direct naar inhoud van 6.3 Overleg
Plan: Bestemmingsplan Bedrijventerrein Zuidoost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP516BedrterreinZo-vg01

6.3 Overleg

In het kader van het planologisch vooroverleg zijn reacties binnengekomen van de provincie en het waterschap.

1. Provincie

Plangrens Buitengebied

De provincie wijst er op dat vanwege de wijziging van de zuidoostelijke plangrens met 3,25 ha langs de N7/A7, de gemeente, op grond van de Provinciale Omgevingsverordening, een verzoek dient voor te leggen om in te stemmen met de hiermee gepaard gaande wijziging van de plangrens van het Buitengebied.

Reactie gemeente

Naar aanleiding van deze opmerking heeft de gemeente inmiddels een schriftelijk verzoek aan de provincie uit laten gaan (brief van 11 februari 2013).

Externe veiligheid

De provincie wijst op het spanningsveld tussen de aanwezigheid van risicovolle inrichtingen en het toestaan van kwetsbare objecten. Dit zijn objecten waar veel publiek komt en/of mensen verblijven. Deze objecten mogen op grond van het Bevi (Besluit externe veiligheid inrichtingen) niet bij risicovolle inrichtingen worden gevestigd.

Het gaat dan met name om het toestaan van grootschalige detailhandel, horeca, bedrijven met veel kantoorruimte, een facilitycentre, waarin de functie kinderopvang is opgenomen en een tankstation met mogelijk LPG.

Het voorontwerp-bestemmingsplan dient hierop te worden aangepast, zodat er geen conflicterende situaties ontstaan.

Reactie gemeente

Naar aanleiding van deze opmerkingen heeft op 9 januari 2013 overleg plaatsgevonden met een vertegenwoordiger van het Steunpunt Externe Veiligheid en de veiligheidsconsultant van de Brandweer. Uit dit overleg is duidelijk gebleken dat kwetsbare objecten in de nabijheid van risicovolle inrichtingen moeten worden uitgesloten. Een aantal van deze bedrijven kent op basis van de verleende (milieu)vergunning invloedsgebieden voor het groepsrisico. Verwezen wordt naar de digitale risicokaart van de provincie Groningen. Binnen deze invloedsgebieden moeten kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten worden uitgesloten.

De zware vormen van bedrijvigheid bevinden zich vooral in het zuidelijke gedeelte van het plangebeid (omgeving Duinkerkenstraat). Er zijn twee echte Bevi-bedrijven waar de veiligheidscontour buiten het eigen bedrijfsterrein ligt, te weten het afvalbrengstation aan de Duinkerkenstraat en het LPG-tankstation achter het terrein van de milieudienst aan de Duinkerkenweg. Daarnaast zijn er twee andere risicovolle bedrijven, een bedrijf voor de opslag van chemische stoffen aan de Duinkerkenweg en een opslagplaats voor vuurwerk en munitie aan de Oude Roodehaansterweg. Bij de andere risicovolle inrichtingen ligt de veiligheidscontour binnen/aan de rand van het eigen bedrijfsterrein. De bedrijven worden genoemd in de milieuparagraaf van dit bestemmingsplan en de bijbehorende bijlage externe veiligheid.

In de omgeving van de (zware) Bevi-inrichtingen is het niet wenselijk en toegestaan kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten te vestigen. Aan de andere kant moet de vestiging van deze objecten, zoals volumineuze detailhandel met een publiekaantrekkende werking, in andere delen van het plangebied niet onmogelijk worden gemaakt. Daarbij wordt gedacht aan het bedrijventerrein Eemspoort met over het algemeen lichte vormen van bedrijvigheid (tot en met milieucategorie 3) en de noord- en oostzijde van het nog niet uitgegeven terrein Roodehaan, maar dit geldt ook voor de 'lichtere' gedeelten van Euvelgunne en Winschoterdiep (gedeelte ten oosten van de Europaweg).

Er is daarom in dit bestemmingsplan, dat in hoofdzaak een actualisering van de bestaande toestand met gevestigde bedrijvigheid is, gekozen voor het het aanbrengen van veiligheidszones op de verbeelding rond bovengenoemde Bevi-inrichtingen met een grote invloedsfeer. De zones zijn ontleend aan de risciokaart van de provincie Groningen. Daarbij is uitgegaan van de grootste contouren, zodat het functioneren van deze bedrijven niet in gevaar wordt gebracht. Zo is rond het afvalbrengstation een cirkel van 380 meter getrokken.

In de zuidwesthoek van het nog niet uitgegeven bedrijventerrein Roodehaan is een gebied aangewezen voor de vestiging van nieuwe Bevi-inrichtingen. Buiten dit deelgebied is een veiligheidszone met een ruime marge van gemiddeld 150 meter aangegeven waarbinnen zich geen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten mogen vestigen. Op deze wijze zijn aan de westzijde van Roodehaan geen publieksaantrekkende functies toegestaan, maar aan de noord- en oostzijde langs de snelweg wordt dit wel mogelijk gemaakt. Ook is hier de vestiging van een facilitair centrum mogelijk, maar de functie maatschappelijke doeleinden, waaronder een kinderdagverblijf, is hier vanwege de ligging op een grootschalig gezoneerd bedrijventerrein, vervallen.

Tot slot zijn met het oog op het externe veiligheidsaspect zones langs de snelwegen, de vaarwegen en de spoorlijn voorzien van de aanduiding 'plasbrandaandachtsgebied', zodat ook hier kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten zijn uitgesloten.

Richtlijnen Vaarwegen 2011

De provincie geeft aan dat de Richtlijnen Vaarwegen 2005 zijn komen te vervallen en dat nu voor nieuwe bouwmogelijkheden langs het water de Richtlijnen Vaarwegen 2011 worden gehanteerd. Daarin zijn strengere bebouwingsafstanden tot het water opgenomen, die met name van toepassing zijn langs het Winschoterdiep (dit is een klasse IV kanaal).

Reactie gemeente

Langs die delen van het Winschoterdiep die de bestemming Groen hebben, speelt het probleem van de bebouwingsafstand tot het water niet, omdat in deze bestemming geen (grote) gebouwen mogelijk zijn. Voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal in de planregels het verzoek van de provincie worden overgenomen dat voorafgaande instemming van de vaarwegbeheerder nodig is. Ditzelfde is gedaan bij de wijzigingsbevoegdheid voor het veranderen van bouwvlakken bij de bestemming Bedrijventerrein.

Bij de bebouwing langs de oostzijde van het Winschoterdiep ligt dit anders: de provincie verzoekt hier een bebouwingsvrije zone van 25 meter langs het water op te nemen, omdat het hier een binnenbocht in stedelijk gebied betreft voor een klasse IV-kanaal.

In het geldende bestemmingsplan Winschoterdiep-Euvelgunne uit 2007 is een afstand van 5 meter tot het water opgenomen. Deze zou dan verbreed moeten worden naar 25 meter. Dit betekent dat de bebouwingsmogelijkheden van de gevestigde ondernemers worden beperkt, hetgeen kan leiden tot planschade. Volgens de gemeente gaat het in dit geval om een bestaande situatie, die nu in dit bestemmingsplan wordt geactualiseerd. Er is geen sprake van nieuwe ontwikkelingen. Ten opzichte van het onderliggende bestemmingsplan is er voor de zone langs het Winschoterdiep geen sprake van wijzigingen. Er worden met het nieuwe plan geen nieuwe bebouwingsmogelijkheden gecreëerd, zodat in dit geval de bestaande rechten van de ondernemers worden gerespecteerd en de bestaande bebouwingsafstand tot het water niet is veranderd.

2. Waterschap Hunze en Aa's

Het waterschap verzoekt de kaden in het bestemmingsplan die gesitueerd zijn langs het Winschoterdiep en het Oude Winschoterdiep in verband met hun waterkerende functie te voorzien van de dubbelbestemming "Waterstaat-Waterkering".

Reactie gemeente

Deze dubbelbestemming langs belangrijke vaarwegen is inmiddels gebruikelijk en in een aantal andere (actualiserings)plannen van de gemeente opgenomen. Ook dit bestemmingsplan Bedrijventerrein Zuidoost is dit punt overeenkomstig het verzoek van het waterschap aangepast.

Het waterschap heeft verder geen opmerkingen, maar verzoekt alleen de foutieve naam die op bladzijde 36 van de toelichting is opgenomen (Noorderzijlvest) te veranderen in Hunze en Aa's.

Reactie gemeente

De gemeente heeft dit veranderd in de voorliggende ontwerpversie.

3. Gasunie

De Gasunie verzoekt het plan op de volgende punten aan te passen:

- In artikel 12 een voorrangsbepaling op te nemen ten behoeve van de bestemming 'Leiding-Gas';

- In artikel 12.3 en 12.4.3 het woord 'onevenredig' te schrappen;

- Dat in artikel 12.3 en artikel 12.4.3 wordt opgenomen dat een omgevingsvergunning slechts wordt afgegeven nadat er schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder;

- In artikel 12.3 op te nemen dat een omgevingsvergunning slechts kan worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten;

- Artikel 12.4.1 sub a zodanig uit te breiden zodat ook het rooien van diepwortelende beplantingen en bomen omgevingsvergunningsplichtig wordt;

- Artikel 12.4.2 zodanig uit te breiden dat activiteiten of werkzaamheden die op grond van een reeds verleende vergunning mogen worden uitgevoerd, uitgezonderd zijn van artikel 12.4.1.

Reactie gemeente

Bovenstaande wensen van de Gasunie zijn in de regels van het ontwerp-bestemmingsplan overgenomen (nu artikel 13 Leiding -Gas). Deze regels sluiten aan bij die van het ontwerp-bestemmingsplan "Lintdorpen en Ruischerbrug". De gasleiding die aan de zuidzijde van het plangebied van dit bestemmingsplan ligt, sluit aan op de gasleiding die door Roodehaan loopt. In beide plannen gelden nu ten aanzien van de gasleiding dezelfde regels.