direct naar inhoud van 5.3 Overleg
Plan: Bestemmingsplan Van Heemskerckstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP524VHeemskerckst-vg01

5.3 Overleg

Het voorontwerp-bestemmingsplan is toegezonden aan een aantal instanties in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening. Hieronder worden de ontvangen reacties samengevat en van commentaar voorzien.

Waterschap Noorderzijlvest

1. Waterkering: de noordwestelijke oever langs het Hoendiep is een regionale waterkering. Daarom watert het plangebied niet direct af op of maakt het onderdeel uit van de Electraboezem, waarvoor het streefpeil van -0.93 mNAP wordt gehanteerd. De feitelijk voorkomende waterstand in de oostelijke spoorsloot is ca. -1.50 mNAP. Waarop deze spoorsloot afwatert is ons niet bekend, maar waarschijnlijk is deze sloot aangesloten op het gemengde rioolstelsel in de Admiraal de Ruyterlaan. Het laagst gelegen maaiveld binnen het plangebied ligt op ca. -1.00 mNAP. Op basis hiervan is aanpassing van de tekst onder het kopje bodem in par. 3.3 wenselijk.

2. de oever van het Hoendiep is niet alleen ecologisch van belang, maar heeft ook een waterkerende functie. Het waterschap hanteert een normhoogte van +0.30 mNAP voor deze waterkering. Bij het uitwerken van plannen dient daarmee rekening te worden gehouden. Daarom wordt gevraagd de waterkering met een functie-aanduiding op de verbeelding aan te geven en te verwerken in de regels.

3. op p.22 van de toelichting heeft de oostelijke spoorsloot de functie Stedelijk natuurwater gekregen. Moet dit niet de westelijke spoorsloot zijn, die als zodanig is ingericht?

Commentaar:

ad 1. de tekst is conform de opmerkingen aangepast.

ad 2. op de verbeelding is een dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering opgenomen, en in de regels is een artikel daartoe toegevoegd. De waterkering is nu vermeld in paragraaf 3.3 van de toelichting.

ad 3. het gaat hier inderdaad om de westelijke spoorsloot. Omdat deze buiten het plangebied valt is de bijbehorende afbeelding in paragraaf 3.3 aangepast alsmede de tekst betreffende de functies.

provincie Groningen

De provincie Groningen verzoekt om artikel 5.2 onder h van de regels (uitwerkingsregels bij de bestemming Wonen - uit te werken) aan te passen. De provincie is van mening dat het groepsrisico nl. in alle gevallen moet worden verantwoord, niet alleen bij toename.

Commentaar:

Omdat het hier gaat om een invulling met woningbouw, zal het uitwerkingsplan altijd een toename van het groepsrisico met zich meebrengen. Het geval dat het groepsrisico niet toeneemt, zal niet voorkomen. Daarom is de zinsnede "indien dit door het uitwerkingsplan toeneemt" een overbodige. Deze wordt daarom uit deze bepaling geschrapt.

Regionale brandweer i.s.m. brandweer Stad Groningen

De Regionale brandweer heeft de volgende adviezen gegeven.

1. geadviseerd wordt om de in de toelichting genoemde risico-inventarisatie toe te voegen aan de bijlagen van het bestemmingsplan.

Commentaar: de bijlage zal bij het ontwerp-bestemmingsplan worden gevoegd

2. wat betreft het groepsrisico wordt geadviseerd de bevindingen van de Regionale brandweer ten aanzien van bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid op te nemen in het bestemmingsplan en bij het vaststellen van het uitwerkingsplan te vertalen naar de verantwoording van het groepsrisico. Het zijn:

a. geadviseerd wordt om bij toekomstige ontwikkeling het plangebied tweezijdig bereikbaar te maken en te voorzien van adequate bluswatervoorzieningen. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is dat bluswatervoorzieningen op maximaal 40 meter van de toegang van een gebouw dienen te zijn gelegen.

b. geadviseerd wordt om randvoorwaarden voor de toekomstige ontwikkeling op te nemen zodat langdurig verblijf van groepen verminderd zelfredzame personen aan de kant van de risicobronnen wordt uitgesloten in het plangebied.

c. geadviseerd wordt om bij het opstellen van een uitwerkingsplan rekening te houden met goede ontsluiting van het plangebied, zodat mensen beter uit het rampengebied kunnen vluchten.

Commentaar: deze adviezen zullen deel uitmaken van de planontwikkeling ten behoeve van een uitwerkingsplan.

TenneT

TenneT heeft geen bovengrondse of ondergrondse hoogspanningsverbindingen in het plangebied en heeft daarom geen opmerkingen over het plan.

Ziggo

Ziggo heeft in dit stadium van de planontwikkeling geen opmerkingen en wacht het uitwerkingsplan af.

Geen reactie is ontvangen van:

KPN

ProRail

Waterbedrijf Groningen

N.V. Nederlandse Gasunie

Enexis

Nederlandse Spoorwegen