direct naar inhoud van 2.3 Openbare ruimte
Plan: Bestemmingsplan Oostelijke Ringweg, Groningerweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP525ORingGronweg-vg01

2.3 Openbare ruimte

2.3.1 Groenstructuur

Doel van de planvorming is een verantwoorde landschappelijke inpassing van de weg en de ongelijkvloerse kruising in zijn omgeving.


Structuurdrager

Het beeld van de weg wordt gekenmerkt door de lage ligging van de weg ten opzichte van het maaiveld, de grote hoeveelheid beplanting op de taluds en geluidswallen en een bomenrij aan beide zijden van de weg. De weg wordt ervaren als een groene vallei. Tussen Beijum Zuid en Beijum Noord klimt de weg uit de vallei omhoog omdat de kruising bij Beijum Noord ongelijkvloers is en de Oostelijke Ringweg er overheen gaat. Het hieronder beschreven standaard profiel loopt met de weg mee omhoog.


Standaard profiel

Gezien vanaf de weg is er een zone van twee meter voorzien van gras dat extensief beheerd wordt. Vier meter uit de kant van de weg wordt een bomenrij geplant bestaande uit drie soorten die gemengd geplant wordt. Bij de kruisingen loopt de boomstructuur met de op- en afritten mee tot aan de kruisende weg.

Onder de bomen tot boven aan de geluidswal wordt een bodembedekkende beplanting aangebracht zodat de boomkroon zich vrij in de ruimte kan ontwikkelen. Boven op de geluidswal wordt opgaand bosplantsoen aangebracht. Achter de eerste rij bosplantsoen komt een wildraster dat ervoor zorgt dat de zoogdieren niet de weg oversteken maar via ecoducten en faunatunnels de weg passeren. De toegepaste beplanting is van genetisch inheemse oorsprong.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP525ORingGronweg-vg01_0008.jpg"

ontwerp-groenplan Groningerweg

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP525ORingGronweg-vg01_0009.jpg"

ontwerp-groenplan Beijum Noord

De ongelijkvloerse kruising

De kruising krijgt een authentieke inrichting zodat ze een eigen 'adres' krijgt, net als de andere kruisingen op de oostelijke ring. In de kommen die tussen de op- en afritten ontstaan, wordt een ecologisch en recreatief onaantrekkelijk gebied gecreëerd waardoor de oversteekbewegingen van zoogdieren en kinderen niet bevorderd worden.

Eén kom, waar de afrit verwijderd wordt, krijgt een inrichting om recreatief te verblijven. Het wordt afgeschermd van het autoverkeer en krijgt een directe aansluiting met de nieuw te ontwikkelen woninglocatie (Tuinland) ten westen van de ringweg. Door de realisatie van een uitkijkheuvel krijgt het een bovenwijkse aantrekkingskracht. De beplantingskeuze in dit deel van de kruising wordt zowel recreatief als ecologisch interessant en divers.

De overige ruimtes tussen de op- en afritten van het viaduct worden ingezaaid met een eenzijdige grassoort die extensief beheerd worden. De boomsoort die gekozen is ter markering en 'adressering' van de kruising is de zomereik.

2.3.2 Groenbeleid

De gemeente Groningen heeft het beleid voor groen neergelegd in de volgende documenten:


1. het Bomenstructuurplan
2. de Groenstructuurvisie 'Groene pepers'
3. de APVG en de Nota Kapbeleid.


1. het Bomenstructuurplan

In het in 2002 door de raad vastgestelde Bomenstructuurplan is per straat aangegeven welke bomenstructuren voor de stad waardevol zijn. De bomen langs dit gedeelte van de Oostelijke Ringweg vormen geen onderdeel van de bomenhoofdstructuur.


2. de Groenstructuurvisie 'Groene pepers'

Het groen langs de ringweg is belangrijk voor de ecologie, leefbaarheid, vermindering van fijnstof en voor de tempering van de opwarming van de stad. Het groen langs de ringweg is 'basisgroen' zoals in 2009 is vastgesteld in de Groenstructuurvisie 'Groene pepers'. Als groen uit de basisstructuur gekapt wordt, moet deze volgens de Groenstructuurvisie in ontwikkelingen worden versterkt of indien kappen onvermijdelijk is, één op één worden gecompenseerd. In eerste instantie moet dit binnen de projectgrens worden gecompenseerd. Als dat niet mogelijk is, moet compensatie worden gevonden in de nabijheid van de locatie waar het groen wordt gekapt.


