categorieën 1 en 2 als bedoeld in de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen,
    met dien verstande dat:
    - detailhandel in nieuwe auto's - met uitzondering van vrachtwagens - niet is toegestaan;
    - ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' een bedrijf tot en met categorie 3.2 is toegestaan;
    2. maximaal 50% van het bruto vloeroppervlak mag bestaan uit kantoorruimte ten dienste van het ter plaatse gevestigd bedrijf mits de totale brutovloeroppervlakte van de gezamenlijke verdiepingen niet meer dan 200 m2 bedraagt;
  • b. detailhandel als additionele voorziening, met dien verstande dat:
    . de verkoopvloeroppervlakte van bebouwing ten behoeve van de hier bedoelde detailhandel ten hoogste 100 m² bedraagt, en
    . deze detailhandel uitsluitend is toegestaan als het gaat om goederen, welke ter plaatse zijn vervaardigd, bewerkt of hersteld, en/of als het gaat om goederen in een onderneming, waarin een nijverheids- en/of ambachtsbedrijf wordt uitgeoefend, mits laatstgenoemde uitoefening een overwegend en wezenlijk bestanddeel van de totale bedrijfsuitoefening in de onderneming uitmaakt en de detailhandel in die goederen, gelet op de aard daarvan, geschiedt zowel ter plaatse waar dat bedrijf wordt uitgeoefend als in rechtstreeks verband met de uitoefening van dat bedrijf;
    . detailhandel in voedings- en genotmiddelen is uitgesloten;
  • c. detailhandel in motorbrandstoffen met uitzondering van lpg ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  • d. kantoren tot een maximum van 200 m2 bruto vloeroppervlakte van de gezamenlijke verdiepingen per perceel, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' een groter kantoor is toegestaan;
  • e. geluidsstudio's, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning';
  • f. maximaal één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • g. maximaal één woning ter plaatse van de aanduiding 'wonen', met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • h. wegen, voet- en fietspaden;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. water;
  • k. nutsvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1. Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

4.4. Afwijken van de bouwregels

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1 onder f, ten behoeve van de bouw van een bedrijfswoning op andere plaatsen dan daar is toegestaan met dien verstande dat:
    • 1. het aantal bedrijfswoningen per bedrijf maximaal één mag bedragen;
    • 2. de oppervlakte van een bedrijfswoning met inachtneming van het voor het desbetreffende bouwperceel aangegeven bebouwingspercentage maximaal 100 m2 mag bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van een bedrijfswoning maximaal 10 meter mag bedragen;
  • b. lid 4.2.2 onder a, voor het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • c. lid 4.2.2 onder b, voor het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • d. lid 4.1.g.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • e. lid 4.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • f. lid 4.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  • a. bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1, onder a zijn toegestaan, en/of
  • b. geluidzoneringsplichtige bedrijven;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • e. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 4.4.e en lid 4.4.f.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

4.6.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1 onder a juncto lid 4.5 ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die in de Staat van bedrijfsactiviteiten zijn opgenomen in een hogere dan de aldaar genoemde categorieën, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 4.1 onder a genoemde categorieën, mits het niet geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • b. lid 4.1 onder a juncto lid 4.5 ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die niet in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 4.1 onder a genoemde categorieën, mits het niet geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • c. lid 4.1 ten behoeve van het toestaan van maximaal 70% van de bruto vloeroppervlakte voor kantoorruimte ten dienste van het ter plaatse gevestigde bedrijf;
  • d. lid 4.5 onder d voor beschermd wonen.

Artikel 57 Bestemmingsplan Pop Dijkemaweg 38

De regels van het bestemmingsplan Pop Dijkemaweg 38 worden als volgt gewijzigd.

57.1 Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, in de vorm van zelfstandige woningen met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c.  kamerverhuur, ter plaatse van de aanduiding 'kamerverhuur' met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan niet mag worden vergroot;
  • d.  detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers per woning voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • f.  additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Buiten het bouwvlak zijn geen bijbehorende bouwwerken toegestaan.
  • c. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen. 

4.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 4.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 4.2.1.c voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 4.2.1.c, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen voor woonwagens;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor kamerverhuur en beschermd wonen, voorzover niet voorzien van de aanduiding 'kamerverhuur';
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • e. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.b of lid 4.4.c;
  • f. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.b of lid 4.4.c.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a.  het bepaalde in lid 4.4 onder c voor het gebruik van hoofdgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van wonen-werken. Voorwaarden voor afwijken zijn het in acht nemen van het straat- en bebouwingsbeeld; de verkeersveiligheid; de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. het bepaalde in lid 4.5 onder d voor beschermd wonen.

Artikel 58 Bestemmingsplan Regiotram - tracédelen I en II

De regels van het bestemmingsplan Regiotram - tracédelen I en II worden als volgt gewijzigd.

58.1 Artikel 9 Wonen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. additionele voorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de in dit lid genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

9.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 9.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 9.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 9.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  sublid 9.2.2, onder b, voor een overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e.  sublid 9.2.2, onder c, voor een overschrijding van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.

9.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen voor woonwagens;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 9.1 is toegestaan;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 9.1.c;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • e. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 9.4.b of lid 9.4.c;
  • f. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning.

9.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5 onder d voor beschermd wonen.

Artikel 59 Bestemmingsplan Reitdiep 2012

De regels van het bestemmingsplan Reitdiep 2012 worden als volgt gewijzigd.

59.1 Artikel 7 Gemengd

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten' (bijlage 1), met uitzondering van geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • b. detailhandel, echter uitsluitend op de begane grond, met dien verstande dat:
    - detailhandel in de vorm van een supermarkt uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
    - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-1' uitsluitend detailhandel is toegestaan tot maximaal 500 m² verkoopvloeroppervlakte per vestiging;
    - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-2' uitsluitend detailhandel is toegestaan vanaf minimaal 500 m² verkoopvloeroppervlakte per vestiging en deze detailhandel tevens is toegestaan op de verdieping;
  • c. horeca-1 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1' echter uitsluitend: op de begane grond tot in totaal maximaal 110 m² bruto vloeroppervlak en uitsluitend in de vorm van daghoreca;
  • d. horeca-2 en/of horeca-3, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tot in totaal maximaal 500 m² bruto vloeroppervlak;
  • e. maatschappelijke dienstverlening in de vorm van sport- en speelvoorzieningen, een kinder- dagverblijf en/of een gezondheidscentrum, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  • f. zakelijke dienstverlening, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening-zakelijke dienstverlening' tot in totaal maximaal 600 m² bruto vloeroppervlak;
  • g. recreatie;
  • h.  wonen zelfstandige woningen, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen', met dien verstande dat:
    • 1. deze functie niet is woningen niet zijn toegestaan op de begane grond;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2 zijn toegestaan, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt;
      • en minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
    • 4. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • i. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; 
  • j. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • k.  parkeervoorzieningen;
  • l.  additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

7.4 Afwijken van de bouwregels

7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 7.1.h.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 7.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 7.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 7.2.2 onder b. voor het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter;

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke op grond van lid 7.1 onder a. zijn toegestaan;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.i;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • e. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 7.4.1.b of lid 7.4.1.c.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 7.1 onder a. juncto lid 7.5 onder a. voor de vestiging van bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, mits het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • b. het bepaalde in lid 7.1 onder a. juncto lid 7.5 onder a. voor de vestiging van bedrijven, die niet in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die behoren tot de in lid 7.1 onder a. bedoelde categorieën, mits het niet geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • c. lid 7.5.d voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 7.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
59.2 Artikel 15 Wonen - 1

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c.   bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten', echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf'; dit met dien verstande dat geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan,
  • e. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • f.  wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  • g.  additionele voorzieningen.

15.2 Bouwregels

15.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 15.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

15.4 Afwijken van de bouwregels

15.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 15.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 15.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 15.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  het bepaalde in lid 15.2.2 onder c voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • e.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • f.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • g.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder a.3 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, mits deze oorspronkelijk een functioneel onderdeel vormt van het hoofdgebouw, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • h.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • i.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. een kap is toegestaan;
  • j.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • k.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • l.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m² bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • m.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied tot maximaal 70 m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • n.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • o.  het bepaalde in lid 15.2.3 onder d voor vergroting van de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken op het voorerf tot maximaal 15 m2.

15.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 15.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 15.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 15.4.1.b of lid 15.4.1.c.

15.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 15.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m². Het gestelde in lid 15.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. het bepaalde in lid 15.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken'. Het gestelde in lid 15.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 15.5.f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 15.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
59.3 Artikel 16 Wonen - 2

16.1 Bestemmingsomschrijving

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  dienstverlening, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f.  garageboxen, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-garageboxen';
  • g.  wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  • h.  additionele voorzieningen.

16.2 Bouwregels

16.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 16.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

16.4 Afwijken van de bouwregels

16.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 16.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 16.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 16.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m². 

16.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 16.4.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in 16.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing

16.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 16.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 16.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 16.4.1.b of lid 16.4.1.c.

16.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.5.f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

16.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de situering en de vorm van de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken worden gewijzigd dan wel op de verbeelding nieuwe bouwvlakken worden aangegeven, mits:

  • a. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer op geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 16.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 60 Bestemmingsplan Ruskenveen 2012

De regels van het bestemmingsplan Ruskenveen 2012 worden als volgt gewijzigd.

60.1 Artikel 10 Gemengd - 2

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke doeleinden;
  • b. sociaal-culturele doeleinden;
  • c. sport;
  • d. recreatie;
  • e.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • f. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • g. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; 
  • h. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • i.  parkeervoorzieningen;
  • j.  groenvoorzieningen;
  • k.  water;
  • l.  additionele voorzieningen.

10.2 Bouwregels

10.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 10.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

10.4 Afwijken van de bouwregels

10.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 10.1.e.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 10.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 10.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 10.2.2 onder b voor het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
  • e. lid 10.2.2 onder d ten behoeve van een geheel of gedeeltelijke platte afdekking van de gebouwen.

10.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • d. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 10.1.g;
  • e. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • f. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 10.4.1.b of lid 10.4.1.c.

10.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.5.e voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 10.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

60.2 Artikel 17 Wonen

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c.   bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  ter plaatse van de functieaanduiding 'maatschappelijk' zijn uitsluitend maatschappelijke doeleinden toegestaan in de vorm van zorgvoorzieningen zoals verpleging, fysiotherapie, een huisartsenpraktijk of een apotheek, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • f.  additionele voorzieningen.

17.2 Bouwregels

17.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 17.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

17.4 Afwijken van de bouwregels

17.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 17.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 17.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 17.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 17.2.2 onder e voor verkleining van de minimale dakhelling van hoofdgebouwen c.q. voor het geheel of gedeeltelijk voorzien van een hoofdgebouw van een plat dak;
  • e. lid 17.2.2 onder d voor vergroting van de maximale dakhelling van hoofdgebouwen;
  • f. lid 17.2.2 onder c voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • g.  lid 17.2.3 onder a.1 en a.2 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • h.  lid 17.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • i.  lid 17.2.3 onder a.3 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • j.  lid 17.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • k.  lid 17.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 een kap is toegestaan;
  • l.  lid 17.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • m. lid 17.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • n.  lid 17.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • o. lid 17.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70 m2 waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • p.  lid 17.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m2 waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

17.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 17.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 17.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 17.4.1.b of lid 17.4.1.c.

17.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 17.5 onder d voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 17.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 17.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 17.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 17.5.f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 17.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
60.3 Artikel 18 Wonen - 1

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; 
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijf' mogen uitsluitend bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen worden opgericht, tenzij een bestaand bedrijf met vergunning in een hogere milieucategorie valt, in welk geval de hogere milieucategorie van toepassing is;
  • f.  garageboxen ter plaatse van de functieaanduiding 'garageboxen';
  • g.  additionele voorzieningen.

18.2 Bouwregels

18.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 18.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

18.4 Afwijken van de bouwregels

18.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 18.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 18.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 18.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 18.2.2 onder d voor het geheel of gedeeltelijk voorzien van de woning van een plat dak;
  • e.  lid 18.2.2 onder d voor een afwijking van de voorgeschreven dakhelling met 5 graden bij bedrijfsgebouwen op de gronden met de functieaanduiding 'bedrijf';
  • f.  lid 18.2.3 onder a.1 en a.2 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • g. lid 18.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • h. lid 18.2.3 onder a.3 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • i.  lid 18.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • j.  lid 18.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 een kap is toegestaan;
  • k.  lid 18.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • l.  lid 18.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • m.  lid 18.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • n.  lid 18.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 80 m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de bestaande oppervlakte geldt.
  • o.  lid 18.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m2 waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

18.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 18.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 18.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 18.4.1.b of lid 18.4.1.c.

18.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 18.5 onder d voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m². Het gestelde in lid 18.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 18.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 18.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 18.1 onder e, juncto lid 18.5 onder d, ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn opgenomen in een hogere dan de aldaar genoemde categorieën, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 18.1, sub e, genoemde categorieën, mits het niet betreft geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen;
  • d. lid 18.1 onder e, juncto lid 5.5 onder d, ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die niet in de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 18.1 onder e genoemde categorieën, mits het niet betreft geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen;
  • e. lid 18.5.f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 18.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 61 Bestemmingsplan Schildersbuurt

De regels van het bestemmingsplan Schildersbuurt worden als volgt gewijzigd.

61.1 Artikel 6 Centrum

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en met uitzondering van detailhandel in de vorm van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf;
  • b. maatschappelijke dienstverlening;
  • c. zakelijke dienstverlening;
  • d.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - niet begane grond' deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
    • 2. per bouwperceel één woning is toegestaan, of, indien het aantal woningen groter is, het bestaande aantal woningen;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m2 bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 8' en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 4. het aantal woningen met een gebruiksoppervlakte niet groter dan 50 m2, ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', maximaal het op de verbeelding aangegeven aantal wooneenheden bedraagt;
    • 5. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder lid 6.1 onder d.2 en d.3, zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • f. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan Herziening bestemmingsregels wonen, niet mag worden vergroot;
  • g. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • h. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, met dien verstande dat:
    • 1. deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond, met dien verstande dat horeca op de verdieping is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-horeca verdieping';
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'horeca uitgesloten' deze horecafuncties niet zijn toegestaan;
  • i. additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
  • c. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 7' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van horeca, ter plaatse van de aanduiding 'horeca uitgesloten';
  • b. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van woningen op de begane grond, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen -niet begane grond';
  • c. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.f;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden.
61.2 Artikel 7 Gemengd

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke dienstverlening;
  • b. zakelijke dienstverlening;
  • c.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten', deze functie niet is toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-niet begane grond', deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
    • 3. per bouwperceel één woning is toegestaan, of, indien het aantal woningen groter is, het bestaande aantal woningen;
    • 4. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m2 bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 8' en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 5. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder lid 7.1 onder c.3 en c.4, zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan Herziening bestemmingsregels wonen, niet mag worden vergroot;
  • f. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • g. horeca - 1, horeca - 2 en horeca-3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 3', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h. horeca-2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • i. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • j. bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van;
  • k. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-garageboxen';
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 7.1 onder a zijn toegestaan;
  • b. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van woningen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten';
  • c. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van woningen op de begane grond, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen -niet begane grond';
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca en detailhandel, voorzover al niet toegestaan volgens lid 7.1 onder f respectievelijk g;
  • e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.e;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden.
61.3 Artikel 13 Wonen

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. per bouwperceel één woning is toegestaan, of, indien het aantal woningen groter is, het bestaande aantal woningen;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder lid 13.1 onder a.1, zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; , met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
  • d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e. zakelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening-zakelijke dienstverlening';
  • f. maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  • g. maatschappelijke en zakelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  • h. bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Staat van, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf', met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • i. detailhandel, ter plaatste van de aanduiding 'detailhandel';
  • j. garageboxen, ter plaatse van de aanduding 'specifieke vorm van wonen-garageboxen';
  • k. additionele voorzieningen.

13.2 Bouwregels

13.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 13.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

13.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 13.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 13.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden.

Artikel 62 Bestemmingsplan Semmelweisstraat

De regels van het bestemmingsplan Semmelweisstraat worden als volgt gewijzigd.

62.1 Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke dienstverlening, echter uitsluitend in de eerste drie bouwlagen;
  • b.  wonen zelfstandige woningen - al of niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep in de woning - met dien verstande dat:
    • 1.   deze functie niet is woningen niet zijn toegestaan in de eerste bouwlaag;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2 zijn toegestaan, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt;
      • en minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
    • 4. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • c.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen, met dien verstande dat deze functie niet is toegestaan in de eerste bouwlaag;
  • d. bedrijven en instellingen als bedoeld in de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen wonen-werken' (bijlage 1), echter uitsluitend in de eerste bouwlaag (begane grond);
  • e. horeca, echter uitsluitend in de vorm van horeca - 1 of horeca - 2, met dien verstande dat:
    - in totaal maximaal één vestiging is toegestaan, en
    - deze uitsluitend in de eerste bouwlaag (begane grond) mag worden gevestigd, en
    - de bedrijfsvloeroppervlakte maximaal 150 m² mag bedragen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 4.1.b.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 4.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 4.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  bepaalde in lid 4.2.2 onder a voor overschrijding van het bouwvlak met maximaal 4 meter, met dien verstande dat deze afwijking niet mag worden toegepast ter plaatse van een op de kaart aangegeven onderdoorgang;
  • e.  bepaalde in lid 4.2.2 onder a voor het toestaan van gebouwen buiten het bouwvlak tot in totaal maximaal 75 m2 en een maximale hoogte van 2.5 meter, met dien verstande dat de afwijkingsbevoegdheid alleen is toegestaan, indien dit geen inbreuk betekent op de zichtlijnen tussen de op de kaart aangegeven bouwvlakken;
  • f.  het bepaalde in lid 4.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1 zijn toegestaan;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.c;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • e. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.1.b of lid 4.4.1.c.;
  • f. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.1 onder b. voor het toestaan van de functie wonen woningen op de begane grond;
  • b. het bepaalde in lid 4.1 onder d. voor de vestiging van bedrijven en instellingen, die niet in de 'Lijst van bedrijfstypen wonen-werken' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven en instellingen, die behoren tot de daar bedoelde categorieën, mits het niet geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • c. het bepaalde in lid 4.1 onder e. voor vergroting van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 300 m2;
  • d. het bepaalde in lid 4.1 onder e. voor het toestaan van horeca-5, echter uitsluitend ten behoeve van de vestiging van een zorghotel ten behoeve van kortdurend verblijf met zorg; de overige voorwaarden genoemd in lid 4.1 onder e blijven hierbij buiten beschouwing.
  • e. lid 4.5.d voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 4.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 63 Bestemmingsplan Sontweggebied-Damsterdiep

De regels van het bestemmingsplan Sontweggebied-Damsterdiep worden als volgt gewijzigd.

63.1 Artikel 13 Wonen (van toepassing op die delen van de bestemming waar de regels niet gewijzigd zijn door de Partiële herziening Sontweggebied-Damsterdiep)

13.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 3. bij de woning een aan huis verbonden beroep mag worden uitgeoefend;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  zakelijke dienstverlening en /of horecabedrijven in de categorieën horeca-1, horeca-2 en horeca-3 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-1', met dien verstande dat alleen de begane grond en ten hoogste 20% van de oppervlakte van de eerste verdieping voor deze functie mag worden gebruikt;
  • e.  additionele voorzieningen, waaronder gebouwde parkeervoorzieningen.

13.2 Bouwregels

13.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 13.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

13.4 Afwijken van de bouwregels

13.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 13.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 13.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 13.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 13.2.2 onder a voor overschrijding van het bouwvlak met maximaal 5 meter ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-5'.
  • e.  lid 13.2.2 onder b voor vergroting van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.
  • f.  lid 13.2.2 onder c voor vergroting van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10.
  • g.  lid 13.2.3 onder a.1 en a.2 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • h.  lid 13.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • i.  lid 13.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • j.  lid 13.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 een kap is toegestaan;
  • k.  lid 13.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • l. lid 13.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • m.  lid 13.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • n.  lid 13.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

13.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 13.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 13.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 13.4.1.b of lid 13.4.1.c.

