direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Bestemmingsplan Ruskenveen 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP522Ruskenveen-vg01

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemene bouwregels

Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.

4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De bouw- en goothoogte mogen maximaal de aangegeven bouw- en goothoogte bedragen.
  • c. De gebouwen worden afgedekt met een kap, tenzij het bestaande gebouw plat is afgedekt, in welk geval de bestaande afdekking geldt.
  • d. Het aantal bedrijfswoningen mag maximaal 1 bedragen.
  • e. In afwijking van het bepaalde in 4.2.2 onder a mogen gebouwen buiten het bouwvlak bijbehorende bouwwerken gebouwd worden ten behoeve van de bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat deze uitsluitend op het achtererf mogen worden gebouwd, met een maximaal bebouwingspercentage van 20% van het achtererf en een maximale bouwhoogte van 8 meter.
  • f. In afwijking van het bepaalde in 4.2.2. onder a mogen buiten het bouwvlak bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de woonfunctie worden gebouwd, met dien verstande dat deze uitsluitend op het achtererf mogen worden gebouwd, met een maximale oppervlakte van 60 m² en een maximale bouwhoogte van 4 meter.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2,50 meter bedragen.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 6 meter bedragen.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a. de verblijfssituatie;

b. het straat- en bebouwingsbeeld;

c. de verkeersveiligheid;

d. de sociale veiligheid;

e. de milieusituatie;

f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Voor een toelichting zie de juridische toelichting in paragraaf 4.3.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1 onder a zijn toegestaan;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bewoning anders dan als een bedrijfswoning;
  • d. het gebruik van de gronden voor recreatief nachtverblijf.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.4 onder a. juncto lid 4.1 onder a voor de vestiging van bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, mits het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft.