direct naar inhoud van Artikel 27 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bestemmingsplan Europapark 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP527Europapar2013-vg01

Artikel 27 Algemene aanduidingsregels

27.1 Geluidzone - industrie
27.1.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor een zone als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.

27.1.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingsregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geen geluidsgevoelige objecten worden gebouwd, tenzij deze bij of krachtens de regels van de daar voorkomende bestemming(en) zijn toegestaan.

27.1.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van niet-geluidsgevoelige objecten als geluidsgevoelig object, tenzij deze bij of krachtens de regels van de ter plaatse voorkomende bestemming(en) zijn toegestaan.

27.1.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding 'geluidzone - industrie' wordt verwijderd, mits geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen meer aanwezig dan wel toegestaan zijn;
  • b. de aanduiding 'geluidzone - industrie' wordt gewijzigd, mits de geluidsbelasting vanwege een industrieterrein van de gevels van een geluidsgevoelig object niet hoger zal zijn dan de voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.
27.2 Magneetveldzone
27.2.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'magneetveldzone' zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor de magneetveldzone van bovengrondse hoogspanningslijnen.

27.2.2 Bouwregels
  • a. In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingsregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'magneetveldzone' geen stralingsgevoelige objecten worden gebouwd.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein' met de nadere aanduiding 'onderwijs', voor zover het betreft:
    • 1. verblijfsruimten, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaan, in aanbouw zijn of kunnen worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning;
    • 2. functieruimten.
27.2.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gebouwen ten behoeve van stralingsgevoelige objecten.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein' met de nadere aanduiding 'onderwijs', voor zover het betreft:
    • 1. verblijfsruimten, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaan, in aanbouw zijn of kunnen worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning;
    • 2. functieruimten.
27.3 Plasbrandaandachtsgebied
27.3.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'plasbrandaandachtsgebied' zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor een zone langs een transportroute waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd, waarin bij realisering van kwetsbare objecten rekening dient te worden gehouden met de effecten van een plasbrand.

27.3.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingsregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'plasbrandaandachtsgebied' geen objecten voor langdurig verblijf van groepen verminderd zelfredzame personen worden gebouwd.

27.3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gebouwen als object voor langdurig verblijf van groepen verminderd zelfredzame personen .