13.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 13.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m². Het gestelde in lid 13.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 13.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² - alsmede tot een maximum van 100 m² voor zover het de in lid 13.2.3 onder d bedoelde bijbehorende bouwwerken betreft - en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 13.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 13.5.g voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 13.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
63.2 Artikel 13 Wonen (van toepassing op die delen van de bestemming waar de regels gewijzigd zijn door de Partiële herziening Sontweggebied-Damsterdiep)

13.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, ten minste 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 3. bij de woning een aan huis verbonden beroep mag worden uitgeoefend;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  zakelijke dienstverlening en /of horecabedrijven in de categorieën horeca-1, horeca-2 en horeca-3 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-1', met dien verstande dat alleen de begane grond en ten hoogste 20% van de oppervlakte van de eerste verdieping voor deze functie mag worden gebruikt;
  • e.  additionele voorzieningen, waaronder wegen, fiets- en voetpaden, speelvoorzieningen en gebouwde parkeervoorzieningen.

13.2 Bouwregels

13.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 13.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

13.4 Afwijken van de bouwregels

13.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 13.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 13.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 13.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 13.2.2 onder a en lid 13.2.3 onder f voor overschrijding van de bouw-/maatvoeringsgrens met maximaal 5 meter;
  • e.  lid 13.2.2 onder a en lid 13.2.3 onder f voor het verschuiven van een bouwvlak in zijn geheel met maximaal 5 meter in enige richting;
  • f. lid 13.2.2 onder b voor vergroting van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.
  • g.  lid 13.2.2 onder c voor vergroting van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10.
  • h.  lid 13.2.3 onder a.1 en a.2 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • i.  lid 13.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • j.  lid 13.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • k.  lid 13.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 een kap is toegestaan;
  • l.  lid 13.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • m. lid 13.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • n.  lid 13.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • o.  lid 13.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

13.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 13.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 13.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 13.4.1.b of lid 13.4.1.c.

13.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 13.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m². Het gestelde in lid 13.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 13.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² - alsmede tot een maximum van 100 m² voor zover het de in lid 13.2.3 onder d bedoelde bijbehorende bouwwerken betreft - en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 13.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 13.5.g voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 13.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 64 Bestemmingsplan Trefkoel

De regels van het bestemmingsplan Trefkoel worden als volgt gewijzigd.

64.1 Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zakelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • c. bedrijven als bedoeld in de bij dit plan behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • d.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1.   deze functie niet is woningen niet zijn toegestaan op de begane grond aan de Zonnelaanzijde;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2 zijn toegestaan, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt;
      • en minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
    • 4. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • e.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;  , met dien verstande dat deze functie niet is toegestaan op de begane grond aan de Zonnelaanzijde; 
  • f. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • g. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h. gebouwde parkeervoorzieningen, zowel boven- als ondergronds;
  • i. additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen. 

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1.d.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 4.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 4.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  lid 4.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 4.1 is toegestaan;
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.e;
  • c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • d. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.1.b of lid 4.4.1.c.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a.  lid 4.5 onder a voor het gebruik ten behoeve van bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten. Het gestelde in lid 4.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 4.5.c voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 4.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
64.2 Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c.   bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  gebouwde parkeervoorzieningen, zowel boven- als ondergronds;
  • f.  additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 6.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 6.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 6.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m². 
  • d.  het bepaalde in lid 6.2.2 onder b voor vergroting van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • e.  het bepaalde in lid 6.2.3 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 6 meter.

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.c;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 6.4.1.b of lid 6.4.1.c.

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.5.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 6.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

6.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de situering en de vorm van de op de kaart aangegeven bouwvlakken worden gewijzigd dan wel op de kaart nieuwe bouwvlakken worden aangegeven, mits:

  • a. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer van geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 6.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 65 Bestemmingsplan Vinkhuizen 2007

De regels van het bestemmingsplan Vinkhuizen 2007 worden als volgt gewijzigd.

65.1 Artikel 6 Woondoeleinden

6.1 Doeleindenomschrijving

De op de kaart voor woondoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen, waaronder tevens begrepen bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen, woonzorgcombinaties en kamerverhuur; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  garageboxen, uitsluitend voor zover aan de gronden op de kaart de aanduiding 'garageboxen' is gegeven;
  • e.  dienstverlening, uitsluitend voor zover aan de gronden op de kaart de aanduiding 'dienstverlenende functie' is gegeven, en uitsluitend op de begane grondverdieping;
  • f.  een aardgastransportleiding, uitsluitend zover aan de gronden op de kaart de aanduiding 'aardgastransportleiding' is gegeven;
  • g.  additionele voorzieningen.

6.2 Bouwvoorschriften

6.2.1 Algemene bouwvoorschriften

  • a. er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
  • b. op de gronden, die op de kaart zijn aangeduid als ´aardgastransportleiding´, mogen binnen een strook van 4m ter weerszijden van het hart van de leiding geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden opgericht, met uitzondering van ondergrondse aardgastransportleidingen.
  • c. op de gronden die op de kaart zijn aangeduid als 'garageboxen' mogen uitsluitend garageboxen worden gebouwd met een maximale hoogte van 3m en een maximale oppervlakte van 20 m2 per box.
  • d. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen. 

6.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

6.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. lid 6.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 6.2.1.d, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 6.2.1.d, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  het bepaalde in lid 6.2.1 onder b. na voorafgaand overleg met de leidingbeheerder;
  • e.  het bepaalde in lid 6.2.2 onder a. voor het oprichten van aan- en uitbouwen op het achtererf met dien verstande dat:
    • 1. de maximale hoogte 4m bedraagt;
    • 2. de maximale diepte vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw 4m bedraagt;
    • 3. de afstand tot de zijerfgrens minimaal 1m bedraagt indien deze grenst aan de openbare weg of het openbaar groen;
    • 4. het achtererf voor maximaal 50% wordt bebouwd.
  • f.  het bepaalde in lid 6.2.2 onder b. voor vergroting van de hoogte met ten hoogste 4m;
  • g.  het bepaalde in lid 6.2.2 onder a.en/of 6.2.3 onder a. en/of lid 6.2.4 onder a. voor het oprichten van aan-, uitbouwen en/of bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale hoogte van de aan- of uitbouw 3,5m. bedraagt;
    • 2. de maximale goothoogte van het bijgebouw 3m. bedraagt;
    • 3. de maximale breedte van de aan- of uitbouw 4m. bedraagt;
    • 4. de afstand tot het voorerf minimaal 3m. bedraagt;
    • 5. de afstand tot de zijerfgrens minimaal 1m bedraagt indien deze grenst aan de openbare weg of het openbaar groen;
    • 6. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd.
  • h.  het bepaalde in lid 6.2.3 onder a. en e. voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot ten hoogste 70m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% resp. 70% worden bebouwd.
  • i.  het bepaalde in lid 6.2.4 onder c. voor vergroting van de hoogte tot 10m;
  • j.  het bepaalde in lid 6.2.3 onder a. voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen op het voorerf tot een maximum van 30 m2;
  • k.  het bepaalde in 6.2.4 onder a. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het voorerf met een maximale hoogte van 3m;
  • l.  het bepaalde in 6.2.4 onder b. voor vergroting van de hoogte van erf- en terreinafscheidingen op het zij- en achtererf met 1m.

6.5 Gebruiksvoorschriften

6.5.1 Gebruiksverbod

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming.

6.5.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 6.5.1, wordt in ieder geval gerekend:

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • e. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten;
  • g. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.c;
  • h. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • i. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 6.4.1.b of lid 6.4.1.c.

6.5.3 Vrijstellingsbevoegdheid

  • a. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 6.5.1 juncto 6.5.2 sub e. voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 6.4.2 sub b., c., e. en f. is hierbij van overeenkomstige toepassing.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 6.5.1 juncto 6.5.2 sub f. voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende "lijst van bedrijfstypen wonen-werken". Het gestelde in lid 6.4.2 sub b., c., e. en f. is hierbij van overeenkomstige toepassing.
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 6.5.2.h voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 6.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
65.2 Artikel 9 Gemengde doeleinden

9.1 Doeleindenomschrijving

De op de kaart voor gemengde doeleinden aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. maatschappelijke dienstverlening;
  • c.   wonen, zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • d. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • f.  parkeervoorzieningen;
  • g.  additionele voorzieningen.

9.2 Bouwvoorschriften

9.2.1 Algemene bouwvoorschriften

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

9.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

9.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. lid 9.1.c.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 9.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 9.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  het bepaalde in lid 9.2.2 onder b. ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met 3m;
  • e.  het bepaalde in lid 9.2.3 onder b. ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met 3m.
  • f.  het bepaalde in lid 9.2.2 onder a. ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen buiten het bouwvlak met een maximale hoogte van 3m en een maximale oppervlakte van 25 m2 per gebouw.

9.5 Gebruiksvoorschriften

9.5.1 Gebruiksverbod

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 9.1.e;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 9.4.1.b of lid 9.4.1.c.

9.5.2 Vrijstelling voor het meest doelmatige gebruik

  • a.  Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 9.5.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 9.5.1.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 9.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
65.3 Artikel 10 Centrumdoeleinden

10.1 Doeleindenomschrijving

De op de kaart voor centrumdoeleinden aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat

- deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;

- autoverkoopbedrijven niet zijn toegestaan;

  • b. dienstverlening;
  • c.  wonen, zelfstandige woningen, met dien verstande dat
    • 1. deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • d. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • f.  parkeervoorzieningen;
  • g.  horeca 1, 2 en 3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h.  additionele voorzieningen.

10.2 Bouwvoorschriften

10.2.1 Algemene bouwvoorschriften

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 10.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

10.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

10.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. lid 10.1.c.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 10.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 10.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  het bepaalde in lid 10.2.2 sub b. ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met 3m;
  • e.  het bepaalde in lid 10.2.3 sub b. ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met 3m.

10.5 Gebruiksvoorschriften

10.5.1 Gebruiksverbod Strijdig gebruik

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 10.5.1, wordt in ieder geval gerekend:

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 10.1.e;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 10.4.1.b of lid 10.4.1.c;
  • d.  het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een seksinrichting;
  • e.  het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf.

10.5.3 Vrijstelling voor het meest doelmatig gebruik

  • a.  Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 10.5.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd;
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 10.5.1.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 10.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 66 Bestemmingsplan Vishoek, Hoekstraat en Muurstraat

De regels van het bestemmingsplan Vishoek, Hoekstraat en Muurstraat worden als volgt gewijzigd.

