direct naar inhoud van Artikel 10 Verkeer
Plan: Bestemmingsplan Bedrijventerrein Zuidoost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP516BedrterreinZo-vg01

Artikel 10 Verkeer

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, fiets- en voetpaden;
  • b. wegen met een cultuurhistorische en/of landschappelijke waarde, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. bermen, taluds, groenvoorzieningen en waterlopen;
  • f. faunapassages, ecoducten en ecotunnels;
  • g. een laad-en loswal, ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats';
  • h. additionele voorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemene bouwregels
  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 10.1 genoemde doeleinden.
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 12 meter mag bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van een reclamemast niet meer dan 6 meter mag bedragen.

10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2, ten behoeve van een reclameverzamelpunt tot een bouwhoogte van maximaal 6 meter en met een breedte van maximaal 3 meter, onder de voorwaarde dat het aantal reclameverzamelpunten beperkt blijft tot één en het bouwwerk gesitueerd wordt bij de hoofdontsluiting van het bedrijventerrein.

10.3.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken van de regels met toepassing van sublid 10.3.1 is slechts mogelijk indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerstelid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet op de ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het veranderen van het tracé van de wegen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden'.

10.5 Wijzigingsbevoegdheid
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone- wijzigingsgebied 1' wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein'.
  • b. Na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid zijn de regels van artikel7van overeenkomstige toepassing.