3. de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009 en de Nota Kapbeleid

In de APVG 2009 en de daarbij behorende, in 2010 vastgestelde, Nota Kapbeleid is vastgelegd wanneer bomen (potentieel) monumentaal zijn. Langs dit gedeelte van de ringweg staat geen monumentaal groen omdat het nog niet ouder is dan 50 jaar. Wel staat er potentieel monumentaal groen zoals in de Bomeneffectanalyse nader is gespecificeerd. Voor potentieel monumentale bomen geldt een hoge inspanningsverplichting deze te behouden.

2.3.3 Bomeneffectanalyse

Op basis een uitvoerige inventarisatie van de plangebieden, is voor ieder deelgebied een bomeneffectanalyse (BEA) gemaakt. Hierin is aangegeven wat moet wijken en wat wordt aangeplant voor de herinrichting. Op basis hiervan wordt de omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden aangevraagd.

Eén van de criteria, waaraan de aanvraag volgens de APVG wordt getoetst, is het verkrijgen van dringende redenen. In de 'Nota Kapbeleid 2010', die beleidsregels bevat voor de beoordeling van vergunningaanvragen, is dit criterium nader uitgewerkt. Volgens de nota mag een dringende reden in elk geval worden aangenomen wanneer burgemeester en wethouders of de raad zich aan de hand van een BEA of groenparagraaf hebben uitgesproken over bepaalde projecten. Hiermee zijn de groenbelangen adequaat en zorgvuldig in beeld is gebracht.


Groencompensatie

De gevolgen op basis van het ontwerp zijn in de BEA in lijsten en op tekeningen aangegeven. De gevolgen zijn in onderstaande tabel samengevat.
De hierna opgegeven aantallen/oppervlakten zijn globaal omdat de analyse is gemaakt op basis van het nader te detailleren groenplan. De genoemde aantallen kunnen na detaillering van het ontwerp (op uitvoerings-/besteksniveau) globaal met 20% positief of negatief afwijken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP525ORingGronweg-vg01_0010.jpg"

Groenbalans Beijum Noord

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP525ORingGronweg-vg01_0011.jpg"

Groenbalans N46-Groningerweg

beplanting   aanwezig   vellen   verplanten   compensatie   groenbalans  
bomen   315   91   14   230   229 stuks +  
heesters         ca. 30 are +   ca. 30 are +  
singels   326,5   119,5     ca. 59 are   ca. 95 are +  
bos   720 are   164 are     ca. 140 are   ca. 24 are +  

Totale groenbalans beide deelplannen

Er wordt voldaan aan de één op één herplantverplichting zoals in de Groenstructuurvisie is vastgesteld. Het aantal te kappen bomen wordt ruim en de te kappen singels en bos worden gedeeltelijk gecompenseerd. De groenbalans is echter ruim in evenwicht, ervan uitgaande dat iedere boom 10 m2heester/singel/bos vertegenwoordigt. Daarnaast worden er duurzamere boomsoorten herplant dan dat er worden gekapt.


Wijze van herplant

Bij het uitwerken van het groenplan zullen de soorten en maten van de beplanting nader worden aangegeven. Er worden bomen van de eerste grootte geplant die meer dan 18 meter hoog worden.

Belangrijk voor het goed groeien van bomen is de inrichting van een volwaardige ondergrondse groeiplaatsinrichting. De grootte van deze groeiplaats bepaalt hoe oud de bomen kunnen worden. Deze ondergrondse groeiplaats zal per boom in dit project minimaal 50 m3 groot zijn.

In dit stadium is niet aan te geven waar de kabels en leidingen komen te liggen. Het genoemde groenplan is leidend bij de vaststelling van het kabels- en leidingen tracé. Met de uitwerking van het tracé waar deze kabels en leidingen komen te liggen wordt rekening gehouden met de benodigde groeiplaatsinrichting.