66.1 Artikel 4 Centrum

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat detailhandel op de verdieping(en) uitsluitend is toegestaan als deze functie eveneens op de begane grond is gevestigd;
  • b. (zakelijke en maatschappelijke) dienstverlening;
  • c.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. woningen, met uitzondering van de entree, niet zijn toegestaan op de begane grond, behoudens bestaand gebruik voor wonen op de begane grond;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
  • d. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • e. bed and breakfast, met dien verstande dat:
    • 1. deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en deze woning in overwegende mate haar woonfunctie dient te behouden;
    • 2. ten dienste van de functie bed and breakfast maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • f. daghoreca;
  • g. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3', met dien verstande dat: deze functie uitsluitend op de begane grond, dan wel in het souterrain en de daarboven gelegen bouwlaag, is toegestaan;
  • h. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende
    'Staat van bedrijfsactiviteiten', met uitzondering van geluidszoneringplichtige en
    risicovolle inrichtingen;
  • i. culturele voorzieningen in de vorm van musea, expositieruimten, ateliers en galerieën;
  • j. sport;
  • k. fietsenstallingen;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. additionele voorzieningen.

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen. 

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1, onder c, onder 2, en sublid 4.2.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 4.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 4.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  sublid 4.2.2, onder c, voor een afwijking van de minimale bouwhoogte van de eerste bouwlaag;
  • e.  sublid 4.2.2, onder b, ten aanzien van de maximumgoothoogte en sublid 4.2.2, onder d, ten aanzien van de wijze van afdekking en de minimum- en maximumdakhelling, voor een extra bouwlaag of een bovenbeëindiging van een gebouw, anders dan een kap, mits:
    • 1. deze geen groter volume heeft dan mogelijk is binnen een denkbeeldige kap met twee dakvlakken met een helling overeenkomstig de toegestane maximumdakhelling, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen en dakkapellen van beperkte omvang;
    • 2. de toegestane maximale bouwhoogte in acht wordt genomen;
    • 3. een in stedenbouwkundig opzicht samenhangend straat- en bebouwingsbeeld ontstaat;
    • 4. geen afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van de directe omgeving;
    • 5. een goede verhouding met de overwegend voorkomende kapvorm van de directe omgeving is gewaarborgd;
  • f.  sublid 4.2.2, onder d, onder 3, voor het toestaan van dakterrassen, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de afstand tussen de omheining van het dakterras en de naar het openbaar gebied gerichte gevel dient minimaal 2 meter te bedragen;
    • 2. de hoogte van de omheining van het dakterras dient maximaal 1,20 meter te bedragen;
    • 3. het dakterras mag geen afbreuk doen aan de cultuurhistorische waarden van het gebouw dan wel van het straat- en bebouwingsbeeld;
  • g.  sublid 4.2.2, onder e, voor het samenvoegen van naast elkaar gelegen gebouwen, onder voorwaarde dat:
    • 1. er onderzoek is verricht naar de bouw- en cultuurhistorische waarde van de gebouwen;
    • 2. handhaving van waardevolle delen is gewaarborgd;
    • 3. de parcellering na samenvoeging zichtbaar blijft;
    • 4. maximaal 4 naast elkaar gelegen panden worden samengevoegd, waarbij de gezamenlijke straatwandlengte van de samengevoegde panden maximaal 30 meter bedraagt;
    • 5. deze afwijkingsbevoegdheid niet mag worden toegepast voor het samenvoegen van een bestaand horecapand met een aanliggend pand met het oogmerk daarin één horecabedrijf te vestigen.
  • h.  sublid 4.2.2, onder f, voor het verwijderen van een al dan niet zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen als een gelijkwaardige zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen gewaarborgd is.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen anders dan de bestaande legale kamerverhuur;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • d. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bed and breakfast;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1, onder h, zijn toegestaan;
  • g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een studentensociëteit;
  • h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een amusementshal;
  • i. het gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting.

4.6 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1, onder a, voor detailhandel op de verdiepingen van percelen, waarvan de begane grondlaag voor een andere functie in gebruik is dan detailhandel;
  • b. lid 4.1, onder c, onder 1, voor woningen op de begane grond, met dien verstande dat de woningen maximaal 50% van de bruto vloeroppervlakte van de begane grond mogen beslaan, niet zijn gevestigd aan de zijde van de voorgevel en zijn voorzien van een zelfstandige ontsluiting;
  • c. lid 4.1, onder e, aanhef en onder 1, voor het gebruik van een hoofdgebouw als
    zelfstandige bed and breakfast, mits de exploitatie plaatsvindt door (een lid van de huishouding van) de hoofdbewoner van een woning in het in het bestemmingsplan begrepen gebied of de omliggende straten;
  • d. lid 4.1, onder e, onder 2, voor een afwijking van het maximum-aantal (slaap)kamers tot maximaal drie (slaap)kamers;
  • e. lid 4.1, onder g, voor de uitoefening van horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3', mits de horecavestiging:
    • 1. geen onevenredige afbreuk doet aan het winkelvestigingsklimaat;
    • 2. geen onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefklimaat;
    • 3. het bestaande aantal horecavestigingen in de categorieën 1 tot en met 3 binnen de bestemming 'Centrum' niet toeneemt;
  • f. lid 4.1, onder g, voor de uitoefening van horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 op de verdiepingen, mits het een uitbreiding van een bestaande horecavestiging betreft;
  • g. lid 4.1, onder h, juncto lid 4.1 onder f, voor de vestiging van bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, mits:
    • 1. het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
    • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie;
  • h. lid 4.5 onder b voor beschermd wonen.
66.2 Artikel 5 Gemengd

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  zelfstandige woningen, met dien verstande dat de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m2 dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
  • b. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • c. bed and breakfast, met dien verstande dat:
    • 1. deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en deze woning in overwegende mate haar woonfunctie dient te behouden;
    • 2. ten dienste van de functie bed and breakfast maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • d. (zakelijke en maatschappelijke) dienstverlening, met dien verstande dat:
    • 1. deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
    • 2. deze functie tevens op de verdiepingen is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft;
  • e. daghoreca, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3' en met dien verstande dat deze functie alleen is toegestaan op de begane grond;
  • g. een danssalon uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca – danssalon';
  • h. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende
    'Staat van bedrijfsactiviteiten', met uitzondering van geluidszoneringplichtige en
    risicovolle inrichtingen, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • i. culturele voorzieningen in de vorm van musea, expositieruimten, ateliers en galerieën, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • j. sport en recreatie, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • k. fietsenstallingen;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. additionele voorzieningen.

5.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen. 

5.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 5.1, onder a, en sublid 5.2.1, voor een afwijking van de gebruiksoppervlakte van een woning tot minimaal 40 m2;
  • b. lid 5.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 5.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  sublid 5.2.2, onder b, voor een overschrijding van de maximumgoothoogte en maximumbouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone – afwijkingsgebied' tot ten hoogste 7 meter, respectievelijk 10,50 meter ten behoeve van een extra bouwlaag, nadat de aanvrager van de omgevingsvergunning heeft aangetoond dat deze extra bouwlaag noodzakelijk is voor de economische uitvoerbaarheid van het bouwplan;
  • e.  sublid 5.2.2, onder b, ten aanzien van de maximumgoothoogte en sublid 5.2.2, onder c, ten aanzien van de wijze van afdekking en de minimum- en maximumdakhelling, voor een extra bouwlaag of een bovenbeëindiging van een gebouw, anders dan een kap, mits:
    • 1. deze geen groter volume heeft dan mogelijk is binnen een denkbeeldige kap met twee dakvlakken met een helling overeenkomstig de toegestane maximumdakhelling, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen en dakkapellen van beperkte omvang;
    • 2. de toegestane maximale bouwhoogte in acht wordt genomen;
    • 3. een in stedenbouwkundig opzicht samenhangend straat- en bebouwingsbeeld ontstaat;
    • 4. geen afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van de directe omgeving;
    • 5. een goede verhouding met de overwegend voorkomende kapvorm van de directe omgeving is gewaarborgd;
  • f.  sublid 5.2.2, onder c, onder 3, voor het toestaan van dakterrassen, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de afstand tussen de omheining van het dakterras en de naar het openbaar gebied gerichte gevel dient minimaal 2 meter te bedragen;
    • 2. de hoogte van de omheining van het dakterras dient maximaal 1,20 meter te bedragen;
    • 3. het dakterras mag geen afbreuk doen aan de cultuurhistorische waarden van het gebouw dan wel van het straat- en bebouwingsbeeld;
  • g.  lid 5.2.2, onder d, voor het samenvoegen van naast elkaar gelegen gebouwen, onder voorwaarde dat:
    • 1. er onderzoek is verricht naar de bouw- en cultuurhistorische waarde van de gebouwen;
    • 2. handhaving van waardevolle delen is gewaarborgd;
    • 3. de parcellering na samenvoeging zichtbaar blijft;
    • 4. maximaal 2 naast elkaar gelegen panden worden samengevoegd, waarbij de gezamenlijke straatwandlengte van de samengevoegde panden maximaal 30 meter bedraagt;
    • 5. deze afwijkingsbevoegdheid niet mag worden toegepast voor het samenvoegen van een gebouw met een aanliggend gebouw met het oogmerk daarin één detailhandels-, horeca- of ander bedrijf te vestigen.
  • h.  lid 5.2.2, onder e, voor het verwijderen van een al dan niet zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen als een gelijkwaardige zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen gewaarborgd is.

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één een huishouden;
  • b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen anders dan de bestaande legale kamerverhuur;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • d. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bed and breakfast;
  • f. het gebruik van gronden voor detailhandel;
  • g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 5.1, onder h, zijn toegestaan;
  • h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een studentensociëteit;
  • i. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een amusementshal;
  • j. het gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 5.1 en lid 5.5, onder f, voor de uitoefening van detailhandel:
    • 1. als uitbreiding van een detailhandelsvestiging binnen de bestemming 'Centrum';
    • 2. in de overige gevallen mits:
      • de detailhandel kleinschalig van karakter is en complementair aan de detailhandelsfunctie van het kernwinkelapparaat;
      • bijdraagt een de sfeer en uitstraling van het gebied;
      • uitsluitend word uitgeoefend op de begane grond;
      • geen onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefklimaat;
  • b. lid 5.1, onder c, aanhef en onder 1, voor het gebruik van een hoofdgebouw als
    zelfstandige bed and breakfast, mits de exploitatie plaatsvindt door (een lid van de huishouding van) de hoofdbewoner van een woning binnen het in het bestemmingsplan begrepen gebied;
  • c. lid 5.1, onder c, onder 2, voor een afwijking van het maximum-aantal (slaap)kamers tot maximaal drie (slaap)kamers;
  • d. lid 5.1, onder f, voor de uitoefening van horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3', mits:
    • 1. de horecafunctie uitsluitend wordt uitgeoefend op de begane grond;
    • 2. het bestaande aantal horecabedrijven binnen de bestemming 'Gemengd' niet toeneemt;
    • 3. geen onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefklimaat;
  • e. lid 5.1, onder d, e, h, i en j, voor de uitoefening van (zakelijke en maatschappelijke) dienstverlening, daghoreca, bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende
    'Staat van bedrijfsactiviteiten', culturele voorzieningen en sport en receatie op de verdiepingen;
  • f. lid 5.1, onder f, voor de uitoefening van horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 op de verdiepingen, mits het een uitbreiding van een bestaande horecavestiging betreft;
  • g. lid 5.1, onder h, juncto lid 5.5, onder g, voor de vestiging van bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten', mits:
    • 1. het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
    • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie.
  • h. lid 5.5 onder b voor beschermd wonen.

Artikel 67 Bestemmingsplan Waterrand Oosterparkwijk

De regels van het bestemmingsplan Waterrand Oosterparkwijk worden als volgt gewijzigd.

67.1 Artikel 6 Gemengd

6.1 Doeleindenomschrijving

6.1.1 Doeleinden

De op de kaart voor 'gemengd' aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, kantoren en instellingen voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen Menggebied' (bijlage 1), alsmede bedrijven en andere functies, genoemd in de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen' (bijlage 2). Dit met dien verstande dat deze functie is toegestaan:

- met uitzondering van groothandel en opslag,

- uitsluitend op de begane grondverdieping, en

- uitsluitend tot maximaal milieucategorie 2 als bedoeld in bijlage 2 of een hogere categorie, indien het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met categorie 2.

In afwijking van het hier bepaalde is ter plaatse van Oosterhamrikkade Zuidzijde 111-113 tevens een groothandel in papier(waren) toegestaan en zijn de bestaande boekbinderij annex groothandel in papier(waren) tevens toegestaan op de hogere verdiepingen;

  • b. voor zover de gronden op de kaart als 'wonen' (w) zijn aangeduid maximaal 1 zelfstandige woning per perceel, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 3. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2 zijn toegestaan, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt;
      • en minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  een autoverhuurbedrijf, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan voor zover de gronden op de kaart, i.c. het perceel, als 'specifieke vorm van gemengd-autoverhuur' (sgd-av) zijn aangeduid en uitsluitend tot maximaal milieucategorie 2 als bedoeld in bijlage 2 of een hogere categorie, indien het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met categorie 2;
  • e.  maatschappelijke dienstverlening in de vorm van sportvoorzieningen, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan voor zover de gronden op de kaart als 'sportvoorzieningen' (sp) zijn aangeduid;
  • f.  detailhandel in kringloopartikelen, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan voor zover de gronden op de kaart als 'detailhandel in kringloopartikelen' (dh-k) zijn aangeduid en uitsluitend op de begane grondverdieping;
  • g.  detailhandel in auto's c.a. met of zonder een kleinschalig ondergeschikt garagebedrijf, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan voor zover de gronden op de kaart als 'detailhandel in auto's' (dh-a) zijn aangeduid;
  • h.  groothandel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan voor zover de gronden op de kaart als 'groothandel' (gh) zijn aangeduid;
  • i.  parkeervoorzieningen;
  • j.  een windscherm;
  • k.  bescherming van archeologische waarden;
  • l.  additionele voorzieningen, waaronder wegen, paden, groen- en nutsvoorzieningen zijn begrepen, maar uitgezonderd lichtreclame-uitingen.

6.2 Bouwvoorschriften

6.2.1 Algemene bouwvoorschriften

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1.1 genoemde doeleinden.
  • b. Aan een bouwvergunning kunnen in verband met de 'archeologische verwachtingswaarde' van de gronden de volgende verplichtingen worden verbonden:

. de verplichting tot het verrichten van archeologisch onderzoek, waaruit blijkt dat de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag bouwvergunning zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;

. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;

. de verplichting tot het doen van opgravingen.

  • c. Binnen de bestemming zijn ten behoeve van ondergronds parkeren gebouwde parkeervoorzieningen toegestaan, met dien verstande dat:

- de hoogte binnen de bouwgrens, gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, c.q. afdekking, maximaal 1.20 meter bedraagt, en

- de hoogte buiten de bouwgrens, gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, c.q. afdekking, zich maximaal ter hoogte van de aangrenzende weg bevindt;

  • d. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

6.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

6.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. lid 6.1.b.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 6.2.1.d, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 6.2.1.d, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
  • d.  het bepaalde in lid 6.2.2 onder a. voor een overschrijding van de differentiatiegrens met ten hoogste 3 meter;
  • e.  het bepaalde in lid 6.2.2 onder c. voor het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met ten hoogste het getal 10;
  • f.  het bepaalde in lid 6.2.2 onder d. en/of lid 6.2.3 onder b. en/ of lid 6.2.4 onder c. voor het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 4 meter, met dien verstande dat de vrijstelling van het bepaalde onder 6.2.4 c niet mag worden verleend ten behoeve van reclamemasten.

6.6 Gebruiksvoorschriften

6.6.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, zoals bedoeld in lid 6.6.1, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor bewoning, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 6.1.1 onder b. is toegestaan;
  • b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 6.4.1.b of lid 6.4.1.c;
  • d. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.c;
  • e.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • f.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • g.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven in een hogere categorie dan 2 overeenkomstig bijlage 2 en ten behoeve van geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • h.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een tankstation;
  • i.  het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca en, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 6.1.1 is toegestaan, groothandel en detailhandel.

6.6.3 Vrijstelling gebruik

Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van:

  • a. het bepaalde in lid 6.1.1 onder a juncto lid 6.6.1 voor het toestaan van de hier bedoelde functie in een hogere dan de eerste bouwlaag (c.q. begane-grondverdieping), indien het betreft hetzelfde bedrijf of kantoor of dezelfde instelling als in de eerste bouwlaag;
  • b. het bepaalde in lid 6.1.1 onder a. juncto lid 6.6.1 en toestaan dat tevens beroepen en bedrijven op de begane grond worden gevestigd als bedoeld in de 'Lijst beroepsmatige activiteiten die niet vallen onder de aan huis verbonden beroepen, alsmede bedrijfsmatige activiteiten' (bijlage 3);
  • c. het bepaalde in lid 6.1.1 onder a. juncto lid 6.6.1 en toestaan dat tevens bedrijven en instellingen op de begane grond worden gevestigd die:

- niet in de Lijst van bedrijfstypen Menggebied (bijlage 1) en/of Lijst van bedrijfstypen (bijlage 2) zijn vermeld, dan wel

- in de Lijst van bedrijfstypen zijn vermeld in een categorie die in principe niet is toegestaan op het desbetreffende perceel, terwijl de activiteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met een bedrijf die is genoemd in bijlage 1 en/of bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, mits het geen detailhandel, groothandel, opslag en geluidzoneringsplichtige inrichtingen betreft;

  • d. het bepaalde in lid 6.1.1 onder b. juncto lid 6.6.1 om in grotere aantallen of op andere gronden dan daar is toegestaan de functie 'wonen' woningen inclusief bijzondere vormen van huisvesting, zoals beschermd wonen en woonzorgcombinaties toe te staan, echter uitsluitend voor zover:

- de gronden zijn gelegen binnen de bouwgrenzen op de gronden begrensd door de Paradijsvogelstraat, de Kraanvogelstraat en de Struisvogelstraat, en tevens

- deze functie wordt georiënteerd op de openbare weg; de stedenbouwkundige hoofdopzet zich kenmerkt door dwarsverbanden tussen Paradijsvogelstraat en Struisvogelstraat en wandvorming aan de zijde van het Pioenpark, en de bouwhoogte maximaal 12 meter is, en tevens

- de geluidbelasting vanwege het wegverkeer en/ of nabijgelegen bedrijfsactiviteiten op geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere waarde;

  • e. het bepaalde in lid 6.1.1 onder b. juncto lid 6.6.1 om de functie wonen in de vorm van een dienstwoning toe te staan, echter uitsluitend op het perceel met de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-autoverhuur' (sgd-av) op de plankaart, en indien de geluidbelasting vanwege het wegverkeer en nabijgelegen bedrijfsactiviteiten op geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere waarde;
  • f. het bepaalde in lid 6.1.1 onder e. juncto lid 6.6.1 om op andere gronden dan daar is toegestaan de functie 'maatschappelijke dienstverlening', inclusief andere vormen van maatschappelijke dienstverlening dan genoemd in lid 6.1.1 onder e. toe te staan, echter uitsluitend indien dit verenigbaar is met de nabijgelegen woonbebouwing en indien de geluidbelasting vanwege het wegverkeer op geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere waarde;
  • g. het bepaalde in lid 6.6.2.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 6.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

6.8 Wijzigingsbevoegdheid

6.8.1 Wijziging en uitwerking bestemming

1. Burgemeester en wethouders kunnen de gronden, die op de kaart zijn begrensd met de aanduiding 'Wijzigingsbevoegdheid 1' wijzigen in de bestemming Wonen en moeten in dat geval deze bestemming tevens uitwerken met dien verstande dat wijziging en uitwerking uitsluitend zijn toegestaan voor zover:

  • a. voldaan wordt aan de volgende ruimtelijke en functionele aspecten, inhoudende dat:
  • een verkeersontsluiting wordt aangelegd tussen de Vinkenstraat en de Oosterhamrikkade Zuidzijde in het verlengde van de Hamburgerstraat,
  • de hoogte van de bebouwing niet meer dan 14 meter bedraagt, met dien verstande dat een hoogte-accent met een maximale hoogte van 30 meter is toegestaan;
  • bebouwing ten behoeve van de functie wonen is toegestaan rondom een binnenterrein met een oppervlak van minimaal 20x30 meter waar een parkeerdek is toegestaan;
  • zelfstandige woningen worden toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 3. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2 zijn toegestaan, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt;
      • en minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen wordt toegestaan;
  • een woning niet mag worden veranderd in en/of vergroot tot twee of meer woningen;
  • het parkeren binnen de gewijzigde en uit te werken bestemming plaatsvindt en als volgt wordt gerealiseerd:
    . op het maaiveld echter uitsluitend indien tevens een parkeerdek met een minimale hoogte van 2.75 meter en een maximale hoogte van 4 meter wordt gerealiseerd, of
    . ondergronds - met of zonder parkeerdek zoals hiervoor bedoeld - of
    . halfverdiept, dat wil zeggen tot een maximale bouwhoogte van 1.20 meter boven peil - met of zonder parkeerdek zoals hiervoor bedoeld,
  • tevens bedrijven, kantoren en instellingen zijn toegestaan voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen Menggebied' (bijlage 1) en/of de 'Lijst beroepsmatige activiteiten die niet vallen onder de aan huis verbonden beroepen, alsmede bedrijfsmatige activiteiten' (bijlage 3),
    echter uitsluitend op de begane grondverdieping en voorzover direct grenzend aan de Oosterhamrikkade, met dien verstande dat:
    de regeling tevens dezelfde functie in een hogere dan de eerste bouwlaag kan toestaan, indien het betreft hetzelfde bedrijf of kantoor/instelling als in de eerste bouwlaag, echter uitsluitend voorzover:
    . het uitsluitend de gronden aan de randen van het bouwblok overeenkomstig het op de kaart aangegeven 'Menggebied' in de bestemming Wonen betreft, en
    . deze activiteiten voorkomen op de 'Lijst van bedrijfstypen Menggebied', en
    . de ruimtelijke uitwerking van het gebruik in overeenstemming is met de functie wonen, waarbij gelet wordt op de aard, de omvang en de intensiteit van het gebruik. Dit met dien verstande dat voor het perceel ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van gemengd- autoverhuur (sgd-av) het tevens is toegestaan: de begane grond geheel te gebruiken ten behoeve van autoverhuur c.a.; de eerste verdieping van de bebouwing rond het binnenterrein geheel te gebruiken voor kantoren; de mogelijkheid te creëren voor een toegang tot het binnenterrein tot maximaal 4.5 meter hoogte voor het inrijden met auto's;
  • b. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer en de nabijgelegen bedrijfsactiviteiten op geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere waarde;

c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de woonsituatie;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 6.3 is van overeenkomstige toepassing.

2. Burgemeester en wethouders kunnen de gronden, die op de kaart zijn begrensd met de aanduiding 'Wijzigingsbevoegdheid 2' wijzigen in de bestemming Wonen en moeten in dat geval deze bestemming tevens uitwerken met dien verstande dat wijziging en uitwerking uitsluitend zijn toegestaan voor zover:

  • a. voldaan wordt aan de volgende ruimtelijke en functionele aspecten, inhoudende dat:
  • ter plaatse van het gebied een verkeersontsluiting wordt aangelegd tussen de Vinkenstraat en de Oosterhamrikkade Zuidzijde,
  • de hoogte van de bebouwing niet meer dan 14 meter bedraagt dan wel een overeenkomstige hoogte wordt aangehouden als, en aansluitend op, het naastgelegen hoogte-accent;
  • de bebouwing aansluit op/ onderdeel vormt van de bebouwing met de bestemming Wonen aan de Oosterhamrikkade,
  • bebouwing ten behoeve van de functie wonen is toegestaan;
  • zelfstandige woningen worden toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
    • 3. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2 zijn toegestaan, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt;
      • en minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen wordt toegestaan;
  • een woning niet mag worden veranderd in en/of vergroot tot twee of meer woningen;
  • tevens bedrijven, kantoren en instellingen zijn toegestaan voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen Menggebied' (bijlage 1) en/of de 'Lijst van beroepsmatige activiteiten die niet vallen onder de aan huis verbonden beroepen, alsmede bedrijfsmatige activiteiten' (bijlage 3),
    echter uitsluitend op de begane grondverdieping en voorzover direct grenzend aan de Oosterhamrikkade, met dien verstande dat:
    de regeling tevens dezelfde functie in een hogere dan de eerste bouwlaag kan toestaan, indien het betreft hetzelfde bedrijf of kantoor/instelling als in de eerste bouwlaag, echter uitsluitend uitsluitend voorzover:
    . het uitsluitend de gronden in het verlengde van het op de kaart aangegeven 'Menggebied' in de bestemming Wonen betreft, en
    . deze activiteiten voorkomen op de 'Lijst van bedrijfstypen Menggebied', en
    . de ruimtelijke uitwerking van het gebruik in overeenstemming is met de functie wonen, waarbij gelet wordt op de aard, de omvang en de intensiteit van het gebruik.
  • b. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer en de nabijgelegen bedrijfsactiviteiten op geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere waarde;

c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de woonsituatie;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 6.3 is van overeenkomstige toepassing.

67.2 Artikel 9 Wonen

9.1 Doeleindenomschrijving

9.1.1 Doeleinden

De op de kaart voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  Wonen zelfstandige woningen - al dan niet in combinatie met aan huis verbonden beroepen - en/of bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en woonzorgcombinaties, maar uitgezonderd kamerverhuur anders dan bestaande legale kamerverhuur, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand begeleid wonen;
  • d.  bedrijven, kantoren en instellingen voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen Menggebied' (bijlage 1) dan wel op de 'Lijst van beroepsmatige activiteiten die niet vallen onder de aan huis verbonden beroepen, alsmede bedrijfsmatige activiteiten' (bijlage 3), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan voor zover de gronden op de kaart als 'Menggebied' zijn aangeduid en uitsluitend op de begane grondverdieping;
  • e.  maximaal 1 horecabedrijf in categorie horeca-2 dan wel horeca-3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan:
    - voor zover de gronden op de kaart als 'horeca' zijn aangeduid, en
    - uitsluitend op de begane grondverdieping, en
    - tot een maximale oppervlakte van 150 m² bedrijfsvloeroppervlakte;
  • f.  parkeervoorzieningen, met dien verstande dat daar waar de gronden op de kaart als Parkeerdek zijn aangeduid:
    . uitsluitend een parkeerdek is toegestaan, en
    . het parkeren op het maaiveld uitsluitend is toegestaan, indien tevens een parkeerdek als bedoeld in lid 9.2.1 onder d wordt gerealiseerd, of
    . het parkeren ondergronds - met of zonder parkeerdek als bedoeld in lid 9.2.1 onder d - wordt gerealiseerd, of
    . het parkeren halfverdiept, dat wil zeggen tot een maximale bouwhoogte van 1.20 meter boven peil - met of zonder parkeerdek als bedoeld in lid 9.2.1 onder d - wordt gerealiseerd;
  • g.  tuinen, met dien verstande dat:
    * een tuin buiten de bouwgrens uitsluitend is toegestaan ter hoogte van het centrale deel van de aangrenzende woonboot, en
    * per woonboot maximaal één tuin is toegestaan, met dien verstande dat
    * de breedte van de tuin maximaal 2 meter plus éénderde van de lengte van de aangrenzende woonboot bedraagt, en de diepte maximaal 7 meter gemeten vanaf de op de kaart aangegeven rand van het kanaal bedraagt, met dien verstande dat de tuin zich tevens minimaal 3 meter uit de kant van de weg (inclusief stoep) bevindt;
  • h.  bescherming van archeologische waarden;
  • i.  verkeer, fiets- en voetpaden;
  • j.  openbare oevers en taluds, bermen en groenvoorzieningen met dien verstande dat de gronden als bedoeld onder e niet openbaar zijn;
  • k.  additionele voorzieningen, waaronder wegen, paden, groen- en nutsvoorzieningen zijn begrepen, maar uitgezonderd lichtreclame-uitingen.

9.2.1 Algemene bouwvoorschriften

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 9.1.1 genoemde doeleinden.
  • b. Aan een bouwvergunning kunnen in verband met de 'archeologische verwachtingswaarde' van de gronden de volgende verplichtingen worden verbonden:
    1. de verplichting tot het verrichten van archeologisch onderzoek, waaruit blijkt dat de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag bouwvergunning zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
    2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
    3. de verplichting tot het doen van opgravingen.
  • c. Binnen de hele bestemming zijn - onafhankelijk van bebouwingspercentage en bouw- / differentiatiegrenzen - ten behoeve van ondergronds/ halfverdiept parkeren gebouwde parkeervoorzieningen toegestaan, met dien verstande dat:
    - de hoogte binnen de bouwgrens, gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, c.q. afdekking, maximaal 1.20 meter bedraagt, en
    - de hoogte buiten de bouwgrens, gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, c.q. afdekking, zich maximaal ter hoogte van de aangrenzende weg bevindt.
  • d. Daar waar de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding Parkeerdek mogen uitsluitend parkeervoorzieningen als bedoeld in lid 9.1.1 en/of - in afwijking van lid 9.1.1- bijgebouwen als bedoeld in lid 9.2.4, alsmede erf- en terreinafscheidingen als bedoeld in lid 9.2.5 worden gebouwd, met dien verstande dat indien een parkeerdek wordt gerealiseerd de minimale hoogte van het parkeerdek 2.75 meter en de maximale hoogte van het parkeerdek 4 meter bedraagt.
  • e. Daar waar indicatief op de kaart een ontsluiting is aangeduid, dient een ontsluiting te worden gerealiseerd met dien verstande dat:
    - deze tot 10 meter ter weerszijden van de aanduiding is toegestaan, en de differentiatiegrenzen, in afwijking van het bepaalde in lid 9.2.2 onder a, eveneens binnen het bouwvlak tot maximaal 10 meter mogen worden opgeschoven;
    - een gebied van minimaal 15 meter breed dient te worden vrijgehouden van gebouwen.
  • f. Ter plaatse van de tuinen, als bedoeld in lid 9.1.1 onder e, zijn geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde toegestaan, echter met uitzondering van vlonders, loopplanken en nutsvoorzieningen, alsmede maximaal één berging per woonschip naast de tuin, met dien verstande dat de lengte x breedte x hoogte van de berging respectievelijk maximaal 3 meter x 3 meter x 2.5 meter bedraagt. De berging in de tuin is uitsluitend toegestaan binnen 4 meter vanaf de rand van het kanaal.
  • g. Ter plaatse van de groene oever tussen het Oosterhamrikkanaal en de weg Oosterhamrikkade Zuidzijde zijn gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde niet toegestaan. Dit met uitzondering van:
    - de bouwwerken die zijn toegestaan op grond van het bepaalde onder f;
    - bouwwerken ten behoeve van het wegverkeer.
  • h. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

9.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

9.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. lid 9.1.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 9.2.1.h, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 9.2.1.h, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m². 
  • d.  het bepaalde in lid 9.2.1 onder d. en / of lid 9.2.2 onder a. en/of b voor een overschrijding van de (structuurbepalende) bouwgrens dan wel differentiatiegrens tot maximaal 3 meter;
  • e.  het bepaalde in lid 9.2.1 onder d. en/of 9.2.2 onder a. en/of b. en/of e. voor het toestaan van een overbouwing ten behoeve van de hoogte-accenten die op de kaart zijn aangeduid als hoogte-accent 2, met dien verstande dat onder de overbouwing een hoogte van minimaal 4 meter wordt vrijgehouden van bebouwing;
  • f.  het bepaalde in lid 9.2.2 onder c. voor overschrijding van het maximale bebouwingspercentage met ten hoogste het getal 10, met dien verstande dat het bebouwingspercentage op de hoeken 100% mag bedragen;
  • g.  het bepaalde in lid 9.2.2 onder d. en/of e. voor vergroting van de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 4 meter;
  • h.  het bepaalde in lid 9.2.2 onder e. voor verkleining van de minimaal toegestane hoogte met ten hoogste 4 meter;
  • i.  het bepaalde in lid 9.2.2 onder e. voor het vergroten van het maximaal toegestane oppervlak per bouwlaag met ten hoogste het getal 10;
  • j.  het bepaalde in lid 9.2.3 onder b. en/of lid 9.2.4 onder a. en/of b. voor overschrijding van het maximale bebouwingspercentage met ten hoogste het getal 10;
  • k.  het bepaalde in lid 9.2.3 en toestaan dat op het zijerf aan-, uit- en/of bijgebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:
    - de maximale hoogte 4 meter bedraagt;
    - het zijerf voor maximaal 50% wordt bebouwd;
  • l.  het bepaalde in lid 9.2.5 onder c. ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane hoogte tot 10 meter, met dien verstande dat deze vrijstelling niet mag worden verleend ten behoeve van reclamemasten;
  • m.  het bepaalde in lid 9.1.1 onder d juncto 9.2.1 onder c voor overschrijding van de maximale hoogte van 1.20 meter met 50 cm. mits plaatse een blinde muur aan de Oosterhamrikkade wordt voorkomen.

9.6 Gebruiksvoorschriften

9.6.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, zoals bedoeld in lid 9.6.1, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, detailhandel, groothandel, opslag en horeca, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 9.1.1 is toegestaan;
  • g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een tankstation;
  • h. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 9.1.1.c;
  • i. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • j. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 9.4.1.b of lid 9.4.1.c.

9.6.3 Vrijstelling gebruik

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 9.1.1 onder b. juncto lid 9.6.1 voor het toestaan van de hier bedoelde functie in een hogere dan de eerste bouwlaag (c.q. begane- grondverdieping), indien het betreft hetzelfde bedrijf of kantoor of dezelfde instelling als in de eerste bouwlaag, echter uitsluitend voor zover:
    - de gronden zijn aangeduid als 'menggebied',
    - deze activiteiten voorkomen op de 'Lijst van bedrijfstypen Menggebied' en/of 'Lijst van beroepsmatige activiteiten die niet vallen onder de aan huis verbonden beroepen, alsmede bedrijfsmatige activiteiten' (bijlage 3), en
    - de ruimtelijke uitwerking van het gebruik in overeenstemming is met de functie wonen, waarbij gelet wordt op de aard, de omvang en de intensiteit van het gebruik;
  • b. het bepaalde in lid 9.1.1 onder b. juncto lid 9.6.1 voor overschrijding van de grens van het op de kaart aangeduide 'menggebied' ten behoeve van de in het menggebied toegestane functies met maximaal 3 meter, echter uitsluitend op de begane grond;
  • c. het bepaalde in lid 9.1.1 onder b. juncto lid 9.6.1 voor het toestaan van andere vormen van 'maatschappelijke dienstverlening' dan daar is toegestaan op grond van de 'Lijst van bedrijfstypen Menggebied', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan: voor zover de gronden op de kaart als 'menggebied' zijn aangeduid, en op de begane grond, en uitsluitend mits verenigbaar met de omringende woonbebouwing, en mits de geluidbelasting op geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere waarde;
  • d. het bepaalde in lid 9.1.1 onder b. juncto lid 9.6.1 en toestaan dat, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding 'menggebied', tevens produktie- en/of reparatiebedrijven worden gevestigd die niet in de Lijst van bedrijfstypen Menggebied (bijlage 1) zijn vermeld, terwijl de activiteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met een bedrijf die is genoemd in bijlage 1, mits het geen detailhandel, groothandel, opslag en/ of geluidzoneringsplichtige inrichting betreft;
  • e. het bepaalde in lid 9.1.1 onder c. juncto lid 9.6.1 voor het toestaan van maximaal 3 extra horecabedrijven,
    - waarvan 1 vestiging is toegestaan in het bouwblok tussen de verlengde Vinkenstraat c.q. Paradijsvogelstraat en de verlengde Oosterhamrikkade Zuidzijde, echter uitsluitend in categorieën horeca-2 dan wel horeca-3,
    - waarvan 2 vestigingen zijn toegestaan elders in het gebied tussen de Oosterhamrikkade Zuidzijde en de Vinkenstraat, met dien verstande dat uitsluitend horeca in de categorieën horeca-2 dan wel horeca-3 is toegestaan; echter indien van deze 2 vestigingen 1 vestiging wordt gerealiseerd aan het Wielewaalplein is daar tevens horeca - 1: toegestaan, en
    - met dien verstande dat deze vrijstelling uitsluitend wordt verleend voor uitoefening van de horecafunctie op de begane grondverdieping, voor zover de gronden op de kaart als Menggebied zijn aangeduid, en met een maximale oppervlakte van 150 m² bedrijfsvloeroppervlakte per vestiging;
  • f. het bepaalde in lid 9.1.1 juncto lid 9.6.1 voor het gebruik van een woning ten behoeve van een kleinschalige beroeps- en/ of bedrijfsmatige activiteit anders dan een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 40 m² en voor zover:
    - voorkomend op de 'Lijst van bedrijfstypen Menggebied' (1), of
    - voorkomend op de 'Lijst beroepsmatige activiteiten die niet vallen onder de aan huis verbonden beroepen, alsmede bedrijfsmatige activiteiten' (bijlage 3),
    mits de ruimtelijke uitwerking van het gebruik in overeenstemming is met de functie wonen, waarbij gelet wordt op de aard, de omvang en de intensiteit van het gebruik;
  • g. lid 9.6.2.i voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 9.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
67.3 Artikel 10 Wonen (uit te werken)

10.1 Doeleindenomschrijving

De op de kaart voor 'wonen (uit te werken)' aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen en/of bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en woonzorgcombinaties , met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt,
    • 2. kamerverhuur niet is toegestaan;
    • 3. een woning niet mag worden veranderd in en/of vergroot tot twee of meer woningen;
  • b.  bedrijven, kantoren en instellingen voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Lijst van Bedrijfstypen Menggebied' (bijlage 1), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grondverdieping;
  • c.  bescherming van archeologische waarden;
  • d.  additionele voorzieningen, waaronder wegen, paden, groen-, nuts- en parkeervoorzieningen zijn begrepen.

10.3 Bijzondere bepalingen

10.3.1 Bouwen

Zolang en voor zover de in lid 10.2 bedoelde uitwerking niet in werking is getreden, mogen bouwwerken slechts worden gebouwd, mits:

  • a. het bouwplan in overeenstemming is met het ontwerp-uitwerkingsplan;
  • b. van gedeputeerde staten vooraf een verklaring van geen bezwaar terzake is ontvangen, tenzij gedeputeerde staten hebben verklaard dat de uitwerking geen goedkeuring behoeft en gedurende de termijn van terinzagelegging geen zienswijzen tegen het ontwerp- uitwerkingsplan zijn ingebracht.

10.3.2 Gebruik

10.3.1.1 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, zoals bedoeld in lid 10.1, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, detailhandel, groothandel, opslag en horeca;
  • g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een tankstation;
  • h. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen;
  • i. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning;
  • j. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • k. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning.

10.3.2.2 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.3.1.1 onder j voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 9.6.5 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 68 Bestemmingsplan Westpark

De regels van het bestemmingsplan Westpark worden als volgt gewijzigd.

68.1 Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  additionele voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

8.4 Afwijken van de bouwregels

8.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 8.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 8.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 8.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m². 
  • d.  lid 8.2.3 onder a.1 en a.2 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
  • e.  lid 8.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
  • f.  lid 8.2.3 onder a.3 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
  • g.  lid 8.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • h.  lid 8.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 een kap is toegestaan;
  • i.  lid 8.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • j.  lid 8.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
  • k.  lid 8.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • l.  lid 8.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • m.  lid 8.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 8.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 8.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 8.4.1.b of lid 8.4.1.c.

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 8.5 onder d voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m². Het gestelde in lid 8.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 8.5 onder e voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 8.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • c. lid 8.5.f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 8.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 69 Bestemmingsplan Woonwagenterrein Hoendiep

De regels van het bestemmingsplan Woonwagenterrein Hoendiep worden als volgt gewijzigd.

69.1 Artikel 7 Wonen-woonwagens

7.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor 'wonen-woonwagens' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in woonwagens op maximaal 18 standplaatsen zoals gesitueerd in bijlage 1 bij deze regels, met dien verstande dat kamerverhuur niet is toegestaan;
  • b. bedrijven in de categorie 1 en 2 van de bij deze regels gevoegde Lijst van bedrijfstypen, met dien verstande dat:
    • 1. deze uitsluitend toegestaan zijn op de standplaatsen 15, 16, 17 en 18 volgens bijlage 1 bij deze regels;
    • 2. uitoefening van deze bedrijven slechts is toegestaan, indien op de betreffende standplaats tevens wordt gewoond;
  • c. groen en water;
  • d. parkeren;
  • e. woonstraten;
  • f. additionele voorzieningen, waaronder één voorzieningengebouw op perceel G op bijlage 1 bij deze regels.

7.5.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van woonwagens voor andere doeleinden dan wonen;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een horecabedrijf;
  • e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, met uitzondering van de onder lid 7.1 onder b.1 genoemde percelen;
  • g. het gebruik van gronden en bouwwerken voor kamerverhuur.

Artikel 70 Uitwerkingsplan De Zeilen

De regels van het Uitwerkingsplan De Zeilen worden als volgt gewijzigd.

70.1 Artikel 3 Gemengd - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd -1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een woning met een gebruiksoppervlakte van meer dan 50 m2 , al dan niet in combinatie met:
    • 1. aan-huis-verbonden beroepen;
    • 2. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal drie (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • b. zakelijke dienstverlening;
  • c. maatschappelijke dienstverlening;
  • d. bedrijven onder de milieucategorieën 1 en 2 die zijn genoemd in de bij de regels behorende Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten, hieronder niet begrepen geluidszoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle inrichtingen;
  • e. detailhandel, echter uitsluitend op de begane grond, met dien verstande dat supermarkten niet zijn toegestaan;
  • f. horeca - 1 en horeca - 2;

met daaraan ondergeschikt:

  • g. recreatieve voorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. verhardingen;
  • l. parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende tuinen, erven en additionele voorzieningen, zoals een tewaterlaat- en aanlegplaats voor boten.

3.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden voor recreatief nachtverblijf, tenzij het recreatief nachtverblijf betreft zoals genoemd in lid 3.1;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van een woning voor kamerverhuur;
  • e. het gebruik van een woning voor beschermd wonen.

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 onder e voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 3.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

70.2 Artikel 8 Woongebied - 8

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 8' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen met een gebruiksoppervlakte van meer dan 50 m2 , al dan niet in combinatie met:
    • 1. aan-huis-verbonden beroepen;
    • 2. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • b. wegen, fiets- en voetpaden;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat bij vrijstaande en twee-aaneen gebouwde woningen ten minste twee opstelplaatsen voor auto's, niet zijnde garages, op eigen erf aanwezig dienen te zijn;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. additionele voorzieningen, waaronder speelvoorzieningen en bruggen;

met dien verstande dat gestapelde woningen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld'.

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor reclamedoeleinden (waaronder mede begrepen reclamemasten), met uitzondering van een bord met een oppervlakte van ten hoogste 0,75 m² op de gevel van een gebouw, ten behoeve van een op dat perceel gevestigd gebruik;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 8.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van een woning voor kamerverhuur;
  • f. het gebruik van een woning voor beschermd wonen.

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 8.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m².
  • b. lid 8.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en aan-, uit- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de lijst in Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken.
  • c. lid 8.5 onder f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 8.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 71 Uitwerkingsplan Groenewei

De regels van het Uitwerkingsplan Groenewei worden als volgt gewijzigd.

71.1 Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
  • b. maatschappelijke dienstverlening;
  • c. woningen met een gebruiksoppervlakte van meer dan 50 m2 , al dan niet in combinatie met:
    • 1. aan-huis-verbonden beroepen;
    • 2. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal drie (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • d. horeca - 1, echter uitsluitend: op de begane grond en in de vorm van daghoreca;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. groenvoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. verhardingen;
  • i. parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende tuinen, erven en additionele voorzieningen.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan aan huis verbonden beroepen;
  • b. het gebruik van de gronden voor recreatief nachtverblijf;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • d. het gebruik van een woning voor kamerverhuur;
  • e. het gebruik van een woning voor beschermd wonen.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4 onder e voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 3.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

71.2 Artikel 9 Woongebied - 7

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 7' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen met een gebruiksoppervlakte van meer dan 50 m2 , al dan niet in combinatie met:
    • 1. aan-huis-verbonden beroepen;
    • 2. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • b. wegen, fiets- en voetpaden;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat bij vrijstaande en twee-aaneen gebouwde woningen ten minste twee opstelplaatsen voor auto's, niet zijnde garages, op eigen erf aanwezig dienen te zijn;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. additionele voorzieningen, waaronder speelvoorzieningen en bruggen;

met dien verstande dat gestapelde woningen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld'.

9.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor reclamedoeleinden (waaronder mede begrepen reclamemasten), met uitzondering van een bord met een oppervlakte van ten hoogste 0,75 m² op de gevel van een gebouw, ten behoeve van een op dat perceel gevestigd gebruik;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 9.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van een woning voor kamerverhuur;
  • f. het gebruik van een woning voor beschermd wonen.

9.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 9.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m².
  • b. lid 9.1 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en aan-, uit- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de lijst in Bijlage 1.
  • c. lid 9.5 onder f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 9.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 72 Uitwerkingsplan Meeroevers vlek 3 het Eiland

72.1 Artikel 4 Woongebied - 6

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen met een gebruiksoppervlakte van meer dan 50 m2 , al dan niet in combinatie met:
    • 1. aan-huis-verbonden beroepen;
    • 2. bestaande kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
    • 3. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • b. de bescherming en instandhouding van de landschappelijke waarden die tot uitdrukking komen in de openheid op het eiland;
  • c. wegen, fiets- en voetpaden;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. additionele voorzieningen, waaronder speelvoorzieningen en bruggen.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor reclamedoeleinden (waaronder mede begrepen reclamemasten), met uitzondering van een bord met een oppervlakte van ten hoogste 0,75 m² op de gevel van een gebouw, ten behoeve van een op dat perceel gevestigd gebruik;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 42.6 is toegestaan;
  • e. het gebruik van een woning voor kamerverhuur;
  • f. het gebruik van een woning voor beschermd wonen.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en aan-, uit- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de lijst in Bijlage 1;
  • b. lid 4.5 onder f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 4.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 73 Uitwerkingsplan Plutolaan

De regels van het Uitwerkingsplan Plutolaan worden als volgt gewijzigd.

73.1 Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  wegen en paden;
  • f.  groenvoorzieningen;
  • g.  parkeervoorzieningen, waarin tevens begrepen een bushalte;
  • h.  additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 4.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 4.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

4.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Bij de toepassing van lid 4.4.1 is het bepaalde in lid 4.3 van overeenkomstige toepassing.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten;
  • f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.c;
  • g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.1.b of lid 4.4.1.c.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.5 onder d voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep. Het gestelde in lid 4.3 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. het bepaalde in lid 4.5 onder e voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 4.3 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing.
  • c. lid 4.5.g voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 4.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 74 Uitwerkingsplan Reitdiep 2015

De regels van het Uitwerkingsplan Reitdiep 2015 worden als volgt gewijzigd.

74.1 Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a.  wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • b.  bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m2, uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
    • 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
    • 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
    • 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
  • c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
  • d.  logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • e.  nutsvoorzieningen;
  • f.  groenvoorzieningen;
  • g.  speelvoorzieningen;
  • h.  wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  • i.  additionele voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.2.1 Algemene bouwregels

  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

8.4 Afwijken van de bouwregels

8.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 8.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • b. lid 8.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • c. lid 8.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
  • d.  sublid 8.2.2 onder c voor het bouwen van de voorgevel tot maximaal 4 meter achter de op de verbeelding aangegeven gevellijn, echter uitsluitend mits in het betreffende bouwvlak het regelmatig beloop van de voorgevellijn gehandhaafd blijft;
  • e.  sublid 8.2.2 onder d voor het verkleinen van de afstand tot in de voorste perceelsgrens, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1';
  • f.  lid 8.2.2 onder e voor het verkleinen van de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens van minimaal 1 meter naar minimaal 0,60 cm;
  • g.  sublid 8.2.2 onder f voor het verkleinen van de afstand tot de achterste perceelsgrens van minimaal 2,5 meter naar minimaal 1,5 meter;
  • h.  sublid 8.2.2 onder i voor vergroting van het bebouwingspercentage met maximaal het getal 20;
  • i.  sublid 8.2.3 onder 1a en b voor het vergroten van de afstand van maximaal 4 meter van het oorspronkelijk hoofdgebouw naar maximaal 5 meter;
  • j.  sublid 8.2.3 onder 1 en 2 voor vergroting van de bouwhoogte met maximaal 50 cm;
  • k.  sublid 8.2.3 onder 1 en 2 voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk in voorerfgebied, met dien verstande dat mag worden gebouwd tot in de voorste perceelsgrens, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1', ten behoeve van aangebouwde bijbehorende bouwwerken met een maximale bouwhoogte van 7 meter;
  • l.  sublid 8.2.3 onder 1 voor het oprichten van een bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    • 1. het bijbehorend bouwwerk 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevel en op een afstand van meer dan 1 meter vanaf openbaar toegankelijk gebied, moet zijn gesitueerd;
    • 2. indien vrijstaand:
      * functioneel ondergeschikt aan het hoofdgebouw, en
      * indien hoger dan 3 m: voorzien van een schuin dak, de dakvoet niet hoger dan 3 m, de daknok gevormd door twee of meer schuine dakvlakken, met een hellingshoek van niet meer dan 55°, en waarbij de hoogte van de daknok niet meer is dan 5 m en verder wordt begrensd door de volgende formule: maximale daknokhoogte [m] = (afstand daknok tot de perceelsgrens [m] x 0,47) + 3;
    • 3. indien aangebouwd:
      * de maximale goothoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidings- constructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
      * tevens een kap is toegestaan, met dien verstande dat de maximale hoogte van de daknok 5 meter bedraagt;
    • 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m2 bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    • 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m2 mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
  • m.  sublid 8.2.3 onder 1c en onder 2b voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • n.  sublid 8.2.3 onder 1e en onder 2e voor het toestaan van een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte, echter uitsluitend voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
  • o.  sublid 8.2.3 onder 1f en 8.2.4 onder a voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in bebouwingsgebied tot maximaal 70 m² waarbij bebouwingsgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • p.  sublid 8.2.3 onder 1f en 8.2.4 onder a voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in bebouwingsgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m² waarbij bebouwingsgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
  • q.  sublid 8.2.3 onder 2f voor vergroting van de oppervlakte tot maximaal 40 m².

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit uitwerkingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning ;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 8.1 is toegestaan;
  • e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 8.1.c;
  • f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 8.4.1.b of 8.4.1.c.

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 8.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m². Het gestelde in lid 8.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • b. lid 8.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 8.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing.
  • c. lid 8.5 onder f voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 8.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing. 

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 75 Overgangsrecht

75.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
75.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 76 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Herziening Bestemmingsregels Wonen 2.